Mirissa

Reisverhalen - Sri Lanka



naar de zuidkust


De zuidkust van Sri Lanka is zandstrandparadijs – heerlijk uitrusten in je hangmat bungelend in de zeebries.

 

Na een paar dagen Tangala reis ik verder naar wederom een strandbestemming – Mirissa. Ik heb, door wat rond te vragen, een hostel gevonden. Officieel kan dit niet zijn.

 

Er hangt geen bord met kamers aan het hek en er is geen receptie of wat dan ook. Het kamertje is onderdeel van een blok met wat andere kamertjes waar overigens alles in zit.

 

Er is ervoor een klein terrasje waar je uitzicht hebt op zee. Even verderop wonen de eigenaren.


visserspalen


’s Morgens vroeg maak ik mijzelf klaar om vandaag weer even iets actiefs te gaan doen. De heer des huizes is al in z’n tuintje bezig als ik vroeg wakker ben en hem totaal nog niet verwacht.

 

Anders is het zo meteen weer te heet zegt ie nog tegen mij als ik het hek uitga om een bus te stoppen! De buschauffeurs rijden als gekken en ik loop maar een stukje terug om niet te dicht op de bocht te zitten – ze zien mij gewoonweg niet of te laat.

 

Later zit ik dan toch in een bus en zie het raampje het kleine eilandje voor de kust bij Weligama waar Paul Bowles zijn beroemde boek Spiderhouse heeft geschreven. Ik zie wel visser palen staan in het water en vele visstalletjes aan de kant van de weg maar nog geen vissers.

 

Maar vlakbij het stadje Kogalla zie ik ze dan eindelijk en ik maak meteen kenbaar dat ik eruit wil. Als ik de bus uitkom lopen wandel ik langs een gigantische hoge en lange muur waarachter een zeer duur hotel is gelegen. Als deze de hoek ophoudt en richting zee loopt, zie ik ze!  

 

Barracuda

Het zijn twee groepjes en er zijn geen toeristen of wat dan ook – dit is echt! Daar staan ze dan, de hele dag – of in ieder geval ochtend – op een stokje hout met een hengel in hun hand. En het valt me op dat ze constant aan het draad trekken, zo vang je toch niets? Er schijnt hier veel op Barracuda gevist worden, maar ze moeten ook oppassen als ze van de stok afspringen om naar het strand toe te lopen – naast dolfijnen schijnen ook vaak haaien tussen ze in te zwemmen want er valt wel eens iets van de haak.

 

Ik sta gefascineerd te kijken hoe de jongens op die palen staan trachtend iets te vangen en hun zijn bezig met vissen en af en toe kijken ze mij aan denkend wat die toerist toch moet van ze. Als ik een tijdje heb gestaan besluit ik ze alleen te laten en ik zwaai gedag.


de schildpaddenopvang


Verderop is een landingsbaan en ik lees in mijn gids dat deze in WWII is aangelegd aangezien er rekening gehouden werd met een Japanse invasie op het eiland. Deze is nog steeds in gebruik en er staat een groot bord dat het verboden is foto’s en films te nemen. Om dit kracht bij te zetten staan er talloze uitkijktorens en zijn er veel bunkers gebouwd.

 

Ik wandel naar het dorpscentrum van Habaruduwa al is niet helemaal duidelijk waar het ene dorp eindigt en het andere begint – langs deze kust loopt de weg die de Engelsen ooit hebben aangelegd (in de bergen was het te duur) – en hiernaast staat overal bebouwing.

 

Hier ergens zou een schildpaddenboerderij moeten zijn en dat klopt ook. Het is nog wel erg vroeg – nog voor achten – en ik denk dat ik nog wel even moet wachten om naar binnen te mogen. Niets daarvan; er is al veel bedrijvigheid in het “Sea turtle farm & hatchery” en na het betalen van de entree loop ik achter de gids aan naar achteren.  

 

Het is helemaal niet zo groot; er is een groot legerzeil gespannen boven een aantal bakken water en er is een grote zandbak waar eitjes zo’n 45 centimeter onder het oppervlak begraven zijn. Ernaast staat een waterbak vol met kleine baby schildpadjes. Deze worden, vertel de man, drie dagen na hun geboorte vrijgelaten, en hij wijst naar de zee. In het midden staan grotere waterbakken en hierin zie je grotere schildpadden. Deze hebben vooral vastgezeten in vissersnetten en moeten even op krachten komen en dat kan hier zegt de man. Ik kijk nog even rond, maar de toer als je daarvan kan spreken zit erop.

 

Een kwartier later sta ik eigenlijk weer buiten en ook al was het kort, het is voor een goed doel en mijn echte schildpadervaring heb ik jaren eerder mogen beleven in Indonesië. Aan de overkant van de straat haal ik bij een eetstalletje wat rotti-broodjes en een soort deeg driehoekje gevuld met ei en kerrie.



terug in mirissa


Terug in “Mirissa” internet ik even en bestel daarna een kop thee in een restaurantje en ik kijk even goed naar de tafel voor mij; stukken krant als servet, een grote oude vieze plastic kan met water en er  staan twee afgespoelde glazen met een plasje water eromheen.

 

Als je je ellenbogen op het zeiltje zet blijven ze plakken en daarnaast zitten er grote gaten in. Na mijn siësta wandel ik over het prachtige strand van het dorp en bestel bij een strandtent wat te drinken.

 

Opeens wordt ik op mijn schouder getikt en zie ik het Italiaanse stel wat ik ook in Tangala heb ontmoet.  Ze gaan erbij zitten en we spreken af elkaar in onze gezamenlijke volgende bestemming wederom te ontmoeten en zij laten zien in welk hostel zij willen verblijven. Als de zon ondergaat slenter ik terug over het strand en om 1930 wordt ik wederom getrakteerd op een fantastische maaltijd door het gastgezin.

 

We praten nog wat en ik koop een aantal lootjes van de zoon die deze verkoopt voor een goed doel op het eiland. Daarna trek ik mij terug in mijn kamer en maak m’n tas klaar voor morgen; plan is om naar Unawatuna te gaan – nog een keer een heerlijk paradijs om daarna naar de hoofdstad Colombo te reizen. 



zie ook:




meer links:


Ko Phi Phi

THAILAND

Paradijselijke plaatsje met glimmende zandstranden, zon,  palmbomen en heerlijk eten. 

Perhentian eilanden

MALEISIE

In het noordoosten van Maleisië liggen de bounty eilanden van Perhention.