Reisverhalen - Vietnam

rung tram (mekong delta)



Vinh Long

Opgewekt kom ik ’s morgens bij het lokale busstation aan; de dauw hangt nog als een deken in de lucht en je ruikt de ochtendgeuren. In het met stenen ommuurde bus complex kijk ik naar het oude afgebladderd gekleurde koloniale gebouw waar zo te zien geen lik verf meer op is gekomen nadat de Fransen zijn vertrokken.

 

Er staan wat palmbomen aan de randen waar ook een plaatselijke verkoopsters haar intrek heeft genomen; plastic zakken hangen aan de muren met verschillende ingrediënten en de muur gebruikt ze om haar glazen op te bergen. Het is een winkeltje met verkoop van thee, koffie maar zo te zien maakt ze ook maaltijden.

 

Glimlachend nodigt ze mij uit om op een van haar piepkleine stoeltjes te gaan zitten waar op de tafeltjes een bakje staat met lepels wat vorken en stokjes. Tegen de stoep aan zie ik twee bussen staan in wat grote plassen die nog het resultaat zijn van de buien van vannacht. Een aantal mensen heeft zich verzameld onder wat palmbomen en iemand komt naar mij toe om te vragen waar ik heen wil.

 

Omdat ik bijna zeker weet dat er bussen hiervandaan naar m’n bestemming gaan roep ik nonchalant “Cao Lanh”. Een blijkt redelijk Engels te spreken en zegt dat er geen bussen gaan en dat ik beter een motortaxi kan nemen. Na veel heen en weren geloof ik hem en spring achterop.


De buiten-kapper

Na nog een bus word ik gedropt in het plaatje My Hiep waar m’n bestemming op een steenworp vandaan moet liggen. Nee dus. In Vietnam is het altijd een kwestie van iemand geloven of niet, en je moet erg voorzichtig zijn.

 

Een paar uur later heb ik ongeveer vier kilometer gelopen, ik ben op van de dorst, drijfnat van het zweet, mijn longen zijn volgepompt met uitlaatgassen maar ben nog steeds niet op de plaats van bestemming. Na een hap eten bij een lokaal restaurantje heb ik in ieder geval de afslag gevonden.

 

De weg is hier een stuk smaller, rustiger en ik zie de eerste echte Mekong kanaaltjes langs de kant van de weg gevolgd door de overbekende rijstvelden die hier overal te vinden zijn. Een kapper heeft z’n intrek genomen aan de kant van de weg; hij heeft z’n spiegel aan de boom gehangen aan een haakje, onder z’n tandartsstoel ligt een groot stuk steen en op een plank heeft hij z’n attributen uitgesteld.

 

Je nieuwe “coupe” kan door een ieder op de voet worden gevolgd zonder enige schroom. Het afgeknipte haar dwarrelt van je hoofd direct de sloot in die ernaast ligt, dus bezemen hoeft hij niet.


Op naar het feest

Opeens gegil en geschreeuw – ik sjok langs een net uitgaande school en wordt belaagd door krijsende kinderen in hun uniform. Als ze dichterbij komen gaat het volume omlaag en blijkt dat hij toch wel erg groot is – die vreemd uitziende Westerling. Een aarzelend en timide “hello” is alles wat rest.

 

Tot de club voorbij is en ze op veilige afstand zijn natuurlijk. Na nog een kilometer wandelen stopt er een busje naast mij; de zijdeur gaat open en vijftien zeer opgewekte mensen kijken mij aan. Of ik alsjeblieft in wil stappen. En of ik dat wil. Met m’n natte pak en grote met modder besmeerde schoenen stap ik in en plof neer naast het mooiste meisje uit de bus.

 

Ze gaan naar een bruiloftsfeestje en willen dolgraag even kennismaken met deze vreemdeling die dezelfde kant blijkbaar op gaat. Waar ik heen wil is voor hen niet duidelijk en ik hoop op het beste. Het feest blijkt op hetzelfde terrein te zijn als waar ik het bos inga.



Het waterstelsel in 

Ik wande een bruggetje over en kijk verbaasd naar een grote houten vlonder op het water waar wel tien mensen zitten in “Vietcong” outfit. De oorlog is over maar het blijft toch even schrikken. Deze hebben geen wapens maar zijn bezig met het vlechten van manden en luieren in de hangmat.

 

Naast hen is een labyrint van smalle houten steigertjes aangelegd met daartussen langwerpige puntige houten bootjes.

 

Op de brug koop ik een ticket maar sla de gids af omdat hij het aan mij laat om iets te betalen – als hij mij een beetje had gekend had hij dat nooit aangeboden. M’n grote tas laat ik op een van de steigers liggen en ik stap met enige moeilijkheid het kleine bootje in die direct begint te wiebelen met zoveel gewicht.

 

Het meisje in uniform gaat een stuk makkelijker het bootje in en pakt een houten peddel. Als we wegvaren hoor ik nog wat stemmen die heel veel wegvallen; er is een smalle doorgang tussen bomen en struiken door die in het water groeien. Het is duiken geblazen voor grote takken die over de waterweg hangen en het meisje moet alle (figuurlijke) zeilen bijzetten om niet het riet in te varen.

 

Het is hier stil, donker en het enige wat ik hoor is als ze de peddel het water inzet of zich afzet tegen een boomstam.


De Generale bunkers:

Het was hier dat tijdens de Vietnamoorlog ongeveer tien hoge generaals van de guerrillabeweging “Vietcong” zich schuilhielden voor de Amerikanen die op twee kilometer afstand een militaire basis hadden.

 

Ze vonden het wel een vreemd stuk bos, gooiden er ook wat bommen op maar hebben nooit kunnen weten dat onder hun neus plannen werden gemaakt om Saigon aan te vallen tijdens het TET offensief.

 

Een vogel fladdert benauwd weg als het meisje zich omdraaid en wijst naar een hutje op een stukje droge grond. Het moet een replica zijn want iets kan hier, met dit klimaat nooit lang overleven, maar het geeft wel aan hoe het geweest moet zijn.

 

Riet ligt op een houten hutje op palen en ik bedenk mij hoe benauwd, heet en vol met vliegen en angst het hier gevoeld moet hebben. Op sommige plekken kun je houten plankjes zien liggen wat een wandelpad is geweest; middenstukken van bruggetjes lagen ernaast om alleen te gebruiken als ze nodig waren – anders waren ze wellicht vanuit de lucht te zien.

 

Het grote mijnenveld

In totaal varen we langs zo’n vijf hutjes maar ik zie ook twee grote open plekken waar bommen zijn gevallen en schuilkelders die ook als defensieve stellingen gebruikt konden worden die nu onder water staan. Als we aan de rand van bos komen en het open wordt, staat wederom een bordje; dit stuk heeft volgelegen met mijnen zodat helikopters hier niet konden landen en landingsvaartuigen 

 

ook werden tegengehouden en tijd zouden geven voor de generaals om te vluchten. In de droge periode schijn je hier een wandeling kunnen maken wat misschien nog wel beter geweest moet zijn omdat je dan rustiger de hutten kan bekijken – nu vaar je erlangs wat een andere unieke ervaring is.



tips & advies (2004)


Afhankelijk waar je vandaan komt kun je vanaf HCMC het beste richting “Cao Lanh” gaan en een papiertje in het Vietnamees meenemen dat je naar “Rung Tram” wil. Kosten zullen rond de 115.000 VND zijn.

 

Plaats: Xeo Buyt bos (Rung Tram) – het ligt ongeveer 25 km van “Cao Lanh” af (6 km van de kruising met de doorgaande weg) en 10 km van “My Hiep”.


Wellicht kun je ook overnachten op het complex maar als je dit kunt is het waarschijnlijk behoorlijk prijzig. Ook in “My Hiep” heb ik geen hotels gezien al heb ik niet goed gekeken. In “Cao Lanh” kun je zeker overnachten.

 

  • Naam : “Lac Long” hotel (“Vinh Long”)

Adres : 2 HD Hung Vuong

Prijs : vanaf 130.000 Dong (single)

Tel.nr. : 383 6846

 

Inhoud:

Gelegen in een zijstraatje vlakbij de markt en het (oude) busstation naast een veelvoud aan andere (budget)hostels ligt dit tophostel. Een heerlijke gezellig en zeer sociale familie runt deze tent die al sinds jaar en dag bestaat. Er zijn verschillende kamers met een keur aan dingen.

 

Ik had een single kamer op de derde verdieping zonder raam en zonder AC. Maar je hebt een ijskast, tv, twee stoelen en een tafeltje, een 2p bed, twee schone handdoeken, zeep, tandenborstel, wc papier en een klerenkast. Er is een wc en (hete) douche en een wasbak. Daarnaast spreekt het meisje wat er werkt Engels, is er een goed werkend WIFI en alles is schoon en netjes.

 

De zus van het meisje bied boottours aan naar o.a. “Cai Be” drijvende markt aan voor 200 Dong p.p. (de mijne was opeens vol zei ze waar ik m’n twijfels over  had).


  • Naam : Rung Tram

Adres : Xeo Quyt (bos)

Prijs : 30.000 (20 a 25 minuten peddelen)

 

Wat je ook op het papiertje moet zetten dat het in het “Xeo Quyt” bos ligt wat een afgeschermd complex is waar ook feesten en partijen worden gegeven. De laatste zes kilometer vanaf de kruising van de grote weg naar het complex ben je op jezelf aangewezen.

 

Het beste is om hier een motortaxi te charteren – je betaalt hiervoor zo’n 30.000 VND. Er staat een bewakingshuisje bij het begin van het complex en als je doorloopt (langs de vijvers met lelies) heb je aan je linkerkant een klein houten bruggetje waar je een ticket kunt kopen. Daar moet je zijn.

 

BESTEDINGSTIJD:

Het heeft mij een dag gekost om te heen en weren zonder “bang” te hoeven zijn dat ik niet meer terugkwam. Maar met deze tips kun je hopelijk een stuk rustiger reizen en je plan maken voordat je gaat. Je hebt ongeveer een half uur tot een uur nodig op de site.

 

TIPS:

Neem iets mee van lange mouwen en een lange broek; toen ik er was viel het aantal vliegen mee maar je weet het nooit. Ook zou ik een poncho meenemen voor als het begint te regenen. De waterweg is te smal voor een dakje en een paraplu opzetten is geen optie. 

 

Er zijn gidsen aanwezig die Engels spreken maar ik heb geen idee hoeveel je hiervoor betaald en hoe hun Engels is.



zie ook:




meer links:


Sierra Maestra NP

CUBA

In de Sierra Maestra natuurpark in Cuba was het hoofdkwartier van Fidel Castro tijdens de Revolutie. 

Vieng Xai

LAOS

In de grotten en tunnels van Vieng Xai in het noorden van Laos zat de Pathet Lao verborgen.