Achtergrond informatie - Turkije

"troje"


inleiding


Troje lag bijzonder strategisch in het noordwesten van het huidige Turkije aan de Dardanellen. De Dardanellen verbindt de Egeïsche Zee met de Zee van Marmara. De zee kwam tot dicht bij de benedenstad en men was er verzekerd van een harde betrouwbare wind voor handelsschepen.

 

De eerste archeologen werden met argwaan bejegend daar altijd gedacht werd dat “Troje” een legende was. Ook nu is nog steeds twijfel maar dan over de plek van de opgravingen. Is  Troje wel groot genoeg was voor het Troje van de Griekse schrijvers?

 

Als Homerus het verkeerd voor had, dan ligt er, ofwel op een andere plaats aan de Dardanellen, ofwel verder weg, nog een tweede, mogelijk groter Ilium/Troje. Hoewel het onomstotelijk kwam vast te staan dat de stad Troje echt bestaan had, riep de opgraving ook grote vragen op. Er werd namelijk niet één stad gevonden maar een heel stel steden boven op elkaar. Troje wordt verdeeld in 9 lagen, die elk zelf in nog weer meer bouwperiodes worden verdeeld.

 

De oudste is van het 3e millennium v.Chr., de jongste uit de Byzantijnse tijd. De stad was dus meerdere malen verwoest en vervolgens op de puinhopen van de vorige weer opgebouwd.


geschiedenis


Het ontstaan van Troje I is ongeveer in het jaar 2920 v.Chr. geweest toen de eerste nederzetting daar was. Troje II ontstond vier honderd jaar later en zou bestaan hebben uit een welvarend paleis- of tempelcomplex dat het hoogste deel van de stad innam.

 

Weer honderd of tweehonderd jaar later zou door de een of andere reden het paleis- of tempelcomplex verwoest zijn – er wordt besloten deze niet meer op te bouwen maar deze te vervangen door meer woonhuizen. In het jaar 2200 t/m 1900 v.Chr. (Troje IV) gaat het wat minder goed met de stad maar t.t.v. Troje V (twee honderd jaar later) bloeit de stad weer op.  

 

Tussen de jaren 1700 – 1240 (Troje VI) is de stad een machtig en groot bolwerk met een imposante burcht op de top van de heuvel. Waar een ieder Troje van kent (de beroemde Trojaanse oorlog) valt onder het tijdsperk Troje VIIa en valt tussen het tijdspad 1240 en 1180 v.Chr. De jaren tot 1000 v.Chr. (Troje VIIb) blijft Troje belangrijk maar wordt nooit zo meer machtig als het daarvoor was. T.t.v. Troje VIII (ca 700 – 85 v.Chr.) was het een Griekse stad – een redelijk machtige stad aan de Egeïsche Zee.

 

Tot het jaar 500 zou het in Troje IX een Romeinse stad worden – welvarend door bezoeken en giften van keizers en rijke Romeinen. Tenslotte zou het tot de helft van de 12e eeuw een Byzantijnse stad worden – een bescheiden nederzetting. Daarna zou het verlaten worden tot de archeologen het terugvonden in de moderne tijd.



Trojaanse oorlog


Homerus behandelt in zijn epos de Ilias de wrok van Achilles gedurende de Trojaanse Oorlog. Homerus leefde rond 800-750 v.Chr. en zal dus geen ooggetuige zijn geweest, noch zal hij die ondervraagd kunnen hebben over de oorlog.

 

In de periode die hieraan voorafging is het verhaal over de oorlog mondeling doorverteld en ondertussen nog wat aangedikt.

 

Ook niet onwaarschijnlijk is dat achter het verhaal mettertijd een betekenis werd gezocht en een moraal aan het verhaal werd toegevoegd, aangezien het in de tijd van Homerus een geliefd verhaal was.

 

Hoewel de meeste oude Grieken de (mythische) ontvoering van Helena als aanleiding van de Trojaanse Oorlog beschouwden, wordt aangenomen dat de oorlog ter wille van economische belangen werd gevoerd.

 

Het jaar 1184 v.Chr. is thans de meest geaccepteerde datum voor de Trojaanse Oorlog maar niets is met zekerheid te zeggen.


aanleiding


Volgens legende was “Paris”, de tweede en jongste zoon van koning “Priamus” van Troje samen met m’n grote broer “Hector” in Griekenland om een vredesverdrag te tekenen. Paris schaakte Helena, de vrouw van de machtige koning van Sparta “Menelaos”. Paris wilde Helena niet achterlaten en nam haar mee naar Troje. Wanneer Menelaos de verdwijning van zijn vrouw ontdekt zit die al ver weg, in de Trojaanse paleizen.

 

Menelaos voelt zich beledigd en zint op wraak.  Menelaos gaat naar zijn broer Agamemnon en legt alles uit. Door een eed waren allen die destijds naar de hand van de schone Helena dongen verplicht diegene te verdedigen tegen elkeen die met hem zou twisten. Ze besluiten vervolgens om alle Grieken samen te roepen op het eilandje Aulis, om vandaaruit ten oorlog te trekken tegen de Trojanen. Agamemnon zal de vloot aanvoeren.

 

Daarna kwamen de Grieken voorzien van hun uitrustingen met hun schepen samen in Athene. Dit waren de 47 leiders van de Grieken, die een totaal van 1.202 schepen met zich mee brachten. De belangrijkste Griekse personen die mee gingen waren; de bijna onkwetsbare Achilles (zijn moeder heeft hem als baby in de rivier de Styx ondergedompeld, zodat hij onkwetsbaar is geworden.

 

Enkel op de plaats waar ze hem vasthield, aan zijn hiel, is hij zwak), zijn goede vriend en neef Patroklos, de oude en wijze Nestor, de beresterke Ajax, de vriend van Hercules Philoctetes met boog en pijlen van Hercules, de slimme en listige Odysseus, de ziener Kalchas, en de dappere Diomedes.


de strijd


De pestepidemie die de Grieken bijna de das had omgedaan stopt, en de strijd met de Trojanen breekt weer los als nooit tevoren. Er wordt al 10 jaar gevochten. Maar hoe dapper de Grieken ook vechten, ze blijken Achilles niet te kunnen missen. Ze worden meer en meer teruggedrongen naar hun eigen legerkamp.

 

De Trojanen dreigen zelfs het kamp en de schepen van de Grieken in brand te steken. De Grieken begrijpen dat het zo niet langer kan en Agamemnon besluit Briseish, het slavenmeisje dan toch maar terug te gaan brengen naar Achilles. Zijn pogingen zijn vergeefs: Achilles is zo diep gekwetst dat hij blijft weigeren mee te vechten. Achilles' soldaten en zijn vriend Patroklos zien de Trojanen dichter- en dichterbij komen.

 

Patroklos vraagt Achilles of hijzelf dan tenminste toch mag gaan meevechten. Eventueel met de wapenrusting van Achilles aan, zodat de Trojanen denken dat Achilles zelf terug is. Achilles geeft Patroklos daarvoor toestemming. Patroklos is dolblij en trekt meteen ten strijde. Het plan lukt: de Trojanen denken inderdaad dat Achilles zelf terug is, en ze wijken terug tot achter hun stadsmuren. Hektor doorziet echter Patroklos' plan. Met behulp van Apollo doodt hij Patroklos en rooft diens wapenuitrusting. 

 

Wanneer Achilles op de hoogte wordt gesteld van Patroklos' dood, is hij onmiddellijk bereid om weer mee te doen. Hij wil wraak nemen op Hektor. In een geweldig gevecht doodt hij Hektor, maar nog is zijn woede niet gekoeld. Hij hangt Hektors lijk achter zijn strijdwagen en dagelijks rijdt Achilles met zijn strijdwagen rond, met erachter het lijk van Hektor. Ontzet zien de Trojanen dit tafereel aan vanaf de muren van hun stad.

 

Koning Priamus, Hektors vader, kan dit niet meer aanzien. Op een nacht gaat hij, beschermd door Hermes naar het Griekse kamp en vraagt Achilles om het lijk van zijn zoon los te kopen. Achilles stemt aanvankelijk met tegenzin toe en de Trojanen begraven Hektor waardig. Na Hektors begrafenis bleven de Grieken aan de winnende hand. Achilles had bijna de stadspoorten van Troje geopend, toen Paris hem, geholpen door Apollo, met een pijl trof in zijn hiel, waarna de held stierf.

 

Dagenlang rouwden de Grieken, tot Nestor hen weer tot orde riep waarna de strijd werd hervat. Ook Paris, de oorzaak van alle ellende, kwam ten val toen een pijl van hem doodde.



het houten paard


Na 10 jaar oorlog raadde de ziener Kalchas de Grieken aan om de stad met een list in te nemen, daar geweld blijkbaar geen oplossing bood. De sluwe Odysseus kwam met het plan: de Grieken bouwden een metershoog houten paard waarin ze soldaten verstopten. 

 

Het plan vereiste dat de Trojanen, in hun overwinningsroes het paard de stad in zouden slepen en zouden feesten, waarna ze kwetsbaar zouden zijn. De Grieken braken hun kamp op en deden of ze terug naar huis gingen. In werkelijkheid lieten ze hun schepen echter voor anker gaan bij het eiland Tenedos waarbij een Griek zou achterblijven.

 

De Trojanen kwamen buiten de stad en stonden stomverbaasd rond het paard. Ze vonden ook Sinon, de achtergebleven Griek, die hen vertelde dat hij was achtergelaten door de Grieken en dat de Grieken naar huis waren; het paard was een geschenk voor de overwinnaars. Uitgelaten haalden de Trojanen het paard naar Troje en een feest barstte los. 

 

De Trojanen lagen allemaal dronken te slapen en Sinon vond de tijd rijp om met een fakkel een teken te geven naar de schepen die even verderop lagen en bevrijdde zijn makkers uit het paard; dezen openden de poorten van de stad. De Trojanen, weliswaar in de meerderheid, hadden vanwege het verrassingseffect en de drank geen enkele kans en werden afgeslacht.

 

Ook koning Priamos werd door Achilles' zoon Neoptolemos gedood en Andromache, de weduwe van Hektor, werd door hem als buit meegevoerd naar zijn vaderstad Epirus. Haar zoontje Astyanax werd van de stadsmuur van Troje geworpen.


film


"Troy" - (2004; 7,1)

Het is 1193 voor Christus. Paris, de prins van Troje, wordt verliefd op Helena, koningin van Sparta, en Helena gaat met hem mee naar Troje, zonder dat haar echtgenoot -koning Menelaos- dat weet.

 

Dit zorgt er voor dat beide koninkrijken in oorlog met elkaar raken. Rond de stad Troje wordt op bloedige wijze met elkaar gevochten. 



zie ook: