Obidos en Alcobaca

Reisverhalen - Portugal



inleiding


Aangekomen in Obidos, miezert het nog steeds als we een weggetje naar boven lopen en daar een cafeetje zien waar we een lekkere bak koffie halen en een “pastel” (een melkpastei die prima smaakt).

 

Als we buiten komen regent het nog een beetje en we zien busladingen toeristen vanaf het parkeerterrein onze kant oplopen. Wij lopen de tegengestelde richting op weg naar het toeristeninformatiepunt om hopelijk die verschrikkelijke zware tas te dumpen.

 

Er wordt een vrouw geroepen die druk bezig is het verkeer te regelen op het parkeerterrein en deze schijnt een sleutel te hebben voor een klein houten huisje met fietsen en daarin mogen we onze tassen even neerleggen.


het koninklijke ginja


Eerst door de stadsmuren heen waar een meneer onder een luifel gitaar aan het spelen is in de ene hoek en in de andere zit een vrouw te borduren met een groot bord voor zich met haar werk. Tussen de stadsmuren in zijn op de muur prachtige tegels aangebracht met nog mooiere voorstellingen.

 

Binnen is een labyrint van witte huizen met gele, blauwe en rode verf. De regen is gestopt en we zien de vele “ginja” (likeur gedronken in een chocolade kopje) advertenties. Dat gaan we later doen, eerst genieten we van het zeer smalle hoofdstraatje en de vele kleine zijstraatjes die zowel omhoog- als omlaag gaan. Bloempotten, versiersels, beschilderingen en vele souvenirs doen het straatje als een kermisattractie uitzien.  

 

Een pleintje met een kerk, meer bloempotten en dan doemt het kasteel voor ons op waar we al een tijdje de echte kasteelmuren van hebben gezien. Er zit zelfs een “pousada” in het kasteel en we gaan even kijken wat de prijs is: goedkoopste is 230 euro per nacht.

 

We wandelen een stukje over de muren met zicht op het stadje met al z’n daken, patio’s, tuinen etc. en lopen dan terug om een “ginja” te proberen; we zoeken waar we het 1 euro uithangbord zagen en drinken dan onze likeur op uit een piepklein chocolade kopje; het is rood, zoet en heerlijk en daarna mag je je eigen kopje opeten.

 

Op de terugweg zien we nog een goed voorbeeld van dierenliefde. Vanwege de regen heeft een stel een kattenhuisje gemaakt helemaal ingepakt met plastic tegen de regen. We zien de kat kijken en zien hem denken waarom ze dit gedaan hebben? Dit is een doodskist en nog vochtig ook! We wandelen rustig terug, halen onze grote tassen op en gaan dan naar waar wij de bus naar Alcobaca moeten nemen.

 

Opgelucht halen we adem als er drie kwartier later een bus komt aanrijden.



Mosteiro de Santa Maria de Alcobaça


Aangekomen in Alcobaca en een tevergeefse wandeling naar een camping die niet meer bestaat en een bezoek aan het informatiecentrum wandelen we naar waar we voor gekomen zijn deze middag. Een prachtige kerk of klooster in de verte met verschrikkelijke grote pilaren; het ziet er gerenoveerd uit en alleen omdat het zo groot is imponeert het. 

 

Maar eerst gaan we het echte klooster in Mosteiro de Santa Maria de Alcobaca . Een grote kamer met grote beelden van heiligen gok ik met daaronder prachtige blauwe en witte tegeltjes en iets wat lijkt op een grote Asterix & Obelix kookpan. Een patio met sinaasappelbomen en grote galerijen met groteske lampen erin.

 

Dom Henriques, de eerste koning van Portugal heeft dit laten bouwen als eerbetoon na de slag bij Santarem die gewonnen was op de Moren en er woonden op het hoogtepunt zo’n 999 monniken in die eerst boer waren, toen leraar en zich daarna hebben beziggehouden met potten en pannen maken en beelden van steen, hout en klei.

 

Dat laatste zien we ook weer terug in de volgende grote vertrek waar wederom grote beelden staan.  

 

Franse tuinen

Op de eerste verdieping is het uitzicht is over een echte 16e-eeuwse tuin met een labyrint aan heggen, die doen denken aan dat spelletje.  Door een raam hebben we ook uitzicht op de twee tombes van Dom Pedro en z’n geliefde Dona Ines.

 

Boven is een zeer grote ruimte waar je een knalfuif kan geven met een heleboel zuilen en voor de rest is de ruimte helemaal leeg. Terug beneden belandden we in de keuken, met een waterpartij die afkomstig is rechtstreeks uit de rivier – een manier om de verste vis te vangen wat je maar kunt bedenken.

 

Grote waterteilen met kranen met afbeeldingen en een afzuigkap, zo groot, de grootste die ik ooit gezien heb. En om het feest compleet te maken staan er twee grote stenen snijtafels. In de laatste grote ruimte wederom beelden en een aantal niches; een ding valt op. Er is een heel klein deurtje wat naar buiten leidt; als de monnik er niet door paste, moest hij vasten totdat hij weer “normaal” naar buiten kon. We gaan kijken naar de twee tombes van de twee geliefden; Dom Pedro en Dona Ines.

 

Het is een huiveringwekkend verhaal waar Dona vermoord werd om haar maar niet te laten trouwen met de troonopvolger terwijl ze in het geheim al getrouwd waren. Toen hij koning werd kroonde hij haar alsnog koningin en nam eerst het hart uit en at het daarna op van al haar moordenaars. De graven zien er zeer gerenoveerd uit met sommige stukken die ontbreken; de Fransen hebben in de graven gezocht naar edelstenen en zien niet echt zachtzinnig te werk gegaan.


zoektocht naar de camping


Nadat we onze tassen bij het informatiecentrum hebben opgehaald lopen we terug naar het busstation waar we blijkbaar een bus moeten nemen naar de camping die ons bij het centrum is aangeboden.

 

Twijfel alom als we gemaand worden uit te stappen bij de camping die dan nog een kilometer lopen is. We vragen rond en begrijpen er niets van. Een andere man verderop zegt dat we nog 300 meter veder moeten lopen en dan links.

 

We lopen langs de weg terwijl de auto’s langscheuren en gaan bij de eerste weg linksaf de heuvel op. Wijnranken en eucalyptus bomen maar geen camping in zicht. Dan houden we weer een auto aan en na wat doorvragen zegt ze dat we terug moeten en wederom rechtdoor moeten lopen, daar is de camping. We gaan de hoek om en zien plaatsen genoeg waar de bus ook gestopt zou kunnen hebben en zien dan een campingbordje “Silviera”.

 

Een groot eucalyptus bos met een oprijlaan en we zien aan beide zijden plaatsen waar we onze tent kunnen opzetten. Ik zet m’n tent helemaal achterin op, waar het wel ietwat naar pies ruikt. Het is aardedonker, muisstil als ik naar m’n tent loop om m’n was spullen te pakken en een hete douche te nemen en daarna terug te zoeken naar mijn tent.



obidos - tips & advies (2011)


Er is geen echt busstation in Obidos. De meeste bussen stoppen langs de “Rua Direita”. Vraag even bij het huisje daar naar bus tijden en bestemmingen.

 

Het busstation in Alcobaca ligt vlakbij het auto parkeerterrein en zo’n 500 meter bij het centrum vandaan.

 

Obidos – Alcobaca: er zouden een paar bussen rijden maar er gaat er in ieder geval eentje even na twaalf uur ‘s middags. Deze brengt je in 45 minuten naar Alcobaca.

 

Alcobaca – Tomar: er gaat een bus om 07:30 en om 17:30. Beiden doen er ongeveer 2 uur over.


  • Naam : camping Capuchos (Silviera)

Prijs : 6 euro (2,75 euro pp + 3,25 per tent)

 

Inhoud:

Omdat “Parque de Campismo” gesloten is in Alcobaca zelf is dit waarschijnlijk de enige andere optie in de regio als je wilt blijven kamperen. Je kunt er zoals gezegd met het openbaar vervoer komen maar beter is om eerst goed te onderzoeken hoe je hier het beste kunt komen.

 

Je kunt hier prima je tentje opzetten voor een zeer schappelijke prijs. Er is een groot washok.



zie ook:




meer links:


Rhodos-stad

GRIEKENLAND

Hoge muren en torens in Rhodos-stad die talloze keren belegerd is geweest in z'n geschiedenis. 

Concarneau

FRANKRIJK

Vestingstad Concarneau ligt op een ommuurd eiland in de monding van een rivier in Bretagne.