Achtergrond informatie - Ierland

"bloody Sunday"


"free derry"


Op 5  Januari 1969 hadden verschillende buurt activisten de rol op zich genomen om de Bogside wijk (inclusief Creggan wijken) te beschermen.

 

Er kwam een bord te staan met “je komt nu vrij Derry binnen”. De bescherming werd nodig geacht aangezien leden van de “Royal Ulser Constabulary”  (RUC) de wijk waren ingegaan.

 

Er werden barricades opgetrokken door de mensen uit de wijk om de “RUC” buiten de wijk te houden. Honkbalknuppels werden in de aanslag gehouden alsmede andere wapens om zich in geval van met geweld te verdedigen. Na 6 dagen werden de barricades weer afgebroken en de “RUC” kon weer in de wijk patrouilleren.

 

De spanningen bleven erg gespannen de maanden erna.


slag om de "Bog side"


De spanning zou op 12 Augustus ontaarden in en ware veldslag die bekend zou komen te staan als de “slag om de Bogside”.

 

Een jongensparade die langs de stadsmuren en de Katholieke wijk “Bogside’ zou de aanleiding worden voor een drie daags gevecht tussen unionisten en de politie (en leger) enerzijds en Katholieke bewoners anderzijds.

 

Vanaf de “Rossville” flats bekogelden de Katholieke jeugd de politie met brandbommen en stenen. Doordat hun schilden te klein waren om hun hele lichaam te beschermen en hun uniformen niet vuurvast waren werden veel slachtoffers gemaakt. De pantserwagens mochten niet gebruikt worden.

 

De hele wijk werd vol gesproeid met gasgranaten. Na twee dagen toen vele korpsen van naburige steden waren ingeroepen waren de beide groeperingen uitgeput. Het Ierse leger werd naar de grens met Noord-Ierland gestuurd voor medische ondersteuning. De Unionisten waren als de dood dat Noord-Ierland binnen gevallen zou worden door de Katholieken en eisten ingrijpen van het Britse leger.

 

Op 14 Augustus werden door de politie voor het eerst geweren gebruikt en vreesde de “Bogsiders” voor een slachting. Er werd nu besloten het leger in te roepen om de strijdende partijen uit elkaar te halen. De Bogside zelf zou niet binnen gevallen worden. Het leger werd nu nog door de lokalen als “vriend” beschouwt maar dit zou snel veranderen tijdens de “trouble” perioden. Meer dan 1000 mensen zouden gewond raken tijdens de rellen.

 

De rellen zouden “voer” opleveren voor gewelddadige demonstratie elders in Noord-Ierland. De slag om de Bogside zou te boek komen te staan als de eerste echte confrontatie tijdens de “Troubles”. Tot Oktober zou de situatie onveranderd blijven, daarna werd de militaire politie weer de wijk ingelaten.



ira en "bloody Sunday"


Vanaf Augustus 1969 begon de IRA zichzelf te herbewapenen en nieuwe rekruten aan te trekken voor de strijd. Aan het einde van dat jaar splitste de militaire tak zich op in een officieel en een provisionaal deel. Beiden werden gesteund door de “Vrije Derry” zone bewoners.

 

In de tussentijd verslechterde de relatie tussen het Britse leger en de nationalisten snel.

 

In Juli 1971 werden twee jonge mannen doodgeschoten door het Britse leger. Zo’n 29 barricades werden direct weer neergezet in de Bogside in (London)Derry. Deze keer was “Free Derry” een no-go gebied verdedigd door gewapende leden van zowel de officiele als de provisionale IRA.

 

Vanuit het beveiligde gebied vielen zij het Britse leger aan. Ook werd een bommen campagne ingesteld op het stadscentrum van Derry. In de vrije zone werd gepatrouilleerd door de “Vrije Derry” politie.  

 

De route

Op 30 Januari 1972 werd er een vreedzame, maar door de Britten verboden demonstratie georganiseerd in Derry die zou uitlopen op een drama. De demonstratie, met de Guildhall in het centrum als bestemming, was georganiseerd door de protestantse Ivan Cooper om te protesteren tegen de opsluiting van, voornamelijk katholieke, Ieren in Noord-Ierland, die zonder proces werden vastgehouden. Deze regel werd het jaar ervoor door de Britten ingevoerd. Toen de groep van 15.000 demonstranten uit de Bogside (Creggan street) kwam werden zij omgeleid door “Rossville” straat aangezien het Britse leger “Williams street” had geblokkeerd.

 

Het plan was om naar de “Guildhall” te gaan waar ooit de Engelse corporatie in gezeteld had gezeten. Hier ging het totaal mis omdat een aantal demonstranten (vooral jongeren) zich hier tegen het leger ging keren. Een schietpartij van Engelse soldaten (het elite parachute regiment) was het gevolg. Hierbij werden veertien ongewapende jongens (de meeste waren 17) en mannen neergeschoten.

 

Dertien anderen waren zwaar gewond. Bloody Sunday wordt vaak aangeduid als het escalatiepunt van de dertigjarige burgeroorlog (The Troubles) die in Noord-Ierland plaatsvond. Hoewel de start van de oorlog van de IRA tegen de Britse overheersing drie jaar voor Bloody Sunday was begonnen, was de IRA nog een veel kleinere en zwakkere organisatie – het zou een geduchte tegenstander worden in de jaren die zouden volgen.  

 

Toen vredesbesprekingen tussen de IRA en de Engelse regering af werden gebroken besloot de laatste in te grijpen in de zgn. “no-go” areas zoals in Derry maar ook in Belfast en andere grote Noord-Ierse steden. Oorzaak was dat lokale mensen muren en hekken gingen bouwen om hun wijk te beschermen. De polarisatie was een feit.

 

Toen op 21 Juli 1972 in het korte tijdsbestek van 75 minuten 22 bommen door de IRA werden doen laten ontploffen besloot de Britse regering operatie “Motorman” te starten, de grootste Britse militaire actie sinds 1956 (de Suez crisis).


operatie "motorman"


Er zouden zo’n 22.000 Britse soldaten worden vrijgemaakt voor de operatie die tezamen met pantserwagens en bulldozers de “no-go” gebieden van Noord-Ierland teniet moeten doen.

 

De opbouw van troepen en materiaal waarschuwde de IRA dat er een grote Britse operatie in aantocht was. De operatie zelf begon op 04:00 op 31 Juli 1972 en zou een paar uur in beslag nemen.

 

Grote zware voertuigen zouden de barricades uit de weg ruimen en plaats maken voor de kleinere en de soldaten. De IRA was niet bewapend op dit soort gevechten en zou geen poging doen zich te verdedigen. Belfast en Derry vergde de meeste inspanning; kleinere acties werden ondernomen in steden als “Lurgan”, “Aramagh”, “Coalisland” en “Newry”.

 

Aan het einde van de dag waren alle barricades opgeruimd en was het Britse leger overal weer de baas. Alleen in Derry vielen slachtoffers – twee waren dood, twee gewond. In Belfast werden wat mensen gearresteerd maar er was geen openlijke confrontatie. Een paar uur nadat de operatie was afgeblazen ontplofte in “Claudy” bommen; negen mensen vonden de dood – vijf Katholieken en vier Protestanten.


onderzoeken n.a.v. "bloody Sunday"


N.a.v. de 14 slachtoffers van “Bloody Sunday” werd het “Widgery-tribunaal” opgezet in 1972. Deze achtte de militairen “niet schuldig” aan de dood van de ongewapende slachtoffers in Derry. Wel stelde Widgery, dat het gedrag van de militairen "roekeloos" was geweest. Een diskwalificatie zonder strafrechtelijke gevolgen.

 

De zaak bleef daardoor altijd opspelen en aan de vooravond van het Goede Vrijdagakkoord in 1998 werd overeengekomen om alsnog een grondig onderzoek te laten verrichten. Deze zou tussen 2000 en 2004 plaatsvinden en zo’n 900 getuigen zouden gehoord worden, alsmede 2500 getuigenverklaringen. Eerst in 2007, daarna pas in 2010 werd het rapport openbaar gemaakt.  

 

De Britse premier David Cameron heeft op dinsdag 15 juni 2010 namens de regering in het Britse Lagerhuis zijn excuses aangeboden voor de dood van veertien ongewapende betogers tijdens Bloody Sunday in 1972. De premier deed dit tijdens een presentatie van een langverwacht rapport van de magistraat Mark Saville. Het lijvige rapport verscheen na 12 jaar en de conclusies waren volgens Cameron "schokkend". Volgens Lord Saville was de dood van de veertien betogers "onrechtvaardig en onverdedigbaar".

 

Het onderzoek is het duurste en langste in de Britse justitiële geschiedenis – koste zo’n 400 miljoen pond. In het begin van 2013 werd aan de nabestaanden een bedrag van 50.000 Engelse pond geboden voor de slachtpartij. Ook diegenen die zwaargewond raakten bij de schietpartij in Noord-Ierland, zouden dit bedrag krijgen als schadevergoeding. Het is volgens de BBC niet duidelijk of het aanbod al is gedaan aan de nabestaanden en nog levende slachtoffers.

 

Een advocaat van een van de families noemde het bedrag lachwekkend en beledigend. De ex-militairen (het zou om 20 man gaan nu ruim in de 60 en 70) wacht mogelijk vervolging door de Britse justitie. Het zou de eerste keer zijn dat de betrokken soldaten worden verhoord als verdachten in een moordonderzoek.



films


"Bloody Sunday' - (2002; 7,7)

Zondag 30 januari 1972, Derry, Noord-Ierland. Ivan Cooper is organisator van een geweldloze mars voor gelijke rechten tussen katholieken en protestanten.

 

Maar ondanks zijn overleg met o.a. e Britse ordestrijdkrachten loopt de betoging uit de hand: Bloody Sunday is het resultaat. 



"The Devil's Own" - (1997; 5,9)

De IRA-terrorist Frankie McGuire ontsnapt naar New York waar hij onder de naam Rory Devaney in het huis van de Ierse agent Tom O'Meara woont. Tom weet niets van de echte identiteit van Frankie.

 

Er ontstaan problemen wanneer Tom langzaam achter de ware identiteit van "Rory" komt.



actueel:


November 2015: verdachte opgepakt:

De Britse oud-militair die werd opgepakt vanwege zijn deelname aan een bloedbad in Noord-Ierland in 1972, is op borgtocht vrijgelaten.

 

Hij werd volgens de BBC verhoord in verband met de dood van drie mensen in het Noord-Ierse Londonderry tijdens het bloedbad dat de geschiedenis inging als Bloody Sunday. De 66-jarige man die werd opgepakt behoorde tot het parachutistenregiment van het Britse leger.


zie ook: