Bijbels Egypte

Achtergrond informatie - Egypte


Het eerste Bijbelboek, Genesis eindigt met de lotgevallen van Jozef, zoon van Jacob, die als slaaf naar Egypte verkocht wordt, daar een machtig man wordt en die zijn familie tijdens een hongersnood naar Egypte laat komen, waar ze gaan wonen in Gosen, in de Nijldelta.

 

Rond de 15de t/m 12de eeuw v.Chr. werd in het toenmalige Egypte, geleid door farao “Thoetmosis II”, het Israëlische volk nog steeds gebruikt als slaaf.

 

Omdat de farao bang was voor een veelvoud aan Israëlische jongetjes die weleens z’n macht zouden kunnen breken liet hij deze direct na de geboorte door aangewezen vroedvrouwen ombrengen. Een moeder stopte haar pas geboren kindje in een rieten mandje en liet deze de Nijl afdrijven als vondeling.

 

Deze kwam terecht in een zijarm van de Nijl en werd opgemerkt door een van de dienaressen van de badende dochter van de zittende farao. Deze ontfermde zich over het kind ook al wist zij dat het van Hebreeuwse afkomst was. Doordat de zuster van het kind het mandje had gevolgd om een oogje in het zeil te houden, kon en durfde zij aan de Farao’s dochter te vragen of zij een voedster voor hem bij de Hebreeuwse vrouwen zou gaan zoeken.

 

De dochter ging hiermee akkoord en zou daarvoor betalen. Zo kwam het kind via een omweg toch weer bij zijn moeder terug. Toen hij groot genoeg was werd hij aan de dochter van de farao teruggegeven. Zij was het die hem de naam Mozes ('hij die optilt, uittrekt') gaf, 'want,' zei ze, 'ik heb hem uit het water getrokken.


Mozes in de woestijn


Mozes groeit op aan het Egyptische hof en komt pas op zijn veertigste jaar tot het besef dat hij eigenlijk bij een ander volk hoort, namelijk dat van Israël. Hij gaat dan, misschien voor het eerst, eens een kijkje nemen in de provincie waar zijn volk leeft. 

 

Hij ziet de onderdrukking door de Egyptische slavendrijvers en maakt zich zo kwaad dat hij een van die slavendrijvers doodt en ter plaatse eigenhandig begraaft.

 

De farao komt er achter wat Mozes heeft gedaan, en die is vanaf dat moment zijn leven niet meer zeker. Hij vlucht het land uit en komt in “Midian” (bij de Golf van Akaba op het Arabisch schiereiland) waar hij zich veilig waant.

 

Hij wordt daar herder, trouwt een lokaal meisje en blijft er veertig jaar. Dan heeft Mozes een bijzondere ervaring: vanuit een brandende doornstruik die door het vuur niet verteerd wordt, roept God hem. Mozes krijgt de opdracht zijn volk uit Egypte te halen en naar het land Kanaän te brengen. Z’n broer Aäron, die in Egypte was gebleven komt hem overhalen.

 

Enige tijd later verschijnen de beide broers aan het hof met hun verzoek wat de farao verbied. Om de Farao de macht van God te tonen veranderd de wandelstok van Mozes in een slang. Als de tovenaars van de Farao hetzelfde lukt volgen de plagen om de leider onder druk te zetten.


>> De brandende doornstruik staat nu in het Katherine Klooster in de Sinaï woestijn. 


de 10 plagen


In chronologische volgorde volgen de tien plagen; eerst wordt al het bronwater in Egypte in bloed veranderd. Vervolgens volgden een plaag van kikkers, luizen, steekvliegen, veepest, zweren, hagel, sprinkhanen en duisternis. Telkens beloofde de Farao “Amenhotep II” dat hij de Israëlieten liet gaan als Mozes z’n plaag zou doen intrekken.

 

Als dit gebeurde brak de leider van Egypte z’n belofte waarop een nieuwe plaag volgde. Na de negende plaag geeft de Farao aan de Israëlieten te laten gaan indien zij hun runderen en vee achterlaat. Mozes kan niet akkoord gaan omdat hij deze wil offeren. Hij laat alle deurstijlen van Israëlieten met bloed besmeren.

