Geschiedenis (achtergrond) - Rusland

"Napoleon en z'n grand armee"


inleiding


Op 25 juli 1807 werd de Vrede van “Tilsit” gesloten tussen het Franse keizerrijk, Pruisen en Rusland. De voorwaarden van deze vrede zorgden op een tweetal punten voor een hoop onvrede van beide zijden; ten eerste was dat Rusland zich nu ook moest houden aan het continentale stelsel, een tegen de Britten gerichte handelsoorlog.

 

Dit leidde tot klachten van de Russische handel en nijverheid omdat ze in de Britten een belangrijke handelspartner verloren. Omdat de Russische economie schade opliep stelde tsaar Alexander I voor enkele versoepelingen van het continentale stelsel in te voeren. Napoleon wilde daar niets van weten. Alexander besloot daarop het contact met de Britten toch te herstellen.

 

Ten tweede bepaalde de Vrede van Tilsit dat het Groothertogdom Warschau werd gevormd. De Russen zagen dit als een eerste teken van het herstel van Polen en zij vonden een groot machtsblok aan hun grens ongewenst. Dit alles zorgde voor een bekoeling van het verbond tussen Frankrijk en Rusland. Napoleon was niet uit op oorlog, maar hij was er zich wel van bewust dat hij op de nodige bondgenoten kon rekenen die klaar stonden om hem te steunen in geval van oorlog.

 

Met groot machtsvertoon hoopte Napoleon dat hij tsaar Alexander I kon overtuigen om te onderhandelen. In 1811 hervatte Rusland de handel met Groot-Brittannië. Toen tsaar Alexander I niet naar de Franse protesten luisterde, verklaarde Napoleon op 22 juni 1812 de oorlog aan Rusland.


voorbereiding


Voor de veldtocht naar Rusland trof Napoleon meer voorbereidingen dan ooit tevoren – hij liet niets aan het toeval over. De voorbereidingen verliepen geruisloos, om Rusland hierop niet te attenderen. Opmerkelijk is dat zijn overwinningen terugliepen tijdens het latere Keizerrijk, terwijl hij juist meer aandacht besteedde aan voorbereidingen. Daarnaast werden zijn tegenstanders ook steeds sterker.

 

Napoleon legde grote voorraden proviand, medicijnen, kleding en bouwmaterialen aan. Het gevolg was dat het Franse platteland honger leed en de boerenknechten het leger in werden gesleept. Tevens verzamelde hij zo veel mogelijk troepen. De Grande Armeé bestond uit verschillende nationaliteiten. Er zaten o.a. Duitsers, Pruisen, Polen, Nederlanders, Italianen, Oostenrijkers, Zwitsers, Kroaten en Spanjaarden in.

 

Op 24 juni 1812 trok de Grande Armée bestaande uit 691.500 man, het grootste leger tot dan toe in de Europese geschiedenis, de rivier Memel (of Niemen of Nemunas) over in de richting van Moskou. Daarnaast waren 80.000 man van de Nationale Garde opgeroepen voor volledige militaire dienst voor het verdedigen van de keizerlijke grens van het Hertogdom Warschau.

 

Volgens de modernste schattingen was het Russische Leger aanvankelijk kleiner in aantal dan de Fransen. Ongeveer 280.000 man Russische troepen waren verspreid langs de Poolse grens opgesteld, in voorbereiding op de geplande invasie van de Franse satellietstaat Hertogdom Warschau door tsaar Alexander I.

 

De Russische legers bestonden in totaal uit ongeveer 500.000 man. Napoleon had kort tevoren een laatste bod voor vrede gestuurd naar Sint-Petersburg. Hij kreeg echter nooit antwoord en dus gaf hij bevel om Russisch Polen binnen te trekken. Hij verklaarde: "Over twee maanden vraagt Rusland mij om vrede".



de mars naar moskou


Napoleon hoopte op een snelle veldtocht in Polen met een leger van ongeveer 500.000 man. Toen Rusland merkte hoe groot het leger van Napoleon was, trokken de Russen zich terug. Napoleon ontmoette aanvankelijk dan ook weinig weerstand en trok snel het vijandelijk gebied binnen. De Russische opperbevelhebber Barclay weigerde om te vechten ondanks het aandringen van Bagration. 

 

Verschillende malen probeerde hij een sterke defensieve positie op te zetten, maar elke keer bleek het oprukkende Franse leger te snel voor hem om zijn voorbereidingen te voltooien, waardoor hij steeds weer gedwongen was om zich terug te trekken. Dit wordt vaak een voorbeeld genoemd van de tactiek van de verschroeide aarde.

 

Hierbij werden alle voorraden weggehaald en zelfs de waterputten vergiftigd, waardoor er in het Franse leger allerlei besmettelijke ziekten uitbraken. Napoleon werd door deze tactiek gedwongen om het gebied steeds verder binnen te gaan met gebrek aan voorraden en vele schermutselingen.

 

Op 15 augustus, Napoleons verjaardag, trokken zijn troepen de rivier de Dnjepr over. De politieke druk op Barclay om de strijd aan te gaan en zijn hardnekkige weigering, die door het volk als onvergeeflijk werd beschouwd.

 

De Russen wisten uiteindelijk, na de onbesliste Slag bij Smolensk van 16 tot 18 augustus, een defensieve positie te creëren bij Borodino en gingen eindelijk de slag aan. De Slag bij Borodino op 7 september was de bloedigste strijd dag in de napoleontische oorlogen. Het Russische leger kon slechts de helft van zijn troepen mobiliseren op 8 september en werd gedwongen zich terug te trekken, waarbij de weg naar Moskou openviel.

 

Koetoezov gaf daarop opdracht om de stad te evacueren. Op dat punt waren de Russen erin geslaagd om grote aantallen versterkingen aan het leger toe te voegen, waardoor het totale aantal van de landtroepen in 1812 op hun hoogtepunt kwam met 904.000 man.

 

Hierbij moeten misschien nog eens 100.000 uit de nabije omgeving van Moskou worden opgeteld, die bestonden uit de verspreide troepen van Koetoezov na de slag bij Borodino, die zich toen aan het hergroeperen waren.


inname en vertrek uit moskou


Napoleon trok daarop met zijn legers na een tocht van 82 dagen over 800 kilometer op 14 september een lege stad binnen die ontdaan was van al haar voorraden op bevel van haar gouverneur. Hij had toen al meer dan de helft van zijn leger verloren, zonder dat hij de Russen een beslissende slag had kunnen toebrengen.

 

Napoleon had vertrouwd op de klassieke regels van oorlogvoering, waarbij hij had gehoopt dat na de verovering van de "tweede hoofdstad" (Sint-Petersburg was op dat moment de hoofdstad) tsaar Alexander I zijn capitulatie zou aanbieden, maar het Russische opperbevel gaf zich niet over. In plaats daarvan braken er branden uit in Moskou, die vier dagen bleven branden.

 

Moskou bestond voor vijf zesde uit houten gebouwen, die bijna allemaal in vlammen opgingen, waardoor de Fransen geen beschutting meer hadden. Aangenomen wordt dat de branden werden aangestoken door Russische saboteurs. Daarbij had deze ook bevel gegeven om alle bluspompen samen met de mannen die ze moesten bedienen te evacueren.

 

De Russische branden

Door de langdurige branden ging alles wat de Fransen van nut kon zijn zoals de voedselvoorraden, graanschuren, pakhuizen met textiel en leer in de vlammen op. Omdat ook het Kremlin in vlammen op ging nam Napoleon z’n toevlucht in het “Petrovsky” paleis.

 

Vanwege het gebrek aan voedsel en een dreigende Russische aanval vertrok Napoleon uiteindelijk op 20 oktober zonder een capitulatieverklaring of een antwoord op zijn vredesvoorstel aan tsaar Alexander I uit de stad en begon aan de lange weg terug.

 

Gedurende het vijf weken durende verblijf in Moskou verloren de Fransen 15.500 man. De rancuneuze Napoleon gaf echter, voor het verlaten van de stad, nog opdracht om het Kremlin, de oude citadel die dateert van de stichting van de tsarenmonarchie der Romanovs, en alle nog intact zijnde openbare gebouwen te verwoesten. Vele ontstekers lieten het echter afweten en al was de schade groot, het Kremlin werd niet echt verwoest.

 

Napoleon zou later verklaren dat als hij veertien dagen later uit Moskou was vertrokken, hij Koetoezovs leger, dat bij Taroetino was gelegerd, had kunnen vernietigen. Hoewel dit de verdediging van Rusland niet weerloos zou hebben gemaakt, zou hij daarmee het land wel hebben ontdaan van het enige leger dat in staat was om de Fransen te treffen in de strijd.

 

Dezelfde route terug

Het bedreigende leger van Koetoezov en de Kozakkenaanvallen (o.a. bij Malojaroslavets) dwong de resten van de Grande Armée dezelfde route te nemen over Smolensk, Korytnia, Nov, Krasny, Ladi, Orsja, door verlaten en verwoeste steden en dorpen heen, als op de heenweg. Koetoezov zette opnieuw partizanentactieken in, waarbij constant steekaanvallen werden gedaan op de Franse troepenlijn waar deze het zwakst was. De lichte Russische cavalerie, waaronder bereden kozakken, viel geïsoleerde Franse eenheden aan en verspreidden die.

 

Op deze terugtocht vernam Napoleon na het verlaten van Smolensk dat de Russische bevelhebber Malojaroslavets hem bij Krasny de pas zou afsnijden. Om zich te wapenen tegen een eventuele gevangenschap verzocht Napoleon dokter Yvan hem een dosis vergif te bereiden dat hij voortaan in een zwart zijden zakje om zijn nek droeg. De bevoorrading van het leger werd onmogelijk: door het gebrek aan gras raakten de overgebleven paarden van het leger verzwakt, waarbij ze bijna allemaal stierven of werden gedood door hongerige soldaten.

 

Omdat de paarden verdwenen, hield de Franse cavalerie ook op te bestaan, waardoor cavaleriesoldaten gedwongen werden om in hun ongemakkelijke kaplaarzen verder te lopen.

 

Achterlating goederen

Daarnaast betekende het ontbreken van paarden dat kanonnen en wagens moesten worden achtergelaten, waardoor het leger zonder artillerie en bevoorradingskonvooien kwam te zitten. Hoewel het Franse leger na de veldtocht in 1813 al vrij snel het gebrek aan artillerie wist aan te vullen, vormde de achterlating van de bevoorradingswagens een enorm probleem voor het verdere verloop van de oorlog, aangezien duizenden van de beste militaire wagens werden achtergelaten in Rusland.

 

De honger dreef de soldaten er verder toe om alles te eten wat maar voorhanden was, paarden en zelfs honden en katten.

 

Toen honger en ziektes hun tol begonnen te eisen en de koude herfstregens overgingen in de ijskoude winter, waarbij bevriezing nog meer levens eiste, vloog ook het aantal soldaten dat deserteerde omhoog. De meesten van deze deserteurs werden echter ofwel gevangengenomen of direct geëxecuteerd door Russische boeren. Het Russische woord sjaromyzjnik; "bedelaar", "bedrieger") komt van het Franse 'cher ami' ("beste vriend"), aangezien de soldaten de lokale bevolking om hulp smeekten tijdens de extreem koude winter.

 

De alomtegenwoordige kozakken die de slinkende Grande Armée als hyena's beslopen, grepen de achterblijvers en de gewonden en beroofden hen van de buit uit Moskou. Toen de koude feller werd, schiepen de kozakken er een genoegen in om deze ongelukkigen tot op de blote huid uit te kleden en hen naakt achter te laten in de besneeuwde wildernis.



slag aan de berezina


De Slag aan de Berezina zorgde voor een nieuwe nederlaag, doordat Koetoezov, die had besloten dat de tijd rijp was voor een open veldslag, het gedeelte van het Franse leger aanviel en vernietigde dat nog niet de brug over de Berezina was overgetrokken.

 

Napoleon en zijn directe entourage (de Keizerlijke Garde, zijn secretariaat, de schatkist en zijn uit Moskou geroofde privé-buit) wist evenwel samen met het meest weerbare deel van zijn leger te ontsnappen naar Vilnius over een door Nederlandse pontonniers gebouwde noodbrug over de Berezina. 

 

Dit slaagde deels door een list en deels door incompetentie van ruziënde Russische generaals. Begin december 1812 vernam Napoleon dat generaal Claude de Malet gepoogd had om een staatsgreep te plegen in Frankrijk. Hij verliet daarop het leger in een arrenslee om terug te keren naar huis en liet het bevel over het leger over aan maarschalk Joachim Murat met het bevel Vilnius niet uit handen te geven.

 

Zijn vroegtijdig vertrek zette kwaad bloed, omdat hij hiermee zijn leger in de steek liet. Murat deserteerde vervolgens om zijn Koninkrijk Napels te verdedigen, waarbij hij het bevel over het leger liet aan Napoleons voormalige stiefzoon Eugene de Beauharnais.

 

In de daaropvolgende weken slonk de Grande Armée, die de oversteek van de Berezina overleefd had, sterk in aantal door ondervoeding en de extreme koude. Men ging zich zelfs te buiten aan kannibalisme.

 

Het sterk uitgedunde leger sjokte bij zeer strenge vorst verder tot zij op 7 december in een van oorlogsgeweld gespaard Vilnius aankwamen, daarna verder in westelijke richting tot een spookleger in het Oost-Pruisische Koningsbergen aankwam, waar Franse reserve-eenheden gestationeerd waren.

 

Twee dagen eerder vertrok Napoleon richting Parijs waar hij op 18 december arriveerde. De keizer vond dat nu zijn aanwezigheid in Parijs geboden was, in het belang van Frankrijk, het keizerrijk en het leger zelf. Van Napoleons leger overleefden slechts ongeveer 20.000 man de veldtocht. De Russen verloren tijdens de weinige gevechten in het open veld ongeveer hetzelfde aantal soldaten, maar de verliezen onder de burgerbevolkingen langs het verwoeste oorlogspad lagen veel hoger. In totaal kwamen ongeveer 1 miljoen mensen om het leven, ongeveer gelijk verdeeld tussen de Fransen en de Russen.

 

Toen de eerste Russische kozakken het Duitse grondgebied binnentrokken, liepen de Pruisen en verscheidene andere Duitse staten massaal over naar de Russen, wat leidde tot de Zesde Coalitie.


de nasleep


De Russische overwinning op het Franse leger in 1812 vormde een zware slag voor Napoleons ambities om heel Europa te besturen. De veldtocht naar Rusland een beslissend keerpunt in de napoleontische oorlogen die uiteindelijk leidde tot Napoleons nederlaag en verbanning naar het eiland Elba.

 

Voor Rusland werd de term Vaderlandse Oorlog (of Patriottistische Oorlog) een symbool voor een versterkte nationale identiteit, die een groot effect zou hebben op het Russische patriottisme in de 19e eeuw. Het indirecte resultaat van de patriottistische opleving onder de Russen was een sterk verlangen naar de modernisering van het land, dat uiteindelijk zou leiden tot een serie van revoluties, startend met de Decembistenopstand in 1825 en eindigend met de Februarirevolutie in 1917.

 

Napoleon was niet volledig verslagen in Rusland. De veldtocht naar Rusland had echter duidelijk gemaakt dat Napoleon niet onkwetsbaar was. Duitse nationalisten, aangevoerd door Pruisische nationalisten en Russische leiders, roken hun kans en kwamen in opstand door de hele Confederatie van de Rijn en Pruisen.

 

In het jaar daarop zou hij een leger van ongeveer 400.000 Franse troepen weten te verzamelen, gesteund door een kwart miljoen geallieerde Franse troepen om te strijden om de heerschappij over Duitsland in een nog grotere campagne.



zie OOK: