Brugge

(grote) Markt en Burg:

De Markt bevindt zich in het hart van de historische binnenstad en is een van de grootste toeristische trekpleister van de stad.

Het plein werd in 1995-'96 heraangelegd en sindsdien mogen er geen auto's meer parkeren, behalve taxi's en toerbusjes. Iedere woensdagvoormiddag wordt er markt gehouden en het plein wordt ook regelmatig gebruikt voor evenementen, zoals de jaarlijkse start van de Ronde van Vlaanderen.

In de kerstperiode staat er een kerstmarkt met ijspiste. In de gebouwen rond het plein bevinden zich gezellige cafés, restaurants en winkels. De Brugse markt trok al van in de 10e eeuw veel volk en rond 1200 werd de eerste internationale jaarmarkt gehouden. In de periode tussen 1807 en 1810 heette het plein Place Napoléon, daarna Grote Markt. De hernoeming naar "Markt" vond plaats in 1936.

De halletoren en de Burg 

Het meest opvallende gebouw aan de Markt is de Halletoren of Belfort die 83 meter hoog is. Een belfort was typisch voor Vlaamse steden in de middeleeuwen. Het was een symbool van vrijheid, rijkdom en stedelijke macht. De privileges en de stadskas werden erin bewaard. Vanop het binnenplein, waarrond de halle gebouwd werd, kan men de toren met 366 treden beklimmen tot aan de klokken. Andere gebouwen zijn o.a. het Provinciaal Hof (eerst Waterhalle).

Een paar blokken westwaarts ligt de “Burg”, de plek waar Brugge’s administratie werd bijgehouden voor eeuwen. Oorspronkelijk was dit plein omwald en voorzien van toegangspoorten. Hij behoort tot de oudste kern van de stad. De versterkte burcht was gelegen op het knooppunt van de mogelijk Romeinse weg. Binnen deze versterking werd in het noorden de burchtkerk opgetrokken, toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw en Sint-Donaas.

Het huidige plein wordt omringd door verschillende historische gebouwen, zoals het vroegere Landhuis van het Brugse Vrije, de voormalige Civiele Griffie, het prachtige stadhuis, de Heilig Bloedbasiliek en de voormalige Sint-Donaasproosdij. 

Andere bezienswaardigheden in het centrum:

Als je door de blinde ezelstraat wandelt kom je op het pittoreske vismarktpleintje.

Andere bezienswaardigheden zijn het Jan van Eyckplein, met o.a. de Poortersloge en het Tolhuis maar ook het Oud Sint-Janshospitaal, waar o.a. werken van de kunstschilders Hans Memling en Pablo Picasso worden tentoongesteld.

Aan de zuidzijde vergeet niet even naar het Hof Arents toe te lopen met de St. Bonifaciusbrug. Ook de overgebleven oude stadspoorten (de Smedenpoort, de Ezelpoort, de Kruispoort en de Gentpoort) en de vier historische molens op de Kruisvest zijn de moeite waard net als de oude godshuizen.

Tenslotte is in het uiterste zuiden van het centrum het lieve Begijnhof met het Monasterium de Wijngaard.

Andere religieuze interessante gebouwen zijn o.a. de Onze-Lieve-Vrouwekerk met z’n 122 meter hoge bakstenen toren, met hierin de praalgraven van Karel de Stoute en zijn dochter Maria van Bourgondië en “Sint-Salvators” kathedraal, gesticht in de 9e eeuw.

Andere bezienswaardigheden:

• Het Groeningemuseum, het chips- en chocolate(museum) en het Gruuthuse.

De bloeiperiode:  

Brugge kende als handelscentrum haar grootste bloei tussen 1280 en 1480. Vanaf die tijd kondigde zich een crisissituatie aan. Aan de basis lagen de achteruitgang van de lakenindustrie, de strenge handelsreglementering, de concurrentie van de snelgroeiende handelsmetropool Antwerpen en de politieke omstandigheden.

Niettegenstaande de vele inspanningen die deze omwenteling tegen wilde gaan viel de handel via het Zwin stil door de Opstand van de Nederlanden (1568-1648). Hierdoor werd het laatste kwart van de 16e eeuw gekenmerkt door oorlog en economische crisis.

De economische doodsteek kwam in mei 1584 toen de stad zich overgaf aan de Spaanse generaal Alexander Farnese.

De voorhaven in Sluis kwam later in handen van de Republiek der Verenigde Nederlanden en daarmee was Brugge zijn verbinding met de zee kwijt. Tijdens het Oostenrijkse bewind kende de stad een economische heropbloei. Een aantal belangrijke infrastructuurwerken die invloed hadden op het middeleeuwse handelscentrum binnen de eerste omwalling werden in deze periode uitgevoerd. Het Zwin was toen allang verzilt en de direct verbinding met de zee een illusie.

Zeebrugge wordt gebouwd: 

In de nasleep van de Franse Revolutie werden de beelden uit de nissen van het stadhuis gehaald en vernield. Vanaf 1815 werd bestuurlijk Brugge in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden de hoofdstad van de nieuwe Nederlandse, en vanaf de Belgische onafhankelijkheid de Belgische provincie West-Vlaanderen.

Eind 19e eeuw werd er een nieuwe zeehaven gegraven die Zeebrugge werd gedoopt. Omwille van de verwachte snelle expansie van de stad na de aanleg van de nieuwe zeehaven werd op het eind van de 19e en aan het begin van de 20e eeuw op vrij grote schaal aan stadsuitbreiding gedaan.

Toeristen kwamen ook weer op weg naar o.a. de slagvelden van Waterloo. Tijdens de oorlog had Brugge zelf, door zijn ligging achter de frontlinie, geen noemenswaardige schade te verwerken gekregen. Ondertussen kreeg Brugge-centrum, dat men in zijn haast om meer werkgelegenheid en rijkdom te scheppen bijna uit het oog had verloren, een andere functie.

De stad evolueerde tot een plaats waar men zich kan ontspannen, waar culturele activiteiten plaatsvinden, waar onderwijs wordt verstrekt. In 2000 werd het historisch centrum van Brugge opgenomen op de werelderfgoedlijst van UNESCO.