Bezienswaardigheden - Nederland

soestdijk, soesterduinen e.o.




inleiding


De gemeente Soest ligt in het noordoosten van de provincie Utrecht midden in het land. De stad Soest ligt om de zogenaamde Soester Engh heen waarbij de oude dorpskernen Soest-Zuid, Soest (centrum) en Soestdijk (met gelijknamige treinstations) aan de oostkant als een omgekeerde man om de groene heuvel heen liggen.

 

In het noorden van de woonplaats van Herman van Veen ligt paleis Soestdijk, ooit het “thuis” van Koningin Juliana en prins Bernard met z’n prachtige tuinen.

 

Iets ten westen van het paleis ligt het lieflijke gehucht Lage Vuursche bekend vanwege z’n dorpse aanblik, thuis van prinses Beatrix en het graf van prins Friso. Soesterberg ligt juist ten zuiden van Soest en is natuurlijk bekend geworden vanwege de (militaire) vliegbasis aldaar en z’n vele militaire oefenterreinen. Daartussenin liggen de unieke Soesterduinen met heel veel groen. 


highlights


Soest: 

Bestaande uit drie losse oude dorpskernen die inmiddels aaneen zijn gesloten door woningbouw heeft Soest niet echt grote bezienswaardigheden. Het meest opmerkelijke is de groene heuvel in het midden van de stad. Op de Soester Engh vindt o.a. akkerbouw plaats en zijn een aantal wandel- en fietspaden aangelegd.

 

In 2008 is de oude herbouwde stellingkorenmolen de Windhond weer in gebruik genomen. Het meest fraaie stukje Soest is de karakteristieke Kerkebuurt met in het midden de van oorsprong 13de eeuwse “Petrus en Pauluskerk”.

 

Daarnaast is er Huize St. Jozef, het voormalige klooster uit 1868. Tegenwoordig is in het pand het museum van Soest gevestigd. Tenslotte is daar de boerderij het Gagelgat gebouwd in het jaar 1712.

 

Bekend geworden van het TV programma “het  mooiste pand van Nederland” is dit tevens een van de oudste langhuisboerderijen uit de streek. 


Soesterduinen:

Ten zuiden van Soest liggen de prachtige Soesterduinen bestaande uit de Lange en Korte Duinen. Dit gebied, dat zich kenmerkt door omvangrijke zandverstuivingen, en dat daarnaast uit heideterreinen en bossen bestaat, vormt een deel van de noordelijke rand van de Utrechtse Heuvelrug.

 

De Lange en Korte Duinen zijn de grootste en laatste min of meer open zandverstuivingen op de Utrechtse Heuvelrug. Plekken waar zand nog vrij kan stuiven zijn in Nederland zeldzaam.

 

De kenmerkendste planten van de stuifzanden zijn de verspreid staande jeneverbesstruiken. Bij de overweg van de N413 en de spoorlijn Utrecht-Amersfoort ligt het villadorp Soestduinen, dat ontstaan is in 1863, toen tijdens de aanleg van de spoorlijn hier een station werd gebouwd. 

 

De Utrechtse Heuvelrug: 

De Utrechtse Heuvelrug is een stuwwal die is gevormd door opschuivend landijs in de voorlaatste ijstijd, het Saalien. In de op het Saalien volgende warmere periode was Nederland vrijwel geheel bedekt met loofbomen. Na opnieuw een ijstijd waarin alle vegetatie verdween en de wind vrij spel had, werden dikke zandpakketten afgezet tegen de heuvelrug. Het klimaat werd warmer en natter en de loofbossen groeiden terug.

 

In de Middeleeuwen volgden grootschalige houtkap en intensieve begrazing waardoor uitgestrekte heidevelden ontstonden en later stuifzanden. Toen de schapen van de Utrechtse Heuvelrug verdwenen veranderde de heide op veel plaatsen weer geleidelijk in bos en raakten ook de stuifzanden weer (deels) begroeid.

 

Ook in 2006 volgde weer een grote hersteloperatie waarbij veel bomen en struiken zijn weggehaald om de “duinen” te bewaren.


Soestdijk (paleis):

Rond 1650 liet de toenmalige burgemeester van Amsterdam aan de weg tussen Baarn en Soest een buitenverblijf bouwen vernoemd naar de daar aanwezige Soestdijk. In 1674 werd de hofstede verkocht aan (stadhouder) Willem III van Oranje. Gedurende de tijd van z’n opvolger (Willem IV) werd Soestdijk vooral als zomer residentie gebruikt.

 

Het paleis werd door de Fransen als oorlogsbuit in 1795 ingenomen en vervolgens aan het Nederlandse volk geschonken.

 

In 1799 werd het verhuurd en bestemd tot logement. Koning Lodewijk Napoleon nam het uitgewoonde paleis in 1806 in gebruik en liet een kleine uitbreiding aan het paleis bouwen. In diezelfde tijd liet hij ook het omringende park herinrichten.

 

Nadat de Fransen waren verdwenen werd het paleis door het Nederlandse volk cadeau gedaan aan kroonprins Willem, de latere koning Willem II voor z’n inspanningen bij Waterloo. Het paleis werd uitgebreid met twee vleugels aan weerszijden van het hoofdgebouw geïnspireerd op het tsarenpaleis in Pavlovsk in Rusland, het geboorteland van zijn echtgenote Anna Paulowna.

 

Na haar dood in 1865 ging het paleis over naar prins Hendrik, broer van koning Willem III en daarna door Koningin-moeder Emma die het paleis ook als zomerverblijf gebruikte tot haar dood in 1934.

 

Wederom verbouwen

Er volgde een grootschalige verbouwing voordat prinses Juliana en Bernhard Soestdijk als permanente woning gingen gebruiken. O.a. werd een ondergrondse bioscoop, een grote keuken in het souterrain, werkkamers, eetkamer, bibliotheek en een turnzaal ingericht. In 1937 betrokken Juliana en Bernhard het paleis. Voor het eerst in zijn geschiedenis werd het de permanente woning van een gezin.

 

Al hun kinderen, met uitzondering van prinses Margriet, werden op Soestdijk geboren. Bij de Duitse inval in 1940 week het gezin uit naar het buitenland. Opnieuw herbergde Paleis Soestdijk buitenlandse militairen, ditmaal Duitse officieren. Pas in 1945 keerde de koninklijke familie terug naar paleis Soestdijk. In 1948 werd het paleis officieel hoofdresidentie en werd voor o.a. gesprekken met de minister-president gebruikt.

 

Ook werden de verlovingen van de prinsessen rechtstreeks vanuit het paleis op tv uitgezonden. Jaarlijks werd op 30 april door vele vertegenwoordigers van de samenleving een bloemenhulde gebracht aan de jarige vorstin. Na haar troonsafstand op 30 april 1980 bleven Juliana en Bernhard wonen in het Paleis Soestdijk. Juliana en Bernard werden beide in 2004 opgebaard in hun geliefde gebouw. Het Koninklijk Huis heeft daarna geen behoefte meer getoond aan gebruik van het moeilijk te beveiligen paleis. In 2006 werd het paleis inclusief de tuinen opengesteld voor het publiek, nadat bijna alle privébezittingen naar familie was gegaan.

 

Op 19 mei 2009 onthulde koningin Beatrix in de voortuin voor het paleis een bronzen beeld van haar ouders. 

 

Heden: 

Momenteel (2017) kun je het paleis en de omringende tuinen voor 15 euro entree bezoeken in het weekend (vrijdag t/m zondag). Plannen voor de toekomst zijn een mix van een (museum) bezoek van wel/niet rondleiding in de Koninklijke vertrekken en culturele (tijdelijke) exposities. Hoogtepunten zijn de witte eetzaal, de Waterloo-kamer, de werkkamers van Juliana en Bernard, bibliotheek en de stuc-kamer. 


>>> Lees ook alles over Paleis het NOORDEINDE in Den Haag. 



Soesterberg (voormalige vliegbasis):

Het begint allemaal met twee autohandelaren die in 1910 op een heideveld nabij Soesterberg een vliegveld inrichtten. Drie jaar later koopt de Staat de failliete boedel op en richt hier de voorloper van de Koninklijke Luchtmacht op.

 

Het militaire vliegveld wordt opgeknapt, uitgebreid met nieuwe hangars en loodsen en er komt een hoog hek omheen te staan. Tot 1935 zou Soesterberg het enige militaire vliegveld van Nederland blijven.

 

WW2:

De basis werd in de oorlogs-Meidagen in 1940 door de Luftwaffe gebombardeerd. Direct na het einde van de strijd herstelden de Duitsers het vliegveld (toen “Fliegerhorst” genoemd) en bouwden het uit tot een groot complex met drie startbanen, rolbanen en uitgestrekte verspreide opstelplaatsen (Luftparken) voor vliegtuigen (tot aan Amersfoort toe) en veel nog bestaande kampementen in de omgeving.

 

Soesterberg was zeer geschikt voor het stationeren van zware vliegtuigen en eind juli 1940 werd het de thuisbasis voor Heinkel He 111 bommenwerpers. Zij bleven tot eind juni 1941 aanwezig en namen deel aan de slag om Engeland en legden later mijnen in de Britse kustwateren en vielen koopvaardijschepen aan. Tussen eind 1941 en 1944 voerden Dornier Do 217’s bombardementsvluchten uit vanaf Soesterberg.

 

Zij richtten zich op scheepsdoelen en op steden en havens in Groot-Brittannië. Jachtvliegtuigen en nachtjagers maakten slechts incidenteel gebruik van het vliegveld. In de oorlogsjaren waren tussen de 3.000 en 5.000 Duitse militairen gelegerd op de basis. Toch zou de vliegbasis niet zo’n belangrijke rol als bijvoorbeeld Deelen, Gilze Rijen en Leeuwarden. Ondanks de activiteiten van de Luftwaffe bombardeerde de RAF tussen 1940 en 1942 maar sporadisch het vliegveld.

 

Pas vanaf begin 1944 nam de intensiteit toe en op 8 maart 1944 raakte het vliegveld tijdelijk buiten gebruik na zware Amerikaanse aanvallen. Op 11 april 1945 verlieten de Duitsers het vliegveld definitief. Ze lieten de startbanen en een groot deel van de infrastructuur zwaar beschadigd achter.

 

In 1951 was de vliegbasis weer herbouwd en operationeel. Vanaf 1954 werd er een Amerikaanse formatie gestationeerd die het “Camp New Amsterdam” noemden. Er werden o.a. betonnen “shelters” gebouwd die de nieuwe Amerikaanse straaljagers beschermden.

 

De vliegbasis werd nationaal bekend vanwege z’n fameuze NATO luchtshows. Maar er stonden ook constant 2 jagers klaar in de zogenaamde "Zulu" alarm hangaar aan het westelijk eind van de startbaan, die binnen enkele minuten in de lucht konden zijn om te helpen ons luchtruim te verdedigen. Toen de Koude oorlog was afgelopen werd besloten squadrons op te heffen en de rest te verplaatsen naar Gilze Rijen.

 

Opheffing basis: 

In 2008 werd de basis officieel opgeheven en kreeg het de naam “park vliegbasis Soesterberg” en zou primair gaan dienen als natuurgebied. In 2014 opende het nieuwe opgerichte en prominent aanwezige “defensiemuseum” zijn deuren op het terrein. De landingsbaan van 3,3 kilometer lengte blijft liggen, omdat het onhaalbaar is de ruim een meter dikke betonlaag te verwijderen.

 

De baan blijft liggen ter herinnering aan het vliegveld. De nog bestaande commandobunker vormde een cruciale schakel in de Duitse commandovoering op de basis; onder deze bunker bevindt zich een onderaardse gang van circa 100 meter lang. Andere onderdelen van de voormalige basis die je nog kunt zien zijn o.a. de verkeerstoren gebouwd in 1952 en een aantal “shelters”; deze zullen voor culturele activiteiten worden gebruikt en/of als schaapskooi.

 

Er is het na geconstrueerde luchtvaargebouw uit 1910, een oude hangar, (Duitse) personeel bunkers, -munitiebunkers en – kerosinebunkers. Naast het vlieger monument is er een nieuw aangelegd en indrukwekkende herinneringstuin. Tenslotte staat in de zuidwesthoek van de vliegbasis “Camp New Amsterdam” waar vanaf 2016 de goudvoorraad naartoe werd getransporteerd. 


>>> Lees hier de WW2 geschiedenis over de landingsbaan in Bergen (NH)


Lage Vuursche: 

Het dorp “Lage Vuursche” ligt in een zeer bosrijke omgeving op de Utrechtse heuvelrug iets ten westen van paleis Soestdijk. Het heeft een beschermd dorpsgezicht met enkele achttiende- en negentiende-eeuwse huizen en telt tientallen rijksmonumenten zoals het Elisabeth klooster, kasteel Hooge Vuursche en landgoed Pijnenburg.

 

Het dorp wordt, naast veel wandelaars en wielrenners, ook veel bezocht door dagjesmensen. Er zijn talloze gezellige terrassen, restaurants waarvan de meeste gespecialiseerd zijn in pannenkoeken.

 

De bekendste persoon uit het dorp moet voormalig atlete Fanny Blankers-Koen zijn die tijdens de Olympische Spelen in 1948 in Londen vier gouden medailles won. Tegenwoordig is voormalig Koningin Beatrix de meest bekende inwoner van Lage Vuursche. Sinds 1963 is zij eigenaar van landgoed “Drakensteyn”. In het jaar 1360 is voor het eerst geschreven over een hofstede Drakesteyn die in 1385 aan Frederik van Drakenburg werd beleend. Het opmerkelijke volledige symmetrische achthoekige huis werd in 1640 gebouwd, hetzelfde jaar als het dorpje werd gerealiseerd.

 

In Oranje's handen: 

Na verschillende eigenaren kwam het in 1959 in handen van toen nog prinses Beatrix die het volledig liet renoveren. In de tijd dat zij Koningin was (en in Den Haag woonachtig was) werd Drakensteyn gebruikt als buiten- en gastenverblijf. In 2014 zou zij, wederom als prinses, terugkeren in Lage Vuursche. Direct naast het zwaar beveiligde Drakensteyn ligt de uit 1650 daterende “Stulp”kerk.

 

In de kerk bevindt zich de zogenaamde Koninginnebank, een bank die in gebruik was bij de Nederlandse koninklijke familie totdat koningin Beatrix in 1981 naar Den Haag verhuisde. De achterste bank was voor de koningin, de voorste voor het hofpersoneel. In 1988 zijn preekstoel en koninginnebank verplaatst. Ook de koninginnen Emma en Wilhelmina hadden hier een eigen zitgelegenheid. De bank is voorzien van een eigen toegang naar buiten zodat een koninklijk gezelschap niet de hele kerk door hoefde om hem te bereiken.

 

Tussen de kerk en Drakensteyn ligt de kleine begraafplaats waarop sinds 2013 voormalig prins Friso begraven ligt, het tweede kind van kroonprinses Beatrix en prins Claus. Friso werd tijdens een ski-vakantie in Lech Oostenrijk bedolven onder een sneeuwlawine. Na maandenlang in coma te hebben gelegen overleed de prins op 44 jarige leeftijd. In de oude kerk van Delft vond een intieme herdenkingsbijeenkomst plaats waar o.a. zanger Bono, Kofi Annan en bisschop Desmond Tutu aanwezig waren.


De Pyramide van Austerlitz 

De Pyramide van Austerlitz is gelegen op het hoogste punt van de Utrechtse Heuvelrug.

 

In 1804 liet generaal Marmont de piramide bouwen door het Frans-Bataafse leger, als eerbetoon aan zijn vriend en voorbeeld Napoleon Bonaparte. Bijkomend probleem was dat de soldaten, zich toen gezeteld in “kamp van Utrecht”, zich rot verveelde en om ze bezig te houden en in het gareel was dit een uitermate leuke en leerzame bezigheid.

 

Geïnspireerd door diens veldtocht naar Egypte, koos Marmont voor een piramide, bekroond met een obelisk. Deze obelisk was van hout en raakte snel in verval. Napoleons broer Lodewijk Napoleon, in die tijd koning van Holland, gaf het monument de naam Pyramide van Austerlitz naar de veldslag in het huidige Tsjechië.

 

Een nieuwe obelisk: 

In 1894 werd een nieuwe obelisk gebouwd van steen, maar de Pyramide zelf werd nauwelijks hersteld. Hoewel Lodewijk Bonaparte er in 1806 een stad van wilde maken onder meer door het stadsrechten te verlenen, is daar niet veel van gekomen en werd het per 1 januari 1812 door Napoleon ingelijfd bij Zeist.

 

Maar de plaats waar het kampement had gestaan en waar dus ook handel werd bedreven bleef bestaan toen de soldaten verdwenen, hier is ook het dorp Austerlitz ontstaan. “De Pyramide van Austerlitz dankt zijn bezoekers vooral aan de bosrijke omgeving, ons Lunapark en de diverse horeca faciliteiten met zijn ruime terrassen.


>>> Zie ook daar waar de "echte" slag om Austerlitz plaatsvond in het huidige Tsjechië. 



geschiedenis


De oudste sporen van (tijdelijke) bewoning rond Soest zijn teruggevonden in de Soester Duinen. D.m.v. gevonden voorwerpen kan opgemaakt worden dat de regio ongeveer 11.000 jaar v.Chr. door jagersgroepen bevolkt werd. De eerste vermelding van het dorp Soest stamt uit 1028 toen het ontstond als een kolonie uit het nabij gelegen Amersfoort. 

 

De eerste boeren vestigden zich op de zuid oosthelling van de “Eng” dat als buffer diende tegen de vaak overstromende Zuiderzee. Soest was regelmatig het strijdtoneel van militaire gebeurtenissen.

 

Al in 1278 vond op de Engh een veldslag plaats tussen Holland en Utrecht. In de 15de eeuw steeg het aanzien van Soest door de stichting van het klooster Marienburg. In 1650 werd er een begin gemaakt van het latere paleis Soestdijk. Soestdijk werd een dorp met een aantal grote buitens, net als Baarn, terwijl Soest zelf een boerendorp bleef.

 

Soestdijk was rond 1890 een dorp waar de elite uit voornamelijk Amsterdam neerstreek. Zo waren er veel privéhuizen, maar ook verschillende hotels. De welgestelden kwamen naar Soestdijk vanwege de schone lucht en de mooie natuur. Pas rond 1920 groeiden Soestdijk en Soest aan elkaar. In de jaren dertig groeiden ook Soest-Zuid en de buurtschap Soestduinen, met de bouw van vaak grotere villa's. 

 

In de jaren zestig werd het dorp verder 'gemoderniseerd'. Dat hield in dat een aantal buitens gesloopt werd, zodat de oppervlakte van de tuinen extra ruimte opleverde voor woningbouw en omdat het onderhoud van de villa's simpelweg te kostbaar was geworden. De hoofdstraat van Soestdijk onderging een metamorfose.

 

De statige herenhuizen maakten plaats voor winkels en sociale woningbouw. Het dorp was hierdoor minder aantrekkelijk geworden en stuk voor stuk sloten de hotels en pensions hun deuren. In de jaren daarna breidde Soest zich verder uit, met de wijken Klaarwater en Smitsveen in de jaren 70 en Overhees in de jaren 80. De meest recente uitbreiding is de Boerenstreek, waar vanaf 1997 in vier etappes gebouwd wordt.

 

Pyramide van Austerlitz - 2018

Archeologen hebben duizenden vondsten gedaan en sporen ontdekt van het 'Franse Kamp' van Napoleon in Austerlitz, bij Zeist, daar gevestigd tussen 1804 en 1808. Er zijn onder meer tentgreppels, barakken, kookkuilen en een waterput gevonden. De archeologen hebben nu een compleet beeld van een deel van het kamp kunnen krijgen en kunnen nu uitrekenen hoeveel manschappen in dit deel verbleven.

 

Dezelfde soldaten bouwden de bekende Pyramide van Austerlitz, die een stuk van het kamp vandaan ligt. Met de gevonden voorwerpen kunnen de onderzoekers een reconstructie maken van de indeling. Ze hebben al een duidelijk verschil herkend tussen de gedeelten waar de soldaten bivakkeerden en waar de onderofficieren verbleven.

 

Als kers op de taart hebben archeologen in het gebied ook twee prehistorische grafheuvels gevonden, die er vermoedelijk al zo'n 4500 jaar liggen.

 


>>> Zie daar de gehele Nederlandse GESCHIEDENIS



tips & advies (2016)


Soest heeft niet minder dan drie treinstations; Soestdijk (noord), Soest en Soest-Zuid. De lijn loopt van Utrecht naar Baarn en je kunt elk half uur de trein nemen in beide richtingen.

 

Er zijn twee kleine busstations – een bij Soest (noord) en de ander naast treinstation “Soest-Zuid”. 



zie ook: