Achtergrondinformatie - Frankrijk

"de slag om en evacuatie van duinkerken" (1940)


inleiding


Op 10 Mei 1940 waren Hitler’s nazi’s tegelijkertijd Nederland, België, Luxemburg en Frankrijk binnengevallen. Nederland gaf op 14 Mei op terwijl het Engelse expeditieleger zoals in 1914 naar het vasteland werd gedirigeerd.

 

De Maginotlinie ontwijkend vielen de Duitsers (net als t.t.v. WWI) België binnen zodat de sterkste Brits en Franse legers noordelijk trokken. Dit was exact wat het Duitse plan behelsde; hun pantsertroepen zouden door de zogenaamd ondoorwaadbare Ardennen trekken, over de Maas gaan om zo snel mogelijk naar de Franse kust op te rukken. Op deze manier zou de surplus aan Geallieerde troepen omsingeld zijn.  

 

Op 15 mei braken Duitse pantsereenheden onder bevel van Erwin Rommel en Heinz Guderian uit naar het westen. De, ook voor het Duitse opperbevel, onverwacht snelle opmars — de eerste toepassing van de tactiek van de Blitzkrieg — bracht de geallieerden al gauw in een kritieke situatie. Ze hadden hun beste gemechaniseerde en gemotoriseerde eenheden al ingezet om een verdedigende stelling te vormen in het midden van België, op de lijn Breda — Namen.

 

Deze troepen werden nu bedreigd door de Duitse opmars op hun rechterflank en de nog resterende Franse reserves waren operationeel niet in staat vanuit het zuiden een gecoördineerde tegenaanval uit te voeren. Doordat ook de Duitse generale staf door het plotse succes verrast was en het oprukken probeerde te vertragen, kregen de geallieerden nog enige dagen respijt, maar ze misten de politieke moed en het militair leiderschap om die tijd te gebruiken voor het nemen van de noodzakelijke maatregelen: het opgeven van België en het concentreren van alle troepen voor een tegenoffensief in zuidelijke richting.

 

Al op 19 mei begon de Britse Admiraliteit met de voorbereiding van een mogelijke evacuatie van het Britse leger naar Engeland. Een dag later werd Abbeville bereikt en was de tang gesloten.


het wonder van duinkerken


Ondertussen waren de drie pantserdivisies van Guderian echter op 22 mei naar het noorden afgebogen in de rug van de Britten. Op 24 mei gaf Hitler echter aan de pantserdivisies bij “Gravelines”, langs de rivier de “Aa”, het bevel de opmars naar Duinkerke voorlopig te stoppen. Over de motieven voor dit haltbevel is heel veel gediscussieerd, alsmede over de vraag wat de directe en indirecte gevolgen ervan zijn geweest.

 

Deze beslissing zou bekend komen te staan als, in de woorden van Winston Churchill, het Wonder van Duinkerken. Hermann Göring had Hitler verzekerd dat de Luftwaffe iedere poging tot evacuatie zou kunnen verijdelen; Gerd von Rundstedt had gewaarschuwd dat de pantserdivisies na zoveel dagen inzet door vermoeidheid, uitval en tekorten aan brandstof en ammunitie zeer kwetsbaar waren. In feite was het ook Von Rundstedt geweest die al een dag eerder de opmars had laten stopzetten, toen hem bericht werd dat Grevelingen door een sterke Franse eenheid ter verdediging was ingericht.

 

Hitler bevestigde dus alleen maar dit eerdere bevel. Het inzetten van tanks in stedelijke gebieden was volgens de officiële Duitse doctrine eigenlijk verboden en het nemen van risico's in een gewonnen situatie leek volkomen overbodig. Dat dit geen denkbeeldige mogelijkheid was, bleek toen Boulogne pas op 25 mei geheel veroverd werd en Calais pas op de 27e, na hevige gevechten met kleinere Britse eenheden die ter versterking naar die havens waren gezonden. Hier waren zelfs geen extra versterkingen. Ook de Franse garnizoenen sloegen daar nog fel van zich af.  

 

Ook wist men niet precies hoeveel Britse troepen al in Duinkerken aanwezig waren. De pantsertroepen moesten weer snel op krachten komen voor de uitvoering van Fall Rot, de aanval op Frankrijk zelf. Hitler, zelf een veteraan van het slagveld van Vlaanderen in de Eerste Wereldoorlog, vreesde ook dat de polders daar door de modder ongeschikt waren voor de inzet van tanks. Niemand hield er serieus rekening mee dat meer dan een handjevol Britten zou kunnen ontsnappen.

 

De voorstelling van zaken, die in de populaire literatuur wel gegeven wordt, dat het hier om een "onbegrijpelijke" beslissing zou gaan of een die zou getuigen van volslagen onbegrip voor moderne tactieken, wordt dus niet door de historische feiten ondersteund. Aan de andere kant; als Duinkerke wel zou vallen, kon een evacuatie alleen nog plaatsvinden vanuit Oostende of Zeebrugge via erg lange en dus kwetsbare afvoerroutes.



Hitler's beslissing


Omdat Hitlers beslissing achteraf zo'n verstrekkende gevolgen bleek te hebben, zijn er later allerlei diepere motieven aan toegeschreven. Zo zou hij opzettelijk het Britse leger hebben willen sparen om het Britse volk goedgunstig te stemmen ten aanzien van een mogelijke vrede. Niets in de bronnen wijst hier echter op. De chef van de Duitse generale staf generaal Franz Halder beweerde na de oorlog dat Hitler het leger de overwinning niet gunde.

 

Dat zou een juiste inschatting kunnen zijn van Hitlers gevoelens — later in de oorlog zou hij immers een ware haat ontwikkelen jegens het professionele deel van de hele Wehrmacht — maar ook hierbij zijn er geen bewijzen dat dit zijn oordeel in dit bijzondere geval beïnvloedde. Ook nervositeit en de behoefte zich te laten gelden tegenover de generaals schijnen directe oorzaken te zijn geweest van Hitler’s besluit. 

 

Overigens is het moeilijk te voorspellen of een Duitse aanval succes zou hebben gehad. Hoewel het na de oorlog de gewoonte is geworden een uiterst negatief beeld te schetsen van de gevechtswaarde van het Britse Expeditieleger, was het op dat moment in feite de best geoefende en toegeruste strijdmacht ter wereld: geheel gemotoriseerd en voor meer dan de helft bemand met beroepssoldaten.

 

Vanaf 25 mei bereikten steeds meer troepen de kust. De infanteriecomponent van Guderians korps was tijdens de doorbraak bij Sedan erg verzwakt: het mankeerde hem simpelweg aan gevechtstroepen om de Britten te blokkeren. In het oosten schermde het Belgische leger de Britten af en in het zuidoosten het Franse 1e Leger. Alleen daartussen had de British Expeditionary Force (BEF) een doorbraakpoging af te slaan, maar met enige moeite lukte dat.


belgie capituleert


Door de Britse terugtocht naar het vrij westelijk gelegen Duinkerke werd de coördinatie tussen de bondgenoten snel slechter; de verdediging van zowel het Belgische als het Franse Eerste Leger kwam in de lucht te hangen, iets wat anders geweest zou zijn als men door de val van Duinkerke gedwongen was geworden zich op Oostende terug te trekken.

 

Nu dreigde er op de rechterflank van het Belgische leger een gat te vallen en op diens linkerflank trok het Franse Zevende Leger zich uit Zeeuws-Vlaanderen terug. Op de 26e had de Belgische strijdmacht al van de Schelde moeten terugvallen op de Leie. Hoewel nog grotendeels intact, was men zeer vermoeid en wanordelijk geraakt door de terugtocht. Daarbij voerden de Duitsers tijdens deze Leieslag van 23 tot 28 mei, de zwaarste aanvallen op het Belgische leger van de hele campagne uit.

 

Leopold III zag het nut van een verder verzet niet in, nu de Britten kennelijk toch niet van plan waren stand te houden. Op 27 mei maakte hij aan zijn bondgenoten bekend te zullen capituleren; op hun aandringen werd de overgave nog een dag uitgesteld tot 28 mei. De verdediging van West-Vlaanderen stortte nu geheel ineen. In een steeds kleiner wordend gebied werden een miljoen soldaten en vele honderdduizenden vluchtelingen opeengedrongen, waarbij de chaos en de ellende nog vergroot werden door de onophoudelijke Duitse luchtaanvallen op het overvolle wegennet.  

 

Zuidelijker dreigde het Franse Eerste Leger, het sterkste van het land, geheel omsloten te raken. Men slaagde er niet in snel genoeg terug te trekken, nadat het eindelijk duidelijk geworden was dat men niets meer van de Britten had te verwachten. Franse boeken doen het vaak voorkomen alsof de heroïsche zelfopoffering van dit leger de Britten gered heeft.

 

In feite was het eind mei grotendeels veranderd in een ordeloze horde soldaten: de weerstand duurde vooral hierom zo lang omdat de Duitsers huiverig waren een zo grote concentratie troepen aan te vallen en de chaos aan Franse zijde te groot was voor zelfs een gecoördineerde overgave. Ondanks de uiteindelijke capitulatie op 31 mei trokken tienduizenden soldaten, vechtend of vluchtend, richting Duinkerken.


operatie "Dynamo"


Al op 19 mei begon de Britse Admiraliteit met de voorbereiding van een mogelijke evacuatie van het Britse leger naar Engeland. Een dag later bereikten de Duitsers Abbeville en was het Engelse BEF en de sterkste Franse troepen omsingeld. In de dagen erna werd er druk vergaderd aan de andere kant van het Kanaal.

 

De evacuatieplannen werden concreet gemaakt; de operatie kreeg de naam Dynamo omdat deze werd gepland in de dynamokamer van het marinehoofdkwartier onder het kasteel te Dover.

 

De operatie werd georganiseerd door viceadmiraal Ramsay en bestond uit een gecombineerde vloot van 40 Britse en Franse torpedobootjagers met daarnaast mijnenvegers, patrouilleschepen, vrachtschepen, plezierboten en honderden privé-bootjes die al dan niet vrijwillig dienstdeden. Op 26 mei vertrok de eerste boot uit Dover om 21:00 uur.

 

Aan de kade waren veel troepen en het was noodzakelijk daar enige orde in aan te brengen om de inscheping te versnellen. Kapitein William Tennant werd met acht officieren en 160 man overgezet om de evacuatie aan de Franse kant te leiden. Hij arriveerde op 27 mei toen hij direct naar Bastion 32 ging waar hij zijn hoofdkwartier inrichtte. 

 

De Britse, Franse, Belgische en (veertig) Nederlandse schepen bleven heen en weer varen over drie belangrijke routes, ondanks hevige bombardementen en een ruige zee, wat de schippers, vaak vrijwilligers, niet afschrikte. De haven en kades werd zwaar aangevallen door de Duitse luchtmacht, maar de pieren die ruim een kilometer in zee staken nauwelijks. Vooral de oostelijke pier van Duinkerken werd een zeer belangrijk inscheeppunt voor de manschappen.

 

Om die reden begonnen de Britten ook provisorische pieren gemaakt van rijen militaire voertuigen met daarop vlonders. Ook improviseerden de Britten een opvangstelling. Toen de Duitsers op de 26e Mei, toen zij doorkregen wat er gaande was, weer begonnen aan te vallen werden zij getrakteerd op een continue barrage van Britse artillerie. Van de 26ste mei tot de laatste dag van de evacuatie, de vierde juni, werden de aanvallen van de Duitsers afgeslagen.


de eerste dagen van inscheping


Op 27 Mei was het grootste deel van de Duitse pantserdivisies nog niet klaar om vanuit het zuiden de Geallieerde troepen aan te vallen. De RAF poogde, met matig succes, de luchtbombardementen te voorkomen.

 

De inscheping kwam mondjesmaat op gang. Omdat de haven nu ten dele geblokkeerd was en te gevaarlijk was gebleken — stilliggende schepen waren een gemakkelijk doelwit voor duikbommenwerpers — werd besloten de manschappen met kleine bootjes over te varen naar de schepen die voor de rede zouden blijven cirkelen.

 

De 28e leverde deze methode onverwacht goed resultaat op: bijna 20.000 man werden ingescheept en nog maar twee schepen tot zinken gebracht, hoewel de reddings-vloot steeds aangroeide, mede door een dertigtal Nederlandse vissersschepen. Het 1e Duitse pantserkorps begon nu aan haar opmars. 

 

Op de 29e begonnen ook de Fransen hun troepen te evacueren. Ook de Kriegsmarine mengde zich nu in het gevecht. Opererend vanuit hun nieuwe basis in Hoek van Holland brachten Duitse torpedoboten een aantal Britse en Franse schepen tot zinken waarop de “Royal Navy” besloot een belangrijk deel van de vloot terug te trekken. Desalniettemin steeg het aantal ingescheepte die dag tot ruim 50.000.

 

De Duitsers namen Gravelines in, maar in de middag besloot het Oberkommando des Heeres er zijn tanks niet meer aan te wagen: alleen de allerzwakste pantserdivisie, de 9e, die nog in Nederland heeft gevochten, moest het karwei afmaken. Op de 30ste en 31ste Mei nam het aantal verscheepten verder toe. De Britten verlieten hun stellingen buiten de stad en lieten zich terugvallen op Duinkerken zelf.

 

De artillerieposities werden verlaten; het nog rijdend materieel, voor zover niet gebruikt om kunstmatige pieren te maken vanaf het strand, ten dele onklaar gemaakt. Steeds meer Franse soldaten, op de vlucht, namen de Britse stellingen over.



ook de fransen vertrekken


Winstons Churchill kwam voor overleg naar het Franse hoofdkwartier in Parijs. Met tegenzin maar ook met begrip besloten de Britten de evacuatie door te zetten, nu ook met grote aantallen Franse soldaten. Een gedeelte van de geëvacueerde Franse troepen werd onmiddellijk weer aan land gebracht via de havens van Normandië, doch velen werden kort erna gedood of gevangengenomen.

 

Toen wederom vier torpedobootjagers tot zinken werden gebracht besloot admiraal Ramsey (voorlopig) alleen nog in de nacht te evacueren. Hierdoor werd de capaciteit beperkt en daalde het aantal geëvacueerde tijdens de laatste dagen van de operatie.

 

Ondanks dat werden alle Britten voor een totaal van 218.226 en ruim 55.000 Fransen die dag weggehaald uit Duinkerken.


inname duinkerken


Vanaf de 1e Juni probeerden Herhaald woord verwijderen de Duitsers nu serieus Duinkerken in te nemen, met het 18e Leger. Hun aanvallen op de 1e en 2e juni mislukten echter volkomen. Ook de 9e PD mocht geen tanks gebruiken.

 

De infanterie van de tweederangs divisies was uiterst afwachtend, wat begrijpelijk wordt als we weten dat de Fransen tientallen pantservoertuigen hadden opgesteld. Generaal “von Bock” vreesde al dat het hem helemaal niet zou lukken de stad in te nemen.

 

Door de evacuaties verminderde het aantal Fransen echter gestaag. De munitie begon op te raken, terwijl de Duitsers juist zo veel mogelijk artillerie lieten aanrukken. Op de 3e juni doen de Duitsers dan een massale aanval op de stad die niet meer tegengehouden kon worden, ondanks het fanatiek verzet van sommige eenheden. Ze drongen de buitenwijken binnen.

 

Dat deed de Luftwaffe echter besluiten de bombardementen te stoppen, wat de laatste inschepingen vergemakkelijkte. De zuivering van de stad ging erg langzaam en 30.000 Fransen ontsnapten alsnog het strand voor een totaal van 123.095, de laatste elf in de avond op een grote waterfiets. Zo'n 40.000 man bleven achter, wrang genoeg degenen die het hardst voor de verdediging van de stad gevochten hebben. Als Alexander en admiraal Abrial op de middag van 4 juni in een boot langs de stranden voeren, waren die leeg.


resultaat en gevolg van evacuatie


Rond Duinkerken werd een enorme hoeveelheid materieel achtergelaten; de Duitsers troffen 63.000 vrachtwagens, 20.000 motorfietsen, 475 pantservoertuigen en 2.400 stukken geschut aan. Van de 861 voor de evacuatie ingezette schepen en boten werden er 272 tot zinken gebracht, het merendeel kleine vaartuigen. 

