Slag om Stalingrad

Achtergrondinformatie - Rusland


De Slag om Stalingrad (23 augustus 1942 - 2 februari 1943) geldt als keerpunt van de Tweede Wereldoorlog en was onderdeel van de Duitse zomeraanval die viel onder de naam “Fall Blau”. De stad was genoemd naar Jozef Stalin en deze had bevolen dat geen enkele Russische soldaat nog een stap naar achteren zou doen.

 

Via Richard Sorge wist Stalin dat Japan de Sovjetunie zou aanvallen nadat Duitsland een willekeurige stad aan de Wolga had veroverd wat was een andere reden om tot het uiterste te gaan. Het werd een clash tussen twee titanen (lees: dictators) en een strijd tussen twee ideologieën. Op 14 september openden de Duitsers de eerste grote aanval op Stalingrad.

 

De troepen van de Wehrmacht rukten op over een breed front en trachtten de stad stormenderhand in te nemen. Over een front van 643 kilometer lengte stonden de twee Duitse legers - het 6e Leger en 4e Pantserleger - tegenover de negen Sovjetlegers van het Zuidoost- en Stalingradfront. Het 62e Leger - behorend tot het Zuidoostfront - werd in het centrum van de stad geplaatst.


tsjoejkov neemt het bevel over


Anton Lopatin, bevelhebber van het 62e leger,  trok zich steeds verder terug, ondanks de het nadrukkelijk Order No. 227: "Geen stap terug!" van Stalin. Lopatin leidde het leger tijdens verwoede gevechten ten westen van Stalingrad, maar kon het tij niet keren. Op 3 september werd hij uit zijn functie ontheven en vervangen door Vasili Tsjoejkov.

 

De nieuwe bevelhebber kwam al snel tot de conclusie dat de situatie waarin hij terecht was gekomen beroerd was; toch was hij de mening toegedaan dat hij succes kon boeken. Hij had de Duitse gevechtstactiek nauwkeurig bestudeerd en kwam tot de conclusie dat die tactiek in een stad moeilijk te hanteren zou zijn.

 

Hij besefte dat hij de opeenvolgende, gecoördineerde Duitse aanvallen moest onderbreken met enkele felle tegenstoten. In de aanloop naar de bestorming van de stad had de "Luftwaffe" al een zwaar bombardement uitgevoerd, waarmee de Duitsers trachtten het moreel van de verdedigers aan te tasten.

 

Echter, door het zware bombardement was de stad in een grote puinhoop veranderd, iets dat de militaire operaties in de stad voor het grotendeels gemechaniseerde leger aanzienlijk bemoeilijkte.


>> Lees over de huidige stad Volgograd (het voormalige Stalingrad)



de eerste duitse aanval


De Duitse aanval werd om half zeven ’s morgens op 14 September 1942 begonnen, waarbij de oprukkende tanks steun kregen van de "Luftwaffe" en de artillerie. Door aan te vallen met twee speerpunten in het centrum en noorden van de stad, lieten de Duitsers blijken dat ze van plan waren om de Sovjettroepen te omsingelen en te vernietigen. 

 

De Duitse 24e pantserdivisie viel samen met de 94e Infanteriedivisie via de voorstad Minina het zuiden van Stalingrad aan. Vanuit het zuidoosten rukten de 14e Pantserdivisie samen met de 29e gemotoriseerde divisie via het district Jelsjanka op naar de Wolga.

 

Het Duitse 51e Korps werd tevens belast met de zware taak om de heuvel Mamajev Koergan, de Tataarse grafheuvel in Stalingrad waar Tsjoejkov zijn hoofdkwartier had gevestigd, te veroveren. 

 

Vanaf de heuvel had men een goed overzicht over de stad en de Wolga, waardoor artilleriebeschietingen effectiever konden worden uitgevoerd. Tsjoejkov had zijn commandopost bovenop de Mamajev Koergan gevestigd en moest die al halverwege de middag verlaten.

 

De commandant van het 62e Leger moest op de vlucht slaan voor de gestaag oprukkende Duitse troepen, die via de Mamajev Koergan en het station Stralingrad-1 - dat constant wisselde van partij - naar de Wolga oprukte.

 

Tsjoejkov dreigde de grip op zijn troepen te verliezen en zette haastig zijn hoofdkwartier op in de Tsaritsynbunker. Deze bunker - die tien meter onder de grond lag - was gelegen op de noordoever van de Tsaritsyn. Vanuit zijn nieuwe hoofdkwartier kreeg Tsjoejkov het overzicht op de slag terug en besefte dat als de Duitsers de Wolga en de aanlegsteigers wisten te bereiken en tegelijkertijd het 62e Leger konden isoleren, de stad zo goed als verloren was.  

 

Alle reserves worden in de strijd gegooid

Om de opmars van de Duitsers tegen te gaan, zette Tjoeikov zijn laatste reserves in. Van de negentien tanks werd een bataljon - negen tanks - naar het front in het centrum gestuurd. Tsjoejkov vormde aanvalsgroepen uit zijn stafofficieren en bewakers van het hoofdkwartier. Zes tanks en de eerste aanvalsgroep kregen opdracht om de weg naar de aanlegsteiger af te sluiten, terwijl drie tanks, ondersteund door een tweede aanvalsgroep enkele strategische gebouwen moesten heroveren, van waaruit de Duitsers de Wolga bestookten.

 

De Duitse opmars naar de aanlegsteiger werd gestopt en Tsjoejkov kreeg in de avond van 14 september versterkingen in de vorm van de 13e Gardedivisie, die onder leiding stond van Alexander Rodimtsev. De tienduizend man tellende divisie kreeg de opdracht om het gebied rondom de aanlegsteiger veilig te stellen, de Mamajev Koergan te heroveren en het station Stalingrad-1 definitief in te nemen.

 

De 13e Gardedivisie trok direct na aankomst op naar de gestelde doelen. Hoewel de doelen te ambitieus bleken te zijn, wisten de troepen toch enkele goede posities in te nemen, met name bij het station. De Duitsers lanceerden in de morgen van 15 september een nieuw offensief. Zij trachtten de Mamajev Koergan helemaal in te nemen en via het station Stalingrad-1 door te breken naar de aanlegsteiger. De strijd golfde de hele dag op en neer, maar bij het invallen van de duisternis waren het de sovjets die het station in handen hadden.


>> Lees ook de Duitse aanval in 1941 in Rusland


mamajev koergan


Op de Mamajev Koergan woedde eveneens een hevige strijd; uiteindelijk wisten de Duitsers het grootste deel van de heuvel in te nemen, met het gevolg dat ze een goed zicht over de stad hadden. Lang van de overwinning konden de Duitsers echter niet genieten, want een dag later heroverden de sovjets het noordelijk deel van de Mamajev Koergan.

 

De Duitsers wisten hun goede positie echter te consolideren en de positie van de 13e Gardedivisie en daarmee ook die van het 62e Leger begon te wankelen.

 

Op 18 september opende de Luftwaffe de dag met de gebruikelijke aanval. Tegelijkertijd openden restanten van de 112e en 42e Infanteriedivisie wederom een aanval op de Mamajev Koergan. Om acht uur 's morgens verdween - tot opluchting en verbazing van Tsjoejkov - de Luftwaffe van het toneel. De Duitse luchtmacht moest ondersteuning bieden bij een door het Stalingradfront geplaatste aanval tussen de "Don" en "Wolga".

 

Het treinstation moest langzaam worden opgegeven aan de Duitsers terwijl nieuwe posities in op slechts 270 meter van de centrale aanlegsteiger werden ingenomen.

 

Graansilo

Toen op 22 september de posities in de graansilo - de laatste sterke vesting van de sovjets ten zuiden van de Tsaritsa - moesten worden opgegeven, hadden de Duitsers bijna het hele zuiden van de stad onder controle alsmede de belangrijke aanlegsteiger ook al was dit tijdelijk. Op 26 september werden - onder vuur van de Duitsers - de laatste troepen van het Rode Leger ten zuiden van de Tsaritsa geëvacueerd. 

 

Hiermee kwam een einde aan het eerste deel van de slag om Stalingrad. De Duitsers hadden niet de snelle overwinning behaald waarop ze hadden gehoopt. Duidelijk was, dat de Wehrmacht een tactische overwinning had geboekt. Het 4e Pantserleger stond aan de Wolga tussen de Tsaritsa en de voorstad "Koeprosnoje", de centrale aanlegsteiger was binnen schootsafstand, terwijl de Luftwaffe de Wolga regelmatig bestookte.

 

In het centrum was het station ingenomen en was het Rode Leger van de top van de "Mamajev Koergan" verdreven, hoewel de Duitsers de heuvel zelf niet hadden veroverd. Alleen het noorden van Stalingrad - het industriegebied - was nog in handen van de sovjets. Ondanks de tactische overwinning en het optimisme aan Duitse zijde, was er ook een keerzijde. Er waren zware verliezen geleden, mede door het feit dat men vasthield aan een vorm van "Blitzkrieg" in stedelijke omgeving. Die tactiek kostte een behoorlijk aantal levens.

 

Bovendien spraken de Duitsers nog altijd in termen van divisies en korpsen, terwijl er in de chaos van de stad flexibiliteit nodig was. Het lag dan ook meer voor de hand om op bataljonsniveau beslissingen te nemen, zoals het Rode Leger inmiddels steeds meer ging toepassen.



tweede duitse aanval


Op 27 september bij zonsopgang openden de Duitsers een groot offensief dat de beslissing in Stalingrad teweeg moest brengen. Paulus dacht, dat hij met een groot offensief de in het nauw gedreven Sovjettroepen op de knieën kon dwingen en daarmee de langdurige man-tot-man-gevechten kon voorkomen.

 

Zijn leger, getraind voor een bewegingsoorlog, had moeite met de omstandigheden in Stalingrad. Dit kwam mede door het feit dat de tanks niet goed gebruikt konden worden in de met puin bedekte straten. Bovendien werd het weer eind september herfstachtig. Paulus besefte maar al te goed dat hij geen tijd te verliezen had.

 

Nadat de strijd in het zuiden in Duits voordeel beslist leek, hergroepeerde hij zijn leger voor een allesbeslissende aanval op het industriële hart van de stad. Hitler begon zich ondertussen steeds meer met de strijd in Stalingrad te bemoeien.

 

Dit resulteerde op 24 September al in het ontslag van Franz Halder, Chef van de Generale Staf van de grondtroepen. Die uitte meerdere malen zijn kritiek op de tactiek van Hitler, omdat deze de flanken ernstig verzwakte ten bate van de strijd in de stad zelf.

 

Hitler was zijn kritiek beu en verving Halder door Kurt Zeitzler. Stalin daarentegen gaf zijn officieren steeds meer ruimte om te handelen naar eigen goeddunken. Hij nam steeds meer adviezen van hoge officieren als Zjoekov en Vasilevski over.


>> Lees meer over de persoon Josef Stalin



operatie Uranus


Terwijl de Duitsers zich totaal focusten op de strijd in het inmiddels tot puin gereduceerde Stalingrad lieten de Russen een gigantische leger zich in het geheim verzamelen achter de Don in het noorden en de Wolga in het zuiden.

 

Op 19 November begon het miljoen soldaten tellende Rode leger de aanval met een nooit vertoond machtsvertoon aan artillerie en beschietingen op de stellingen van de bondgenoten die de Duitse flank aan de Don rivier moesten beschermen.

 

Totaal overrompeld moesten zij op de eerste dag hun meerdere al erkennen en gingen massaal op de vlucht. Het doel van de gehele operatie was om het Duitse 6e leger in Stalingrad en een deel van het Duitse 5e leger in te sluiten.

 

Terwijl de Duitsers in het centrum van de stad werden beziggehouden werd de ring door het Russische Rode Leger dichtgetrokken en aangespannen. Vier dagen nadat de aanval was begonnen was het Russische doel bereikt.  

 

De Duitsers zouden zich nog maanden verzetten in een steeds nijper wordende situatie in de stad waar de winter was toegeslagen en de nazi’s zonder voorraden (munitie, brandstof, eten en drinken) maar ook zonder warme kleding zaten opgesloten. Wel werd er gesproken van uitbraakpogingen maar toen “Luftwaffe” chef “Goring” aangaf dat er gemakkelijk een Duitse luchtbrug geslagen kon worden verbood Hitler dit.


het einde nadert


Dagelijks gingen Duitse soldaten dood van honger en van de kou maar Hitler verbood nog verder uit te breken noch over te geven. Toen ook het laatste vliegveld verloren was gegaan kwam het einde snel in zicht.

 

Hitler had Paulus op de dag vóór zijn overgave nog tot veldmaarschalk bevorderd, in de wetenschap dat een Duitse veldmaarschalk zich nog nooit aan de vijand had overgegeven maar eerder zelfmoord zou plegen of zou vechten tot het bittere eind.

 

Uiteindelijk capituleerde Paulus op 31 januari 1943. Nochtans had Adolf Hitler hem verschillende keren verboden om zich over te geven. Het werd dus een succesvolle operatie: het Duitse leger van generaal Paulus moest zich uiteindelijk overgeven. De overgebleven Duitse soldaten van het 300.000 tellende leger werden weggevoerd en er zouden maar een aantal duizend terugkomen van hun kampen in Centraal Azië.

 

De Russen wisten overigens niet dat hun buit zo groot zou zijn en waren blij verrast. De strijd had volgens Paulus 400.000 Duitse soldaten het leven gekost maar de totale strijd zou zo’n 1,5 miljoen mensenlevens kosten (soldaten en burgers) in de 199 dagen strijd.



nasleep


Het Duits 6e leger werd volledig vernietigd door het Rode Leger, dat nog maar enkele maanden eerder nagenoeg overwonnen leek.

 

De overwinning bij Stalingrad (het huidige Volgograd) werd het symbool voor de wederopstanding van het Rode Leger en gaf het Duitse moreel een zware klap; in brede lagen van de bevolking drong door dat de oorlog wel eens slecht zou kunnen aflopen voor Duitsland; het naziregime zag voortaan af van 'kanonnen én boter'-propaganda en riep na afloop van de slag het volk op tot een totale oorlog.

 

Vandaag de dag zijn er nog talloze overblijfselen van de slag bij Stalingrad bekijken in de stad aan de Wolga. Het belangrijkste monument is wellicht Mamaev Kurgau waar een zeer heftige strijd is gevochten vanwege z’n strategische ligging en uitkijkpunt. Maar ook de graansilo, het treinstation, de tractorfabriek en daar waar het bruggenhoofd en aanlegsteiger was is nog te zien.

 

Tenslotte is er een oorlogsmuseum met als onderwerp de slag om de stad en kun je een bezoek brengen aan de bunker waar veldmaarschalk “Paulus” in ondervraagd werd.


films


"Enemy at the Gates" - (2001; 7,5)

De film vertelt het waargebeurde verhaal van Vassili Zaitzev, een Russische sluipschutter die tijdens de Slag om Stalingrad in de Tweede Wereldoorlog in z'n eentje meer dan honderd Duitsers vermoordde.

 

Hij wordt door z'n officier gebruikt als propaganda. Ze worden beiden verliefd op dezelfde vrouw.



"Stalingrad" - (1993; 8,3) 

In de herfst van 1942 sluiten twee Duitse soldaten een weddenschap af terwijl ze in een goederentrein zitten die door de Russische steppe dendert. 

 

De trein is op weg naar Stalingrad waar één der bloedigste veldslagen aller tijden wordt uitgevochten...



zie ook: