Geschiedenis (achtergrond) - Zuid Afrika

"Tweede boerenoorlog" (1899)


Aanleiding tweede Boerenoorlog


Milner liet met opzet de onderhandelingen over politieke rechten van de uitlanders mislukken, waarschijnlijk tegen de wil van de Engelse Minister van Koloniën Joseph Chamberlain om een oorlog tegen de Boeren uit lokken. Dit lukte. Op 8 september 1899 stuurden de Britten 10.000 soldaten naar Natal en op 22 september nog eens 47.000 man.

 

De regering van Transvaal dacht erover Durban (het oude Natal) aan te vallen voordat de Engelsen konden landen en zo een derde Boerenrepubliek te stichten (en een front minder) maar de Oranje Vrijstaat regering wilde nog een poging op het diplomatieke vlak proberen.

 

Het sturen van Engelse soldaten was de aanleiding voor een ultimatum van de Volksraad en Kruger - precies zoals Milner gehoopt had. De Britten werden beschuldigd van schending van het Verdrag van Londen van 1884 over de onafhankelijkheid van de ZAR. Groot-Brittannië moest arbitrage toestaan, zijn troepen van de grenzen terugtrekken, recente versterkingen terugtrekken en geen verdere troepen laten landen.

 

De Engelsen reageerden niet. Na het verstrijken van het ultimatum op 12 oktober 1899 verklaarden de Boeren de Britten de oorlog en deelden de Boeren de eerste slag uit.



de uitbraak


Tussen oktober 1899 en januari 1900 vielen de Boerenlegers de Kaapkolonie en Natal binnen. De Britten waren eigenwijs geweest en hadden wel het noorden van Natal versterkt maar niet zo ver als de Drakensbergen. Nu werd Natal door de Boeren via drie verschillende punten binnen gevallen. 

 

Ze belegerden de Britse garnizoenen in de steden Ladysmith, Mafikeng (verdedigd door troepen o.l.v. Robert Baden-Powell) en Kimberley. In een week (10 - 15 december 1899) boekten de Boeren drie verschillende overwinningen op de Britten: de slagen van Stormberg (10 december), Magersfontein (11 december) en Colenso in Natal (15 december). Deze week staat bij de Britten bekend als de Black Week.

 

Inmiddels hadden de Britten hun rode uniform ingewisseld voor kaki kleding maar hun frontale aanvallen op de loopgraven van de Boeren werden hun fataal in de eerste weken. Vooral het moderne oorlogstuig van de Boeren, hun mobiliteit (paarden), het kennen van de omgeving en het klimaat zijn in hun voordeel.

 

De Engelsen kennen het vechten tegen een blanke tegenstander niet en leren een dure les.

 

Tijdens de Slag bij Spionkop waren De Boerse strijdgroepen flink in de minderheid maar wisten toch te winnen van het Britse leger op en rond de heuvel Spionkop in Natal. De Britse generaal Charles Warren besloot om zijn troepen de door Boeren bezette Spionkop van twee kanten te laten aanvallen om zo de heuvel te veroveren.

 

Door mist misleid groeven de Britten zich in op een plateau onder de heuveltop, vanwege de harde ondergrond slechts beschermd door ondiepe greppels. Ze konden daar nauwelijks ontkomen aan het hevige geweervuur van de hoger gelegen Boeren. De Britten leden zware verliezen, volgens de boeren tweeduizend maar volgens de Britten beduidend minder. Bekende persoonlijkheden die op Spionkop bij de slag aanwezig waren: Winston Churchill als oorlogscorrespondent voor de krant Morning Post, Mahatma Gandhi als gewondendrager bij de ambulancedienst.

Nederlands tijdens de oorlog

Tussen de Boerenoorlogen waren er veel Nederlanders actief in de Boerenrepublieken, vooral in Transvaal. Zij waren vooral bouwmeesters en ontwerpers van infrastructuur. Ook waren veel Nederlanders direct of indirect actief in het bestuur van de Zuid-Afrikaansche Republiek.

 

De Nederlandse regering bemoeide zich niet met de oorlog om een conflict met de Britten te vermijden. Nederland profiteerde van de handel met de Britse kolonies. Terwijl de regering zich neutraal opstelde leefde het Nederlandse publiek hartstochtelijk mee met hun Nederlandse Boeren nazaten. Kranten werden aandachtig gelezen en er werden verenigingen opgericht voor steun aan de Boeren.

 

Er werd geld ingezameld, maar er werden ook petities ondertekend die naar Engeland werden gestuurd om te laten zien dat de Nederlanders het niet eens waren met Engelsen.

 

Wilhelmina

Het enige lid van de regering dat daadwerkelijk iets probeerde was de jeugdige Koningin Wilhelmina. Zij heeft verschillende pogingen gedaan om de oorlog tussen Engelsen en de Nederlandse stamverwanten te beëindigen.

 

Omdat Nederland militair in die tijd geen partij was voor Engeland, dacht zij de oorlog te kunnen stoppen in samenwerking met grootmachten als Duitsland, Frankrijk en Rusland, die ook uitgesproken pro-Boer waren in deze oorlog. Ze kreeg echter geen officiële steun van deze regeringen en moest ook aan de Nederlandse neutraliteit denken. Steun van het Nederlandse volk had zij duidelijk wel.

 

Hoewel er geen Nederlands leger naar Zuid-Afrika werd gestuurd, waren er ongeveer 2000 Nederlandse vrijwilligers die vochten tegen de Britten. Paul Kruger, Oom Paul genoemd, vroeg echter wel Nederlandse steun. Er woonden in Zuid-Afrika ook veel Nederlanders die meevochten. Ze moesten echter wel veel leren. Volgens de Boeren konden zij geen paard rijden en niet schieten en hadden ze wel een grote mond. Ook de Duitsers, Fransen, Zweden en Russen droegen bij aan de strijd tegen de Britten.

 

Ook enkele Ieren en Canadezen kwamen aan de Boerenkant te staan hoewel hun landen meevochten in het Britse leger. Wat erg opmerkelijk is, is dat er Nederlandse Amerikanen meededen aan de strijd van de Boeren. Dit waren vroegere Nederlandse immigranten die naar de Nieuwe Wereld trokken.


de britten krijgen versterking


Pas nadat op 14 februari 1900 versterkingen arriveerden konden Britse troepen onder aanvoering van Lord Roberts tegenaanvallen uitvoeren om de garnizoenen te ontzetten.

 

Eerst wordt Kimberley ontzet door een groot Brits leger komend uit de Kaapkolonie alvorens Ladysmith ontzet wordt. Het ontzet van de laatste omsingeling (van Mafikeng) op 18 mei 1900 leidde tot uitbundige vieringen (mafficking) in Engeland.

 

Daarna gaat het snel – de Britten hebben geleerd en hebben een groot surplus aan soldaten, voorraden en artillerie. Op 13 maart namen de Britten Bloemfontein in en op 5 juni Pretoria, de hoofdsteden van Oranje Vrijstaat en Transvaal. Allen worden zonder slag om stoot genomen door de Engelsen.

 

Terwijl de Britten protectoraten uitroept zijn zij verrast en verbaasd over het feit dat de Boeren willen doorvechten. Nederlandse Boeren waren al naar huis gegaan toen de Engelsen vanuit het niets harde eisen gingen stellen wat hun weer naar het geweer deed grijpen. Eerst werden guerrilla aanvallen gedaan door kleine groepen Boeren in het zuidoosten van Oranje Vrijstaat op de fragile aanvoerlijnen van de Britten.

 

Ten oosten van Johannesburg zou nog een grote slag (Machadodora) worden uitgevochten waar de Boeren moed uit putte. Eenheden Boeren vochten de daaropvolgende twee jaar een guerrillaoorlog o.l.v. generaal de Wet, Smuts, Botha, de la Rey en oud president Steyn. De Britten (onder Lord Kitchener) reageerden met het vernielen van boerderijen, het in beslag nemen van voedsel en het inrichten van concentratiekampen waarin de familieleden en personeel van Boeren werden vastgehouden.

 

Kitchener voerde door Transvaal heen een systeem van honderden kilometers van blokhutten en prikkeldraad in om de guerrilleros in hun bewegingen te beperken. De Boeren werden uitgeknepen en verder in het nauw gedreven wat hun op het einde fataal werd.


het einde van de boerenrepublieken


De laatste Boeren (de bittereinders) gaven zich over in Mei 1902 terwijl duizenden naar het huidige Mozambique gevlucht waren en door Nederlandse schepen naar Nederland of Indonesie werden gebracht. De oorlog eindigde formeel met de Vrede van Vereeniging in diezelfde maand. De strijd had het leven gekost aan 7.000 Boeren in de strijd en ongeveer 28.000 Boerenvrouwen en kinderen in de concentratiekampen, plus meer dan 14.000 mensen van inheemse afkomst.

 

Er kwamen 22.000 Britse soldaten om door strijd en vooral ziekte (onder meer tyfus). De kosten aan Britse kant waren opgelopen tot 200 miljoen pond, een veelvoud wat men had verwacht. De overeenkomst maakte een eind aan het bestaan van Transvaal en de Oranje Vrijstaat als Boerenrepublieken en bracht ze binnen het Britse Rijk.

 

De Boeren ontvingen 3 miljoen pond als compensatie en de belofte dat ze ooit zelfbestuur zouden krijgen. Met de bepaling dat de politieke rechten van niet-blanken pas na zelfbestuur geregeld zou worden, werd de basis voor de apartheid gelegd.

 

Kruger zoekt steun

Paul Kruger vertrok (met goedkeuring van de Engelsen) via Lourenco Marques (nu Mozambique, Maputo) naar Nederland. Hij arriveerde op 6 december 1900 in Den Haag, waar hij de gast was van Wilhelmina der Nederlanden. De Boerenleider kreeg tijdens zijn verblijf in Nederland longontsteking en vestigde zich op medisch advies op de hooggelegen Trompenberg in Hilversum.

 

De oud president probeerde nog van alles om steun te verkrijgen zowel nationaal als internationaal maar het bleef bij dank- en steunbetuigingen. Geen wilde z’n vingers branden aan het Zuid Afrikaanse conflict. Vicepresident Schalk Willem Burger werd waarnemend en daarmee de laatste president van Transvaal terwijl de zogenaamde bittereinders de oorlog voortzetten zonder Kruger.

 

Machadodorp wordt de nieuwe hoofdstad maar niet voor lang. Twee grote Britse legereenheden (een uit Kaapkolonie en de ander uit Natal) komen samen in Belfast en vormen een groot breed sterk front dat de Boeren met hun rug tegen de muur zet aan de grens met Mozambique.

 

Er werd nog een keer hard tegen hard gevochten (o.a. bij Berg en Dal – nu in Kruger Park) maar de Engelsen hebben van alles veel meer dan de Boeren die zich genoodzaakt voelen om de strijd te staken en zich op te splitsen in kleinere groepen die uitwaaieren.

 

Vanaf nu zou er een guerrilla strijd gevoerd worden.



guerilla strijd


Waar de Britten hadden verwacht dat de Boeren nu wel de strijd zouden staken waren de Boeren dit geenszins van plan. Roberts snapte er niets van – de hoofdsteden waren bezet dus wat was de reden van voortzetting van de strijd. Z’n proclomaties werden in ieder geval steeds feller; boerderijen zouden in brand gestoken worden, het vee gedood en de Boerenfamilies in kampen gestopt. 

 

Christiaan de Wet was een van de rebellen (zoals de Britten ze ging noemen) die terugging naar z’n land “Oranje Vrijstaat” om daar dood en verderf te zaaien met talloze Britse troepen hem achtervolgend.

 

Plannen werden gesmeed om naast de terroristische acties (de spoorlijn werd steeds beter bewaakt en er ontstond een corridor met bunkers en prikkeldraad) ook te proberen in de “Kaapkolonie” te geraken en wellicht een Afrikaanse opstand te doen plaatsvinden.

 

Andere vooraanstaande Boerenleiders (o.a. Smuts, Botha en La Rey) richten zich op een “oud” plan om de goudmijnen te doen opblazen. Eerst zouden de Engelse troepen worden weggelokt om dan vanuit West-Transvaal terug te keren en de grootste inkomstenbron van het land in vuur en vlam te zetten.

 

De Boeren werden steeds wanhopiger – er kwam totaal geen hulp uit het buitenland (noch in de vorm van wapens of manschappen noch op het diplomatieke vlak). Daarbij werden de aantallen Boeren steeds kleiner terwijl de Britten ook steeds vaker een beroep deden op de gekleurde bevolking.

 

Ten eerste waren deze zwaar op de hand van den Britten (waarbij ze veel meer rechten hadden) en ten tweede wilde ze dat de oorlog zou stoppen. De Engelsen hadden inmiddels de strategie ter hand genomen van het totaal vernielen van het land en het weghalen van de bevolking overal waar Boeren bandieten zich ophielden.

 

Er kwamen dus naast blanke nu ook veel zwarte mensen in kampen terecht. Het Engelse leger bestond nu al uit een kwart miljoen soldaten tegen misschien 20.000 Boeren. De Britten hadden al plannen om naast de krijgsgevangen die inmiddels uit Zuid Afrika waren weggehaald alle Boeren te doen laten evacueren – misschien wel naar Mexico.

 

Paarden waren al overal weggehaald waar misschien Boerse rebellen waren en nu waren er ook plannen om haaks op de al aanwezige prikkeldraad en bunkerversperringen deze ook haaks erop te zetten om het gebied waar Boeren zich konden schuilhalen steeds verder werd verkleind. Sommige Boerencommando’s gingen zelfs zo ver als naar Namibië (Windhoek) om even op rust te komen na maandenlange vluchten te paard.


het einde


In het voorjaar werd er weer een grote bijeenkomst georganiseerd met afgevaardigden van alle Boerencommando’s in het land. Duidelijk werd dat wederom de Transvalers veel eerder bereid waren tot een vredesbesprekingen met de Engelsen dan de Oranje Vrijstaters.

 

Toch kwamen zij steeds verder tot elkaar. Tienduizenden doden waren er gevallen in de kampen, het land zou totaal verwoest zijn en ook het aantal hendsoppers (die wel vrede wilden met de Engelsen) werd steeds groter terwijl het aantal krijgers (bittereinders) steeds kleiner werd.

 

De toevoer van wapens en voorraden was totaal afgegrendeld en het aantal blocks (bunkers) en prikkeldraad werd steeds groter. De donkere bevolking ging regelrecht in tegen de Boeren en van het buitenland was niets meer te verwachten. Toch werd er in het Westen van de Kaapkolonie veel succes geboekt door de commando’s aldaar. De Engelsen waren toegefelijk in hun verdrag. Men moest zich neerleggen bij Engelse suprematie in de vorm van Koning Edward IV maar mocht zelfbestuur houden.

 

Over het stemrecht van donkere bevolking zou later pas gestemd worden. Daarnaast zou men 3 miljoen pond betalen aan wederopbouw en mochten alle krijgsgevangenen terug naar huis (gratie). Alleen de rebellen zouden worden berecht maar geen doodstraf zou er worden uitgesproken. Binnen de kortste keren ging een ieder akkoord en was de Boerenoorlog een feit. Het was 9 Mei 1902.


nalatenschap


Van oktober 1903 tot maart 1904 was Kruger weer in Menton, en in mei 1904 verliet hij Hilversum voor een kuur in Clarens in Zwitserland, waar hij op 14 juli 1904 overleed. Hij werd eerst begraven in Den Haag op 26 juli 1904, maar later met toestemming van het Verenigd Koninkrijk overgebracht naar Zuid-Afrika waar hij op 16 december 1904 werd herbegraven in de Heldenakker in Pretoria. In veel grote steden waaronder Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag zijn wijken (vooral Transvaalwijken) met herinneringen aan de helden in Zuid-Afrika.

 

In Nederland verschenen ook veel publicaties over de oorlog, zowel van Nederlandse oorlogsvrijwilligers, Nederlandse kolonisten uit Zuid-Afrika als van Zuid-Afrikaanse strijders en verslagen van vrouwen uit concentratiekampen. Veel van deze geschriften werden vanuit het Nederlands vertaald in het Engels en soms in andere talen, zoals Duits, Frans en Russisch.

 

De Engelsen bleven in Nederland impopulair tot 1940, toen Groot-Brittannië en Nederland door schending van de Nederlandse neutraliteit door de Duitsers bondgenoten werden in de Tweede Wereldoorlog.

 

In 1973 werd de extreem rechtse Afrikaner Weerstandsbeweging opgericht (AWB) die vecht voor een onafhankelijke geheel blanke Zuid Afrikaanse Boerenstaat. O.l.v. leider en oprichter “Terre Blanche” creëerden ze een vlag die lijkt op de nazi Swastika en gebruiken ook de Hitlergroet. Tijdens hun hoogtijdagen in de jaren 80 en 90 toen de politiek in Zuid Afrika verschoof naar het delen van politieke macht met de donkere bevolking kreeg de beweging een hoop aandacht. In 2010 werd hun leider vermoord op z’n boerderij.

 

Hij werd opgevolgd door Steyn van Ronge die de scepter nog altijd zwaait. Hun hoofdkwartier is gevestigd in Ventersdorp en hun slogan luidt “God, Volk” en “Vaderland”. D.m.v. Facebook en andere media probeert de beweging nieuwe leden te werven. Zij zouden momenteel nog zo’n 5000 actieve leden hebben.



zie ook: