Geschiedenis (achtergrond) - Zuid Afrika

"Eerste boerenoorlog" (1880 - 1881)


kaapkolonie en de grote trek


In 1806 stond Nederland noodgedwongen de Kaapkolonie af aan het Britten. Nederland bestond op dat moment de facto niet meer en was onderdeel geworden van het grote Franse Rijk van Napoleon. Napoleon was al vele jaren in oorlog verwikkeld met de Britten, die vooral leunden op hun suprematie ter zee en een sterke vloot.

 

In 1805 was de gecombineerde Spaans/Franse vloot vernietigend verslagen door Lord Nelson bij Trafalgar. Daarmee was Frankrijk -en dus ook Nederland- afgesloten van overzeese gebiedsdelen. De Kaap werd verdedigd door een gecombineerd Frans/Nederlands garnizoen, maar dat was op zichzelf aangewezen en uiteindelijk geen partij voor de Britten.

 

De Kaap had vooral inwoners van Nederlandse afkomst, die het niet hoog ophadden met de nieuwe Britse gezaghebbers. Dat leidde tot sterk nationalistische gevoelens. In het bijzonder met de opheffing van de slavernij in 1834 – twee jaar later vertrokken de eerste “oud-kolonisten” naar de de binnenlanden van Zuidelijk Afrika wat nu de “Grote Trek” wordt genoemd.

 

Een trek met ossenwagens waarbij bergen, rivieren en andere woeste landschappen werden getrotseerd. De Nederlandse en andere kolonisten en hun nazaten werden nu Boeren genoemd en vluchtten voor de Britse overheersing van de Kaap. Er waren echter ook vele Nederlandse kolonisten die inburgerden in de Britse Kaapkolonie.



De stichting van Boerenrepublieken


Vanwege vele stamoorlogen (o.a. van Shaka Zulu) hadden de Boeren weinig “tegenstand” om in dit nieuwe paradijs aan de andere kant van de “Oranje Rivier” (grens Kaapkolonie) nieuwe Boerenrepublieken te stichten. Met de Nederlandse taal en de Nederlands-hervormde kerk als ruggengraad.

 

Ze maakten hun eigen postzegels, vlaggen (vaak gebruik makend van de Nederlandse vlag of erop gebaseerd) en wetten.

 

Vanaf Bloemfontein splitsten de “Voortrekkers” zich in verschillende richtingen; een deel ging richting kust (Natal) terwijl de ander verder Noordelijk trok (Transvaal). In 1837 stichtten zij “Pietermaritzburg” wat de hoofdstad werd van de Boerenrepubliek “Natal”. In 1838 kwam het in Zulu land tot een clash die werd gewonnen door de Boeren (Slag bij Bloedrivier).

 

De Britten protesteerden en eisten dat de Boeren zich zouden terugtrekken. Vier jaar later in 1842 versloegen de Boeren ook de Britten tijdens de slag om “Congella”. Dit kon het Grote Britse Rijk niet verkroppen en zond een leger naar Durban om de Boeren (voorgoed) te verjagen. Een jaar later werd dit gebied geannexeerd door Groot-Brittannië waardoor de Boeren noordelijker trokken.

 

Een andere groep “Voortrekkers” die het gebied wat we nu “Lesotho” noemen introkken werden weggehouden door de “Bashoeto” leider “Moshoeshoe”. Deze riep in 1843 de hulp in van de Engelsen. In 1858 en 1865 woedde er zelfs oorlogen tussen de Boeren in Oranje Vrijstaat en de Bashoeto’s. De Engelsen werden moedeloos van de oprukkende Boeren en besloten het land (ook) te annexeren. De Boeren hadden inmiddels wel al het laag liggende land ingenomen. In 1869 vestigden de Boeren de twee republieken “Oranje Vrijstaat” en “Transvaal”.

 

In Kimberley (op de grens van de eerstgenoemde werd in datzelfde jaar diamanten gevonden wat direct tot inlijving van de Kaapkolonie). Dit leidde al tot de eerste frictie tussen de nieuwe Republieken en het Britse Koninkrijk.


annexatie


Plannen voor een federatie van alle blanke staten in Zuid-Afrika mislukten en de Britten annexeerden Transvaal in 1877. De Engelsen hielden vol dat het ging om bescherming van de blanken vanwege het feit dat de Boeren de strijd hadden verloren in het noorden van de staat (nu “Limpopo” provincie) tegen zwarte stammen.

 

Niets was minder waar; met hun geweren en tactiek van defensie versloegen de Boeren verschillende stammen en schoven hun noordgrens op tot en met “Venda Land” en stichtten verschillende steden en dorpen.

 

Wel was waar dat de Boerenregering van president Burgers vrijwel failliet was. De Boeren vroegen tevergeefs de annexatie terug te draaien waarop Kruger protestbijeenkomsten begon te organiseren – met succes. Bij Rustenburg op 10 december 1880 werd met tienduizend aanwezigen de grootste bijeenkomst georganiseerd. De vergadering besloot toen dat de republiek moest worden hersteld. Een driemanschap van vicepresident Kruger, de bejaarde ex-president Marthinus Pretorius en de onervaren commandant-generaal Piet Joubert nam de leiding.

 

Een onafhankelijkheidsverklaring werd opgesteld en op 16 december 1880 werd te Heidelberg de republiek uitgeroepen. Dit was de directe aanleiding tot de uitbraak van de Eerste Boerenoorlog of "Eerste Vrijheidsoorlog" (1880-1881) zoals zij deze zelf noemen. Naast de Afrikaners (Nederlandse Boeren kolonisten) in Transvaal werd deze ook gevoerd met deze in Natal.


eerste gevechten


Direct na het uitroepen van de oorlog belegerden de Boeren de Britse garnizoenen in Pretoria, Potchefstroom en Lydenburg. Op 20 december 1880 versloeg een Boerencommando onder Frans Joubert twee compagnieën van het Engelse 94ste regiment - 9 officieren en 248 manschappen - bij Bronkhorstspruit.

 

De buitgemaakte wapens en ammunitie kwamen de Boeren goed van pas. De Engelse Generaal-majoor Colley begon een opmars van Natal naar Pretoria om de garnizoenen te ontzetten. Daarbij heeft hij met 1200 troepen een kamp opgeslagen op de plaats Mount Prospect ten zuiden van Laingsnek.

 

Een Boerenmacht van 1500 man onder Commandant-generaal Piet Joubert heeft hen op de lange rug van Laingsnek, net oostelijk van Majuba, ingegraven om de opmars van Colley te stuiten. Op 28 januari 1881 probeerde Generaal Colley tevergeefs Laingsnek te veroveren. Hier werd door de Boeren de tactiek van de loopgraaf toegepast, waarmee zij ook in de Tweede Boerenoorlog vele successen boekten. Ook op 7 Februari aan de Ingogo-rivier (Skuinshoogte) werden de Engelsen zwaar vernederd. De Boeren droegen geen uniform maar hun normale onopvallende kleren, die sterk contrasteerden met het heldere rood van de Britse uniformen.

 

Doordat de Engelsen daardoor opvielen in het landschap waren ze een makkelijke prooi voor de Boeren sluipschutters. Colley kreeg van de Britse regering opdracht de Boeren een wapenstilstand aan te bieden. Maar hij deed dat in de vorm van een ultimatum van 48 uur. Deze termijn was waarschijnlijk opzettelijk zo kort gehouden omdat Colley dacht dat hij de Boeren toch nog kon verslaan als ze niet konden reageren.


"Majuba"


De Engelsen o.l.v. Coley bezette in de nacht van 26 februari 1881 met 600 man de strategische tafelberg Majuba (600 m) op de flank van de positie van het leger van de Boeren bij Laing's Nek. De Britten lieten na verdedigingslinies te graven langs de top.

 

Aan de Boerenkant begreep commandant-generaal Piet Joubert dat zijn positie onder Majuba onhoudbaar was als Majuba niet onmiddellijk werd veroverd. Met een gedurfde bestorming door een paar honderd man lukte het hem met generaal Nicolaas Jacobus Smit en anderen om op zondag 27 februari 1881 de Britse troepen op de top verpletterend te verslaan.

 

Generaal Colley werd aan de bovenkant van zijn rechteroog getroffen en is op de berg overleden. De rest van de Britse macht is over de achterste kruin heen gesprongen en verwond geraakt, neergeschoten of gevangengenomen. De tactiek van schieten en rennen waarmee Majuba werd veroverd was een militair novum. Voor het eerst werd de machtigste mogendheid ter wereld door kleine legers verslagen en deze wordt nog immer gezien als een van de grootste Britse nederlagen ooit.

 

De veldslag heeft ertoe geleid dat de Britse bevelhebbers op 21 maart 1881 een vredesovereenkomst getekend hebben bij de Conventie van Pretoria dat leidde tot de nieuw gestichte Zuid-Afrikaanse Republiek (ZAR).



Resultaten verdragen


In Nederland werden de veldslagen tussen de van origine Nederlandse Boeren en de machtige legers van het Britse Rijk op de voet gevolgd. De Nederlanders steunden de Boeren moreel, al was de verbondenheid niet erg groot meer. Door de oorlog en de verbetenheid kregen de Boeren ook in Nederland een hoop (positieve) aandacht.

 

De leiders van de Boerenrepublieken werden als helden gezien en er ontstond een groot enthousiasme voor de Nederlandse Boeren en een haat jegens de Britse kolonisten.

 

Na 1880 was het nationalisme in Nederland opgebloeid, hoewel Nederland sinds 1790 veel aan status en macht had verloren. De Boeren waren ontevreden met het getekende verdrag tussen de Nederlanders en Britten. Nadat Kruger in 1883 president van de ZAR was geworden, ging hij naar Londen voor een nieuw verdrag. De Conventie van Londen van 27 februari 1884 erkende volledige onafhankelijkheid van Transvaal.

 

De Britse resident werd uit Pretoria teruggetrokken. De ZAR stond de gebieden Stellaland en Goschen of Goosen af op de grens van Transvaal en Bechuanaland, die voor de Britten van belang waren als verbinding van de Kaapkolonie met het noorden.


na de oorlog


Na de Eerste Boerenoorlog bleef de Boerengemeenschap onder druk van de Britten staan. In 1885 werd in Transvaal bij Witwatersrand goud gevonden in een kilometerslange ertslaag. De lucratieve mijnbouw trok een grote stroom van niet-Boeren immigranten (uitlanders) aan. De nieuwelingen werden niet met open armen ontvangen door de Boeren, die vreesden een minderheid in eigen land te worden.

 

Engelse mijneigenaren oefenden druk uit om de regering van Transvaal (ZAR) over te nemen vanwege de voor hen nadelige monopolies op dynamiet en de kosten van de diepe goudmijnen. De kwestie van de politieke rechten van de uitlanders - wanneer ze stemrecht zouden krijgen voor de Volksraad - werd hoog opgespeeld.

 

Daarnaast werd de publieke opinie in Engeland bewerkt met berichten dat de uitlanders als heloten mishandeld werden en dat de ZAR politie (ZARP) keihard optrad..

 

In 1896 sponsorde Cecil Rhodes een mislukte staatsgreep, de Jameson Raid. Engelse soldaten vielen het noorden van Transvaal binnen maar werden genadeloos ingemaakt. Deze poging om betere rechten te verwerven voor Britse burgers werd in Transvaal als zeer bedreigend beschouwd. De Volksraad van Transvaal besloot tot aankoop van moderne wapens (met goudgeld) uit Duitsland (Mausergeweren) en Frankrijk (kanonnen van Creusot), waarmee de banden met deze landen verder werden aangehaald.

 

Er was nog een andere reden voor de Britten om de macht in de Boerenrepublieken over te nemen: de ZAR zocht toenadering tot Duits Zuidwest-Afrika, wat de Britten niet konden toestaan.


zie ook: