Reisverhalen - Sri Lanka

"negombo"



nederlandse kaneelstad


Het is een uurtje vliegen van Chennai naar de hoofdstad van Sri Lanka, Colombo. En ik vind dat je direct merkt dat het serviceniveau in dit land hoger ligt dan in India.

 

Alles is hier brandschoon, zelfs modern te noemen en het lijkt erop alsof zij mij extra warm verwelkomen; dit heeft waarschijnlijk alles te maken dat er momenteel weinig (Westerse) toeristen naar Sri Lanka vliegen vanwege de negatieve publiciteit van onlangs m.b.t. de opstandige rebellen.

 

De douane is een peulenschil en voordat ik het weet zit ik in de gratis shuttlebus richting “Awariywathitkha” kijkend naar de vele groene bunkers die vooral het vliegveld en de hoofdstad moeten beschermen voor aanvallen van de gevreesde “Tamil tijgers”.

 

Het leven op straat is minder chaotisch te noemen dan bij de grote broer India, het is wat schoner en het aantal zwerfhonden ligt beduidend lager.  Vanaf het grote rommelige busstation neem ik een bus naar de stad “Negombo” om zo de hoofdstad te ontlopen.

 

Opletten want de valuta als India heeft dezelfde naam maar heeft een andere waarde!  De stad ligt in een zogenaamde lagune met uitgestrekte mangrovebossen en bezaaid met kokospalmen. Ze zeggen weleens dat tussen Galle en Negombo de zuiverste en allerfijnste kaneel in het wild groeit ter wereld.


ammehoela


In Negombo stad stap ik uit en neem een lokale bus richting “Kohcohikade” waar mijn beoogde hostel ligt. Onderweg stappen tientallen schoolkinderen, die mij totaal het zicht beletten. Geen idee waar ik eruit moet en ik probeer tussen de hoofdjes een glimp van hostelnamen op te pikken. Toch lukt het me (wel een halte te laat) uit te stappen en het hostel te vinden.

 

Helaas zit deze vol en ik wordt naar een hostel verderop gestuurd. Ik praat nadat ik ben ingecheckt nog even met de opmerkelijke eigenaar; de man heeft een grote grijze haardos met felblauwe ogen. Daarentegen wel een rond hoofd en een platgedrukte neus. Als ik vraag of hij wellicht een “burgher” is begint hij te lachen en zegt dat hij “gewoon” van hier komt.

 

Een burgher is een Sri Lankese met Europese wortels (voorheen was het alleen met Nederlandse, maar later werden dit een Europese achtergrond). Als ik even uitpuf in een stoel op mijn terrasje met zicht op de straat lees ik in mijn reisgids de namen van Nederlandse restaurants en ze werken op je lachspieren; restaurant “Ammehula”? Ik heb eigenlijk wel trek en wandel door het straatje wat parallel loopt aan het strand.  

 

Op het menu bij het restaurantje waar ik ga zitten heeft heel veel Nederlandse producten zoals pannenkoeken, Wiener Schnitzel en DE koffie. De prijzen zouden in Sri lanka veel hoger liggen dan in India en qua eten is het inderdaad prijziger maar niet heel veel duurder. Helaas zit het hele muggennet vol met gaten waardoor het zijn waarde heeft verloren – ik hoop maar dat ze mij een beetje met rust laten.


het "thuis"gevoel


Na een douche in de morgen wandel ik eerst langs de “beachroad”, de weg tussen mijn hostel en het centrum, af totdat ik tegen het haventje aanloop.

 

Deze ziet er zeer pittoresk uit met z’n fel gekleurde houten bootjes, kleine steigers en heel veel groen aan weerszijden – het lijkt meer op een natuurlijk haven dan op een gemaakte. Ernaast staat nog altijd de Nederlandse klokkentoren en als ik denk het Nederlandse fort in te lopen wat daar weer naast ligt wordt mij de toegang vreemd genoeg geweigerd.

 

Ik word naar links verwezen en loop rond de fortmuur en ik kom op een gegeven moment langs wat viskramen en kleine huisjes maar een andere ingang het fort in zie ik niet. De Nederlanders veroverden de stad overigens in het jaar 1640 op de Portugezen die hier vanwege de kaneelhandel een vesting hadden gebouwd.

 

Hollandse inbreng

In 1640 is Negombo veroverd door Phillips Lucasz. In 1643 hebben de Portugezen de stad heroverd, maar François Caron nam de stad voor de tweede maal in (1644). De Hollanders hebben toen een netwerk van 120 kilometer aan kanaal aangelegd voor de afvoer van kaneel. Deze kanalen worden nog steeds gebruikt om lokale goederen te vervoeren. Eind 18e eeuw namen de Engelsen het over omdat Nederland “bezet” was door Frankrijk.  

 

Opeens kom ik uit waar de rivier die leidt naar het haventje zich scheidt van de Indische Oceaan; er hangt hier op het strand een vreselijke lucht en ik wandel naar iets wat lijkt op een fabriekje o.i.d. Het is meer een luifel waar wat mensen aan het hakken en zagen zijn met visafval en alhoewel de jongens mij vriendelijk vragen even dichterbij te komen om te kijken sla ik het aanbod glimlachend af.

 

Je gaat bijna van je graadje hier met die lucht. Verderop zie ik op het brede strand dat het hier bezaaid ligt met netten, boten en heel veel afval. Als ik verder loop zie ik ook heel veel viskoppen liggen op het zand. Een man is op een hakblok tonijn in stukken aan het hakken en het ziet er zeer bloederig uit allemaal. Ik wandel weer helemaal terug en bemerk nu pas dat het fort naar mijn weten nog steeds actief wordt gebruikt als gevangenis; politie loopt in en uit.



de haaienmarkt


De vismarkt is aan de andere kant en is snel gevonden; je gaat gewoon op de lucht af. Het is een gedeelte afgezet met zeilstokken, zeil en heel veel touw en je moet uitkijken hier niet gescalpeerd te worden.

 

De paadjes tussen de kramen zijn heel smal en het is heel druk met mensen – echt lekker kijken is er daarom niet bij, omdat er altijd wel iemand langs moet.

 

Alle soorten en maten liggen hier maar niet zo kolossaal als bij ons –deze zijn groter, gekleurder en je kunt stukken haai en zwaardvis kopen. Als ik vraag naar hele haaien wordt ik verwezen naar de andere vismarkt waar ik direct op zoek naar ga.

 

Eerst twee grote autobruggen over en dan kom ik naar mijn weten uit op een stuk grond waar de andere vismarkt zou moeten staan. Ik vraag wat rond, mag zelfs in een loods kijken waar inderdaad wat vis ligt, maar een vismarkt met hele haaien is er vandaag in ieder geval niet. In het centrum loop ik langs wat lijken Nederlands koloniale gebouwen en sta even stil bij een gegraven kanaal wat zeker uit onze tijd komt hier.

 

Ik voel mij bijna thuis totdat ik de zon weer voel prikken op mijn huid en ik besef dat ik heel ver van huis ben. Iets van brood koop ik bij een van de vele broodjeswinkels hier en bij de bank probeer ik tevergeefs mijn laatste Indische geld in te wisselen. De mensen van deze bank en bij de volgende ook verwijzen mij door naar de juweliers verderop in de straat. Ik snap er niets van maar je kan hier inderdaad geld wisselen!

 

Langs de grote Portugese “St. Mary” kerk wandel ik helemaal terug naar mijn hostel waar ik na een koude douche plaatsneem op mijn terrasje. Eten doe ik aan de overkant bij een voor mij iets te toeristisch restaurantje. Ik heb vanmiddag een echt Sri Lankees restaurant te vinden in de stad maar ik heb ze niet gevonden, helaas. Met een “muggenspiraal” tussen m’n voeten geniet ik van m’n eerste luxe avond in Sri Lanka.



tips & advies (2009)


Het internationale vliegveld van Sri Lanka ligt op zo’n 10 kilometer ten zuiden van Negombo (shuttlebus 270). Colombo ligt op 40 km afstand.

 

Het treinstation en busstation liggen beiden aan de oostzijde van het centrum. Treinen rijden niet zo vaak hier. Zo’n 300 meter ten zuiden van het treinstation is het busstation wat eigenlijk meer een lange straat is waar aan weerszijden bussen staan.

 

Negombo – Anuradhapura: als je naar Anuradhapura wilt, zul je vaak eerst naar “Kurunegala” moeten reizen met bus 34.


  • Naam : Hotel “Minnur

Adres : Gelegen aan de Lewis Pl

Prijs : 750 Rp

 

Inhoud:

Dit hostel (of appartement) ligt aan de Lewis Pl tussen de zijstraten “Perera Pl” en “Rosary Rd” aan de zeekant. Het heeft een eigen trap naar mijn appartementje wat een ruimte voor de deur heeft waar je lekker in een stoel kunt zitten onder een luifel.

 

Er staat een tweepersoons bed, een fan en zelfs een keukentje ook al zit deze onder de spinnenwebben wat wil aangeven dat deze al een tijdje niet is gebruikt. Ontbijt is niet inbegrepen.



zie ook:




meer links:


Olinda

BRAZILIE

Na door de Portugezen gesticht te zijn namen de Nederlanders het over en staken het in brand. 

Djakarta / Jakarta

INDONESIE

De Hoenderpasarbrug in hartje Jakarta (toenmalige Batavia) waar ooit de hoendermarkt gehouden is.