ALGEMENE INFORMATIE - Sri Lanka

* Bijgewerkt t/m 2009 - wijzigingen voorbehouden.


  • Klimaat
  • Geografie
  • Inwoners
  • Natuur
  • Dieren
  • Steden
  • Staat
  • Religie
  • Sport
  • Eten & Drinken

klimaat


Door zijn ligging dicht bij de evenaar, kent het eiland een tropisch moessonklimaat. Het klimaat wordt beïnvloed door de bergketens midden op het eiland en door de elk half jaar wisselende moessonwind. De zuidwestmoesson waait van half mei tot eind september vanuit het zuidwesten naar het lagedrukgebied ten noordoosten van het eiland. Van oktober tot eind april waait de noordoostmoesson, precies uit de tegenovergestelde richting, namelijk vanuit het noordoosten. In de lage gebieden is de temperatuur het hoogst. Aan de kust is het wat koeler door de zeewind en in de bergen is de temperatuur het aangenaamst. Over het algemeen heeft Sri Lanka echter het hele jaar door gelijkmatige temperaturen die variëren van 26-30°C. Aan de (zuid)westzijde brengen de zuidwest- en de noordoostmoesson veel regen; de droogste maand is hier februari, de natste maand is mei. 

 

Het laagland in het noorden en oosten, alsmede het oostelijk deel van het centrale hoogland vormen een droge zone: hier wordt de regen hoofdzakelijk door de noordoostmoesson gebracht en gedurende de zuidwestmoesson komt een - vaak ernstige – droogteperiode van mei tot juli voor. Moessonregens vallen meestal in de vorm van hevige, maar korte buien. Januari is de koudste maand, april en mei zijn de warmste. Hoog in de bergen kan het in december en januari wel eens licht vriezen.


geografie


Sri Lanka is een eiland in de Indische Oceaan; het ligt op 7 graden noorderbreedte en 81 graden oosterlengte. Het eiland heeft een peervorm. Het wordt gescheiden van India door de Golf van Mannar en Straat Palk. De Golf van Bengalen ligt ten noordoosten van het eiland. Volgens de hindoeïstische mythologie was er in de oude tijden een landverbinding tussen India en Sri Lanka die de “Adamsbrug” wordt genoemd.  

 

Sri Lanka is ongeveer net zo groot als de Benelux.


inwoners


Etnisch en cultureel gezien kan men de Sri Lankaanse bevolking verdelen in vijf duidelijke etnische groepen, met daarbinnen nog wel enkele deelgroepen. Al deze groepen, behalve de Wedda’s, hebben hun voor een groot gedeelte hun eigen sociale en culturele identiteit kunnen bewaren. Ongeveer 75% van de bevolking is Singalees, een andere grote bevolkingsgroep zijn de Tamils, die ongeveer 18% van de bevolking uitmaken en voornamelijk in het noorden en oosten van het land wonen. Verder zijn er nog de Sri Lankaanse Moren, die ongeveer 7% van de bevolking uitmaken, de Burghers van gemengde Europese afkomst, en de Vedda’s.  

 

VEDDA’S: 

De oorspronkelijke bewoners van Sri Lanka zijn de Vedda's, die al duizenden jaren op het eiland wonen. Deze vroegste eilandbewoners waren jagers-verzamelaars uit het Stenen Tijdperk die een sterke verwantschap vertonen met de Afrikaanse San of Bosjesmannen en de Australische aboriginals. Ze noemen zichzelf liever ‘mensen van het bos’ of Vanniyalaetto. Honderden jaren geleden woonden deze oerbewoners van Sri Lanka nog overal op het eiland. Met de opkomst van de Singalese rijken en het latere koninkrijk Jaffna werden ze al snel teruggedrongen naar afgelegen gebieden. Bovendien raakten ze steeds meer vermengd met andere bevolkingsgroepen. 

 

SINGALEZEN: 

De Singalezen stammen grotendeels af van landverhuizers uit Noordwest-India en Bengalen, die al vóór onze jaartelling naar Sri Lanka migreerden. De sociale structuur van de Singalese bevolkingsgroep bestaat uit een uit veertien groepen bestaand kastenstelsel, echter niet gebaseerd op afkomst, maar op het beroep. Een andere scheiding binnen de Singalezen was tot voor kort die tussen de zogenaamde laag- en hooglanders (Kandyans). De laaglanders zijn de mensen die in de kustgebieden wonen en wat lager in aanzien staan dan de hooglanders, die zich beschouwen als de meer oorspronkelijke Singalezen. Door de vele binnenlandse migratiebewegingen is het verschil tussen laag- en hooglanders bijna weggevallen. 

 

TAMILS: 

De grootste minderheid van Sri Lanka vormen de hindoeïstische Tamils; zij komen oorspronkelijk afkomstig uit Zuid-India. Ze spreken een Dravidische taal, het Tamil, en zijn verdeeld in de zogenaamde (Sri) Lanka-Tamils (ruim 12% van de bevolking), die lang geleden uit Zuid-India emigreerden en vooral op het schiereiland van Jaffna wonen, en in de zogenaamde India-Tamils (ruim 5%), die in de 19de eeuw door de Britten als arbeidskrachten op de plantages werden geplaatst. Ze wijken qua uiterlijk nogal af van de Singalezen, want hebben een minder Europese gelaatsvorm en vaak een wat donkerder huidskleur. De Tamil-bevolkingsgroep is ingedeeld in een strak vijfkastenstelsel, berustend op een godsdienstige grondslag. 

 

BURGHERS:  

De Burghers (van het Nederlandse ‘vrijburgers’) zijn de afstammelingen van Portugese, Engelse en Nederlandse kolonisten. Zeer waarschijnlijk de Burghers van veel meer verschillende nationaliteiten afstammen. Op de schepen van bijvoorbeeld de VOC werden mensen uit heel Europa aangenomen. In tegenstelling tot de koloniale periode hebben de tegenwoordige Burghers zowel naar aantal als naar maatschappelijke invloed een zeer ondergeschikte positie in de Sri Lankaanse samenleving. Ze vallen wel op door hun westerse levenshouding en gebruiken nog steeds het Engels als voertaal. De status van een Burgher hangt onder andere af van het uiterlijk, hoe (blank) Europees men eruit ziet, hoe beter. Een presbyteriaanse of Nederlands hervormde religieuze achtergrond is weer wat beter dan een katholieke achtergrond. Door de sinds 1956 ingezette singalisering van de samenleving raakte de groep Burghers steeds verder geïsoleerd. Dit leidde er zelfs toe dat veel Burghers in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw emigreerden naar landen als Canada, Nieuw-Zeeland en Australië. Pas sinds het aantreden van de regering-Jayawardene in 1977 werden eerder afgekondigde discriminerende maatregelen weer ingetrokken. Door de zeer hoge gemiddelde leeftijd van de overgebleven Burghers is het nog maar de vraag of deze groep over een aantal decennia nog zal bestaan. 

 

MOSLEMS of MOREN: 

Andere bevolkingsgroepen zijn de islamitische ‘Moren’ van Arabisch-Singalese herkomst, onderverdeeld in Ceylon-Moren en Indiase Moren. Deze islamieten stammen onder meer af van Arabische, Voor-Indische en Afghaanse handelaren, die al in de 8e eeuw met de Sri Lankanen handel dreven. Ook in de 17e, 18e en 19e eeuw kwamen er groepen islamitische emigranten naar Sri Lanka, onder andere Maleiers die met de Hollanders meekwamen vanuit Java. 

 

ZIGEUNERS:  

De zigeuners die op Sri Lanka rondtrekken stammen uit India en zijn enkele millennia geleden al naar het eiland getrokken. Er zijn verschillende groepen, maar de belangrijkste zijn: de Ahikuntakaya ofwel slangenbezweerders, de Maddilya ofwel apentrainers en de groepen die zich specialiseren in het aanbrengen van tatoeages. De zigeuners trekken in kleine groepjes het hele eiland rond. 

 

De bevolkingsgroei bedroeg voor 2004 0,81%, niet veel voor een ontwikkelingsland en aanzienlijk geringer dan in de buurlanden. Sri Lanka heeft een redelijk jonge bevolking; 24,8% is tussen de 0 en 14 jaar (Nederland; 18,7%). 68,2 van de bevolking is tussen de 15 en 65 jaar; 7% is 65 jaar of ouder.


natuur


Het peervormige eiland Sri Lanka varieert van een vruchtbaar laagland in het zuidwesten tot droge vlakten in het noorden, oosten en zuiden, tot zelfs woestijnachtige gebieden aan toe. In 1881 was nog 84% van Sri Lanka     met bossen bedekt, in 2002 gedaald tot 19%. Het uiterste noorden van Sri Lanka wordt gevormd door het schiereiland Jaffna, dat omringd wordt door een aantal eilanden. Het schiereiland wordt door een smalle zandbank, de Elephant Pass, verbonden met de rest van het eiland. De rest van het noorden is een laagvlakte, die het grootste deel van het jaar een dor aanzien heeft en bevloeid moet worden uit de duizenden kunstmatige meertjes die hier sinds mensenheugenis in stand worden gehouden. Naarmate men zuidelijker komt, wordt de laagvlakte regelmatig onderbroken door gigantische granietklompen, die vaak naakt uit het steeds groener wordende landschap omhoogsteken. Dan gaat in het binnenland het landschap over in een lieflijk heuvelgebied, waarin de rijstvelden afgewisseld worden door tropische bosaanplant. Hier worden specerijen gekweekt in daarvoor aangelegde tuinen.  

 

Voorbij de stad Kandy, gaan de heuvels over in bergen die met de Tidurutalagala een hoogte bereiken van 2524 m. Naald- en eucalyptusbomen, rododendrons en coniferen hebben de tropische begroeiing van de lagere gebieden vervangen. De hellingen zijn bedekt met enorme theeplantages, die hier en daar worden afgewisseld door veel kleinere plantages voor koffie, bananen en kardemom. De huisjes in de bergen zijn vaak vrolijk gekleurd en omgeven door allerlei soorten bloeiende bomen, struiken en klimplanten. Uit de bergen afdalend naar het westen komt men terecht in het meest groene èn het dichtstbevolkte deel van het eiland. Hier overheerst de kokospalm. De vlakke kuststrook wordt op veel plaatsen onderbroken door brede, ondiepe rivieren die overgaan in lagunes. Aan de zuidoostkant liggen uitgestrekte savannes die schaars bevolkt zijn. Er liggen hier verscheidene reservaten met een rijke fauna en flora.


dieren (fauna)


De dierenwereld van Sri Lanka lijkt erg op die van India, hoewel er ook opvallende verschillen zijn. Zo ontbreken typisch Zuidoost-Aziatische zoogdieren als tijger, gestreepte hyena, wolf, neushoorn en (wilde) runderen. Panter of luipaard en lippenbeer zijn de grootste roofdieren, drie kleinere kattensoorten zijn de viskat, de junglekat en de luipaardkat. De Ceylon-olifant, naast de leeuw het nationale dier van Sri Lanka, is een aparte ondersoort (geschat op nog 2500-3000 stuks) van de Indische olifant, die opvalt omdat vaak de slagtanden bij de bullen ontbreken. Verder komen nog voor de jakhals, de waterbuffel, het paardhert of sambar, het damhert en het axishert. Er leven vier verschillende soorten mangoesten op Sri Lanka, waaronder de zeldzame streepnekmangoest. Op het noordelijke eiland Delft leven wilde paarden, nakomelingen van een kudde die ooit door de Portugezen aan land waren gebracht. De twee meest voorkomende apensoorten zijn de gewone hoelman en de Ceylon-kroonaap, zeldzaam is de witbaardlangoer. Bijzondere zoogdieren zijn twee ondersoorten van de reuzeneekhoorn, de vliegende hond en de vliegende eekhoorn. Een dier dat regelmatig zijn lange neus in een termietennest steekt, is de geschubde miereneter. 

 

Sri Lanka telt ca. 400 soorten vogels (150 trekvogels), waaronder 21 endemische. In de steden en tuinen kan men kraaien, baardvogels, buulbuuls, parkieten, mynahs, dayallijsters en spotlijstertimalia’s tegenkomen. De nationale vogel van Sri Lanka is het Ceylonhoen.

 

Bewoners van de ‘wetlands’ langs de kust en in het binnenland zijn aalscholvers, slangenhalsvogels, plevieren, ijsvogels, lepelaars, waterfazanten, de Indische kiviet en de Indische nimmerzat. In de bossen leven onder andere blauwe kitta’s, bonte grondlijsters, Malabar-trogons, Ceylon-iora’s, drongo’s, baardvogels, neushoornvogels en minivets. Het eiland kent ook een grote verscheidenheid aan roofvogels, met name havikachtigen en arenden: witbuikzeearend, witstaartvisarend, zwarte arend, ruigpootkuifarend, brahmaanse wouw en slangenarend. 

 

Op Sri Lanka komen een aantal grote reptielen voor, waarvan de zeekrokodil met acht meter de grootste is. Verder nog de rotspython en de Bengaalse varaan. In het dichte oerwoud van Udawattekele leeft de bizarre lierkopagame, een grote kleurige hagedis die alleen op Sri Lanka voorkomt. In het bergachtige deel van Sri Lanka leeft de zeldzame neushoornhagedis, waarvan de naaste verwanten in Afrika voorkomen. Ook is er een groot aantal slangen aanwezig waaronder de cobra en de adder. Van de zeven bekende soorten reuzenschildpadden maken vijf soorten nesten op de stranden van de zuidwestkust. Het kristalheldere water rond riffen is rijk aan haaien, roggen, tonijnen en zeebaarzen, maar ook kleinere soorten als knorvissen, klipvissen, Indische diklippen en vleten.


steden


De vijf grootste steden van Sri Lanka zijn:  

  1. Colombo *                         670.000 inwoners
  2. Dehiwala-Mount Lavinia    220.000 inwoners
  3. Moratuwa                          185.000 inwoners
  4. Yapanaya                          173.000 inwoners
  5. Migamuwa                         127.000 inwoners

   = hoofdstad


staat


Sri Lanka is een democratische republiek met een gekozen parlement. De president (sinds 2005 is dat Mahinda Rajapaska) van Sri Lanka wordt iedere 6 jaar direct gekozen en is zowel het staatshoofd als het hoofd van de regering en het hoofd van de strijdkrachten. De president is verantwoording schuldig aan het parlement en kan uit zijn functie gezet worden door een stemming die gewonnen wordt met een tweederdemeerderheid en in overeenstemming met het hooggerechtshof. De verkiezingen worden gehouden wanneer de president hier akkoord voor geeft. Zolang blijft de president aan de macht. De president wijst een regering aan die bestaat uit ministers die verantwoording schuldig zijn aan het parlement. De assistent van de president is de minister-president, die uit de heersende partij in het parlement komt. 

 

In het verleden had Sri Lanka ook een koningshuis: de koning is echter afgezet door de Britten toen Sri Lanka nog een kolonie was van Engeland. De koninklijke familie is nog steeds aanwezig in het land, maar bekleedt geen officiële rol meer. In 1986 heeft de koninklijke familie een poging gedaan om in hun optiek het land te redden. Dit is mislukt, waarna een groot deel van de familie alsook legerofficieren die loyaal aan de koning waren, werden geëxecuteerd. Enkele leden leven in ballingschap in verscheidene landen.


religie


Volgens de overlevering zou Sri Lanka in de 3de eeuw v.C. bekeerd zijn tot het boeddhisme, dat zich sinds die tijd tot de grootste godsdienst van het land heeft ontwikkeld en o.a. gekenmerkt wordt door een invloedrijk monnikendom. Op dit moment is ca. 69% van de bevolking, met name de Singalezen, boeddhist. Het boeddhisme is niet alleen een geloof of levensleer, maar speelt ook een grote rol in het maatschappelijke en politieke leven. De stad Anuradhapura is een heilige stad voor de boeddhisten, te vergelijken met Jeruzalem voor de joden en Mekka voor de moslims.  

 

Zo’n 7% is Hindoe en bestaan voornamelijk uit Tamils. Dit aantal zou weleens dubbel zo hoog kunnen zijn omdat veel mensen die door de conflictsituatie niet meegeteld konden worden. In deze regio leven voornamelijk Tamils. Daarnaast hebben we 7,5% die vooral Soennitisch moslim is en 6,2% is christelijk (hoofdzakelijk behorend tot de Katholieke Kerk, die in Sri Lanka bestuurlijk georganiseerd is in één aartsbisdom met zes bisdommen).


(nationale) sport


Sport neemt een belangrijk deel in de Sri Lankese cultuur in. Volleybal is de nationale sport al is cricket het meest populair. Daarna komen sporten zoals rugby, watersport, badminton, atletiek, voetbal, basketbal en tennis. In Sri Lanka nemen veel scholen en universiteiten deel aan een toernooi. Vooral het nationale cricketteam baarde opzien in het begin van de jaren negentig vorige eeuw. Zij kwamen uit een “underdog” situatie en veroverde de wereldtitel in 1996. Elf jaar later, in 2007 verloren zij de finale tegen Australië.  

 

Naast bovengenoemde sporten zijn er ook traditionele sporten die beoefend worden; zo is er “kabaddi”, “elle”, “bahu”, “thattu” en “gudu”.


eten & drinken


De Sri Lankaanse keuken is over het algemeen gekruid en invloeden van de Indiase, Arabische en Europese keuken zijn merkbaar. Het belangrijkste gerecht uit de Sri Lankaanse keuken is curry met rijst aangevuld met diverse bijgerechten zoals vis, vlees en groenten. De curry wordt bereid met een mengsel van kruiden en specerijen, gecombineerd met vlees, vis of gevogelte. Een berg rijst in het midden en daar omheen kleine beetjes smaakmakers die de nodige proteïne en vitamine leveren, dat is de traditionele dis sinds eeuwen. De variëteit zit in de curry's. Er zijn groentecurry's, viscurry's, eier- en vleescurry's en zelfs fruitcurry's. Wat ze gemeen hebben met elkaar is de gecompliceerde mix aan specerijen waarin ze zijn gesmoord, gebakken, ingelegd of gekookt. De maaltijd is altijd voorzien van een brandblusser, de curd. Dat is een dikke yoghurt gemaakt van buffelmelk. Sri Lankanen eten hun eten met de vingers van de rechterhand. Een beetje (scherpe) curry wordt zorgvuldig gemengd met rijst en eventueel wat curd, waarna het mengsel naar binnen wordt gelepeld met de hand.  

 

Langs de kust van Sri Lanka kun je kiezen uit verschillende soorten vis of schaaldieren, die naar keuze gebakken, gegrild of pikant gewokt worden. Als je vis bestelt kun je informeren welke vis die dag gevangen is zodat je weet dat deze vers is. Vegetariërs komen goed aan hun trekken in Sri Lanka. Veel curries zijn vegetarisch, en als je het bij de bestelling aangeeft, kunnen de meeste restaurants ook het vlees vervangen door bijvoorbeeld cashewnoten of kikkererwten. Thali's worden in veel restaurants geserveerd. Het zijn Zuid-Indiase, vegetarische variaties op rijst en curry. Daarnaast hebben de Chinezen tal van heerlijke schotels waar alleen groenten (en eventueel eieren) in zijn verwerkt. Nog altijd is een groot deel van de bevolking strikt vegetarisch. De hoeveelheid vlees die wel in rijst en curry's wordt verwerkt, is miniem vergeleken met datgene wat de Europeanen gewend zijn.  

 

Een van de grootste attracties van Sri Lanka is het bijna oneindige aanbod van de meest exotische vruchten. Ze komen in tal van kleuren, vormen en afmetingen voor en de ene soort is nog lekkerder dan de andere. Enkele van de heerlijkste vruchten zijn de mango, rambutan, papaja, ananas, koningskokosnoot, zuurzak, jackfruit, mangosteen, doerian en de vele soorten bananen. 

 

Sri Lanka verschilt van andere Aziatische landen. Waar je in Zuid Oost Azië overal en op elk tijdstip eettentjes kunt vinden, zal je in Sri Lanka voornamelijk in de toeristische centra langs de west kust keuze uit een beperkt aantal verschillende eetgelegenheden hebben. In de praktijk betekent dit dat je vaak op je eigen hotel of een hotel in de buurt bent aangewezen. In elk dorp is wel een klein eettentje waar ze hoppers of rijst en curry hebben. Het beste eten wordt bereid in de keukens van Sri Lankaanse families. Laat je de mogelijkheid dan ook niet ontgaan, wanneer je wordt uitgenodigd de maaltijd bij eilandbewoners te gebruiken.  

 

Drinken: 

Wat de drank betreft is Arrack de nationale volksdrank. Dit is een soort whisky gemaakt uit palm, die zowel 'on the rocks' als gemixt met jus of cola uitstekend te drinken is. Maar de traditionele Ceylon thee wordt bijna natuurlijk veel meer gedronken. Deze drinken de Srilankanen het liefst met veel melk en veel suiker drinken. Koffie, matig van kwaliteit, is in de hotels en restaurants ook verkrijgbaar. Natuurlijk zijn er ook veel verschillende vruchtensappen en frisdranken te koop.  

 

Lion’s is het lokale biermerk, dat uit grote flessen geschonken maar is vrij prijzig hier.  

 

Het water uit de kraan is niet geschikt voor consumptie. Koop flessen gezuiverd drinkwater, dat kan overal wel in het land. Let er wel op dat de flessen hun oorspronkelijke sluiting hebben. IJsklontjes in je cola zijn ook taboe, die worden immers gemaakt van leidingwater.


zie ook: