Achtergrondinformatie - Griekenland

"burgeroorlog" (1942  -1949)


inleiding


Al in 1940 vielen de Italianen Griekenland vanuit Albanië binnen maar zonder succes. Sterker nog ze werden teruggedreven en Mussolini vroeg nazi-Duitsland om hem te helpen. Hitler beducht voor een flankaanval van de Britten, die in Griekenland waren geland, als hij Rusland zou aanvallen ondernam actie.

 

In 1941 viel de Wehrmacht met hulp van Italiaanse- en Bulgaarse troepen nagenoeg tegelijkertijd Griekenland en Joegoslavië binnen. Beiden landen werden ingenomen. Tijdens de Duits-Bulgaars-Italiaanse bezetting leed Griekenland zware ontberingen.

 

De opdeling in bezettingszones veroorzaakte voedseltekorten en hongersnood, terwijl de Bulgaren in hun bezettingszone hard optraden tegen iedere uiting van Griekse cultuur.


tijdens de bezettingsjaren


Door de verschraling in Griekenland en de sancties van vooral de bezettingsmachten van Duitsland en Bulgarije ontstonden al eind 1941 verschillende verzetsgroeperingen, waarvan de communistische EAM een van de belangrijkste was. EDES en EKKA vormden de belangrijkste concurrenten uit liberale hoek.

 

ELAS werd in februari 1942 als militaire tak van de EAM gesticht, en verenigde alle lokale verzetsbewegingen op communistische grondslag onder een opperbevel. Qua professionaliteit en omvang groeide de EAM/ELAS tot veruit de grootste verzetsbeweging.

 

Men streefde naar een monopolie binnen het verzet, en aarzelde niet om concurrenten als EDES, EKKA en de Macedonische verzetsbewegingen aan te vallen en te brandmerken als collaborateurs. Eigenlijk ontstond de burgeroorlog in Griekenland dus al in 1942.

 

Pas in februari 1944 sloten ELAS en EDES een wapenstilstand onder Britse pressie. ELAS profiteerde in september 1943 van de Italiaanse overgave door de door Italië bezette gebieden tijdig binnen te trekken en wapens te stelen. Tegen 1944 was de overmacht van ELAS zowel kwalitatief als kwantitatief overweldigend.



de strijd om athene


In September 1944 trokken de Duitsers zich terug uit de gehele Balkan. Britse landingen volgden om geen vacuüm te kweken waar wellicht de Russen in zouden springen. Na de bevrijding installeerden de Britten een regering, die de communisten al snel omver trachtten te werpen.

 

Op 3 December 1944 begon de burgeroorlog officeel – de Griekse politie begon te vuren op betogers van een communistische demonstratie. Deze schietpartij zou bekend komen te staan als de “gebeurtenissen van December” en was de eerste officiële ronde in de burgeroorlog. 

 

In 1944 wisten de communisten tot twee maal toe bijna heel Griekenland te bezetten. Athene werd bezet op het regeringscentrum na, en het Britse expeditieleger werd omsingeld. 

 

De communistische ELAS rukte op, gevolgd door de OPLA, de communistische geheime politie, die Groot-Athene afspeurde naar "klassenverraders", "imperialisten" en "fascisten". In december 1944 lag de macht voor de communisten voor het grijpen. Op dit moment begingen de communisten echter een cruciale blunder.

 

De belegering van de Britse expeditietroepen te Thessaloniki werd opgegeven, om de royalistische troepen van generaal Zervas in Epirus te bestrijden. Het Engelse expeditieleger scheepte zich in, voer naar Piraeus, ontscheepte zich daar, en kwam de Griekse regering te hulp.

 

De ELAS-troepen konden Athene nog drie weken behouden en trokken zich vervolgens terug. Op 9 februari 1945 werd een voorlopig akkoord gesloten. Attica en de Peloponnesos bleven onder regeringsbewind staan, de communisten behielden het noorden. De communisten hadden veel krediet verloren: ze waren verslagen, en de terreur van de OPLA vervreemdde veel Grieken van hen.  

 

De regeringstroepen werden echter geleid door rechtse militairen, en aangevuld met paramilitaire groeperingen, die een "witte terreur" ontketenden. De communisten maakten zich nu op voor een tweede ronde, en een tweede poging de macht te veroveren. In Maart 1946 volgde een verkiezing die geboycot werd door de communisten waardoor de Koningsgezinden deze wonnen. George II kwam terug op de Griekse troon maar alleen als het volk daarom zou vragen en dit bleek het geval. De Dodekánesos (vanaf 1912 behorend bij Italie) en de door Bulgarije geannexeerde gebieden kreeg Griekenland weer terug bij de in 1946 gehouden Vrede van Parijs.

 

Ook de financiële schadeloosstelling door Italië werd hier geregeld. Een paar maanden later, in Oktober 1946 werd het “Democratische Leger van Griekenland” (DAG) geformeerd om opnieuw de wapens op te nemen tegen het Koninklijke Griekse leger en z’n bondgenoten (de Britten). Koning George II overleed in 1946 en werd opgevolgd door zijn broer Paul I.


de slag om griekenland


De Britten waren ondertussen in andere problemen verwikkeld geraakt, en kampten nog met de nasleep van de Tweede Wereldoorlog.

 

Zij trokken zich terug, maar de Verenigde Staten verleenden extra steun, om Russische expansie in de Balkan te voorkomen. Er heerste echter geen rust in het land, vooral niet in de noordelijke bergstreken die door de communisten werden beheerst. Via Joegoslavië en Bulgarije kregen ze logistieke steun, bevoorrading en wapens.

 

Ze kregen daardoor veel aanhang wegens de slechte economische, sociale en politieke situatie. In 1947 woedde de burgeroorlog op zijn hevigst. De regeringsgetrouwe troepen werden aangevoerd door generaal Pápagos. De goedbewapende communisten, geleid door de stalinistische generaal Markos, hielden strooptochten door het land en ontvoerden 26.000 Griekse kinderen naar communistische buurlanden. In hetzelfde jaar was het communisme bij wet verboden en werden deze verboden te kiezen en was het voor hen zeer moeilijk werk te vinden.

 

De communisten waren sterk vertegenwoordig in grote delen van het noorden van het land maar ook op delen van de eilanden Kreta, Chios en Lesvos. Het was derhalve voor hen onmogelijk om een grote stad in handen te krijgen om daar een concurrerend regeringsvorm op te zetten.


het einde van de oorlog


In 1948 verliep de strijd in het nadeel van de communisten, door leveranties van Amerikaanse wapens aan de regeringstroepen. Onenigheid onder de communisten, en gebrek aan wapens deden de rest. Stalin had in een gesprek met de Joegoslaaf Kardelj al aangegeven de communisten niet te willen steunen.

 

Hij had immers volgens de afspraak met het Westen Griekenland aan de Britten en Amerikanen gelaten, en had niet de behoefte hen onnodig te provoceren.

 

Joegoslavië hield op te leveren na de breuk van Tito met Moskou. Eind 1948 en begin 1949 stortte het communistische front in, dankzij het werk en het prestige van Papagos met zijn "Griekse volksbeweging". Eerst moesten zij het schiereiland “Peleponnese” opgeven en zij werden verder naar het noorden gedreven.

 

Op de berg Grammos bij de Albanese grens verdedigden 13.000 communistische strijders hun laatste bolwerk. De regeringstroepen dreven hen met napalm van de berg, waarna de overlevenden naar Rusland en Oost-Europa uitweken. In de loop van 1949 eindigde de oorlog. Tienduizenden (vermeende) sympathisanten van de communisten werden verbannen, gemarteld of opgesloten in "heropvoedingskampen".

 

De vakbonden werden ontmanteld. De burgeroorlog zou meer levens vergen dan WWII had gedaan; de schatting ligt op zo’n 160.000. Ook lag het land economisch en politiek op z’n gat en zo’n kwart miljoen mensen waren zonder dak boven hun hoofd. Een massale exodus ontstond waarbij ongeveer een miljoen Grieken het land zouden verlaten voor een beter leven in o.a. Australie, Canada en de V.S. Hele dorpen en zelfs hele streken werden verlaten tot zelfs op de dag van vandaag.



zie ook: