GESCHIEDENIS - Mali


de koninkrijken


Er is gebleken dat in het gebied wat nu Mali is zo’n 50.000 jaar gelden, toen de Sahara nog een groot weiland was, al bewoond was. Daarna volgden kleine boeren nederzettingen en in het jaar 300 vC bestond een goed georganiseerde stad in het huidige Djenne. In de 4e eeuw ontstond een levendige handel in slaven, goud en zout tussen de noordelijke Afrikaanse landen en de zuidelijke, dwars door de Sahara.  

 

Het was de basis van drie opeenvolgende koninkrijken. Tot de 11e eeuw zou het koninkrijk Ghana (heeft geen overeenkomsten met het huidige Ghana) over een gebied heersen van het huidige Mali en Senegal. De stam “Mandinka” kwam aan de macht in de 14e eeuw en stichtte het koninkrijk Mali. Het gebied werd uitgebreid tot Nigeria en de stad Timboektoe bloeit als nooit tevoren.

 

Het werd een belangrijk leercentrum voor geschiedenis en rechten. Daarnaast was het een handelscentrum en bestemming voor handelskaravanen. De Islam gaat een vooraanstaande rol spelen. 

 

De toenmalige koning stond bekend om het feit dat hij probeerde te verbinden met de naburige koninkrijken, teneinde zich te verzetten tegen de nomaden uit de Sahara die slaven gevangennemen.

 

Maar koning Sundjata Keïta verovert vervolgens alle koninkrijken in het gebied, dat hij onder zijn leiding verenigt tot het Koninkrijk Mali. Hij wordt geproclameerd als "Mansa", wat "Koning der koningen" betekent.

 

Hij zet een administratieve en militaire organisatie op. Hoofdstad van het Koninkrijk Mali wordt Niani. Na de veroveringen staat de regeerperiode bekend als een tijdperk van vrede en welvaart. Met de afkondiging van het "Handen van Manden" staat de regeerperiode van Sundjata Keïta ook bekend als een tijdperk van vrijheid. Het Koninkrijk Mali verenigde verschillende bevolkingsgroepen met een andere etnische herkomst (Malinka, Bambaras, Wolofs, Toucouleurs).

 

Opvolgers gaan op ontdekkingsreis; sommige historici geloven zelfs dat enkele kano’s van de expeditietocht Amerika bereikt kunnen hebben, twee eeuwen voor Christoffel Colombus. In de 16e eeuw verzwakken twisten om de opeenvolging het Koninkrijk Mali, dat achtereenvolgens door de Mossi, de Touaregs en de Songhai wordt aangevallen.

 

Tussen 16e en 17e eeuw krimpt het Koninkrijk Mali in tot zijn oorspronkelijke afmetingen. In dezelfde tijd varen grote vloten van Europese machten langs de kusten van West Afrika en maken de karavaansroutes overbodig.




de fransen en onafhankelijkheid


Na aanvankelijk fel verzet van de lokale bevolking namen de Fransen het gebied vanaf 1893 in. Onder de naam Frans-Soedan werd het een onderdeel van Frans-West-Afrika.

 

Je kunt hier nog voorbeelden van zien in Mali – in Segou staan talloze koloniale panden en natuurlijk is er de treinrails tussen Dakar en Bamako, de langste treinreis in West Afrika. Allen gebouwd met gedwongen arbeiders.

 

Mali was niet echt belangrijk voor de Fransen (zoals Ivoorkust en Senegal) en werd vooral gebruikt voor het verbouwen van katoen en rijst voor de export. In 1958 kreeg Frans-Soedan autonomie als een zelf-regerend lid van de Franse Gemeenschap.

 

In april van datzelfde jaar fuseerde Frans-Soedan met Senegal tot de Mali-federatie die in 1960 volledig onafhankelijk werd van Frankrijk.

 

Al na twee maanden stapte Senegal uit de federatie. De belangrijkste aanleidingen waren verschillen van mening over de economische en politieke koers en de botsende persoonlijkheden en ego's van de leiders. Op 22 september 1960 verklaarde Modibo Keita in Bamako de onafhankelijkheid van "Soudan" van de Mali-federatie, onder de naam Republiek Mali.

 

Het marxistisch georiënteerde bewind faalde economische groei te brengen en riep in 1967 de permanente revolutie uit die het land in chaos en geweld stortte.


traore, toure en konare


In 1968 volgde een staatsgreep door een groepje jonge officieren onder leiding van Moussa Traoré. Terwijl de rest van de wereld werd beziggehouden door de Koude oorlog ging Traore verder met z’n Russische stijl communisme. In de 20 jaar dat Traore aan de macht was werden niet minder dan vijf coupe pogingen gedaan. 

 

Het land werd gepalagd door watertekorten, droogten gedeeltelijk veroorzaakt door mismanagement van de regering. Het bewind bleef militair tot 1979, waarna Traoré formeel een burgerregering installeerde maar waar de partij van Traore alleen aan de macht bleef. Toen de Russsiche hulp taande werd Mali lid van de landen die de gezamenlijke munt voerden (CAF). De tijd dat Traore aan de macht was waren er grote (bloedige) demonstraties.

 

In 1990 brak in het noorden van het land een opstand van de Toearegs uit die in eerste instantie naar onafhankelijkheid streefden.

 

De Toearegrebellenbeweging wist het Malinese leger enkele nederlagen toe te brengen, die het dictatoriale bewind dwongen troepen uit de buurt van de hoofdstad Bamako naar het noorden te verplaatsen. Hierdoor zagen oppositiebewegingen in Bamako meer kans zich te verzetten tegen de dictatuur.

 

Studentenprotesten

In 1991 braken studentenprotesten tegen het regime uit, die uitliepen op rellen in de hoofdstad waarbij veel doden vielen. Generaal Moussa Traoré werd die dag afgezet door kolonel Amadou Toumani Touré, die een partij had opgericht waarin studentenleiders, de leiders van de ondergrondse oppositiepartijen en de Toearegrebellen zitting namen.

 

Alle partijen onderhandelden onder leiding van Touré, voerden een nieuwe grondwet in en sloten in 1992 een vredesverdrag, dat voorzag in een decentrale overheid, meer autonomie voor het noorden, economische ontwikkeling voor de regio's en het houden van vrije verkiezingen (voor het eerst sinds de jaren veertig). Alpha Oumar Konaré werd tot president gekozen.

 

Hij bleek echter niet in staat om een definitieve vrede met de Toearegs te bewerkstelligen. In 1994 ontaardde het conflict in interne gevechten tussen verschillende Toearegstammen onderling, en tussen de Toearegs en de Songhaibevolking, waarbij veel burgerslachtoffers vielen. Konaré begreep dat er van vrede pas sprake kon zijn als de onderlinge geschillen werden bijgelegd, en hij stak veel energie in een onderlinge dialoog.

 

In 1996 keerde de vrede terug in het noorden na een langdurig proces van verzoening tussen de verschillende stammen en bevolkingsgroepen. De vrede werd op 26 maart 1996 werd op de markt van Timboektoe, waarbij alle rebellenbewegingen zich formeel ontbonden.



21ste eeuw


In 2002 stapte de zeer succesvolle president “Konare” op volgens zijn eigen grondwet om plaats te maken voor Generaal “Toure”.

 

In 2011 vochten vele “Toearegs” mee met "Kadaffi" tijdens de opstand in Libië; toen ze deze verloren, zijn zij en andere Kadaffi-aanhangers naar Mali teruggekeerd met zware wapens van het voormalige Libische regime en hebben sindsdien zich meester gemaakt van verscheidene steden in Noord-Mali (Goa, Kidal en Timboektoe).

 

Het Malinese leger meende dat president Amadou Toumani Touré hen onvoldoende bevoorraadde tegen de rebellen en pleegde in 2012 een staatsgreep.

 

In datzelfde jaar is de situatie in het noorden van het land zo verslechterd, dat de regering van Frankrijk in gegrepen heeft en militairen heeft gestuurd. Terreurgroep “Mourabitounes” die banden met “Al-Qaeda” hebben hadden korte tijd de controle over het noorden van Mali en hebben zelfs de hoofdstad bedreigd. Intussen hadden islamitische krijgers  sharia van kracht verklaard, waarna de meeste christenen Timboektoe ontvluchtten.

 

In Mei sloten nationalistische Toearegs (MNLA) en islamisten in Gao een akkoord tot de oprichting van een "islamitische republiek Azawad". Ook Nederland neemt vanaf 2014 deel aan de missie van de VN in Mali, de United Nations “Multidimensional Integrated Stabilisation Mission” (Minusma), om de stabiliteit in het land te herstellen en de bevolking te beschermen tegen geweld. Ze vestigen zich in de stad “Goa” in het noordoosten van Mali. In 2013 wordt Timboektoe bevrijd maar breekt ook een ebola-virus uit.

 

In 2015 ondertekenen de separatistische “Toeareg” en de regering van Mali een vredesakkoord. De Nederlandse missie wordt verlengd; ongeveer 290 Nederlandse militairen zullen in Mali blijven. Zij gaan deel uit maken van een eenheid voor langeafstandsverkenning, analisten, politiefunctionarissen en civiel personeel. Volgens de ministers is de afgelopen tijd vooruitgang geboekt in Mali, maar is de vrede nog broos en het werk nog niet af. De instabiliteit in het land heeft volgens het kabinet ook effect op "onze eigen veiligheid", omdat het land functioneert als transitland voor migranten die naar Europa willen. 

 

President Keita wordt in juli 2018 herkozen. Het jihadistische geweld blijft het noorden en oosten van het land teisteren. In 2020 volgt er een militaire coup, na maandenlange protesten van de bevolking en moet keita het veld ruimen. Oud legerofficier Bah Ndaw vormt een overgangsregering met kolonel Assimi Goita, de leider van de staatsgreep en voorzitter van de CNSP, als interim-vicepresident.

 

In 2021 arresteerde kolonel Assimi Goita de interim-president bij een tweede staatsgreep in een poging om de voorbereidingen voor de verkiezingen te vertragen, met als argument dat de overgangsregering voorrang moest geven aan het verbeteren van de veiligheid voordat er verkiezingen zouden plaatsvinden.

 

Later dat jaar benoemden de militaire overgangsleiders Choguel Kokalla Maiga tot eerste minister. Frankrijk besluit begin 2022 na negen jaar van militaire aanwezigheid in Mali zijn troepen terug te trekken uit het West-Afrikaanse land. Wel blijven Franse militairen aanwezig in naburige landen in de Sahelregio