 

Hoewel de beste geallieerde troepen waren verdwenen had het ook de Duitsers weinig gevechtskracht gekost: van 10 mei tot 1 juni bedroegen de Duitse verliezen 10.252 doden, 8.463 vermisten en 42.523 gewonden voor een totaal van 61.238 man.

 

De pantserdivisies hadden weliswaar 611 gevechtstanks verloren, een kwart van hun sterkte, maar dat kon ten dele uit de materieelreserve worden goedgemaakt. De meeste Duitse infanteriedivisies hadden nog nauwelijks aan de gevechten deelgenomen en werden direct ingezet voor de verovering van de rest van Frankrijk.  

 

De uitkomst van de operatie was een morele opsteker voor de Britten, die zich nu konden gaan opmaken voor de Slag om Engeland. De geëvacueerde troepen zouden de kern gaan vormen van het nieuwe en veel grotere Britse leger, de opbouw waarvan aanzienlijk vertraagd zou zijn zonder hun professionele kennis. Men probeerde men de evacuatie in Engeland propagandistisch uit te buiten.

 

Ook na de oorlog verwierf de evacuatie een prominente plaats in de nationale geschiedenis als een heroïsche overwinning, in plaats van een smadelijke aftocht. De meeste Franse troepen vertrokken onmiddellijk weer naar hun vaderland om de uitgedunde rangen te versterken. Het Franse leger kwam al tijdens de oorlog tot de wrange conclusie dat de Britten met de evacuatie hun enige kans op redding door de neus hadden geboord.

 

Het Vichy-regime gebruikte de vermeende Britse trouweloosheid als rechtvaardiging voor de capitulatie. Ook na de oorlog stonden vele Franse boeken over het onderwerp in het teken van verwijt jegens de bondgenoot.


Als-dan


Een van de aannames m.b.t. de Geallieerde evacuatie is dat als het Britse leger gevangengenomen zou zijn in Duinkerken, het Verenigd Koninkrijk ingegaan was op Hitlers aanbod vrede te sluiten.

 

Hoewel dus de strategische effecten op de lange termijn bezien gunstig waren voor de geallieerden, maakte de evacuatie van het Britse leger de verdere verdediging van Frankrijk bij voorbaat kansloos.

 

De omsingelde troepen omvatten zo'n vijftig divisies, vele daarvan elite-eenheden, nog redelijk voorzien van voorraden en uitgerust met talloze vrachtwagens en pantservoertuigen.  Duitse munitievoorraden waren kritiek laag en de artillerie had die niet meer kunnen aanvullen. Ook de verliezen aan tanks had men niet kunnen goedmaken want er was maar een kleine materieelvoorraad en de directe productie was ontoereikend.

 

Terwijl het Duitse leger dus voor de duur van de campagne aan gevechtskracht zou hebben ingeboet, had de verdediging van Frankrijk door een maand extra voorbereidingstijd sterk aan kracht gewonnen. De Fransen hadden wel een grote materieelvoorraad aan tanks en artillerie, ruim voldoende munitie en waren hard bezig een half miljoen man meer onder de wapenen te roepen. Men zou dus een weliswaar kleine maar reële kans hebben gehad een patstelling te bereiken en Duitsland moest zo'n uitputtingsoorlog wel verliezen door gebrek aan grondstoffen en een lagere wapenproductie.

 

Dit verklaart waarom de Duitsers niet eens zo ongelukkig waren met het gebeuren: ze waren volledig gericht op de strijd in Frankrijk en zagen liever dat het Britse leger vertrok dan dat het zich teweerstelde. De Duitsers ondernamen dan ook geen serieuze pogingen om een andere uitkomst te forceren.


film


"Dunkirk" - (2017; 8,7)

De film vertelt het verhaal van de evacuatie van geallieerde troepen uit Duinkerken in 1940.

 

Tijdens de Slag om Frankrijk werden Belgische, Britse en Franse soldaten door het Duitse leger vastgehouden op het strand en in de haven.



zie ook: