Geschiedenis (achtergrond) - Zuid Afrika

"Grote Trek en Boeren Zoeloe oorlog" (1838)


inleiding


De Grote Trek vond plaats enkele decennia nadat de Nederlandse Kaapkolonie (sedert 1652) voorgoed door het Verenigd Koninkrijk was overgenomen in 1806. Veel Nederlandstalige kolonisten (waaronder velen van Duitse en hugenootse afkomst) weigerden onder Brits gezag te leven en dachten erover na om een eigen onafhankelijke staat te stichten in het binnenland, weg van de Britse heerschappij.

 

De deelnemers aan de Trek waren de zogenaamde Voortrekkers, die hoofdzakelijk bestonden uit semi-nomadische trekboeren en verwilderde grensboeren. Deze mensen waren de constante grensoorlogen met de “Xhosa” stam zat maar vooral de bemoeizuchtige Engelsen die het Afrikaans en de Nederlandse cultuur steeds verder wegdrukten.


de grote trek


De voortrekkers hadden hun huiswerk gedaan (Namibië werd bijvoorbeeld afgekeurd vanwege de droogte) en zouden met hun slaven en al vertrekken naar het noordoosten. Sommige “voortrekkers” gingen de stoet vooruit om contacten te leggen en te kijken of het veilig genoeg was. In 1835 ging de eerste tocht met zo’n 12.000 Afrikaanse boeren op zoek naar een onafhankelijke Boerenstaat.

 

Potgieter kwam vredelievende stammen tegen maar ook zeer agressieve die de aanval inzetten. Overwinningen van “Vegkop” en “Mosega” zorgen ervoor dat meer Boeren de pioniers d.mv. de Trek gingen volgen. Uiteindelijk ontstond een dilemma over een definitieve vestigingsplaats voor de Voortrekkers, tussen de hoogvlaktes van het noorden en het oostelijke Natal aan de kust.

 

De nieuwe leider “Maritz” en de in april gearriveerde Piet Retief kozen voor Natal, terwijl Potgieter koos voor de hoogvlaktes, waar hij op 12 november Mzilikazi definitief versloeg bij de Slag van Kapain.


de zoeloes en piet retief


Retief kwam uiteindelijk in november 1837 in contact met de Zoeloekoning Dingane, die Retief land aanbood in ruil voor zijn vee terug te brengen dat gestolen was door koning Sekonyela. Nadat de taak succesvol werd volbracht kwam Retief met zo'n zeventig volgers en dertig gekleurde agterryers op 3 februari 1838 weer aan bij Dingane's hoofdstad Umgungundlovu.

 

Dezelfde dag, bij de ceremonie waarbij het landcontract tussen Dingane en Retief werd getekend, werden Retief, zijn zoon en zijn afgezanten echter gevangen genomen en geëxecuteerd. De groep van Retief, die op zijn terugkeer zaten te wachten, werd in de nacht van 17 februari bij Bloukrans afgeslacht en al hun vee werd gestolen.

 

Dit gebeurde ook bij andere sites (Weenen en Saailager o.a.). Maritz wist de overlevenden op te vangen en Potgieter en de voormalige expeditieleider Piet Uys waren uit op wraak. De Slag van “Italeni” liep echter uit op een ramp en Uys en zijn zoon sneuvelden, mede door de gebrekkige samenwerking tussen Potgieter en Uys. Potgieter werd beschuldigd van laksheid en verraad waardoor hij zich afscheidde van de andere Voortrekkers en zich in de hoogvlaktes vestigde in zijn steden Winburg en Potchefstroom.

 

Redenen voor Dingane om Piet Retief en z’n gevolg te doden was omdat hij bang was voor de vuurkracht van de Boeren. Ook had hij angst voor de grote oppervlaktes die de Boeren in korte tijd konden overbruggen met hun paarden. Zij hadden stammen verslagen waar hij nooit in geslaagd was. Tenslotte zou Retief niet alle geweren en vee die zij hadden overeengekomen hadden ingeleverd bij de Zoeloe koning. Dingane hoopte met deze laffe aanval een flinke eerste tik uit te delen. Op 23 september 1838 stierf Maritz aan ziekte.

 

Enkele weken later werd de stad Pietermaritzburg gesticht, vernoemd naar Retief en Maritz. Op 22 november kwamen Andries Pretorius en de predikant Sarel Cilliers aan bij de overgebleven Voortrekkers vlakbij Bloedrivier.



de slag om bloedrivier


De Boeren zinde op wraak t.o.v. de Zoeloes en gaven het idee op m.b.t. een vreedzame oplossing. Ze kozen Andries Pretorius als hun nieuwe leider en stuurden een boodschapper naar Dingane om hun beslissing over te brengen. Dingane doodde de boodschapper en verzamelde een impi Zoeloekrijgers om de Voortrekkers weg te jagen.

 

Op 9 december 1838 legde Sarel Cilliers voor de (calvinistische) Voortrekkers een gelofte af aan God, die ze tot aan de dag van de slag iedere avond herhaalden. Indien God de overwinning zou schenken, zouden ze de dag eren als vrije dag en op die plaats een kerk bouwen. Op 15 december vestigde Pretorius zich aan de oever van de Ncome rivier en bouwde een laager (een cirkel van 64 ossenwagens).

 

In de ochtend van 16 december bestormde een Zoeloeleger van ongeveer 13.000 man sterk het “laager” van 464 Voortrekkers met ongeveer hetzelfde aantal knechten. Om hun assegaaien (Zoeloesperen) goed te gebruiken moesten de Zoeloes zo dicht mogelijk bij het verdedigingsopstelling van de Boeren komen.

 

De Voortrekkers waren met hun vuurwapens en kanonnen veel beter uitgerust en de aanstormende Zoeloes konden geen vuist maken. Legende gaat dat Pretorius z’n kanon (die hij had meegenomen uit Kaapstad) een keer liet vuren op een groepje Zoeloes. Daarvan zouden 11 van de 16 Zoeloeleiders zijn geweest.

 

Na drie onsuccesvolle aanvallen van de Zoeloes stuurde Pretorius aan het einde van de ochtend zijn cavalerie op de vijand af en de Zoeloes sloegen op de vlucht. Deze probeerden te vluchtten door de rivier waar de Boeren een goed zicht hadden op hun vijand – het was prijsschieten en duizenden vonden de dood waardoor het riviertje rood kleurde. De slachting nam drie uur in beslag.

 

Dankzij hun laager, hun geweren, hun motivatie en hun twee (mogelijk drie) scheepskanonnen (onder meer Grietjie) versloegen de Voortrekkers de Zoeloes verpletterend: ongeveer 3.000 Zoeloes werden gedood. Slechts drie Voortrekkers werden tijdens deze slag gewond, waaronder Andries Pretorius die door een assegaai geraakt werd en geen enkele Boer liet het leven. De rivier werd hierna door de Voortrekkers omgedoopt tot Bloedrivier.


einde van de trek en nasleep


Na de slag om Bloedrivier resteerde het terugnemen van het gestolen vee. Toen Pretorius aankwam in de Zoeloehoofdstad Umgungundlovu bleek Dingane gevlucht en deze had alles in brand gestoken; de lichamen van Retief en zijn mannen werden gevonden en ook de papieren waarin stond dat de Zoeloekoning hen land had beloofd.

 

Zij begroeven Retief en de anderen ter plekke. De Voortrekkers vonden een bondgenoot in Dingane's timide halfbroer Mpande, die met de hulp van Pretorius een opstand tegen zijn broer begon. Dingane vluchtte en werd vermoord door de Swazi, waardoor Mpande de nieuwe Zoeloekoning werd en de vrede herstelde.

 

Op 12 oktober 1839 werd door de Voortrekkers de Republiek Natalia gesticht met Pietermaritzburg als hoofdstad en de Trek leek voorbij.

 

De triomferende Voortrekkers besloten na deze overwinning om hun pact met God jaarlijks te herdenken als Geloftedag, Dingaansdag, of Dag van de Eed. Vandaag de dag is 16 december nog steeds een Zuid-Afrikaanse feestdag, de naam werd in 1994, na de eerste democratische verkiezingen die het ANC aan de macht bracht, omgedoopt tot Verzoeningsdag.

 

Zoals vermeld trokken de voortrekkers richting Oranje Vrijstaat, Transvaal en Natal maar er waren ook Boeren die nog verder gingen. De Dorslandtrek is een verzamelnaam voor verschillende noordwaartse tochten van Afrikaner trekboeren door het hedendaagse Namibië en Angola die plaatsvonden tussen 1874 en 1905.


zie OOK: