De Berlijnse muur

Achtergrondinformatie - Duitsland



Voorgeschiedenis


Na het einde van de Tweede Wereldoorlog in 1945 werd Duitsland, volgens afspraken gemaakt tijdens de Conferentie van Jalta, opgedeeld in vier bezettingszones. De geallieerde machten (de Verenigde Staten, de Sovjet-Unie, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk) kregen elk een deel van het land toegewezen dat zij bezetten en voorlopig zouden besturen. Analoog hieraan werd ook de voormalige hoofdstad van het Derde Rijk verdeeld in vier sectoren.

 

Het gebied dat Berlijn omringde behoorde evenwel in zijn geheel tot de Sovjet-zone, waardoor de Berlijnse sectoren van de overige geallieerde staten een enclave in door de Sovjet-Unie bezet gebied vormden.

 

Het einde van de Tweede Wereldoorlog had intussen het begin van de Koude Oorlog tussen "het Westen" en "het Oosten" ingeluid. Berlijn ging door de bijzondere politiek-territoriale verhoudingen een centrale plaats innemen in de strijd tussen de oostelijke en westelijke inlichtingendiensten. Reeds in de zomer van 1945 werd de grens tussen de bezettingszones in Berlijn afgebakend.

 

Op sommige plekken plaatste men slagbomen en wit-gele houten palen, daarnaast werden kleurmarkeringen op bomen gebruikt. Om de zonegrens te overschrijden had men toestemming nodig; alleen voor pendelaars en boeren werd een zogenaamd klein grensverkeer ingevoerd.

 

Op bevel van het Sovjet- militaire bewind werd een grenspolitiemacht opgebouwd, die op 1 december 1946 voor het eerst in actie kwam. Voor de grenspolitie werden er richtlijnen voor het gebruik van vuurwapens ingesteld. Voor reizen tussen de oostelijke en de westelijke sectoren moest men voortaan over een interzonepas beschikken. De eerste grensafzettingen werden aangelegd: in bosgebieden betrof dit vooral prikkeldraadbarrières, op wegen en straten werden barricades opgeworpen.

 

Sinds de oprichting van de DDR nam een steeds groter aantal burgers uit het oosten zijn toevlucht tot de Bondsrepubliek. In 1952 begon men de Duits-Duitse grens van DDR-zijde af te sluiten met hekken, bewakingsposten en alarminstallaties, het beruchte IJzeren gordijn. Langs de grens werd een vijf kilometer brede verboden zone ingericht, die men alleen mocht betreden met speciale toestemming, die vooral aan lokale bewoners werd verleend.

 

Aan de grenszijde werd dit gebied afgesloten met een 500 meter brede bufferzone, gevolgd door een tien meter brede zwaarbewaakte strook direct aan de grens. Dit gordijn liep van de Oostzee naar de Adriatische Zee. 


>> Lees hier de slag om Berlijn in 1945


Koude oorlog


In 1948 kwam de Koude Oorlog met de Blokkade van West-Berlijn door de Sovjet-Unie tot een eerste hoogtepunt. Op 23 mei 1949 gingen de westelijke bezettingszones op in de Bondsrepubliek Duitsland (West-Duitsland); op 7 oktober van hetzelfde jaar werd de Duitse Democratische Republiek (Oost-Duitsland) gesticht op het grondgebied van de Sovjet- zone.

 

Formeel bleef Berlijn een aparte status houden als van Duitse zijde gedemilitariseerde viersectorenstad, onafhankelijk van de twee Duitse staten. In de praktijk functioneerde West-Berlijn echter steeds meer als een deelstaat van de Bondsrepubliek en werd Oost-Berlijn zelfs tot Hoofdstad van de DDR uitgeroepen.

 

De dwars door dichtbevolkt gebied lopende sectorgrens tussen Oost- en West-Berlijn bleef echter relatief open, aangezien deze nauwelijks te bewaken was. Via de lekkende grens verlieten tussen 1949 en 1961 zo'n 2,6 miljoen mensen de DDR en Oost-Berlijn; van hen vluchtten er 47.433 nog in de laatste twee weken voor de bouw van de Muur.

 

Poort tot het Westen

Ook voor vele Polen en Tsjechen was (West-)Berlijn een poort tot het Westen. Aangezien het daarbij grotendeels hoogopgeleide jonge mensen betrof, vormde deze uittocht een serieuze bedreiging voor de economie van de DDR en zou uiteindelijk zelfs het voortbestaan van het land in gevaar kunnen komen. Ongeveer 50.000 Oost-Berlijners werkten in West-Berlijn, terwijl ze onder financieel gunstige voorwaarden in Oost-Berlijn of de voorsteden in de DDR woonden. Op 4 augustus 1961 verplichtte het Oost-Berlijnse stadsbestuur de sectorforensen zich te registreren en hun huur voortaan in West-Duitse marken te betalen.

 

Reeds voor de bouw van de Muur controleerde de Oost-Duitse Volkspolizei de naar het westen van de stad lopende straten intensief op verdachte republiekvluchtelingen en smokkelaars. Veel West-Berlijners en in West-Berlijn werkende Oost-Berlijners konden in Oost-Berlijn goedkoop inkopen doen met de op de zwarte markt gunstig om te wisselen Oost-Duitse mark. Dit betekende een verdere verzwakking van de planeconomie van de DDR. De afgrendeling van de grens door middel van de Muur moest ervoor zorgen dat de leegloop van zowel middelen als personen uit de socialistische arbeiders- en boerenstaat definitief een halt toe werd geroepen.

 

De toenemende verwijdering tussen het Oosten en het Westen uitte zich op politiek gebied met een verscherping van de Koude Oorlog (wapenwedloop) en een constante diplomatieke strijd; op economisch gebied stelde het Westen een embargo op technologisch hoogwaardige producten tegen het Oostblok in. De grens was hierdoor meer dan een territoriale scheiding, hij was verworden tot een grens tussen tegenover elkaar staande politiek-ideologische, economische en culturele machtsblokken en invloedssferen.


>> Lees hier de gehele Duitse GESCHIEDENIS



de bouw


In 1961 besloten Walter Ulbricht en de Sovjetleider Nikita Chroesjtsjov een einde te maken aan de leegloop. In de nacht van 12 op 13 augustus werd begonnen met de bouw van de Berlijnse Muur door kilometers prikkeldraad te spannen. In enkele weken tijd werd een zwaarbewaakte betonnen hindernis opgeworpen rondom West-Berlijn waardoor het prikkeldraad werd vervangen door betonnen blokken.

 

Er werden op zeven plaatsen doorgangsposten opengelaten. De Muur werd door de Oost-Duitse grenspolitie zwaar bewaakt. De strenge bewakers maakten van elke beweging een foto, soms zelfs van elkaar. De grenswachten hadden bevel om te schieten op mensen die probeerden de grens over te steken.

 

Dit betekende overigens niet dat niemand meer probeerde te vluchten. Gedurende de bijna dertig jaar dat de Berlijnse Muur bestond, zijn talrijke pogingen ondernomen om uit de DDR te ontsnappen. Hierbij zijn naar schatting ongeveer tweehonderd doden gevallen. De eerste twee en een half jaar bleef de Muur potdicht, daarna ging hij langzamerhand op een kier voor bezoekers uit het westen.

 

In de eerste paar jaren van zijn bestaan was de 155 km lange Muur nog lang niet perfect. Er zaten nog veel gaten en zwakke plekken, die snel door vindingrijke Oost-Berlijners werden gevonden. Aanvankelijk kon men eenvoudig naar het westen vluchten via de ramen van de huizen die net op de grens stonden, met toestemming van de bewoners. Er werden in de loop der jaren vaak spectaculaire pogingen gedaan om over de Muur te klimmen, te vliegen, en er onderdoor te graven.

 

De creativiteit groeide, zoals kisten onder, en onzichtbare bergruimtes in auto's. Zo reed bijvoorbeeld een Oost-Berlijner met een shovel dwars door de Muur heen, en ook werden tunnels onder de Muur door gegraven. Toen de Muur steeds afschrikwekkender werd, konden sommige mensen het gevoel opgesloten te zijn moeilijk verdragen en kregen last van een syndroom dat Mauersyndroom, 'muurziekte', werd genoemd.


>> Lees hier in bestemming Berlijn wat er nog staat aan MUUR


vluchtpogingen


De Berlijnse Muur stond in zijn geheel op grondgebied van de DDR. De arbeiders die de Muur bouwden, mochten immers niet op West-Berlijns grondgebied komen. Dit betekende in de praktijk dat als men vanuit het westen naar de Muur liep, men feitelijk gezien al in de DDR was.

 

Westerlingen trokken zich hier weinig van aan, getuige bijvoorbeeld de graffiti op de Muur. Een andere "liefhebberij" was het gooien van blikjes en ander afval over de Muur heen. Maar geheel zonder risico was het niet. Oost-Duitse grenswachten konden via poortjes in de Muur aan de westzijde van de Muur komen en de westerlingen weren of oppakken. Voor zover bekend is dit echter slechts sporadisch gebeurd.

 

Als propaganda-instrument wist het Westen de Muur echter op waarde te schatten; uiteraard maakten de West-Duitse media er het meeste werk van. In het zicht van de DDR-grenswachten werd een grote foto opgesteld van een hunner collega's die de benen nam naar West-Berlijn. Aan de Muur werd een monument opgericht voor degenen die omkwamen bij hun vluchtpogingen, als Opfer des Stalinismus.

 

JFK op visite

Op het hoogtepunt van de Koude Oorlog bezocht de Amerikaanse president John F. Kennedy West-Berlijn op 23 juni 1963, waar hij zijn solidariteit met de inwoners van Berlijn betuigde door zijn beroemde woorden “Ich bin ein Berliner”. Deze constructie die het Westen van het Oosten scheidde, was in West-Duitsland een bizarre toeristische attractie: op vele plaatsen langs het ijzeren gordijn waren platformen geplaatst van waaraf toeristen met verrekijkers naar "het oosten" konden kijken.

 

Wachtposten keken vanuit hun torens terug. Oost-Duitse spionnen maakten hiervan gebruik door met aangepaste verrekijkers door middel van infrarood licht met het thuisfront te communiceren. Later, op 12 juni 1987, riep president Ronald Reagan vanaf een platform met uitzicht op de Muur de Sovjet-president Michail Gorbatsjov op om de Muur neer te halen. Binnen twee en een half jaar zou het inderdaad zo ver zijn.

 

In de DDR-propaganda werd de Muur (net als trouwens de hele bewaking van de grens met de Bondsrepubliek) de ‘antifaschistischer Schutzwall’ (‘antifascistische beschermingsmuur’) genoemd. Die beschermingsmuur moest de DDR beschermen tegen ‘wegtrekken, infiltratie, spionage, sabotage, smokkel, uitverkoop en agressie uit het westen’.



de val van de muur


Het duurde ruim 28 jaar voor de inwoners van Oost-Duitsland zich door de Muur niet meer lieten tegenhouden. In mei 1989 werd in Hongarije het IJzeren Gordijn aan de grens met Oostenrijk geopend. De open grens daar zorgde in korte tijd voor een uitstroom van duizenden 'permanente vakantiegangers'.

 

Er ontstond een ware volksverhuizing via Hongarije, even later ook via de West-Duitse ambassade in het Tsjechische Praag, en daarna ook via andere 'gaten' in het IJzeren Gordijn. Ook de leiding van de DDR, die kort daarvoor nog trots het veertigjarig bestaan van de 'socialistische heilstaat' hadden gevierd, moest de grenzen openen. Het einde van de Muur, en daarmee van de DDR, was onafwendbaar.

 

De Berlijnse Muur viel op 9 november 1989. Günter Schabowski, een van de hoogste partijleiders in de DDR, hield aan het begin van de avond een bijzondere persconferentie. Het was een unieke gebeurtenis, omdat hij bereid was zonder voorwaarden vooraf vragen van journalisten te beantwoorden.

 

Dit was niet gebruikelijk in de DDR: journalisten kregen altijd van tevoren van de communistische partij te horen wat ze moesten vragen. Zelf vragen bedenken was verboden. In enigszins gebroken Duits stelde een Italiaanse journalist een vraag over een nieuwe reisregeling voor DDR-burgers, waar veel kritiek op was gekomen. Schabowski gaf een ingewikkeld antwoord waarin hij het beleid van de partij verdedigde.

 

Maar toen zei hij plotseling: "Maar vandaag is, voor zover ik weet een beslissing genomen... We hebben besloten dat iedere DDR-burger de grens over mag." Onmiddellijk volgde de vraag wanneer deze regel in werking zou treden. Schabowski bladerde in zijn papieren, keek op, en zei toen: "Dat geldt - voor zover ik weet - ... vanaf nu.". Het was 18:57 uur. De verwarring over deze mededeling was groot. En onduidelijk was wat precies de bedoeling was: werd de grens tussen Oost- en West-Duitsland geopend voor alle Oost-Duitsers of gold het hier een regeling voor personen die de DDR voorgoed wilden verlaten? Het laatste bleek het geval, maar de maatregel had pas de volgende dag in werking mogen treden.

 

Uittocht

Massaal trokken de Oost-Duitsers naar de Muur om te kijken of ze inderdaad naar West-Berlijn konden. De grenswachten bleken net zo overdonderd als alle anderen, richtlijnen ontbraken. Ze wisten niet wat ze moesten doen, net zo min als het leger en de geheime dienst, de Stasi. Zoals veel van zijn collega's, had de bevelhebber van grensovergang Bornholmer Straße drommen mensen voor zijn hekken staan. Om 23:52 nam hij het besluit: “Ze (zijn leidinggevenden) bekijken het maar ... Ik gooi de grens open ... De DDR-burgers zijn vrij.”

 

Kort hierop belde hij met een collega die zijn grensovergang eveneens opende, en al snel volgden er meer. Verbijsterd liepen de Oost-Berlijners naar de andere kant van de grens, waar ze veelal met applaus werden ontvangen. Het leger (NVA) had gevraagd om toestemming om de grens te verdedigen, maar het enige waar men toestemming voor kreeg was het bewaken van de eigen basis, die het vervolgens dag en nacht bewaakte. Te midden van een grandioos volksfeest hakten velen een stuk beton uit het bouwwerk.

 

De volgende dag sprak de West-Duitse bondskanselier Helmut Kohl de verenigde Berlijnse bevolking toe. Hij riep op tot kalmte. De oproep was niet alleen gericht aan DDR-burgers, maar ook aan Sovjetleider Gorbatsjov. Het was maar de vraag hoe de Sovjet-Unie zou reageren op de val van de Muur. Maar Moskou liet al snel blijken niet te zullen ingrijpen. De grens was definitief open en de Muur was gevallen. 


>> Lees dat bij Heinersdorf nog een authentiek IJzeren Gordijn wachthuisje staat inclusief muur



zie ook: