Geschiedenis (achtergrond) - Zuid Afrika

PERSOON: "NElson mandela"


Afkomst en naamgeving


Mandela werd geboren in Mvezo in 1918, in de toenmalige Unie van Zuid-Afrika, en groeide op in Qunu, een klein dorp vlak bij Mthatha in de Oost-Kaap. Als voornaam kreeg hij de naam Rolihlahla, dat in de taal van de Xhosu letterlijk 'de tak van een boom trekken' betekent en als figuurlijke betekenis 'lastpost' heeft.

 

Hij is een lid van de Ixhiba-clan, een zijtak van de koninklijke familie Thembu, die toentertijd heerste over de regio Transkei.

 

Zijn vader was stamhoofd Gadla Henry Mphakanyiswa. Zijn moeder Nosekeni Fanny was echtgenote nummer drie van zijn vader. In totaal had zijn vader vier echtgenotes, bij wie hij vier zonen en negen dochters kreeg. Mandela's familie leverde vroeger adviseurs aan het hof van de koning. Zijn vader was een van hen maar stond op tegen de gouverneur waarna hij zn positie verloor en de familie moest verhuizen.

 

Mandela was het eerste lid uit de geschiedenis van zijn familie dat naar school ging. Op vroege leeftijd verloor hij z’n vader en een hooggeplaatst figuur pikte de jongen op omdat deze nog bij z’n vader in het krijt stond. Nelson (z’n Christelijke naam) werd door dit toeval voor een Afrikaan zeer hoog opgeleid en kwam al snel in aanraking met blanken en andere zwarten gelijk.


betrokkenheid bij de Anc


Eigenlijk wilde Mandela helemaal niet de politiek in. Hij studeerde hard om advocaat te worden om z’n jonge gezin en familie te ondersteunen. Maar gretig, jong en naïef als hij was raakte hij in 1944 toch betrokken bij de strijd van het African National Congress (ANC) tegen de dominantie van de blanke etnische minderheid en de segregatiepolitiek.

 

Niet helemaal zeker of dit wel de juiste weg was voor hem raakte hij steeds verder betrokken bij de strijd die hem, zoals hij zelf later zou zeggen, riep. Hij wilde de ANC een gezicht geven en leiders volgden elkaar op door de partij volwassen werd.

 

In augustus 1953 opende hij met zijn vriend Oliver Tambo een eigen advocatenkantoor, Mandela en Tambo, in het centrum van Johannesburg. Het was indertijd het enige door zwarten geleide advocatenkantoor in Zuid-Afrika. Het was populair bij zwarte cliënten die zich beklaagden over politiegeweld. Als advocaat volgde hij het voorbeeld van geweldloosheid van Mohandas Gandhi maar wilde geen inspraak van Indiase of witte mensen in de partij.

 

Mandela had al snel door dat dit geen India was maar het land geleid werd door zware rascisten (de Nationale partij) die de donkere bevolking expres dom liet en alleen goed was om voor hen te werken (o.a. in de mijnen). Mandela werd een aantal keer beticht van illegale zaken en er werd een aantal keren een optie gelicht waardoor hij niet mocht reizen of mocht praten met andere mensen. De overheid trok de vergunning in van het advocatenkantoor en dwong hen te verhuizen, waardoor de clientèle afnam.

 

Door tijdgebrek werd het kantoor uiteindelijk opgeheven.



geweld als middel


Mandela zou tezamen met meer dan 100 andere leiders en opstandige in 1961 een jarenlang proces ingaan op last van “hoogverraad” (men betichtte hem leiding t egeven aan een communistische partij) die zij ternauwernood wonnen. Zij werden o.a. vastgehouden in het “Fort” in Johannesburg terwijl het proces later werd voortgezet in het conservatieve Pretoria.

 

Na de overwinning besloot de zwarte leider direct onder te duiken bang voor een nieuwe arrestatie en proces. Hij stond in die tijd bekend als de “zwarte” Pimpernel.

 

Aangezien de resultaten van de geweldloze acties achterbleven en het ANC in 1960 verboden werd, stichtte en leidde Mandela de militaire tak van het ANC, Umkhonto we Sizwe (Speer van de Natie). Die voerde sabotageacties (deze waren goedkoper en beter uitvoerbaar dan terreur en/of een guerrilla oorlog) uit tegen militaire en publieke installaties. Mandela en andere ANC-leden hadden deze vleugel opgericht, omdat ze dachten dat geweldloos verzet zinloos was omdat het keer op keer met geweld werd neergeslagen.

 

De aanslagen waren op overheidseigendommen gericht en werden 's nachts uitgevoerd. Ze hadden als doel de zwarte bevolking van Zuid-Afrika te bewegen in opstand te komen om een revolutie te bewerkstelligen. Bij een groot aantal van deze acties vielen doden.


"RIvonia" proces


Mandela reisde in de tijd dat hij ondergedoken was undercover naar het buitenland om o.a. fondsen te werven voor z’n gewapende strijd tegen de apartheid.

 

Hij zou o.a. naar Zambia, Ethiopië en zelfs naar Engeland afreizen. Op 12 juli 1963 werd hij opnieuw gearresteerd en zonder proces voor 90 dagen vastgehouden onder het mom van nieuwe nog zwaardere maatregelen van het steeds extreem rechts wordende regime.

 

Voordat Mandela gevangengezet werd, was hij een voorstander van een samenwerking van het ANC met de South African Communist Party (SACP), die sterk onder invloed van de Sovjet-Unie stond. Mandela zag toen hij wat ouder was iedereen die zich tegen de apartheid verzette als een vriend, waarbij de huidskleur, religie of politieke achtergrond er niet toe deed.

 

Met andere ANC-leiders werd hij in 1964 veroordeeld voor het voorbereiden van een guerrilla-oorlog en sabotage, met de bedoeling het apartheidsregime met geweld omver te werpen. In het zogeheten Rivonia proces kreeg hij een levenslange gevangenisstraf opgelegd. Hij werd direct naar het Robben eiland gebracht tezamen met andere ANC leiders.


mandela op robbeneiland


Nelson Mandela verbleef van 1964 tot 1982 in de gevangenis op Robbeneiland. Tijdens zijn gevangenschap werd de problematiek van apartheid op internationaal niveau besproken. Mandela raakte daarbij internationaal bekend en werd het symbool van de wereldwijde anti-apartheidsbeweging.

 

Mandela was officieel een gevangene van "klasse D" (het liep naar “A”). Gevangenen uit deze laagste klasse hadden slechts recht op één bezoek of brief per half jaar. Althans in theorie. In praktijk werden de spaarzame brieven lang vertraagd of gecensureerd.

 

De gevangenen werden gescheiden op basis van huidskleur en zwarte gevangenen ontvingen kleinere rantsoenen dan kleurlingen en Indische personen. De categorie van politieke gevangenen, waartoe Nelson Mandela behoorde, werd afgescheiden en had minder rechten. Gevangenen moesten zich met koud zeewater wassen en Mandela sliep in een cel van 2,4 bij 2,1 meter op een slaapmat.

 

Gedwongen werk

De gevangenen op het eiland werden gedwongen tot arbeid in een plaatselijke kalkgroeve nadat zij eerst grote brokken rots moesten verpulveren op de binnenplaats. Velen kregen last van hoornvliesontsteking als gevolg van stof en het felle zonlicht dat weerkaatst werd door het witte kalk. In het begin mocht Mandela en de andere gevangene geen zonnebril dragen.

 

Hij liep daardoor schade aan zijn ogen op en moest aan een traanbuis geopereerd worden. Tijdens het verblijf in de gevangenis en het werk in de groeve, ontstonden hechte vriendschapsbanden tussen de gevangenen. Deze spelen nog altijd een grote rol in de Zuid-Afrikaanse politiek.

 

Robbeneiland volstond niet om de wil van Mandela te breken. Integendeel, die bleek alleen maar toe te nemen. Volgens de getuigenis van medegevangene Amhed Kathrada aanvaardde Mandela geen enkele voorkeursbehandeling en leidde hij alle protestacties in de gevangenis. Mandela weigerde stelselmatig om zijn (Afrikaanstalige) bewakers met "baas" aan te spreken. Terwijl veel gevangenen weigerden met hun bewakers te praten, probeerde Mandela hun situatie te analyseren.

 

Gang naar genocide

Hij besefte dat het gedrag van de Afrikaners geleid werd door een rabiate angst. Als de zwarte bevolking aan de macht zou komen, zou dit volgens hem tot een genocide kunnen leiden. Mandela gebruikte zijn jarenlange opsluiting om de geschiedenis van de Afrikaners en hun taal, het Afrikaans, te leren. Dit stelde hem in staat hun mentaliteit te begrijpen en in dialoog te gaan.

 

In tegenstelling tot het ANC, die de bezetting van zuidelijk Afrika door blanken beschouwde als een moderne versie van het Europese kolonialisme, zag Mandela de Afrikaners óók als rechtmatige inwoners van (Zuid-)Afrika. Ondertussen vochten rebellen in de omringende landen van Zuid Afrika (het hedendaagse Namibië, Botswana en Zimbabwe) tegen het Zuid Afrikaanse leger en ze vorderen gestaag.

 

Volgens Mandela werd er verschillende keren getracht hem in de val te lokken door hem expres te laten vluchten en hem vervolgens te executeren op z’n vlucht. Z’n vrouw Winnie en z’n kinderen werden veelvuldig lastig gevallen om hem te provoceren. In de jaren 70 werden zijn manuscripten gevonden die hij in de tuin had begraven voor z’n autobiografie.


Jaren van hoop als gevangene


In 1976 ontving hij voor het eerst een delegatie van de Zuid-Afrikaanse regering. De minister van gevangenissen Jimmy Kruger stelde voor hem vrij te laten onder voorwaarde dat Mandela verhuisde naar het toenmalige thuisland Transkei.

 

Mandela weigerde, stelde zijn eigen voorwaarden en eiste zijn vrijlating. Op 16 juni 1976 braken in de krottenwijk Soweto van Johannesburg rellen uit, een nieuwe stap in het protest en de repressie.

 

Vele jonge donkere vrijheidsstrijders zouden het ANC nieuw vuur aanjagen terwijl zij eerder voor onrust hadden gezorgd. Mandela en de inmiddels oudere clan wist met enig gemanoeuvreer de boel in het gareel te houden en hun in te lijven voor het ANC. In 1982 werd Mandela met andere ANC-leiders overgeplaatst naar de Pollsmoor Maximum Security Prison in Tokai.

 

Zes jaar later verhuisde hij naar de Victor Verster Prison, in de buurt van Paarl, waar hij een vrijstaande woning van een cipier kreeg toegewezen, evenals een privé kok. Hij mocht veel bezoekers van buiten de gevangenis ontvangen. Mandela voerde vanaf 1987 in het geheim besprekingen met de minister van justitie.

 

Uiteindelijk stemde de Zuid-Afrikaanse overheid er in toe dat Mandela en alle politieke gevangenen werden vrijgelaten en het ANC gelegaliseerd zou worden, op voorwaarde dat Mandela en de ANC voor altijd geweld zouden afzweren, zouden breken met de communistische partij en zich niet zouden inzetten voor het omverwerpen van de blanke regering. Hij had een gesprek in het “Tuynhuis” te Kaapstad met oud president “Botha” en later twee gesprekken met “de Klerk”.

Mandela’s 70jarige verjaardag-concert:

Op 11 Juni 1988 werd in het “Wembley” stadion de eerste van twee popconcerten gegeven ter ere van de 70ste verjaardag van Nelson Mandela die op dat moment z’n levenslange gevangenisstraf uitzat. Het concert werd in 67 landen uitgezonden en zou meer dan 600 miljoen mensen bereiken.

 

Het tweede concert zou volgen toen hij twee maanden vrij was – in 1990. Een van de redenen van z’n vervroegde vrijlating was de gigantische druk wereldwijd op het apartheidssysteem van de regering van Zuid Afrika.

 

De volgende artiesten traden o.a. op; Simple Minds, Phil Collins, Joe Cocker, Paul Carrack, Youssou d’Nour, Peter Gabriel, George Michael, Whitney Houston, Fish, Al Green, Sting, Nathalie Cole, UB40, Aswad, Sly and Robbie, Wet Wet Wet, Bee Gees, Bryan Adams, Tracy Chapman, Salt ’n Pepa, Steven van Zandt, Dire Straits, Eurythmics, Midge Ure, Paul Young en Stevie Wonder.

 

Helaas ging een duet tussen Prince en Bono (U2) niet door vanwege andere bezigheden. Alhoewel het concert in Zuid Afrika niet werd uitgezonden zou het toch doorsijpelen in de gevangenissen van het regime. Mandela was verrukt maar kon geen enkele artiest vanwege z’n jarenlange gevangenisstraf.


mandela's vrijlating


Mandela's vrijlating op 11 februari 1990 geschiedde op verzoek van president Frederik de Klerk. Het zorgde wereldwijd voor opgetogenheid; in Kaapstad zou hij een paar uur na z’n vrijlating een speech houden voor een grote krijsende menigte; iets wat jaren zou aan blijven duren overal waar hij kwam.

 

In Juli 1991 werd hij unaniem als nieuwe voorzitter van het ANC uitgeroepen en hij zou een wereldtournee maken voor het aanhouden van de sancties tegen z’n land aangezien wat hem betreft de strijd nog lang niet over was.

 

Het was helemaal niet de bedoeling om Nederland aan te doen aangezien Nederland zich allerminst sterk uitliet over de apartheid. Kok haalde Mandela over naar Nederland te komen en op 16 Juni 1990 werd deze door toenmalig Koningin Beatrix en de regering en door tienduizenden toegejuicht toen hij met zijn vrouw Winnie op het balkon verscheen van de Amsterdamse Stadsschouwburg.

 

Een tijdelijke regering

De jaren erop voerde Mandela verscheidene gesprekken over een toekomst met de zittende regering zonder apartheid. In september 1992 resulteerde dat in de haastige samenstelling van een tijdelijke regering die als taak had hervormingen door te voeren. Het jaar erop zou hij tezamen met president “de Klerk” de Nobelprijs van de Vrede winnen. In februari 1994 werd besloten tot het houden van vrije, niet-raciale verkiezingen in de daaropvolgende winter, om te komen tot een nationale eenheidsregering.

 

Alle partijen die meer dan twintig zetels zouden behalen, zouden worden uitgenodigd zitting te nemen in de nieuwe regering. Mandela nodigde uiteindelijk ook partijen uit die er minder hadden gekregen. Er waren veel problemen met de “Inkatha” beweging (Zoeloe’s) die problemen voorzagen van een zwarte door ANC gedomineerde regering. Bij de ontvangst van de Gouden Bal in 1987 droeg voetballer Ruud Gullit de prijs op aan Nelson Mandela en sprak de hoop uit om deze ooit aan hem te mogen overhandigen.

 

In 1994 gaf hij in een tv-programma van Astrid Joosten de door hem ontvangen Gouden Bal aan Mandela zelf.

 

President

Mandela werd op 75-jarige leeftijd president, als opvolger van De Klerk, die al een aarzelend begin had gemaakt met afschaffing van apartheidsregels. Mandela stelde met hulp van onder meer de zwarte anglicaanse aartsbisschop Desmond Tutu de Waarheids- en Verzoeningscommissie in.

 

Hij zou voor de tweede keer scheiden; dit keer van Winnie Mandela. In juni 1997 trad hij af als president van het ANC ten gunste van Thabo Mbeki. In 1999 besloot Mandela om zich niet opnieuw verkiesbaar te stellen als president. Mbeki volgde hem op.

 

Hij bracht nog een laatste maal een bezoek aan Nederland; hij werd eredoctor aan de Leidse universiteit en kreeg de Gouden Medaille van Amsterdam.



Pensioen en z’n overlijden


Sinds zijn aftreden als president is Mandelá’s rol symbolisch en informeel. Op 2 februari 2002 woonden hij en z’n laatste echtgenote in Amsterdam de bruiloft bij van de Nederlandse kroonprins Willem-Alexander en prinses Máxima.

 

Aangezien z’n zoon overleed aan AIDS (en dit een van de grootste problemen in het land is) gebruikt hij z’n gevangenisnummer (46664 wat staat voor de 466ste gevangene op Robbeneiland van het jaar 1964) als symbool voor z’n aidsbestrijdingsproject.

 

Hij was een groot voorstander van het halen van het wereldkampioenschap voetbal 2010 naar Zuid-Afrika. Vooraf aan de finale reed hij met zijn echtgenote een ererondje over het veld, maar wegens zijn slechte gezondheid bekeek hij de wedstrijd thuis voor de televisie.

 

Mandela liep door een tbc-besmetting longschade op tijdens zijn gevangenschap op Robbeneiland. Na verschillende ziekenhuisopnames besloot hij z’n laatste jaren te spenderen in z’n geboortedorp “Qunu”. In september 2013 verliet Mandela het ziekenhuis waar hij drie maanden lag wegens een terugkerende longonsteking en een kwakkelende gezondheid.

 

Daarna zou hij dagelijks hulp krijgen in z’n huis in Johannesburg. Op 5 December van dat jaar overleed de inmiddels 95-jarige Mandela “op vredige wijze”. Het lichaam werd overgebracht naar een mortuarium in Pretoria, waar het drie dagen opgebaard zal liggen. De staatsbegrafenis werd in het dorp Qunu gehouden. Overal gingen honderden mensen de straat op om hun medeleven te tonen. Er zouden bij z’n begrafenis zo’n 57 wereldleiders aanwezig zijn.


films


"Mandela; a long walk from Freedom" - (2013; 7,1)

Dit is het verhaal van Nelson Mandela's buitengewone levensloop, vanaf zijn jeugdjaren in een boerendorpje, over zijn ruim 27 jaar durende gevangenschap op Robbeneiland tot zijn inhuldiging als de eerste democratisch verkozen president van Zuid-Afrika. 



zie ook: