Achtergrond informatie - Ierland

"Ierse kwestie" ("the troubles")


inleiding


De “troubles” (probleemperioden) is de aanduiding voor twee perioden van onrust en geweld in de Ierse geschiedenis tussen de Katholieken en Protestanten. De bekendste is die van eind jaren 60 tot 1998.

 

Het eigenlijke conflict is terug te voeren naar 1609 waarbij land van katholieken werd afgenomen en aan (voornamelijk) protestantse Engelsen en Schotten werd overgedragen dat tot ernstige conflicten leidde tussen beide partijen.

 

De Britse regering stelde ook zgn. “Penal” wetten in, waarin religieuze, wettige en politieke rechten van iedereen beperkte tot de staatskerk, de anglicaanse Kerk van Ierland. De polarisatie tussen beiden groepen werd vergroot toen de “Penal” wetten minder streng werden en zowel de Protestanten de Katholieken zich gingen verzamelen en aanvallen op elkaar uitvoerden. Het afschaffen van het Ierse parlement en het invoegen van Ierland in het Verenigd Koninkrijk in 1801 zorgden voor nog meer verdeling.

 

Het was zij die de “Act of Union” aanhingen, de zogenaamde Unionisten en de Nationalisten. Aanvankelijk waren de Nationalisten en Unionisten nog tot compromissen bereid, maar dit verminderde sterk aan het einde van de 19e en begin 20e eeuw. Rond deze tijd kwam daar nog een economisch doel bij, omdat Ulster het meest geïndustrialiseerde deel van Ierland was en daarom erg afhankelijk van de (vrije) handel met Groot-Brittannië en het Britse rijk.

 

In 1905 werd de nationalistische linksgeoriënteerde Ierse politieke partij “Sin Feinn” opgericht dat streefde naar een monarchie zoals Hongarije was t.t.v. de dubbelmonarchie.


verdeling en oprichting "ira"


Nav de beroemde Paasopstand in 1916 werden alle leiders geëxecuteerd, waardoor de Nationalisten verder radicaliseerden. De IRA (voornamelijk ontstaan uit de leden van de Ierse Republikeinse broederschap die in 1858 in de VS was ontstaan) maar ook uit andere radicale partijen, werd opgericht. Michael Collins was de eerste leider. 

 

Een gewapende aanslag op twee politieagenten zorgde voor het begin van een guerrillaoorlog, waarin de IRA tegen Britse troepen streed (de onafhankelijkheidsoorlog). In 1917 werd Sinn Feinn overgenomen door een groep ultranationalisten o.l.v. “Eamon de Valera”, en werd zij voorvechter van een Ierse Republiek.

 

In 1921 viel de IRA uiteen na een interne strijd tussen voor- en tegenstanders van een vredesverdrag met Groot-Brittannië (tijdens de Ierse Burgeroorlog). In de jaren dertig flakkerden de activiteiten van de IRA weer op in de vorm van bomaanslagen. In 1936 werd de organisatie door de Ierse regering verboden.

 

Na WWII hernam de IRA nogmaals haar activiteiten, zij het ditmaal voornamelijk in Noord-Ierland met bomaanslagen tegen openbare gebouwen. In het Anglo-Iers verdrag werd Ierland officieel verdeeld in Noord- en Zuid-Ierland. Het noorden kreeg ook een regering, door Unionisten niet gevraagd, maar wel omarmd. De Nationalisten zagen dit echter als illegaal en tegen de wil in van de meerderheid van de Ieren.

 

Terwijl de steun aan Sin Feinn in de Republiek tanende was wist zij zich in Noord Ierland wel degelijk te handhaven. Het doel van de partij, hereniging van de twee gescheiden staten, bleek voor grote delen van de katholieke minderheid in het noorden, die in de praktijk tweederangsburgers waren, een aantrekkelijk perspectief. De Nationalisten weigerden de politieke situatie te accepteren.

 

De wortels van kwaad waren gelegd voor de jaren 60 – “the trouble” jaren.



het begin van de "real" troubles


Tot 1966 was het relatief vredig in Noord-Ierland (en de republiek), maar dat jaar zag de opleving van de “Ulster Volunteer Force” (UVF), een illegale paramilitaire organisatie, in antwoord op een schijnende opleving van de IRA tegen de tijd van de 50e verjaardag van de Paasopstand.

 

De “UVF” voerde drie moorden uit voordat de daders werden opgepakt en gestraft werden, echter bleef de groep zelf bestaan.

 

Veelal wordt de start van The Troubles in 1968 gezien, toen de “Northern Ireland Civil Rights Association” (NICRA) een vredige mars hield. Feitelijk was de IRA op dat moment onderbezet, had weinig wapens, weinig aanhang en probeerde (uit noodzaak) hun gelijk dus op niet gewelddadige manier te krijgen. Men had hierbij gekeken naar het succes van Dr. Martin Luther King.

 

“Ian Paisley” en andere Unionisten zagen de NICRA als een dekmantel voor de IRA en noemde het een "Trojaans Paard". Geweld brak uit bij verscheidene Burgerrechtmarsen, waarin protestantse loyalisten de protesteerders aanvielen met knuppels.

 

De politie werd beschuldigd van het verdedigen van de loyalisten en het toestaan van het geweld. Het betekende een derde opleving van de IRA in 1968. Het jaar daarop kwam het tot een splitsing tussen de traditionele of rode IRA-leden en de provisionele of groene IRA-leden.

 

De zogenoemde traditionals voerden de strijd met traditionele middelen (bomaanslagen), terwijl de zogenoemde provisionals een stadsguerrilla voerden. De eerste bommen die afgingen waren in feite door de “UVF” in scène gezet om daarmee het gelijk over de beweringen tegen de IRA kracht bij te zetten.


de confrontatie


In 1969 werd de onrust erger, waarbij de barricades werden opgericht in gebieden van Derry en Belfast waar veel nationalisten woonden.

 

Het conflict mondde uit in de zogenaamde “Slag van de Bogside” tussen 12 en 14 augustus in een wijk van Derry, waarin een protestantse mars langs de stadsmuren in een confrontatie uitmondde met de katholieke bewoners van de Bogside en de politie.

 

De Britse regering reageerde door troepen te sturen. De slag zorgde voor veel sektarisch geweld in Belfast, Newry, Strabane en andere plaatsen, waarbij vele huizen verbrand werden en vele mensen gedood werden. De nationalisten beschuldigden de politie van hulp aan (of in ieder geval het niet tegenhouden van) loyalisten in de schermutselingen. De IRA kreeg veel kritiek doordat men de katholieke bevolking van Belfast niet had verdedigd.

 

Het resultaat was dat er zeven doden te betreuren waren, 750 gewonden en 1505 katholieke families uit hun huizen verdreven werden (vijf keer zoveel als uitgedreven protestanten). De Noord-Ierse regering vroeg de Britten om troepen te sturen, deels gedreven door (nogal overdreven) berichten dat de Ierse regering militaire interventie overwoog om de katholieke buurten in Derry te beschermen.

 

De nationalisten verwelkomden aanvankelijk het leger, omdat ze de politie niet vertrouwden. Op 1972 volgde “bloederige zondag” in Derry en een paar maanden later maakte de Britse militaire operatie “Motorman” een einde aan “Free Derry” (een stadszone in Derry waar de IRA de dienst uitmaakte sinds 1969). 

 

Na hardhandig optreden door het leger daalde echter ook het vertrouwen in het leger.



einde aan het geweld?


Toen Noord-Ierland in 1972 onder direct Brits bestuur werd geplaatst, verlegde de IRA zijn actieterrein weer naar Nederland en Duitsland. In 1981 volgen de hongerstakingen; Bobby Sands, IRA leider ging een negental voor en stierf na 66 dagen zonder eten. Hij werd vastgehouden in de beruchte “Maze” gevangenis in Belfast.

IRA aanslag in Roermond: 

Vier Australische toeristen werden  op 27 Mei 1990 op de markt in de Nederlandse stad Roermond onder vuur genomen, terwijl zij foto's maakten van het stadhuis van Roermond. Twee van hen, de 24-jarige Stephen Melrose en de 28-jarige Nicholas Spanos, vonden de dood. Later bleek het om een vergissing te gaan. Een dag later verklaarde een groep van de Noord-Ierse organisatie IRA namelijk dat zij het gemunt had op Britse militairen die in Duitsland, vlak bij Roermond, gelegerd waren.

 

Omdat de Australiërs in een huurauto met een Brits kenteken rondreden, werden zij voor Britse militairen aangezien. Ook wekte het feit dat de toeristen een statief opstelden, argwaan bij de IRA-leden. Enige weken later werden in het Belgisch-Nederlands grensgebied vier personen aangehouden die banden bleken te hebben met de IRA. Zij wisten aanvankelijk te ontsnappen, maar werden later toch gevonden.

 

De door hen gehanteerde wapens bleken ook bij eerdere aanslagen in Duitsland gebruikt te zijn. Het leek dan ook waarschijnlijk dat met deze arrestaties een van de op het vasteland van Europa actieve IRA-cellen was opgerold. De vrijspraak voor de verdachten, die volgde na een proces, gaf in Groot-Brittannië aanleiding tot verbazing en verontwaardiging.

Aan de gewapende strijd van de “Provisionele IRA” kwam in september 1993 voorlopig een einde toen de organisatie een wapenstilstand aankondigde. De pogingen tot een vreedzame oplossing voor het Noord-Ierse conflict te komen mislukte echter waardoor de Provisionele IRA in 1996 opnieuw enkele aanslagen pleegde.

 

In juli 1997 volgde er een tweede bestand. Dit was een voorwaarde voor de toelating van Sinn Féin, de politieke arm van de Provisionele IRA, tot de vredesbesprekingen van september 1997. Op 10 april 1998 (het Goede Vrijdag-akkoord) kwam het tot een vredesakkoord dat zowel door Sinn Féin als door de Ulster Unionist Party werd getekend. In juli 2001 raakte het vredesproces opnieuw in het gedrang doordat de Provisionele IRA nog steeds niet alle wapens had ingeleverd zoals afgesproken in het Goede Vrijdag-akkoord. 

 

Op 28 juli 2005 heeft de "Army Council", het hoogste bestuur van de Provisionele IRA zijn leden opgedragen een definitief einde te maken aan de gewapende strijd. De organisatie deed dat in een op televisie uitgezonden verklaring. In de door Britse media als historisch omschreven verklaring verklaarde de organisatie dat het opheffen van de gewapende strijd diezelfde dag zou ingaan.

 

Op 26 maart 2007 gebeurde wat jarenlang voor onmogelijk was gehouden: Paisley (leider van de unionisten) en Sinn Féin-leider “Gerry Adams” zaten samen aan tafel en besloten samen een regering te vormen. Deze werd op 8 mei gevormd, waarbij Paisley eerste minister van Noord-Ierland werd. In mei 2008 legde de inmiddels 81-jarige Paisley zijn functies als premier en leider van de DUP neer. Zijn opvolger is Peter Robinson. Men is bang dat de strijd door een van de “nieuwe” splinterpartijen van de oude “IRA” ‘(o.a. de “RIRA” - the real IRA) gewoonweg doorgezet wordt.


films


"Patriot Games" - (1992; 6,9)

CIA-agent Jack Ryan (Ford) wordt tijdens zijn vakantie in Londen geconfronteerd met een IRA-aanslag op een lid van het koninklijk huis.

 

Hij verijdelt de aanslag en doodt daarbij een IRA-lid. De broer van de overledene (Bean) zweert wraak. 



"The Jackal" - (1997; 6,3)

The Jackal is een mysterieuze huurmoordenaar die door de Russische maffia wordt ingeschakeld om in een wraakactie de directeur van de FBI om te brengen.

 

De FBI krijgt hier lucht van en ziet zich genoodzaakt de hulp in te roepen van gevangen IRA-terrorist Declan Mulqueen, de enige die The Jackal kan identificeren. 



zie ook: