Gyantse (Tibet)

Reisverhalen - China



introductie


Om 09:00 hebben we gezamenlijk ontbijt in de eetzaal in het hotel te Shigatse. 

We pakken onze spullen bij elkaar en een uur later zitten we weer allen in onze afzonderlijke minibussen. Onderweg passeren we vele boerderijen met grote erven omringd door een lemen muur.

 

Geiten, yaks en honden verblijven gezamenlijk in deze ruimte waar ook vaak oude rommel zoals onderdelen van tractoren liggen en kinderen spelen. In het midden staat dan de boerderij in z’n typische Tibetaanse stijl.

 

Ongeveer twee uur bussen verder stoppen we in de derde stad van het land/ provincie Gyantse waar we vannacht ook zullen blijven. Het ligt precies tussen Shigatse en Lhasa in op de “vriendschapsweg”.


bezoek aan het klooster


Nadat we zijn ingecheckt in ons hotel nuttigen we lunch. Dan is het tijd om naar de grootste bezienswaardigheid van de stad te gaan – het klooster Pelkhor Chode.

 

In het centrum van de Gyantse lag oorspronkelijk een bergvesting, waarvan de bouw tot de 9e eeuw teruggaat. In de 14e eeuw werd deze vesting omgebouwd tot het klooster wat wij nu op het punt staan in te gaan.

 

Het is de grootste stoepa van heel Tibet en verdeeld over vier verschillende verdiepingen. Je kunt er 108 Boeddhistische kapelletjes terugvinden,  naar de Tibetaanse traditie alsmede 10.000 wandschilderingen. Nadat we de groep zijn ontvlucht wandel ik met vier Nederlanders afkomstig uit het andere minibusje een zelf uitgekozen route en maken kennis met een aantal jonge monniken. Aan hen laten we een “verboden” plaatje zien van de Dalai Lama en ze lachen hun tanden bloot.  

 

De Britten en de Chinezen

Het klooster heeft een roerige geschiedenis; zo werd het in 1904 aangevallen door de Britten tijdens de Britse veldtocht in Tibet. Hoewel de schade grotendeels hersteld is, bevinden zich nog steeds kogelgaten in de muren van het klooster. In 1959 werd een deel van het klooster verwoest tijdens de opstand in Tibet. En ook tijdens de Culturele Revolutie in de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw werd het klooster geplunderd door het Chinese bestuur.

 

Het is indrukwekkend om de – voor ons – Chinese poort te zien geflankeerd door twee stenen beelden van leeuwen en daarachter het witte monument. Op de hogen rots daarachter ligt het, zo te zien,  onneembare fort. Het is een complex van verschillende gebouwen met witte muren met een strook gekleurd.

 

Ook veel stoepa’s met gouden versieringen. We zien veel Goddelijke beelden, witte sjaals en opgewekte monniken in rode gewaden. Als we genoeg hebben gezien kijken we vanuit de binnenplaats nog even naar het fort Dzong dat zich boven op de heuvel achter het klooster bevind. De stad bevind zich al op bijna 4000 meter hoogte en halverwege de vesting berg werd een platform gebouwd om kanonnen neer te zetten om de naderende Britten op afstand te houden begin twintigste eeuw.



Tibetaanse gastvrijheid


Na bezoek aan het klooster maken wij, als Nederlandse toeristen, nog een rondje door het stadje. Het valt op dat dit nog niet zo erg is “aangetast” of “beïnvloed” door de Chinezen wat enigszins hoop voor de toekomst geeft. Opeens horen we getik tegen een raampje en kijken omhoog.

 

Daar staat een Tibetaanse man die het raam open doet en ons gebaart boven te komen. Een minuut later staan we in een huis dat meer lijkt op een museum voor ons gevoel.

 

De moderne maar zeer stoffige videorecorder valt op naast de antieke houten meubelen en het tapijt op de vloer. We gaan zitten terwijl we onze ogen uitkijken en maken kennis met de hele familie. Schuchter, ietwat nerveus maar ook opgewonden schenkt de vrouw des huizes een kop thee in terwijl ik kijk naar de vele fotolijstjes die op de fel gekleurde kast staan.

 

Na het krijgen van een koekje en vele handdrukken verder nemen we afscheid van deze lieve mensen. Na een verfrissende douche in het hotel gaan we met z’n 5-en terug het stadje in om in een zeer lokaal restaurantje een hapje te eten. We maken plannen voor ons verblijf samen in Lhasa en aangezien er geen menukaart is gaan we een voor een zelf naar de keuken om een maaltijd samen te stellen.

 

Nadat we nog een spel “poul” hebben gespeeld buiten op een ranzige tafel zonder laken gaan we terug naar onze kamers in het hotel.


richting lhasa


We moeten vandaag vroeg op; na een snel ontbijt vertrekken we rond half acht. We naderen na uren rijden over stoffige wegen het prachtige Yamdrok tso meer. Het azuurblauwe meer ligt er nog mooier bij vanwege de omringende besneeuwde bergpieken.

 

Volgens een Tibetaanse legende werd het meer gemaakt door een godin. Het is een van de drie grootste heilige meren van Tibet. Een aantal stoere jongens uit de andere bus strippen zich af en springen het ijskoude water in.

 

Na lunch in het nabijgelegen plaatsje Nangartse wat een zeer populaire plek blijkt te zijn voor lunch voor tourgroepen rijden we verder. Het lijkt wel of de Chinezen overal met de weg bezig zijn in Tibet en we begrijpen dat we op de oude weg richting Lhasa rijden maar dat het wel ietsje langer gaat duren. We stoppen op de top van de Kamba-La’pas die op bijna 4800 meter ligt.

 

De wind waait en we zijn blij als we na wat foto’s van het uitzicht weer het busje in kunnen. We stoppen nog een keertje voordat we laat in de hoofdstad van Tibet aankomen om eventueel een ritje te maken op een yak.



zie ook:





meer links:


Bagan

MYANMAR

Met zo'n 4000 tempels is Bagan een van de grootste tempelcomplexen ter wereld. 

Phonsovan

LAOS

De vallei van de kruiken is een praktisch leeg gebied in het noordoosten van Laos.