Titicaca meer (en Puno)

Bezienswaardigheid - Peru




inleiding


Puno ligt op 3.860 meter boven zeeniveau aan de oevers van het Titicacameer en is een perfecte plaats om vanuit de haven de eilanden in het meer te bezoeken alsmede een aantal interessante nabijgelegen archeologische sites zoals de graftombes van Sillustani. De stad Puno is in 1668 gesticht vlakbij de “Laykakota” zilvermijn die tijdens koloniale tijden geëxploiteerd werd door de Spanjaarden.

 

Het Titicacameer is het grootste meer van Zuid-Amerika en is het hoogst commercieel bevaarbare ter wereld. Het water is lichtzout en er zijn dieptes van 280 meter gemeten. In het meer liggen 41 eilanden en deze wordt gedeeld met buurland Bolivia. Daar waar sommige van die eilanden dichtbevolkt zijn andere onbewoond.

 

Een van Peru’s toeristische trekpleisters zijn de Umbros eilanden op een steenworp gelegen van Puno. De Umbros indianen wonen op drijvende vlotten en maken alles van riet.


casa de corregidor


Puno:

De stad Puno heeft niet veel te bieden voor toeristen; er zijn een aantal koloniale gebouwen bewaard gebleven waarvan Casa del Corregidor de bekendste is. Je kunt een kijkje nemen bij en in de kathedraal die gelegen is aan het centrale plein Plaza des Armas van de stad.

 

Tenslotte zijn er nog een aantal interessante musea waarvan Museo Carlos Dreyer de bekendste is. In dit kleine museum worden archeologische stukken en wat koloniale kunst tentoon gespreid.

 

De stad wordt voornamelijk gebruikt als doorvoorhaven naar een van de eilanden in het Titicaca meer, de archeologische sites rond de stad of als doorvoorhaven (over land of over water) naar Bolivia.  



Umbros-eilanden (Islas Flotantes): 

Een van Peru’s hoogtepunten is een bezoek aan de kunstmatige riet-eilanden waar de Umbros eilanden wonen. Deze eilanden, die eigenlijk de Islas Flotantes heten zijn gemaakt van totora-riet) dat langs de oevers van het Titicacameer groeit. De dichte wortels die de plant ontwikkelt zorgen ervoor dat de eilanden vastgroeien.

 

Ze zijn verankerd met touwen die naar de bodem van het meer lopen. Het riet aan de onderkant van de eilandjes verrot nogal snel. Als de waterstand hoog is, drijven deze eilanden. Zodra het riet aan de onderkant vergaat, wordt een nieuwe laag toegevoegd. De eilanden bestaan zo’n 30 jaar voordat ze aan vervanging toe zijn.

 

De bewoners maken van alles van riet: huizen, huisraad, boten enzovoort. De plaatselijke bewoners vissen, jagen op vogels en laten hun vee op de eilandjes grazen. Er wordt gekookt met vuurtjes geplaatst op hoopjes stenen.

 

Familie-eiland

Op de grotere Uroseilanden zijn ongeveer 10 families gehuisvest, terwijl de kleinere eilandjes, ongeveer 30 meter breed, slechts voor 2 of 3 families plaats bieden. De Uros begraven ook hun doden op het vasteland.  

 

Het volk van de Uros bouwde deze eilanden oorspronkelijk om de Inca's te ontvluchten. De Inca's domineerden op dat moment namelijk het vasteland. De Uros handelden met de Aymara op het vasteland. Ze mengden zich onder elkaar waardoor kruisingen ontstonden van beide volkeren. Sommigen 'verlieten' de taal van de Uros voor het Aymara. Vandaag leven er nog ongeveer 3000 nakomelingen van de Uros, hoewel slechts een honderdtal van hen nog steeds op de eilanden leven en deze onderhouden.

 

De meesten zijn naar het vasteland vertrokken, waar hun kinderen naar school kunnen gaan. Tegenwoordig leven de Uros veelal van de toeristen, die vanuit Puno de eilanden bezoeken.



Sillustani:

Op een klein uur autorijden van Puno over een goed geasfalteerde weg langs intensief gebruikt en deels kunstmatig geïrrigeerd land met quinoa en zoete aardappels ligt het archeologische terrein Sillustani op circa 4000 m hoogte. Vanaf het kleine, slecht onderhouden museum in het dal loopt u circa 150 m omhoog naar de hoge, vanaf ver zichtbare graftorens van Colla-mensen.

 

Collasuyo, het zuidelijke gebied van het Incarijk Tahuantinsuyo, was genoemd naar de daar levende stam van de Colla's. De Colla's beheersten samen met de rivaliserende stam van de Lupaca's de streek rond Lago Titicaca. Het Inca-imperium nam beide volken min of meer op.

 

De mensen van de stam van de Colla's spraken Aymara, waren nogal krijgszuchtig en hechtten veel waarde aan een kostbare begrafenis van hun adellijke doden in zogeheten chullpas (het Aymara-woord voor graftorens) die op verschillende plaatsen in de omgeving van Puno bewaard zijn gebleven.

Grafstede

De chullpas van Sillustani zijn vanwege hun kwaliteit en afmetingen het meest bezienswaardig in de omgeving van het Titicacameer.

 

De Colla's kozen hier, op een idyllisch gelegen schiereiland van Lago Umayo, een bijzonder indrukwekkende grafstede uit. Volgens archeologen is het grootste deel van de chullpas al in de tijd voor de Incaheerschappij ontstaan.

 

De meestal ronde graftorens zijn 12 meter hoog en hebben een doorsnede van 5 meter. Ze bevatten de in gehurkte houding bijgezette mummies van verschillende edelen of van hele adellijke families. In de grootste toren, de Chullpa del Lagarto, waren de doden zelfs in vijf verdiepingen boven elkaar gestapeld.

 

De doden werden begraven met eten en drinken. Na de begrafenis werd de kleine deur die zich meestal aan de oostkant (naar de opkomende zon) bevond met stenen afgeschermd. Het overlijden van een edelman betekende destijds voor de hele familie de dood.

 

Colta cultuur

Spaanse kroniekschrijvers maakten er melding van dat bij de begrafenis van een edelman wel twintig lama's werden verbrand en ook vrouwen, kinderen en dierbaren van de overledene werden gedood. Generaties grafschenders hebben de chullpas allang leeggeroofd, waardoor belangrijke aanwijzingen over de Colla-cultuur voor archeologen voor altijd verloren gingen.

 

Gelukkig ontging deze huaqueros echter één schat: in 1971 ontdekten archeologen vlak bij de Chullpa del Lagarto op circa 1 meter diepte een schat uit de Incatijd die behalve talloze kleine sierraden bijna 4 kg goud bevatte.


>> Lees meer over het INCA imperium. 



puno en titicaca meer - tips & advies (2000)


Het dichtbijzijndste vliegveld is die van Juliaca, ongeveer 45 km afstand. Alhoewel Puno een haven heeft gaan er geen boten richting Bolivia. Het treinstation van Puno ligt ten noordoosten van het centrum terwijl het lange-afstandsbusstation “Terrestre” op zo’n 1,5 km ten zuidoosten ligt.

 

Puno – Copacobana (BOLIVIA): er zijn drie routes naar Bolivia waarvan de “Yunguyo” route de meest veilige, betrouwbare en gangbare is. De makkelijkste route (wel iets prijziger) is die van de over-de-grens-bus die vertrekt uit Puno en gaat bij Yunguyo de grens over.

 

Maatschappij “Colectur” rijdt deze route en doet er ongeveer 3 uur over om in Copacobana te arriveren. Bus vertrekt om 07:30.


  • Naam : Hotel Rubi

Adres : Jiron

Cajamarca 154

Tel.nr. : 1800 781 504

 

Inhoud:

Dit prima hotel is vlakbij het centrum (Plaza des Armas) gelegen. Het heeft een keur aan kamers (53 stuks in totaal), schoon en keurig. Er is een lobby en een restaurant. Je kunt hier o.a. een dagtour boeken naar o.a. de Umbros eilanden en de graftombes van Sillustani.



zie ook:




meer over:


Isla de Ometepe

NICARAGUA

Met een korte tocht over het meer kom je op het vulkaan eiland Ometepe in Nicaragua. 

Quilotoa meer

ECUADOR

Het vulkaan meer Quilotoa geeft je een magisch gevoel; probeer een wandeling naar het water toe.