Reisverhalen - Laos

mong ngoi neua



oranje "Slang"


Het is nog heel vroeg in de morgen als ik wakker word in m’n kleine kamertje in Luang Prabang. Er ligt iemand bij de receptie onder een muggennet te slapen maar de deur is open ik wandel zachtjes naar buiten, waar het fris is.

 

Op de hoek van de straat zie ik een oranje “slang” aan mensen aankomen, wat monniken zijn als ik nog een keer kijk. Ze hebben allemaal een koperen keteltje bij zich waar ze voedsel in bewaren die ze aangeboden krijgen van mensen langs de route.

 

Deze zitten dan meestal op hun knieën langs de straat, op een kleedje en stoppen rijst in de ketel die de monnik open doet.

 

Het is een prachtig gezicht als ik besluit richting het centrum te lopen waar op een kruising een horde aan Westerse toeristen klaarstaat met hun camera’s. 

 

Hele colonnes van monniken lopen langs de tempels in het centrum. Ik ontbijt, check uit en praat met een Westerling die niet uit kan checken – de pinautomaten doen het al een paar dagen niet en veel toeristen hebben geen geld meer en moeten blijven op de plek waar ze zijn. 

 

Aankomst in Nong Khiaw

Het is zo’n drie uur bussen voordat we in “Nong Khiaw’ aankomen; vanaf hier moeten we verder met de boot. De chauffeur zet ons natuurlijk af voor zijn restaurant en terwijl wij lunchen vult de boot zich met aangemelde reizigers verderop.

 

Als we dan uiteindelijk aankomen bij de pier is de boot vol en moeten we wachten tot de volgende, laat in de middag. Getergd ploffen we neer op het terras wat een prachtig uitzicht geeft over de rivier, de bergen en de ijzeren brug die wel wat wegheeft van de “Bridge over the River Kwai”. 

 

Het is een prachtig gezicht, het leven aan de rivier Nam Ou; mensen die zich aan het wassen zijn, buffels, bootjes, talloze vissers en op de achtergrond dorpjes met bamboehutjes, palmbomen, veel groen en prachtige karstgebergte op de achtergrond.


gemak dient de mens


Muang Ngoi Neua is een dorp zoals je ze alleen ziet in de film. Kinderen spelen in het water en tussen de bootjes terwijl we aanmeren en ik het plaatje in mij op probeer te nemen.

 

Bamboehutten en palmbomen in de schemer van hoge bergen die als een rups ligt te slapen op de achtergrond. We zijn natuurlijk de laatste boot vol toeristen vandaag en het wordt moeilijk een slaapplaats te vinden in het korte straatje vol met hostels. Helemaal aan het einde loop ik een erfje op waar een tafel staat.

 

Er staan vier bamboehutjes op palen en ze laat degene zien met een plateau aan de voorkant met uitzicht over de rivier en de bergen aan de andere kant. In de hut staat alleen een bed met muggennet en ik kijk eerst even eronder om te checken of er geen rat zit, waar het dorp bekend omstaat. 

 

Lepel en waterbak

Ik check in en ga even zitten op het plateau wat een klein houten tafeltje en wat kussentjes behoudt. De wc is achter de huisjes en is een sta-wc, een douche is er niet – je kunt je opfrissen door gebruik te maken van een grote lepel en water te nemen uit een grote betonnen bak die tot de nok toe gevuld is.

 

Het tafeltje blijkt het restaurant te zijn en ze hebben zelfs een menukaartje, ook al is deze ietwat vergeeld.

 

Beneden aan de rivier is een boer bezig wat waterbuffels naar de rivier te krijgen om ze daarin te wassen maar echt gemakkelijk gaat het niet. Ook hoor ik n d verte de kinderen spartelen in het water en zie wat rookpluimen uit huisjes komen. Het begint te schemeren als ik in ons restaurant eten bestel en deze wordt geserveerd op mijn eigen plateau. 

 

Wat een rijkdom voor een paar euro’s; ik geniet van plakrijst en kip en heb om mijn eigen maag op orde te houden een cola besteld. Exact om 18:00 schiet de generator aan en is er licht! Het wordt binnen een mum van tijd aardedonker overal om mij heen en als de muggen opdoemen vlucht ik naar binnen en niet veel later lig ik te slapen.



Een kijkje in het Khamu dorp


De haan kraait me wakker en ik hoor talloze dieren rond en onder mijn huisje rommelen. Terwijl ik geniet van mijn ontbijt kijk ik naar het lage wolkendek wat nu als een deken over de bergen ligt. 

 

Ik wandel door het zandstraatje waar aan beide zijden een grote goot is gemaakt voor het overtollige regenwater en zie opeens Mario, de lange Italiaan die ik al een paar keer in verkeerde landen ben tegengekomen en vergezel hem op het terras.

 

Het “Hmong” dorp ligt te ver, maar het moet haalbaar zijn naar het nabijgelegen “Khamu” dorp, de grotten en misschien de waterval te lopen samen. Een Russisch meisje wat een zeer “Tartaars” gezicht heeft gaat ook mee.

 

Na onze spullen te hebben gepakt lopen we even later het dorp uit terwijl vele verschillende lokale mensen de tegenovergestelde richting oplopen met veel bagage. Mario weet me te vertellen dat er vanavond een bruiloft is tussen een man en vrouw van verschillende (berg)stammen. 

 

De donkere grotten

Twee grote donkere mysterieuze grotten waarbij je goed moet opletten dat je niet uitglijdt; zullen dit de grotten zijn waar de communistische “Pathet Lao” zich had verschanst tijdens de geheime oorlog (Vietnamoorlog)?

 

Het schijnt dat de Laotiaanse luchtmacht het dorp in ieder geval meerdere malen heeft platgegooid. We zien een stroompje wat we via een bamboebrug moeten oversteken.

 

In de rivier zijn een paar jongetjes bezig met een duikbril op en een pijl in hun hand vis te vangen. Via smalle bospaadjes komen we op een groot stuk opgedroogd land waar ooit rijst o.i.d. is verbouwd maar nu wordt gebruikt door een aantal buffels.

 

Het is nu al een fikse wandeling als we aankomen in het op palen gebouwde “Khamu”dorp waar “bamboe” het meest gebruikte materiaal is. Alles loopt hier vrij rond; kinderen, kippen, hanen, honden, katten en een paar biggen. Aan de rand van het dorp is een klein restaurantje en daar rusten we uit in de hangmatten en eten we wat.  

 

We besluiten toch nog vanmiddag naar het andere dorp te wandelen waar de waterval is maar deze tocht gaat dwars door heggen en opgedroogde akkervelden heen en is loodzwaar; zeker met die zon zo boven aan de hemel. De waterval is niet meer dan een stroompje water maar het dorp is interessant en we worden toegezwaaid naar alle kinderen.



trouwen in de tropen


Terug in het dorp zien we dat de trouwerij voorbereid wordt door in het midden van het brede zandpad stoelen en tafels neergezet en we ruiken dat het eten in de maak is. ’s Avonds hebben we wederom afgesproken en belanden op een groten houten vlonder ver boven de rivier en vele anderen vergezellen ons de avondmaaltijd.

 

Als we teruglopen naar ons hostel zien we dat vele lokale mensen totaal bedwelmd op hun stoelen zitten en we worden uitgenodigd om tussen hun in te gaan zitten. We krijgen “Lao-Lao” (rijst whisky) aangeboden die er direct behoorlijk inhakt.

 

Het drankje bevat 50% alcohol en voordat we het weten hebben we op alles gedronken wat we kunnen bedenken en zitten we net zo glazig voor ons uit te kijken als onze “Lao” buren die we net nog hadden vervloekt als “dronkaarden”.

 

Dansen in de jungle

Van de “Khamu” dorpelingen krijgen we witte polsbandjes die voor goed geluk zijn en nu horen we er helemaal bij! Er wordt een stuk pad afgezet wat als dansvloer gaat dienen en in het midden wordt een tafel gezet.

 

We doen zoals de lokale doen en het is de bedoeling dat we rond de tafel dansen in een cirkel waarbij de handen “Aziatische” bewegingen maken. Op een gegeven moment kan onze Tartaarse vriendin niet meer op haar benen staan en ik stel voor om haar “thuis” te brengen. De tocht wordt een ramp zo in het pikkedonker en het lijkt uren te duren voordat ik terug ben op het feest.

 

Geen idee waar het was en hoe ik terug ben gekomen maar ik ben weer terug. Het duurt niet lang of het feest wordt opgebroken en iedereen wordt gesmeekt toch alsjeblieft terug te keren naar hun hut. 


“Hobbelen met een kater“


Als je denkt dat het hele dorp nog slaapt in de vroege ochtendgloren na zo’n nacht heb je het mis; er heerst een feeststemming als ik opgewekt wordt door de lachende en schreeuwende buren die bezig zijn een beest te offeren voor de trouwerij.

 

Eerst mijn naam op de vertreklijst zetten van de boot die alleen in de ochtend terugkeert naar de bewoonde wereld om daarna een stevig ontbijt te nuttigen terwijl steeds meer mensen “aansluiten” die ook terug willen. De boot zit knotsvol en als we bij een zandbank aankomen worden we verzocht allen uit te stappen en een stuk langs de oever te lopen. 

 

Bij het stukje land wat we hier het busstation noemen aankomen blijkt dat ik als enige westwaarts wil gaan en de rest gaat allemaal terug naar “Luang Prabang”. Ik zwaai iedereen uit en als de bus die naar “Sam Neua” gaat aankomt, heb ik nog tijd om met de enige Westerling die daarin zit een noedelsoep te eten voordat we vertrekken. De weg zit vol met gaten en kuilen en is veelal onverhard en op sommige stukken zo smal dat we moeten stoppen om tegenliggers te laten passeren.

 

Maar is de route ook; bergen, valleien en kleine dorpjes die in honderden jaren er al zo bijliggen. We passeren ook dorpjes die helemaal blauw zijn geverfd of gestreept; dit moeten “Hmong” dorpen zijn die daar bekend omstaan. Het zou de hele dag duren voordat we eindelijk in “Sam Neua” aankomen. 



zie ook:




meer links:


Periya NP

INDIA

Huur een fiets en ga zelf naar het prachtige natuurpark Periya in het zuiden van India. 

Mai Chau

VIETNAM

Als je de drukte van Vietnam even wilt ontvluchten, boek dan een kamertje in Mai Chau en geniet.