GESCHIEDENIS - Ghana


de eerste stappen


De naam Ghana komt van het Ghanese Rijk, of Wagadou zoals zij het zelf noemden. Dit rijk lag wat noordelijker in de Sahelzone inlanden als Senegal en Mali. Het bestond tussen de 8e en 11e eeuw en was een belangrijke regionale economische macht. Door de strategische ligging was het een belangrijk handelspunt.

 

Vanuit het zuiden werden goederen als goud en ivoor aangevoerd, vanuit noordelijk Afrika kwamen producten als zout en dadels. Nomadenstammen transporteerden de producten door de Sahara, vaak in grote karavanen. In de twaalfde eeuw vielen Islamitische groeperingen vanuit Marokko het koninkrijk binnen.

 

Het oude Ghana raakte in verval en uiteindelijk mondde de strijd uit in de stichting van het huidige Mali. Een deel van de stammen zoals de “Ashanti” en de “Fante” trokken zuidwaarts.


goudkust en de slavenhandel


In 1471 arriveerden de Portugezen tijdens hun handelsreizen in Ghana (dat Goudkust genoemd zou worden). Zij zagen dat veel stamhoofden geheel bekleed waren met gouden sieraden. Ook waren er veel gouden beeldjes die zelfs als betaalmiddel dienden. Ghana handelde in die tijd al veel met andere kustvolkeren.

 

Dit wekte de interesse van de Portugese handelaren. Zij vestigden zich langs de kust om handel te drijven en om goud te vinden. Om de concurrentie van andere Europese landen de baas te blijven bouwden zij grote forten. In 1593 zeilde de Nederlandse kapitein Bernhardt Erickszoon naar de Goudkust.

 

Hij kwam terug met een schip vol goud, ivoor en peper. In 1598 kregen zij toestemming om een handelspost te openen bij Moore, het latere Fort Nassau. In 1637 werd het Fort Elmina veroverd op de Portugezen, dit was jarenlang het centrum van de Nederlandse aanwezigheid aan de Goudkust.  

 

Veel Europese landen hadden in Midden en Zuid Amerika belangrijke kolonies veroverd. Naast goud om de oorlogen (tussen o.a. Holland en Spanje-Portugal) te kunnen bekostigen werden er nu ook slaven uit Afrika gehaald die sterker waren om op de plantages te werken dan de lokale bevolkingsgroepen van de Amerika’s. Steeds meer Europese landen werden in de zeventiende eeuw aangetrokken tot het goud en de slaven van de Goudkust. Engelsen, Fransen, Zweden, Denen en Hollanders bouwden grote verdedigingswerken en beconcurreerden elkaar.

 

De diverse slavenforten wisselden dan ook geregeld van eigenaar. Slaven werden vaak aangeboden door Afrikaanse stammen die elkaar bevochten. Rond 1700 werd het Ashanti koninkrijk gesticht. Dit koninkrijk kende een hoge organisatiegraad en een sterk leger, dat de handel in goud en slaven controleerde. De Ashanti die de binnenlanden beheersten deden goede zaken met de blanken aan de kust.




Engelse kolonie


Toen de slavenhandel in de 19e eeuw werd afgeschaft verkochten de Nederlanders de forten aan de Engelsen die het land wilde inlijven bij het Engelse koninkrijk. Na vier mislukte pogingen om het Ashanti koninkrijk (het midden en zuiden van Ghana) in te lijven, lukte het de Britten in 1900 om dit gebied te koloniseren.

 

De koning van het Ashanti-volk werd gevangen genomen en verbannen. De noordelijke gebieden waren al eerder ingelijfd en werden in 1902officieel toegevoegd aan de Britse kolonie die ze de “Gold Coast” noemden. Cacao werd het belangrijkste exportproduct van het land en werd de ruggensteun van de Ghanese economie.


onafhankelijk


De eerste politieke bewegingen die opkwamen werden geleid door hoog opgeleide elites. In 1951 werden de eerste constitutionele verkiezingen voor een nationale regering gehouden, onder het gezag van de Britse kolonisator. In 1957 verwierf Ghana als eerste Afrikaans land beneden de Sahara de volledige onafhankelijkheid. Het land werd geleid door Kwame Nkrumah, één van de grootste voorvechters van het Pan-Afrikaanse ideaal.

 

In 1960 werd de Republiek uitgeroepen met Nkrumah als president. Zijn beleid, op socialistische leest geschoeid, begon echter steeds meer autoritaire trekken te vertonen, hetgeen resulteerde in een geweldloze militaire machtsovername in 1966. Tot 1981 kwamen, al dan niet met geweld gepaard gaande, machtsovernames geregeld voor. Militaire en burgerregimes wisselden elkaar af.

 

Op 4 juni 1979 volgde een linkse staatsgreep van het leger onder leiding van een jonge luchtmacht luitenant “Jerry Rawlings”. Het leger hield aanvankelijk slechts toezicht op de burgerlijke regering, maar in 1981 trok het de macht geheel naar zich toe en werd Rawlings president. Zijn beleid had een positief effect op het economisch herstel en hij was populair bij de gewone Ghanezen ondanks zijn gebrek aan respect voor de mensenrechten. Rawlings zorgde voor een grondwet en een herstel naar een democratisch stelsel.  

 

Begin jaren negentig won de westersgezinde stroming binnen de PNDC gaandeweg terrein en er werden besprekingen met het IMF en de Wereldbank geopend. In 1992 werd een democratische grondwet (gebaseerd op de grondwet van de Verenigde Staten) per referendum goedgekeurd en werden presidentsverkiezingen gehouden. Rawlings van het National Democratic Congress (NDC) won de verkiezingen met ruime voorsprong (58%). Hij werd hiermee de eerste gekozen president sinds de onafhankelijkheid.

 

De parlementsverkiezingen, die eveneens in 1992 plaats hadden, werden door de oppositie geboycot. Het parlement bestond als gevolg hiervan voornamelijk uit aanhangers van Rawlings. In 1996 werden opnieuw presidents- en parlementsverkiezingen gehouden, waarbij Rawlings (57,5%) en het NDC wederom als winnaar uit de bus kwamen.



jaren 2000


In 2000 kon Rawlings niet meedoen aan de verkiezingen omdat hij al twee termijnen president was geweest. John Agyekum Kufuor volgde hem op. Ghana staat reeds geruime tijd te boek als één van de weinige stabiele landen in West-Afrika en er was beide partijen dan ook veel aan gelegen deze status te behouden. De oppositiepartij van Kufuor is overtuigend als winnaar uit de bus gekomen.

 

President Kufuor werd in 2005, in het bijzijn van vele Afrikaanse Staatshoofden en (westerse) regerings- vertegenwoordigers beëdigd. De internationale gemeenschap, waaronder de EU, bestempelden de verkiezingen als democratisch en transparant. In 2007 viert Ghana de vijftigjarige onafhankelijkheid.

 

Een jaar later, in 2008 wordt John Atta Mills, de nieuwe president die in 2012 overlijdt. John Mahama volgt hem op. Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) stelde in 2015 bijna een miljard dollar aan krediet beschikbaar aan Ghana. Het Afrikaanse land kampt onder meer met dalende grondstofprijzen en een oplopend begrotingstekort. De regering van Ghana sneed onlangs fors in haar verwachtingen van olie-inkomsten (olievoorraad ontdekt in 2007). 

 

In 2016 heeft de EU met Ghana een akkoord bereikt over migratie, terugkeer en ontwikkeling. Later dat jaar wint oppositieleider Nana Akufo-Addo de verkiezingen.  De 72-jarige voormalige mensenrechtenadvocaat beloofde tijdens zijn campagne gratis middelbaar onderwijs en een de bouw van een fabriek in elk van Ghana's tweehonderd districten.  Ook belooft hij de belastingen te verlagen. De benoeming van zoveel regeringsleden druist in tegen de belofte dat de uitgaven van de regering zouden worden teruggebracht, vindt een woedende oppositie.

 

De belangrijkste regeringsleden krijgen onder andere een salaris van omgerekend ongeveer 3800 euro per maand, zeker twee auto's met gratis brandstof, een huis en persoonsbewaking. In 2018 overlijdt vooraanstaand Ghanees Koffi Annan. In aanwezigheid van talrijke gasten (o.a. prinses Beatrix) uit heel de wereld heeft Ghana in een uitvaartdienst afscheid genomen van voormalig VN-chef Kofi Annan.

 

Hij was van 1997 tot eind 2006 secretaris-generaal van de VN. In december 2020 wordt Akufo-Addo herkozen.