 

De volgende dag waren alle eerstgeborene kinderen van de mensen die dit niet hadden gedaan overleden. Omdat de Farao bang was dat hij het volgende slachtoffer zou worden liet hij eindelijk de Israëlieten gaan. Er wordt weleens beweert dat de plagen niet bedoeld waren om de Farao angst in te boezemen maar de macht van God aan z’n mensen te laten zien.  

 

Het volk Israël verlaat het land Gosen, waar het 215 jaar had gewoond, trekt de woestijn in en komt dan bij een waterpartij die Schelfzee of Rietzee wordt genoemd. Het water is te diep om te doorwaden, en tot overmaat van ramp is de farao inmiddels met een legermacht ten strijde getrokken. Mozes slaat dan op Gods instructie met zijn stok op het water, waarna een harde wind opsteekt die het water verdrijft.

 

Het volk trekt over de zeebodem naar de overkant, maar als het leger van Farao hetzelfde doet gaat de wind liggen. Het water stroomt terug en de farao komt daarbij om het leven. Mozes wordt de organisatorisch en geestelijk leider van Israël, en blijft dat gedurende de veertig jaar waarin het volk door de Sinaïwoestijn trekt.


>> Lees hier de gehele Egyptische GESCHIEDENIS


40 jaar woestijn en de 10 geboden


Na 7 weken ronddolen (waar brood uit de hemel komt tegen de honger en Mozes water uit een rots haalt) in de Sinaï-woestijn komen de Israëlieten met hun gevolg aan bij de berg Sinaï waar God zich aan hen openbaart. Hij sluit een verbond met ze; zij zullen zijn torah (wet, onderwijzing) houden en dan zal hij hun God zijn en ze het beloofde land “Kanaän” geven.

 

Terwijl Mozes de berg beklimt vereert het ongeduldige volk een zelf gemaakt gouden kalf. Woedend smijt Mozes de verkregen stenen tabletten met de tien geboden stuk. Als Mozes terugkomt van een tweede wandeltocht naar de top worden de nieuw verkregen stenen tabletten in de Ark des Verbond gestopt.

 

Omdat het volk niet naar Kanaän durft te gaan daar er reuzen zouden wonen besluit God dat ze in de woestijn moeten blijven tot de generatie die Egypte heeft verlaten, is uitgestorven.

 

Na een verblijf van 38 jaar in de oase “Kadesh Barnea” trekt de nieuwe generatie naar de grens van Kanaän. De intocht in het land Kanaän maakt Mozes niet meer mee - hij krijgt het land slechts te zien, vanaf de Neboberg. Hij zou gestorven zijn op 120 jarige leeftijd en Jozua zou de leiding hebben overgenomen. De exacte route door de woestijn en het aantal mensen zijn aan suggestie onderhevig.


>> Lees hier meer informatie over het Farao tijdperk in Egypte


nasleep


Mozes was volgens de Bijbel de voornaamste profeet en de stichter van de Israëlitische godsdienst. Volgens de Koran is Mozes een boodschapper en profeet. Volgens de Bijbel is Mozes de schrijver van de Thora  en is het een overlevingsboek.

 

Vanuit een historisch-wetenschappelijke benadering wordt erop gewezen dat er geen bewijzen zijn dat Mozes als historisch persoon ook daadwerkelijk heeft bestaan. Alle plagen en wonderen zouden wetenschappelijk mogelijk zijn geweest.



film


"Exodus; Gods and Kings" (2014; 6,2)

Mozes werd als kind te vondeling gelegd door zijn wanhopige moeder en werd gevonden door de dochter van de Farao. Hij groeide op bij de Egyptische koninklijke familie samen met toekomstige Farao Ramses II.

 

Maar dan wordt hij geroepen door God en waad veertigjaar door de woestijn op zoek naar het Beloofde Land.



zie ook: