Bezienswaardigheden - Hongarije

Siofok:

Siófok is de grootste en rijkste badplaats aan het Balatonmeer en wordt weleens het “Hongaarse Ibiza” genoemd. Veel aan historische en culturele bezienswaardigheden zijn er niet te zien. De grootste publiektrekker is het meer en het naastgelegen strand.

Siofok heeft een oud centrum, bezienswaardigheden hier zijn het Centraal Station en de oude watertoren, waar nu de VVV in is gevestigd.

De oude stad ligt niet aan het meer, maar op ongeveer 500 meter afstand. De rivier de Sió stroomt ook door Siófok. Een van de andere dingen di je kunt bekijken is de oude sluis die deels door de Romeinen is gebouwd en veelvuldig door de Turken is gebruikt in de 16e en 17e eeuw. Hier vlakbij is het hoofdkwartier van de Hongaarse marine.

De stad is een van de rijkste steden van Hongarije. Dit komt door het toerisme, dat dankzij het aangename landklimaat jaarlijks veel mensen trekt. Het strand strekt zich uit over de gehele lengte van de stad. Veel rijke Hongaren hebben een (tweede) huis in Siófok. De winkelprijzen zijn voor Hongaarse begrippen hoog.

Behalve Hongaarse toeristen trekt Siófok ook veel buitenlanders, met name Duitse, Nederlandse en Russische jongeren. In de stad zijn veel hotels, campings, appartementen, bungalows, restaurants, kroegen, discotheken en winkels. Ook verhuren veel lokale bewoners kamers. Je kunt in Siofok boten huren, lake cruises organiseren en natuurlijk zwemmen. 

Balatonfured:

Het aan de noordelijk gelegen Balatonfüred is de oudste, bekendste en meest internationale badplaats van Hongarije.

Deze bestaat zoals de meeste Balaton-plaatsen uit twee delen; het oude dorp Füred op de heuvels van het Balaton-gebergte, en het nieuwere gedeelte aan de oever van het meer waar ook het eigenlijke vakantiedorp ligt, met hotels, villa's, kuurinrichtingen en de campings die iets verder weg gelegen zijn.

De beide dorpen zijn nu met elkaar vergroeid. Het stadje kreeg voor het eerst bekendheid door de koolzuurhoudende bronnen en pas later door de ligging aan het meer.

Wat de stad nog aantrekkelijker maakt, is de gunstige ligging achter heuvels die bescherming bieden tegen de koude winden, de mooie omgeving en het feit dat het aantrekkelijke Tihany-schiereiland slechts enkele kilometers verwijderd ligt. Vooral de brede baai tussen de stad en de oostelijke oever van Tihany geeft Balatonfüred een geheel eigen charme. Behalve de zeer vele badgasten komen er jaarlijks meer dan 10.000 mensen hier genezing zoeken.

György-tér 

De meeste monumenten liggen aan of in de buurt van het György-tér (Kuurplein). In de 'drinkhal met de zuilen' - de Kossuth-bron - kon men vroeger het gezonde mineraalwater drinken. Het plein wordt aan drie kanten door gebouwen omringd, in de eerste plaats door het sanatorium voor hartpatiënten, genoemd naar de Oostenrijkse keizerin Elisabeth ("Sisi"). Verder ligt aan het plein het sanatorium, waar in 1831 het eerste Westhongaarse theater werd opgericht.

Ook nu nog vinden er in de feestzaal van het sanatorium voorstellingen en congressen plaats, evenals het beroemde Anna-bal dat ieder jaar op 26 juli wordt gehouden. Aan de derde zijde van het plein staat het Horvath-huis, in laat-barokstijl. Het is in 1798 door de familie Horvath gebouwd. Hier werd in 1825 het eerste Anna-bal gehouden, ter ere van hun dochter Anna Horvath.

Aan het eind van de straat, vanaf het plein gezien, ligt de classicistische kerk Kerek Templom ('Ronde Kerk'), met een cassettenplafond.

In het oude deel van de stad, in de Kossuth Lajos utca, staat de protestantse kerk in classicistische stijl, met in de buurt een oude watermolen. In de Siske utca zijn nog enkele oude boerenwoningen te zien. Naast het station ligt een heel grote wijnkelder, waar meer dan 10.000 hl wijn opgeslagen kan worden. De muren zijn verfraaid met taferelen uit de wijnbouw.

In de 15^e eeuw was het meer een grens tussen de Turken aan de zuidzijde en de Habsburgers aan de andere kant. Twee eeuwen later zouden grote groepen Duitsers, Kroaten en Slowaken het gebied intrekken en zich hier vestigen.

Vooral Balatonfured werd al snel “ontdekt” als kuuroord voor de rijken en in de 19de eeuw werden zomerhuizen gebouwd en verhuurd voor veel geld. Waren het in het begin vooral de rijkere mensen uit de grote steden (vooral Boedapest). Na WWII waren het vooral welgestelde communisten die hier hun vakanties kwamen doorbrengen.

Tegenwoordig komen vooral veel jongeren maar ook gezinnen uit Duitsland, Nederland en Rusland naar het Balaton meer.