GESCHIEDENIS - Rusland


Slaven, Hunnen en het Kievse Rijk


Er is bewijs dat volkeren afkomstig van de Donau regio leefden zo ver als het huidige Moskou en de zuidelijke uiteinden van het Oeral gebergte in 2000 v.Chr. De eerste opgeschreven stukken over bewoners van Rusland is van een Griekse historicus die de uitmuntende paardrijd- en vechttechniek van de “Scythen” optekende.

 

Zij zouden opgevolgd worden door de “Sarmatan”, de “Hunnen”, de “Avaren” en daarna door de “Khazaren”, een Turks volk afkomstig uit de Kaukasus. De voorouders van de huidige Russen, de Slaven, hoogstwaarschijnlijk afkomstig van Wit-Rusland en Noord Oekraïne, zouden zich in de 9e en 10e eeuw bekeren tot het Christendom en het Cyrillische alfabet introduceren.

 

Nomadische stammen

Zij leefden vooral van de landbouw en waagden zich liever niet op de zuidelijke steppen waar de nomadische stammen het recht van de sterkste toepasten. Wel ontstonden er handelsbetrekkingen met de Griekse koloniën op de Krim en later met de Romeinen en Byzantijnen.

 

In de vroege middeleeuwen reisden Zweedse Vikingen de Russische rivieren af en bouwden handelsnederzettingen. De bevolking mengde zich en de nederzettingen zouden samensmelten in een eerste Russische rijk met Kiev als hoofdstad. In 988 liet Vladimir de Grote zich dopen en zo deed het christendom zijn intrede. Met de bekering tot het christendom deed de Byzantijnse cultuur haar intrede, die de Russische cultuur voor de komende zeven eeuwen zou bepalen.

 

Er kwamen veel architecten, kunstenaars e.d. naar Kiev om de stad te verfraaien. Na de dood van “Jaroslav de Wijze” in 1054 begon het rijk echter uiteen te vallen in kleine vorstendommetjes. De noordelijke slaven braken met de zuidelijken en de steden rond Moskou zouden opbloeien – Novgorod zou zich zelfs aansluiten bij de Europese Hanzesteden.



Tartaren en de eerste Tsaren


Maar deze versnippering verzwakte de Russen, net op het moment dat de Mongolen hun rijk begonnen op te bouwen. In 1223 versloegen ze de Russen en Chazaren vernietigend bij Khalka. De dood van Dzjengis Khan in 1227 bracht uitstel, maar in 1245 werd Rusland alsnog onderworpen tijdens de Mongoolse invasie van Rusland.

 

Bijna alle Russische steden werden verwoest. Ook Kiev, dat volgens velen destijds een fraaie stad was, werd met de grond gelijk gemaakt; het zou enkele eeuwen duren voordat Kiev weer zou worden opgebouwd.

 

Het Tataars-Mongoolse juk betekende een traumatisch einde van het oude Kievse Rusland. De Mongolen voelden er echter niets voor om alle vorstendommen stuk voor stuk te bezetten, of de voor hen ontoegankelijke wouden in te gaan. Ze installeerden zich daarom in de steppen en pasten indirect rule toe: de Russische vorsten behielden hun plaatselijke autoriteit, maar moesten zich onderwerpen aan de Khans en werden als het ware de plaatselijke 'zetbazen' van de Mongolen.

 

Vanuit het westen kwam evenwel een andere dreiging: de Duitse Orde; men wilde Pskov en Novgorod innemen en het rooms-katholicisme invoeren. Vorst Alexander Nevski van Novgorod wist de Duitse Orde in 1242 te verslaan bij Pskov (Slag op het Peipusmeer). Ook het Mongoolse Rijk hield als eenheid niet lang stand, en viel uiteen in een aantal staten (die slechts formeel verantwoording schuldig waren aan de Groot-Khan te Karakorum).

 

De Gouden Horde

In de Zuid-Russische steppen ontwikkelde zich het Rijk van de Gouden Horde, dat langzamerhand geïslamiseerd werd. Uit de restanten van het Kievse rijk ontwikkelden zich geleidelijk drie volkeren: de Oekraïners in het zuiden, de Wit-Russen in het noordwesten en de Russen in het noorden en noordoosten.

 

Vanaf 1325 begon het toen nog onbelangrijke vorstendom Moskou zich te ontwikkelen onder Ivan I. In 1375 verkreeg het politieke hegemonie. In 1380 bracht Dmitri Donskoi de Mongolen op het Snippenveld een nederlaag toe (de Slag van Koelikovo); deze overwinning betekende niet meteen het einde van de Mongoolse heerschappij, maar gaandeweg werd de macht van de Mongolen over Rusland tenietgedaan.

 

Het Grootvorstendom Moskou groeide langzamerhand uit tot het belangrijkste vorstendom en voegde steeds meer land aan zijn gebied toe. 



Einde Byzantijnse Rijk

Na de val van Constantinopel in 1453 ging Ivan de Grote vanaf 1462 de titel "Tsaar van geheel Rusland" voeren. Volgens hem was de Romeinse keizerstitel van Byzantium op hem overgegaan, omdat hij met de Byzantijnse prinses Sophia getrouwd was en Rusland bovendien het laatste bolwerk van de Oosterse orthodoxie was.

 

In 1478 rekende hij af met rivaal Novgorod en stuurde de Europese Hanzen-kooplieden weg, en twee jaar later, in 1480, verwierp hij de soevereiniteit van de Gouden Horde, de Islamitische rijders van de Kaukasus. Dit was door verdeeldheid inmiddels al in drie rijken uiteengevallen. Van 1533 tot 1584 regeerde Ivan IV, die de eerste zeeweg opende, de eerste zeehaven stichtte (Archangelsk) en handelsbetrekkingen met Engeland aanknoopte.

 

Ivan IV

Met de verovering van Kazan (hoofdstad van het islamitische kanaat Kazan) in 1552, het kanaat Astrachan en het kanaat Sibir werd een begin gemaakt met de verovering van de gebieden ten oosten van de Wolga en van wouden en steppen van Siberië. De tijden van de Tartaren uit het Oosten was voorbij. De Krimtartaren lieten zich echter niet overrompelen en plunderden Moskou in 1571. Ivan IV werd op latere leeftijd paranoïde en zijn regeerperiode ontaardde in een schrikbewind met staatsterreur.

 

Zelfs de hoogste geestelijke, metropoliet Filip van Moskou, liet hij in 1569 ombrengen omdat deze openlijk stelling nam tegen de wetteloosheid van de politiek van de tsaar. Het is aan deze periode te danken dat hij de bijnaam "de Verschrikkelijke" kreeg. Na zijn dood in 1584 volgde Ivans gehandicapte zoon Fjodor hem op. Maar feitelijk regeerde diens zwager Boris Godoenov. Na Fjodors dood begon een tijd van anarchie, dynastische chaos en buitenlandse invasies die in Rusland bekendstaat als de Tijd der Troebelen.

 

Een periode van constante machtswisselingen, meer valse Dimitri's, binnenlandse twisten, invallen door Polen-Litouwen en Zweden en honger noden.


>> Lees hier ook de GESCHIEDENIS van Oekraïne


De dynastie van de Romanovs


In 1613 besteeg Michail Romanov, een achterneef van Ivan de Verschrikkelijke, de troon. Het geslacht Romanov regeerde tot 1917. De eerste jaren brachten weinig verbetering, maar de sociaal-politieke stabiliteit in Rusland was enigszins hersteld. Als gevolg van de oorlog tussen Zweden en Polen-Litouwen kreeg Rusland de kans met Zweden in 1617 en met Polen-Litouwen in 1619 vrede te sluiten.

 

Rusland beschouwde zichzelf, na de val van Constantinopel in 1453, als bolwerk en hoeder van de orthodoxie en dit bewustzijn was sterk vergroeid geraakt met het nationaal bewustzijn. In 1652 werd begonnen hervormingen door te voeren die erop waren gericht om de Russische kerk te uniformeren met de Grieks-Byzantijnse kerk. Velen betwistten de juistheid en legitimiteit van deze hervormingen en het kwam tot massale protesten. Het kwam tot een schisma, waarbij er een officiële kerk kwam, gesteund door de staat, en groeperingen die deze hervormde kerk niet erkenden, de zg. oudgelovigen.

 

De oudgelovigen werden lange tijd vervolgd, tienduizenden zijn geëxecuteerd. Dit schisma, dat ook bekendstaat onder zijn Russische naam Raskol, bestaat nog altijd.

 

Aristocratie

Het schisma had grote gevolgen voor de Russische maatschappij en cultuur: er ontstond het Rusland van een bestuurlijke, veelal aristocratische elite die steeds meer verwesterde en seculariseerde, en het Rusland van het gewone volk, dat trouw bleef aan het "heilige Rusland" met zijn vroomheidsideaal. Uiteindelijk waren beide volkomen van elkaar vervreemd, wat volgens sommigen de kiem heeft gelegd voor de ineenstorting van Rusland in het begin van de 20e eeuw.

 

Na de uitschakeling en inname van Sibir door de avonturier Jermak drongen Kozakken, tsaristische troepen, bontjagers en avonturiers Siberië binnen. In 1645, nog geen 70 jaar na de inname van Sibir, stonden zij al aan de Grote Oceaan. De steppe- en taigabewoners, zoals de Toengoes, boden weinig of geen weerstand: de Chinezen wisten de Russische landhonger pas bij het Verdrag van Nertsjinsk in 1689 een halt toe te roepen. De onderworpen volken moesten belasting aan de tsaren in Moskou betalen, vaak in de vorm van dierenhuiden.

 

Deze praktijk ging vaak gepaard met grootschalige afpersing en onderdrukking, waarbij de belastinginners zichzelf verrijkten ten koste van de onderworpen volkeren. In het westen vroegen de Oekraïense Kozakken de Russen te hulp tegen de machtige Litouwers-Polen. De Russen veroverden in 1667 Kiev, Smolensk en de landen ten oosten van de rivier de “Dnepjr”.


Peter en Catharina de Grote


Deze tsaar staat bekend als de tsaar die zijn land met geweld wilde Europaniseren. Tijdens zijn Grote Ambassade reisde hij (officieel incognito) met zijn edelen naar Engeland en Nederland, waar hij in het Tsaar Peterhuisje verbleef en onder andere een aantal Nederlandse scheepstermen in het Russisch introduceerde.

 

Peter de Grote voerde met beperkt succes oorlog tegen het Ottomaanse Rijk (Tweede en Derde Russisch-Turkse Oorlog) en de Perzen (Eerste Russisch-Perzische Oorlog), maar wist de Grote Noordse Oorlog (samen met Pruisen en Denemarken) tegen Zweden te winnen, waardoor de rol van Zweden als grootmacht grotendeels was uitgespeeld en Rusland, dat vanaf 1721 bekend kwam te staan als het Russische Rijk, toegang kreeg tot de Oostzee.

 

Hij hief een belasting op het dragen van baarden, of dwong edelen zich te scheren en westerse kledij te dragen. In 1703 stichtte hij de stad Sint-Petersburg in een op de Zweden veroverd moeras. Bij de bouw van deze nieuwe hoofdstad stierven duizenden arbeiders, onder wie veel Zweedse gevangenen en vooral veel lijfeigenen.

 

Catherina de Grote

Catharina de Grote was oorspronkelijk een Duitse prinses die met de zwakke Russische troonopvolger trouwde. Bijna gedurende haar hele leven voerde Catharina correspondentie met bekende filosofen uit het tijdperk van de verlichting, wat haar een goede reputatie in Europa opleverde. Ook zou zij vele nieuwe scholen stichtten. De Franse Revolutie van 1789 was een grote schok voor Catharina, omdat zij inzag dat de idealen van de Verlichting hadden geleid tot deze revolutie. Bevreesd dat een dergelijke revolutie ook in Rusland kon plaatsvinden, liet zij alle schijn van de Verlichting vallen, en trok de teugels een stuk strakker aan.

 

Van enige vrijheid van meningsuiting was daarna tot haar dood geen sprake meer. Desondanks bleef ze sommige ideeën van de Verlichting trouw, en probeerde ze in navolging van Peter de Grote Rusland verder te verwesteren. Na het wrede neerslaan van een grote Kozakse opstand voerde zij in de jaren 1768 - 1792 twee keer met succes oorlog tegen de Turken en stichtte de stad Odessa aan de Zwarte Zee waarmee de Russen toegang tot de Middellandse Zee kregen.

 

Door deze overwinningen groeide de Russische invloedssfeer tot in Oekraïne, de Krim en de noordelijke Kaukasus, die zichzelf onafhankelijk verklaarde van het Ottomaanse Rijk.

 

Wit-Rusland, West-Oekraïne en Litouwen kwamen onder Russische bewind te staan en Polen werd opgedeeld (met Pruisen en Oostenrijk) en was als Europese grootmacht uitgespeeld.


>> Lees de hoogtepunten van St. Petersburg - de stad van Peter de Grote. 



Napoleon


De Russen hadden deelgenomen aan de veldtochten die door de verschillende coalities tegen het revolutionaire Frankrijk werden georganiseerd. Alexander I, nam deel aan de Derde Coalitie (1805-07), maar werd na de Russische nederlaag bij de Slag bij Friedland in 1807 bondgenoot van Frankrijk.

 

Rusland voerde het Continentaal Stelsel in, en liet Frankrijk zijn gang gaan in West-Europa. In ruil hiervoor zou Frankrijk zich niet bemoeien met Russische veroveringen elders, en kreeg Rusland Finland. 

 

Zo werd Alexander keizer van het Oosten en Napoleon van het Westen. Profiterend van deze afspraak zette de tsaar de oorlog tegen Iran voort, en veroverde Kaukasische gebieden. Rusland had echter een lange handelstraditie met Engeland en aangemoedigd door Engelse handelaren en spionnen begonnen de handelaren bij de tsaar hun beklag te doen. De druk werd zo hevig dat Alexander in 1810 het Continentaal Stelsel afschafte.

 

De reactie van Napoleon bleef niet lang uit. In het hele Franse keizerrijk en de vazalstaten werden mannen geronseld voor een nieuw leger, dat tegen Rusland zou optrekken. Bekend waren de lotingen, waardoor per dorp of stad een deel van de gezonde mannen dienst moest nemen.

 

Grande Armee

Uiteindelijk stond in juni 1812 een leger van 600.000 man bij de Njemen klaar: la Grande Armée (het Grote Leger). Zwaar in ondertal en kwaliteit paste veldmaarschalk Koetoezov de tactiek van de verschroeide aarde toe: alles op het pad van het leger werd meegenomen of vernield.

 

Het Russische leger trok zich voortdurend terug. Op 7 september kwam het in Borodino tot een veldslag, waarbij 250.000 man Russische troepen tegenover een leger van 600.000 kwamen te staan. Deze grote veldslag eindigde onbeslist, maar was het eerste teken dat het leger van Napoleon verslagen kon worden. Deels was dit ook te danken aan de verschrikkelijke lange provisielijnen. Koetoezov koos ervoor om terug te trekken om het leger te kunnen hergroeperen, waarbij de verdediging van Moskou werd opgegeven.

 

Moskou wordt ingenomen

Op 14 september trokken de troepen van Napoleon een grotendeels verlaten Moskou binnen. Napoleon had gehoopt dat de Russen het uiterlijk na de inname van Moskou zouden opgeven. Terwijl het leger van de tsaar zich ten zuidwesten van Moskou hergroepeerde, wachtte Napoleon tevergeefs op een Russische overgavedelegatie die maar niet kwam.

 

Uiteindelijk brak een enorme brand in Moskou uit, waarbij de weinige voorraden die de Fransen hadden verloren gingen. Omdat de winter naderde, trok Napoleon zich terug. De terugtocht werd echter een nachtmerrie. De herfst bracht stortbuien, gevolgd door strenge vorst.

 

De Kozakken werden steeds brutaler en vielen de gedemoraliseerde soldaten aan; ook had men veel last van partizanen. Tegen november bereikten slechts 10.000 man de Berezina (zijrivier van de Dnjepr), waarbij ook nog eens velen verdronken toen een brug het begaf. De Fransen trokken Pruisen binnen met de Russen op hun hielen, waarop Pruisen de zijde van Rusland koos.

 

Volkerenslag

Na de Volkerenslag te Leipzig in 1813, waarin de Russen een belangrijk aandeel hadden, werd Napoleon steeds verder ingesloten, en uiteindelijk trokken de Russen met hun bondgenoten Parijs binnen. In het daarop volgende Congres van Wenen had Rusland een belangrijke stem in het kapittel en consolideerde het zijn nieuwe machtspositie.

 

Daarnaast stelde het zich samen met Pruisen (later Duitsland) en Oostenrijk-Hongarije ten doel te voorkomen dat ooit weer revoluties, zoals die van 1789, "gevaarlijke" vormen zouden kunnen aannemen. In 1848 zou Rusland deze belofte nakomen, toen een Hongaarse opstand in het rijk van Habsburg door Russische troepen onderdrukt werd. Rusland, Pruisen en Oostenrijk vormden een conservatief blok binnen Europa.




Rusland in de 19e eeuw


In de 19e eeuw begonnen de eerste opstanden uit te breken tegen de tsaren en vooral tegen hun autocratische regime. Ook maakte Rusland een grote culture bloei door en maakte de wereld kennis met de Russische literatuur, Russische muziek en met het Russische ballet. Na 1825 begon Rusland een imperialistische politiek te voeren. 

 

Men streefde naar een keten van loyale satellietstaten op de Balkan, de herovering van Istanboel, onderwerping van Centraal-Azië tot aan de Indische Oceaan, invloed in China, en toegang tot de ijsvrije havens. Dit zou hen vooral met de Engelsen in conflict brengen (het Grote Spel). De Grote Oosterse Kwestie werd actueel: wie zou wat krijgen als het Ottomaanse Rijk in Turkije zou bezwijken?

 

Deze politiek was overigens geheel in de lijn van die van de meeste landen in de 19e eeuw. Rusland voerde dan ook regelmatig oorlogen tegen Turkije (11 maal) en Iran/Perzië (4 maal), voor gebiedsuitbreiding in Centraal-Azië. Zowel de Derde Russisch-Perzische Oorlog (1804-1813) als de Vierde Russisch-Perzische Oorlog (1826-1828) werden door de Russen gewonnen.

 

Geallieerde steun

De Engelsen en de Fransen zagen dit met argusogen aan en besloten in 1853 Turkije te steunen. Het resultaat was de Krimoorlog, die tot 1856 duurde, en Rusland dwong in te binden. Ook probeerde Rusland toegang te verkrijgen tot de Zwarte Zee door de Kaukasus te veroveren tijdens de Kaukasusoorlog. Hierbij kwamen de Russische troepen onder andere in aanraking met de Tsjetsjenen.

 

Na de Krimoorlog richtte tsaar Alexander II zijn aandacht weer op Azië. Rusland nam in de jaren 1858-1860 de Amoer- en maritieme provincies in op China, en stichtte Vladivostok ("Beheers het oosten"). De zuidelijke Centraal-Aziatische kanaten (Turkestan) werden veroverd, ondanks een jihad die tegen Rusland werd uitgeroepen. In 1877 viel een enorme Russische legermacht de Turkse Balkan binnen tijdens de Tiende Russisch-Turkse Oorlog.

 

Ondanks de Turkse verdediging bij Plevna aan de Donau kwamen de Russische legers tot 100 km van Istanboel, waarop de sultan capituleerde. Bulgarije kwam aan Rusland was de Oostenrijkse annexatie van Bosnië en Herzegovina voor Rusland een zeer onaangename verrassing en Rusland besloot samenwerking tussen de Balkanstaten te bevorderen om een blok tegen Oostenrijk te vormen.

 

Dood Alexander II

Dit trok de tsaar meer en meer in de gevaarlijke maalstroom van de Balkan, en naar een confrontatie met Oostenrijk-Hongarije. Tsaar Alexander II kwam in 1881 om bij een bomaanslag in Sint-Petersburg. Voor zijn moord werd onder anderen Aleksandr Oeljanov veroordeeld en opgehangen. Aleksandr Oeljanov was de broer van Vladimir Oeljanov die zich later Vladimir Lenin zou noemen.

 

De pogingen die Alexander II had gedaan om meer autonomie te geven aan het Russische volk werden door Alexander III volledig tenietgedaan. Als gevolg van de moord op zijn vader was hij van mening dat deze vorm van vrijheid alleen maar zou zorgen voor meer revolutionaire ideeën.

 

Opstandelingen en dissidenten werden massaal naar Siberië verbannen. Zijn buitenlandse politiek, aanvankelijk pro-Duits, raakte gaandeweg op Frankrijk georiënteerd.


>> Lees hier over de persoon Vladimir Lenin. 


WWI, de Revolutie en de burgeroorlog


De Russische politiek in Azië bracht Rusland in conflict met een nieuwe vijand: Japan. Van 1904-1905 woedde de Russisch-Japanse Oorlog, die voor Rusland uitliep op een smadelijke nederlaag en op het verlies van Mantsjoerije en de zuidelijke Trans-Siberische spoorlijn. Grootste ramp was misschien wel dat de gehele Baltische vloot die de halve wereld was overgevaren om “Port Arthur” te ontzetten zonk nabij Japan.

 

De Russen moesten zich terugtrekken uit Port Arthur en Shanghai en ook Zuid-Sachalin werd bezet. Direct hierop volgde de revolutiepoging van 1905 die een reactie was op het bruut neerslaan van een vreedzame demonstratie in Sint Petersburg ("Bloedige zondag").

 

Chaos en opstanden

Tsaar Nicolaas II deed daarop concessies die hij echter later weer introk. De tijden werden steeds roeriger: opstanden en stakingen waren aan de orde van de dag; de roep om hervormingen werd steeds luider. Toch achtte de tsaar zelf Rusland nog niet rijp voor een constitutionele monarchie en probeerde hij de autocratische regeerstijl van zijn vader door te zetten.

 

Hierdoor werden allerlei oppositionele groeperingen de illegaliteit ingedreven, waardoor deze radicaliseerden. Economisch werden er grote successen geboekt, maar door het uitblijven van politieke hervormingen bleef het gisten en broeien. De tsaar die meer en meer onder de invloed stond van z’n veel sterkere vrouw die op haar beurt weer onder invloed stond van Rasputin kon het tij niet meer keren. Deze factoren, gecombineerd met nederlagen in de Eerste Wereldoorlog, bezegelden het lot van de monarchie.

 

Uitbraak WW1

In 1914 nam Rusland als geallieerde deel aan de Eerste Wereldoorlog. De Russische legers sloegen een Oostenrijkse aanval af en drongen Oost-Pruisen binnen, maar werden vernietigend verslagen bij Tannenberg en de Mazoerische Meren.

 

De troepen waren slecht bewapend: soms had één op de drie soldaten een geweer en moest de rest maar hopen wapens van gevallen kameraden of vijanden te vinden.

 

De oorlog verliep dramatisch: de Russische verliezen waren enorm en de Russen werden verder en verder in eigen land teruggedreven. In januari en februari 1917 leidden stakingen en rellen aan het thuisfront tot de Februarirevolutie, die de monarchie ten val bracht. Er werd een Voorlopige Regering geïnstalleerd, die aan zou blijven tot er algemene verkiezingen zouden worden gehouden - deze zouden echter nooit plaatsvinden. Kerenski's belofte aan de geallieerden om de oorlog voort te zetten (die hij gestand deed) werd hem echter zeer kwalijk genomen.

 

Coup

Zowel monarchisten als bolsjewieken trachtten hem af te zetten. In november 1917 pleegden de bolsjewieken, meedeinend op de algemene ontevredenheid, onder leiding van Lenin een coup, de zg. Oktoberrevolutie. Aan het front losten de Russische legers op in het niets. De nieuwe bolsjewistische regering besloot met de Duitsers te gaan onderhandelen.

 

De eisen van de Duitsers waren echter zeer zwaar, en Trotski, die de delegatie leidde, trachtte tijd te winnen. Het Duitse lenteoffensief van 1918 was echter desastreus voor de jonge republiek: Estland en de praktisch onverdedigde Oekraïne vielen de Duitsers in handen. Lenin en Trotski zagen zich gedwongen de deplorabele situatie onder ogen te zien en tekenden het Verdrag van Brest-Litovsk.

 

Ondertussen begonnen de opponenten van de bolsjewieken zich te roeren: de Witte legers brachten Siberië en, na de Duitse wapenstilstand in november 1918, ook de Oekraïne onder hun controle. De Finnen, Polen, Esten, Letten en Litouwers grepen hun kans en maakten zich los. De burgeroorlog was daar. De Armeniërs deden hetzelfde, maar hun jonge republiek werd drie jaar later tussen Rusland en het kemalistische Turkije verdeeld.

 

Witten en Roden

Witte generaals trachtten Moskou te bereiken, maar weigerden hun acties te coördineren; deze onderlinge verdeeldheid zou de Witten fataal worden. Ondertussen stampte Trotski het Rode Leger uit de grond. Een interventiemacht, bestaande uit Engelse, Franse, Amerikaanse en Japanse troepen trok via meerdere havens het land binnen. Hun komst werkte in feite averechts: hun aantallen waren te klein om van betekenis te kunnen zijn, maar de interventietroepen dreven de mensen in de armen van de Roden.

 

Trotski zei dat alleen door wreedheid de oorlog gewonnen kon worden en de bolsjewieken maakten de zg. "Rode Terreur" tot een deel van hun politieke programma. Lenin dreigde iedere criticus tegen de muur te zetten. In juli 1918 gaf hij persoonlijk opdracht aan Jakov Sverdlov om de tsarenfamilie, de "levende banier" voor de vijand, te executeren. In 1922 wisten de Roden de oorlog tenslotte te winnen, maar het bleef nog tot 1924 onrustig.

 

Twee tot drie miljoen Russen verliet het vaderland; de gevluchte of uitgewezen intellectuele elite verzamelde zich hoofdzakelijk in Parijs.




Begin van de De Sovjet-periode en WWII


Na de burgeroorlog was het land verscheurd en uitgeput en kon er geen sprake zijn van het implementeren van een socialistisch economisch systeem. Tegen de achtergrond van deze liberale economische politiek rekenden de bolsjewieken onverminderd af met hun tegenstanders en potentiële vijanden: liberale en religieuze elementen, met name de Russisch-orthodoxe kerk. In de loop van 1922 en 1923 ging de gezondheid van Lenin hard achteruit. Stalin had ondertussen achter zijn rug om een grote macht opgebouwd, terwijl Trotski over het Rode Leger kon beschikken.

 

Na Lenins dood in 1924 wist Stalin na een machtsstrijd (met als belangrijkste tegenstrever Trotski) zich van de macht in partij en staat van de prille Sovjet-Unie meester te maken (1928) en hield die vijfentwintig jaar in handen. Trotski werd verbannen en vanwege Stalins paranoia uiteindelijk vermoord in Mexico.

 

Nadat Stalin de macht definitief in handen had voerde hji het eerste vijfjarenplan in en installeerde het zg. Centraal Planbureau. Stalin initieerde de collectivisering van de landbouw, waarbij kolchozen (collectieve boerengemeenschappen) en sovchozen (staatsboerderijen) tot stand kwamen.

 

Dit ging gepaard met grootschalige staatsterreur en wetteloosheid. Er kwam ook een resoluut einde aan het experimenteren op het gebied van kunst en literatuur; het socialistisch realisme werd nu de norm.

 

Heksenjacht

De Grote Zuivering was een meedogenloze heksenjacht: voormalige oppositieleiders binnen de partij, staatshoofden, premiers en partijleiders van de deelrepublieken, intellectuelen, kunstenaars, trotskisten (aanhangers van Trotski), zinovjevisten (aanhanger van Zinovjev), rechtse, maar ook veel gewone burgers werden het slachtoffer van Stalins 'zuiveringen.' Bijna de halve legerleiding, waaronder de bekende maarschalk Michail Toechatsjevksi, werd terechtgesteld.

 

De strafkampen zaten overvol. Door middel van een netwerk van verklikkers en NKVD hield Stalin de bevolking onder controle. In 1938 begon Stalin voorzichtig toenadering te zoeken tot Engeland en Frankrijk, maar deze toonden weinig animo. Uiteindelijk sloot hij een non-agressiepact met Hitler, het zogenaamde Molotov-Von Ribbentroppact.

 

Dit pact bevatte een geheime clausule die bepaalde dat Hitler-Duitsland en Stalin Oost-Europa en de Baltische landen onderling zouden verdelen als Hitler Polen binnen zou vallen. 


>> Lees hier over de persoon Josef Stalin die in Georgië is geboren. 


De prijs die de Sovjet-Unie betaalde voor het pact met Hitler-Duitsland was zeer hoog: in 1941 werd de Sovjet-Unie toch aangevallen door Duitsland (er zijn geruchten dat Stalin zelf een aanval aan het voorbereiden was, maar dat hij verrast werd door de Duitsers), en begon de Grote Vaderlandse Oorlog. Noodgedwongen behoorde de Sovjet-Unie nu zelf bij de geallieerden.

 

Stalingrad

De behandeling van de Russische soldaten en de burgerbevolking door de Duitsers was vaak buitengewoon wreed. In december 1942 lukte het om de Duitsers in Stalingrad tot staan te brengen. Het Rode Leger wist uiteindelijk Berlijn te veroveren en een invloed zone in Oost- en Midden-Europa te creëren. De Sovjet-Unie was verantwoordelijk voor 80-94% van Hitlers verliezen. Met 27 miljoen mensen had het land het hoogste aantal slachtoffers van alle geallieerde landen.

 

De meerderheid van deze slachtoffers waren etnische Russen en de meeste slachtoffers waren gevallen onder de burgerbevolking. Direct na de overwinning in Europa verkilden de betrekkingen weer. In de periode 1945-1948 werden communistische regeringen in Oost-Europa aan de macht gebracht. In 1948 vond evenwel een breuk met Joegoslavië plaats, officieel om ideologische redenen, maar feitelijk omdat Tito weigerde zich aan Stalin ondergeschikt te maken. In 1949 was er een nieuwe golf van arrestaties en verdwenen opnieuw velen in de Goelag.

 

In datzelfde jaar testte de Sovjet-Unie haar eerste atoombom en wellicht gaf Stalin Noord-Korea stilletjes het groene licht voor zijn campagne tegen het zuiden. Inmiddels ging Stalins gezondheid sterk achteruit, en op 5 maart 1953 overleed hij. Officieel door een beroerte, maar een aantal historici verdenkt Lavrenti Beria van het vergiftigen van Stalin.



Chroesjtsjov en brejnev (1954 -1985)


Uit de machtsstrijd die volgde op de dood van Stalin kwam uiteindelijk Nikita Chroesjtsjov als sterke man naar voren. Hij schokte de gedelegeerden van het 20e partijcongres op 23 februari 1956 door publiekelijk de cultus rond Stalin aan de kaak te stellen, en Stalin te beschuldigen van massamoord tijdens de grote zuiveringen. In deze jaren werden veel slachtoffers van Stalins terreur gerehabiliteerd en keerden de velen uit de concentratiekampen terug. Hoewel deze periode "de dooi" genoemd werd, was deze dooi maar heel betrekkelijk.

 

De Hongaarse opstand van 1956 werd door hem zonder pardon hardhandig onderdrukt. De Berlijnse muur uit 1961 werd eveneens in zijn regeerperiode gebouwd. De Sovjet-Unie maakte economisch en technisch enorme vooruitgang, en wist de eerste ronde van de ruimtewedloop te winnen door eerst het hondje Laika en vervolgens de kosmonaut Joeri Gagarin als eerste de ruimte in te schieten.

 

Cuba-crisis

In 1962 leed Chroesjtjov echter bij de Cubacrisis een gevoelig gezichtsverlies. Daarnaast was zijn gedrag regelmatig dat van een staatshoofd onwaardig; hij kon beledigende opmerkingen maken of inadequaat reageren. Het Politbureau vond het in 1964 genoeg en zette Chroesjtjov af. Brezjnev volgde hem op - een Sovjetpoliticus van de oude stempel, was verantwoordelijk voor het neerslaan van de Praagse Lente in 1968.

 

In 1979 voerde hij tegen China een oorlog bij volmacht waarbij Cambodja en Vietnam als pionnen fungeerden. De relatieve ontspanning, die bij vlagen onder Chroesjtjov voorkwam, deed hij teniet, en vooral de Sovjetvloot werd sterk uitgebreid. In 1979 gaf hij opdracht om Afghanistan binnen te vallen, om de pro-Russische regering daar te hulp te schieten. De Sovjettroepen konden de guerrillastrijd van de Moedjaheddien, die werden gesteund door de Verenigde Staten, niet winnen, en meer en meer Russische soldaten keerden in lijkenzakken terug. In 1982 overleed Brezjnev, en werd opgevolgd door Andropov.

 

Wapenwedloop

Deze regeerde slechts twee jaar, waarna de doodzieke Tsjernenko hem opvolgde. In 1985 overleed ook hij. Jarenlang had de Sovjet-Unie meegedaan aan de wapenwedloop met de Verenigde Staten, terwijl ook de verhoudingen met concurrent China steeds slechter werden. De denkbeelden van Mao waren steeds verder verwijderd geraakt van de communistische regering in Moskou en in 1969 brak zelfs bijna een oorlog uit over een aantal eilandjes in de Oessoeririvier.

 

De Vietnamese leider Ho Chi Minh wist vanaf zijn sterfbed te voorkomen dat het uitliep op een (atoom)oorlog. De top van Staat en Partij werd gevormd door oude mannen, die de zuiveringen van Stalin hadden overleefd als jonge officieren en functionarissen. Dit bracht hen ertoe in de wapenwedloop tegen de VS op te blijven bieden (als het Westen immers een overwicht zou krijgen, zouden ze misschien kunnen besluiten de Sovjet-Unie aan te vallen), terwijl de starre planeconomie steeds slechter en inefficiënter draaide.


>> Lees hier over meerdere Russische presidenten


Oorlog in Afghanistan (1979-1989)

Inleiding - voorgeschiedenis:

Afghanistan heeft in het verleden verschillende invloedssferen gekend. In de 19de eeuw kwam vanuit het noorden het Russische Rijk steeds verder naar het zuiden, met als uiteindelijke doel een zuidelijke haven aan de zee. Daarop probeerde het Britse Rijk haar stempel op de regio te drukken, vanwege de geostrategische waarde voor de Britten omwille van de buffer voor India, hun kroonkolonie, tegen de tsaristische expansiepolitiek.

 

Dit staat bekend als “The Great Game”. Dit lukte ze echter maar matig; tot driemaal toe voerden ze oorlog tegen de sjahs van Afghanistan, zonder veel langdurig succes. Wel wisten ze het gebied binnen hun invloedssfeer te krijgen. Bij de onafhankelijkheid van India verdween het geostrategisch belang en nam de invloed van de Sovjet-Unie toe.

 

Daoed

In de jaren 1953-1963 maakte de pro-communistische partij van Afghanistan, sterk gelieerd aan de Sovjet-Unie, een grote groei door. Op 17 juli 1973 kwam Daoed aan de macht nadat hij koning Zahir Shah afzette (vanaf 1933) omwille van slechte economische omstandigheden en verdenking van corruptie. Hij riep zich uit tot president van de nieuwe republiek en maakte daarmee een einde aan de monarchie. Van zijn sociaal-economische hervormingen kwam weinig terecht en zijn bewind evolueerde naar een linkse Eenpartijstaat. De afhankelijkheid van de Sovjet-Unie was een doorn in het oog van Daoed en hij zocht toenadering tot andere islamitische landen, zoals Iran en Pakistan, maar wees het islamisme af.

 

Gevoed door de slechte omstandigheden, verenigde de Democratische Volkspartij zich weer, onder druk van de Sovjet-Unie. Daoud werd daarop vermoord door leden van deze partij samen met een groot deel van zijn familie op 27 april 1978. De algemeen secretaris van de partij, Noer Mohammed Taraki, werd vervolgens premier en president. Taraki's hervormingen waren eveneens geen succes, waardoor hij het premierschap moest afstaan aan zijn ex-mede Khalqleider de radicalere Hafi-zoella Amin.

 

Het verzet nam echter nog toe waardoor sovjetpresident Leonid Brezjnev Taraki te kennen gaf dat Amin moest worden geëlimineerd. Amin rook onraad en schakelde Taraki uit. Desalniettemin raakte hij het officiële gezag kwijt aan de Moedjahedien, een islamitische verzetsbeweging.

 

De invasie:

Leonid Brezjnev besloot over te gaan tot een koerswijziging. Op 24 december 1979 viel de Sovjet-Unie Afghanistan binnen en stelde Amin terecht. De volgzamere Babrak Karmal kwam aan de macht. Zijn opwaardering van de islam bleek niet voldoende. Bovendien was de aanwezigheid van de atheïstische sovjetsoldaten een reden te meer om verzet te plegen. Het Sovjetleger bleek niet in staat de Moedjahedien te verslaan.

 

De VS wantrouwden de Sovjets omdat Afghanistan hen dichter bij de oliebronnen bracht. Een veroordeling van de VN maakte het nog moeilijker, waardoor de Sovjet-Unie in nauwe schoentjes kwam te staan. De machtsovername van Gorbatsjov leidde tot de terugtrekking uit Afghanistan. Pas in 1989 trok de Sovjet Unie zich uit dat land terug.

 

Na de oorlog

Na de oorlog zorgde de verdeeldheid in Afghanistan onder de Moedjahedien voor een burgeroorlog. In 1996 kwam de Taliban aan de macht en stabiliseerde de toestand grotendeels. Na de aanslagen van 11 september 2001 werd de Taliban door de Amerikanen beschuldigd steun te verlenen aan de terroristische beweging van Osama bin Laden, Al Qaida en besloten de Amerikanen en hun bondgenoten tot een oorlog tegen de Taliban.

 

De multinationale troepenmacht ISAF helpt bij het democratiseringsproces.


De perestrojka en het einde van de sovjet unie


In 1985 kwam een nieuwe jonge leider aan de macht: Michail Gorbatsjov. Hij was weliswaar communist, maar was bereid, in tegenstelling tot zijn voorgangers, de waarheid onder ogen te zien. Toen duidelijk werd dat de Sovjet-Unie vrijwel bankroet was en het nog maar een paar jaar zou kunnen volhouden, besloot Gorbatsjov met het Westen te gaan praten, in het bijzonder met de Amerikaanse president Ronald Reagan.

 

Een vrij onverwachte ontspanning was het gevolg; in het Westen werd de Sovjet-Unie ineens een hot item en maakte de russofobie uit de Koude Oorlog plaats voor welwillende belangstelling. Dissidenten werden teruggehaald, de top van Staat en Partij werd gezuiverd en de leiders in Oost-Europa en daarbuiten werd verteld dat de Sovjet-Unie hen niet langer zou steunen. De Russisch-orthodoxe kerk kreeg grote vrijheden.

 

De Sovjettroepen werden teruggetrokken, inclusief de troepen in Afghanistan. Later zou Gorbatchov toegeven dat het in de doofpot stoppen van de gigantische nucleaire ramp van Tsjernobyl misschien wel het einde van de Sovjet Unie betekent heeft. In 1988 en 1989 vielen de communistische regimes als dominostenen om, waarna in 1990 de Duitse hereniging werd afgekondigd.

 

Jeltsin neemt over

In eigen land kwam Gorbatsjov klem te zitten tussen radicalere hervormers als Boris Jeltsin en de oude communistische garde. Deze laatsten deden in augustus 1991 een couppoging, die echter door toedoen van Jeltsin mislukte. Gorbatsjov kwam terug als een krachteloze president in een land dat in staat van ontbinding verkeerde. Buiten zijn weten werd het GOS opgericht, terwijl Estland, Letland en Litouwen zich eerder al onafhankelijk hadden verklaard. In december 1991 was het afgelopen: Gorbatsjov trad af als president en de Sovjet-Unie hield op te bestaan.

 

Het post-Sovjettijdperk was nu aangebroken. Het was een chaotische tijd van hervormingen en grote sociale onrust. Boris Jeltsin, de held van augustus 1991, en nu president, zag zijn populariteit zienderogen afnemen. Jeltsin was precies acht jaar (1991-1999) president van de Russische Federatie, zoals het land nu heette. Hij kreeg het te stellen met twee financiële crises (waaronder de Roebelcrisis in 1998), groeiende oppositie van de communisten en extreem-rechts, toenemende armoede en misdaad, en migratiestromen binnen het GOS.

 

Tsjetsjenië en Grozny

Daarnaast begon de bevolking gestadig af te nemen. Jeltsin stortte het leger, na verkeerd te zijn voorgelicht door zijn veiligheidsexperts, in een onzorgvuldig voorbereide militaire operatie in de de facto onafhankelijke - maar zeer zwakke - staat Itsjkerië. De Tsjetsjenen die tijdens de onafhankelijkheid sterk verdeeld waren, begonnen samen te werken in de Eerste Tsjetsjeense Oorlog en wisten uiteindelijk het slecht bewapende Russische leger uit de hoofdstad Grozny te verdrijven en Jeltsin, vertegenwoordigd tot onderhandelingen te dwingen, waarna de tweede de facto onafhankelijke Tsjetsjeense Republiek een feit werd in 1996.

 

Het land was toen echter in grote problemen geraakt, wat nog versterkt werd door slechte oogsten dat jaar, waardoor op 9 oktober zelfs werd verzocht om humanitaire hulp met inbegrip van voedsel. Jeltsin werd in Augustus 1999 door een zeer onbekende ex-KGBer Vladimir Poetin vervangen.


Poetin en Medvedev


Bij de presidentsverkiezingen van 2004 werd Poetin herkozen. Een van de eerste zaken, die hij al tijdens zijn eerste ambtsperiode aanpakte, was de macht van de oligarchen; deze werd een keuze voorgelegd – of kiezen voor hem of het land verlaten. Hij wordt ervan beschuldigd de vrije pers te muilkorven maar heeft nog steeds veel goodwill bij het grootste deel van de Russische bevolking, omdat velen in hem een sterke leider zien, en hij het economisch tij mee heeft: de Russische economie is in het begin van de 21e eeuw een van de sterkst groeiende ter wereld, al is deze volgens velen nog te sterk gericht op delfstoffen als olie en gas.

 

Problemen zoals Tsjetsjenië, de negatieve bevolkingsgroei, de deplorabele staat van het, de misdaad (zoals maffiagroeperingen) en het terrorisme zijn echter nog lang niet opgelost en zullen misschien vroeg of laat opnieuw op de voorgrond kunnen treden. Onder Poetin groeide verder de corruptie tussen 2001 en 2006 naar het zevenvoudige van de situatie van voor zijn presidentschap.

 

Poetin als grote broer

Poetin werd geacht na afloop van zijn tweede ambtstermijn in 2008 af te treden. Verscheidene groepen binnen Rusland probeerden tevergeefs hem te doen overwegen om alsnog een derde ambtstermijn te aanvaarden en daarvoor de Russische grondwet te wijzigen, voornamelijk uit angst dat Rusland na zijn aftreden ineen zou kunnen storten. Uit de Russische presidentsverkiezingen van 2008 kwam Poetins geestverwant en partijgenoot Dmitri Medvedev als winnaar naar voren. Poetin nam het premierschap onder hem op zich om, zoals door de partij werd gezegd, 'als zijn grote broer op te treden'.

 

Daarmee is het tijdperk-Poetin feitelijk voortgezet. Onder Medvedev is de presidentiële termijn uitgebreid naar zes jaar. De persvrijheid is verder ingeperkt, onder andere door de instelling van een commissie die controleert of boeken en kranten zich houden aan de staatsversie van de Russische geschiedenis, op straffe van maximaal drie jaar cel. Zo mag niet meer worden beweerd dat Sovjetsoldaten zich tijdens de Tweede Wereldoorlog stelselmatig schuldig maakten aan verkrachtingen of dat de bezetting van de Baltische staten na de oorlog illegaal was.

 

Kort na Medvedevs aantreden, in augustus 2008, raakte het land in een korte oorlog met buurland Georgië verwikkeld, waarna Russische troepen de separatistische Georgische gebieden Abchazië en Zuid-Ossetië bezetten en de onafhankelijkheid ervan erkenden. Na de oorlog raakte het land door met name de kredietcrisis en doordat buitenlandse investeerders zich na de oorlog terugtrokken uit Rusland, in een neergaande economische spiraal.



Rusland laat van zich horen


In 2009 sluiten Medvedev en Obama een overeenkomst om de voorraad kernwapens te beperken. Eind 2009 en begin 2010 zijn er zelfmoordaanslagen door moslim militanten uit de Kaukasus. In 2012 wordt Poetin weer tot president gekozen en benoemt hij Medvedev tot premier. Later dat jaar worden leden van de punkgroep Pussy Riot veroordeeld tot 2 jaar cel, de EU en mensenrechten organisaties protesteren tegen dit vonnis. 

 

In 2013 is Poetin bezig met een charme offensief. Hij geeft zijn voormalige tegenstander Khodorkovski gratie en laat opvarenden van de Arctic Sunrise onder wie twee Nederlanders vrij. Er wordt verband gelegd met de Olympische spelen Van Sochi in 2014. Er zijn terreuraanslagen in December 2013 in Volgograd

 

Net na de olympische spelen breekt de crisis rond de Oekraïne uit. Rusland grijpt in om volgens eigen zeggen haar burgers in de Krim te beschermen.

 

De VS en de EU kondigen sancties aan wanneer Poetin zijn troepen niet terugtrekt. De Krim wordt ingelijfd en er wordt een grote Russische legermacht bij de oostgrens van de Oekraïne geposteerd. In mei 2014 sluit Gazprom een deal met China om dat land 30 jaar van olie te voorzien.

 

MH 17 en Syrië

Het westen ziet dit als antwoord van Poetin op de dreigende sancties. Vooral het drama rond het neerhalen van het Maleisische verkeersvliegtuig in 2014 met 298 passagiers aan boord waaronder 194 Nederlanders wordt Rusland zwaar aangerekend wegens vermeende leverantie van zware wapens aan separatisten. In 2015 wordt oppositieleider Boris Nemtsov doodgeschoten voor het Kremlin. In hetzelfde jaar intervenieert Rusland in het conflict in Syrië met luchtaanvallen. De Russische economie is op het laagste punt sinds 2009. 

 

In 2016 vergroot Poetin zijn meerderheid bij de parlementsverkiezingen. Poetin brengt in 2017 een bezoek aan Syrië en verklaart dat de Russische strijdkrachten hun taak hebben volbracht. Het Olympisch comité sluit Rusland uit als land van de winterspelen van 2018 vanwege het door de staat gesteunde dopingprogramma van Sochi. Een paar weken later trekken eerst Trump’s VS en later Poetin de stekker uit het ontwapeningsverdrag dat stamde uit 1987. De VS en EU betichten Rusland van het bouwen van raketten.

 

Een nieuw termijn Poetin

In 2018 wordt Poetin ingehuldigd voor de vierde termijn als president en een jaar later kondigt hij plannen aan om de grondwet te wijzigen voor het einde van zijn presidentiële termijn in 2024 en ontslaat hij de regering. De Noord-Koreaanse dictator Kim Jong-un en de Russische president Vladimir Poetin hebben elkaar voor het eerst ontmoet in het Russische Vladivostok. De twee leiders bespreken daar onder meer het Noord-Koreaanse kernwapenprogramma.

 

In 2020 werd de Russische oppositiepoliticus Alexei Navalny vergiftigd met een Novichok-zenuwgas en overgebracht naar een Duits ziekenhuis. Navalny keert terug naar Rusland en wordt gevangengezet.

 

In Februari 2022 valt Rusland Oekraïne binnen van 4 kanten. Vanuit Rusland zelf, de Krim en ook vanuit Wit-Rusland. 


andere geschiedenis achtergronden