ALGEMENE INFORMATIE - Albanië

* Bijgewerkt t/m 2015 - wijzigingen voorbehouden.


  • Klimaat
  • Geografie
  • Inwoners
  • Natuur
  • Dieren
  • Steden
  • Staat
  • Religie
  • Sport
  • Eten & Drinken

klimaat


Het kustklimaat is typisch mediterraan, met hete, droge zomers en milde, natte winters. Het bergachtige binnenland, vooral in het noorden, heeft strenge winters en milde zomers. Door de grote geografische en topografische verschillen heeft het Albanese klimaat een onvoorspelbaar karakter. De maximumtemperatuur in de zomer kan wel oplopen tot 40°C. In de winter is de minimale temperatuur -5°C. De warmste plaats van Albanië is Saranda, met meer dan 3000 uur zon per jaar en maar enkele weken ‘winterweer’ per jaar in de maanden januari en februari. De neerslag bedraagt tussen 750 en 1200 mm/jaar, maar vooral op de westelijke hellingen van de bergen in de Noord-Albanese Alpen valt tot 2000 mm neerslag per jaar. De meeste neerslag, afnemend van noord naar zuid, valt in het najaar en in de winter.


geografie


Albanië grenst kloksgewijs aan Montenegro, Kosovo, Macedonië, Griekenland en de Ionische en Adriatische Zee. In het westen grenst het land aan de Adriatische en Ionische zee; de afstand tot de kust van Italië is bij de Straat van Otranto maar 80 km. Helemaal in het zuiden ligt voor de kust het Griekse eiland Korfoe.

 

Albanië is 0,8 keer zo groot als Nederland.


inwoners


Het ruwe en ontoegankelijke terrein van het land heeft het traditionele Albanië van zijn buren geïsoleerd, waardoor de etnische homogeniteit werd behouden. De bevolking bestaat voor ca. 97% uit Albanezen (die zichzelf Shqiptarë noemen) en verder uit Grieken, enige duizenden Slaven (Macedoniërs, Montenegrijnen, Bulgaren, Serviërs) en Turken, Vlachen (ook wel Aromunen of Balkan-Roemenen genoemd) Armeniërs en zigeuners. 

 

De etnische Albanezen kunnen onderverdeeld worden in twee groepen, die omstreeks de 12e eeuw zijn gevormd en ieder hun eigen Albanees dialect spreken. In het noordoosten van het land wonen ten noorden van de Shkumbin-rivier en in Kosovo de Ghegen, bergbewoners. Ten zuiden van de Shkumbin wonen de Tosken. In Albanië zelf wonen 3,02 miljoen mensen (2014); meer dan drie miljoen Albanezen wonen in het buitenland, van wie 2,5 miljoen in Kosovo, Macedonie en Montenegro, de rest onder andere in Zuid-Italië en Griekenland. Het dichtstbevolkt zijn het heuvelland en de kuststrook, met name de districten Tirana en Vlorë. Voor de Tweede Wereldoorlog woonden veruit de meeste Albanezen nog op het platteland. Op dit moment woont meer dan 40% in de stad (Europees gezien erg weinig) en de trek naar de steden neemt nog steeds toe.


natuur


Albanië bestaat in feite uit twee delen: het lage kustland en het bergachtige binnenland. De gemiddelde hoogte ligt op 708 meter boven de zeespiegel en ongeveer 70% van het Albanese landschap is bergachtig te noemen. Meer dan een derde van het land bestaat uit bossen en moerassen, meer dan een derde is weiland en slechts ongeveer een vijfde is gecultiveerd. 

 

Het kustlandschap bestaat uit een aantal kustvlakten, die door vlakke droge ruggen van elkaar zijn gescheiden en tot maximaal 60 km landinwaarts reiken; waar ze tot aan de zee reiken, vormen ze steile, rotsige kusten. De kustvlakten zijn laag, met her en der meren en moerassen, die overigens voor een groot gedeelte zijn drooggelegd en geïrrigeerd; de winterregens en het voorjaarhoogwater van de rivieren veroorzaken er vaak overstromingen. Meer naar het oosten ligt een heuvelachtige zone, die geen last meer heeft van overstromingen. Het oosten van Albanië is woest en moeilijk toegankelijk. In het noorden liggen de Noord-Albanese Alpen. Hier neemt het met diepe kloven doorsneden kalkgebergte zelfs hooggebergtevormen aan (Jezerce, 2693 m). De hoogste bergtop is de Korab, 2784 meter hoog, en deze bevindt zich in het Korabitgebergte op het drielandenpunt met Macedonië en de Servische provincie Kosovo. Voor het overige bestaat het bergland uit langgerekte ruggen, sterk versneden kleine hoogvlakten en kleine bekkens. Karstverschijnselen komen ook voor. Rond de Dessaretische meren in het zuiden ligt de enige grote, voor landbouw geschikte vlakte. 

 

Onbevaarbare rivieren als Drin, Mat, Shkumbî, Seman en Vijosë stromen vanuit het bergland naar de Adriatische Zee en doorbreken de bergketens in grillige en woeste dalen. De grootste rivier, de Drin, ontspringt aan het Ohridmeer (dit gedeelte heet de Zwarte Drin) en in de bergen van Kosovo ( Witte Drin). De meren liggen allemaal in grensgebieden: in het noorden het Shkodërmeer (tevens het grootste meer van het Balkanschiereiland); in het zuidoosten de Dessaretische groep op de grens met Macedonië en Griekenland: Meer van Ohrid, het Prespameer en het kleine Malikmeer, die allen deels buiten Albanië zelf liggen. Albanië is niet rijk aan eilanden. Het land telt een tiental kleine onbewoonde eilanden voor de kust, plus een aantal nog kleinere eilanden in zijn meren. Het grootste eiland is Sazan, dat aan de ingang van de Golf van Vlorë gelegen is.


dieren


Door zijn nog vele afgelegen en onbedorven landschappen kent Albanië een gevarieerde planten- en dierenwereld, met soorten die elders op de Balkan niet meer voorkomen. Maar ook in Albanië staat de natuur onder druk door het opdrogen van de vele moeraslandschappen en de industrialisatie sinds de Tweede Wereldoorlog. Hoewel de moerassen voor de mens ongezond waren, herbergden ze rijk planten- en dierenleven, met bijvoorbeeld de nu bijna uitgestorven Dalmatische pelikaan.  

 

In de bossen met eiken en coniferen komen fretten, wolven (ca. 400 exemplaren), vossen en jakhalzen voor. In de hoger gelegen naaldwouden leven bruine beren, boommarters, lynxen en wezels. In sommige gebieden komen reeën, gemzen en wilde zwijnen voor, en Albanië telt maar liefst 14 soorten vleermuizen en 350 vogelsoorten (inclusief trekvogels). Typisch Albanese soorten zij kraaien, mussen, slobeenden, twee soorten patrijzen, fazanten en reigersoorten. Trekvogels die in Albanië uitrusten zijn nachtegalen, ooievaars, koekoeken, leeuweriken, lijsters, ganzen, duiven en spechten. Albanië kent veel roofvogelsoorten, zoals arend, valk, buizerd, sperwer, steenuil en oehoe. Op het land komen verschillende slangensoorten voor, waaronder de zeer giftige Balkanadder, de waterslang en de Montpellier slang. Verder vele soorten padden, kikkers, salamanders, hagedissen en twee soorten schildpadden. In het zuiden van Albanië komen schorpioenen voor. 

 

In de Albanese rivieren leven 260 vissoorten. In verschillende meren, waaronder het Meer van Ohrid, komt een unieke forel voor, de zogenaamde ‘koran’.


steden


De vijf grootste steden van Albanië zijn:

  1. Tirana *         420.000 inwoners
  2. Durres           100.000 inwoners
  3. Elbasan           90.000 inwoners
  4. Shkoder          82.000 inwoners
  5. Vlore                77.000 inwoners

* = hoofdstad


staat


Albanië is een republiek met een parlement dat uit één kamer bestaat, de Volksvergadering van Albanië (Kuvendi i Shqipërisë), waarvan de afgevaardigden via algemene verkiezingen voor de termijn van vier jaar worden gekozen. Het parlement kiest de president voor een termijn van vijf jaar, en de president benoemt de premier. De uitvoerende macht wordt uitgeoefend door een ministerraad die door de premier wordt benoemd en door de president wordt goedgekeurd. Huidige president is “Bujar Nishani” (sinds 2012) en premier is “Edi Rama”.


religie


Naar schatting is 60% van de bevolking islamitisch (soennieten) en 40% christelijk. Van de christenen is ongeveer twee derde Albanees-orthodox en een derde katholiek. Slechts een gering percentage van de Albanezen praktiseert zijn religie. De statistieken van het aantal mensen die geen geloof aanhangen verschillen nogal. Schattingen lopen uiteen van 0% tot 74%. Deze grote statistische verschillen zijn ook zichtbaar bij het aantal moslims. De Gegen (ook Ghegen) zijn overwegend islamieten, de Tosken daarentegen meestal Grieks-orthodox. Katholieken vindt men vooral onder de Gegen.  

 

In de elfde eeuw vormde de Shkumbin-rivier bij het schisma in de katholieke kerk ook de grens tussen het roomse noorden en het orthodoxe zuiden. Als gevolg van de Turkse overheersing werd vanaf de 17e eeuw het land geïslamiseerd, vaak met intimidatie en geweld. In de loop van de 18e eeuw zijn de Albanezen in meerderheid islamitisch geworden. In 1967 werd Albanië officieel tot atheïstische staat uitgeroepen, en tot 1990 waren alle moskeeën en kerken gesloten. Alle moskeeën en kerken in het land werden gesloopt of ingericht voor andere doeleinden. Gelovigen werden tijdens het regime van Enver Hoxha streng vervolgd en geestelijke leiders werden gedwongen de uitoefening van hun ambt op te geven. Na ruim 23 jaar zonder godsdienst heeft de religie bij vooral de oudere Albanezen weer een belangrijke plaats ingenomen in het dagelijkse leven. Ook de religieuze feestdagen zijn weer in ere hersteld. De jongeren zijn veelal opgegroeid in een land zonder godsdienst en voor hen is religie veel minder belangrijk. Na de ineenstorting van het atheïstische bewind werd Albanië ‘overvallen’ door priesters, imams, evangelisten en zendelingen van allerlei religieuze bewegingen en godsdiensten.


(nationale) sport


Ondanks het feit dat voetbal de nationale sport is zijn alle traditionele sporten in albanie geind op overleven. Jagen en vissen zijn nog steeds erg populair als “sport”. Albanie herbergt vele professionele voetbalteams en bijna elk dorp of stad heeft wel een soort van voetbalclub met elftallen. Dit heeft geleid tot een veelvoud aan goede voetbalspelers al worden de meeste opgeslokt door andere landen omdat deze Albanezen minstens twee paspoorten hebben. De beste en meest bekende Albanese speler is Erjon Bagdani die z’n geld momenteel verdient in Italie bij “Sienna”. Albanie doet het niet goed internationaal – het wist zich nog nooit te kwalificeren voor het EK of WK voetbal.  

 

In de kwalificatieronde voor het EK voetbal 2016 in Frankrijk werd Albanië ingedeeld in groep I, samen met gastland Frankrijk, Servië, Armenië, Denemarken en Portugal. Op 14 oktober 2014 ontstond grote consternatie, toen Servië en Albanië elkaar troffen in Belgrado. Het EK-kwalificatieduel werd in minuut 41 van de eerste helft, bij de stand 0-0, stilgelegd nadat een drone het stadion van FK Partizan was binnengevlogen met een omstreden Albanese vlag eraan. De Engelse scheidsrechter Martin Atkinson legde het duel stil nadat Stefan Mitrovic de vlag uit de lucht had geplukt.Het leidde tot schermutselingen tussen spelers. Supporters bestormden het veld en belaagden de Albanese internationals, die werden bekogeld met voorwerpen en daarop naar de kleedkamer vluchtten. Supporters uit Albanië werden op voorhand geweerd bij het duel vanwege de explosieve situatie in en rondom Kosovo. Het was de eerste keer dat beide landen elkaar troffen sinds 1967. Ondanks de spanningen rond Kosovo besloot de UEFA om Albanië en Servië niet uit elkaar te houden bij de loting. Tien dagen later besloot de tuchtcommissie van de Europese voetbalbond om Servië een reglementaire zege (3-0) toe te kennen, omdat Albanië had geweigerd het duel te hervatten. De ploeg van de Nederlandse bondscoach Dick Advocaat kreeg echter ook drie punten aftrek als straf voor de rellen. Servië moet de komende twee thuisduels in de EK-kwalificatie bovendien zonder publiek spelen. De voetbalbonden van Servië en Albanië kregen beide tevens een boete van 100.000 euro. De voetbalbonden van beide landen kondigden meteen aan in beroep te gaan tegen de straf.


eten & drinken


De Albanese keuken is duidelijk beïnvloed door de Turkse, Griekse en Joegoslavische keuken. In elke bakkerij vind je baklava of byrek, wat typisch Turkse lekkernijen zijn. Maar ook de Griekse keuken is duidelijk te herkennen, o.a. door feta en olijven. Daarnaast wordt veel orgaanvlees gegeten en pasta’s. Een populaire groente is de okra, een langwerpige boon. Ondanks de vele invloeden van Turkije en Griekenland, heb je in Albanië ook genoeg gerechten die het land eigen maken. Vaak wordt er gebruik gemaakt van yoghurt en lamsvlees in de gerechten. Als lekkernijen wordt vaak yoghurt gegeten, maar ook zijn er talloze zoete hapjes, zoals byrek. Allerlei soorten vlees, vaak in een stoofpot, komen met rijst of pilav, een salade en brood op tafel. 

 

Een aantal specifieke Albanese gerechten zijn: 

  • bosa;
  • fërgesë van Tirana (gekruid kalfsvlees met geitenkaas);
  • qofte te ferguara (vleesballetjes);
  • tave kosi (gebakken lamsvlees met yoghurtsaus);
  • tarator dolma;
  • gjelle me arra (kalfsvlees of kip met walnoten);
  • byrek shqiptar me perime (quiche met spinazie, geitenkaas en groene ui;
  • tave me prech (casserole van prei en rundgehakt);
  • jamime fasule (soep van witte bonen, ui, tomaten, peterselie en munt);
  • eomlek (konijn in wijn);
  • qafte me veze dhe limon (vogelnestjes van lamsgehakt in limoensaus);
  • kornacka (worstjes);
  • speca te mbushura (gevulde paprika). 

Het ontbijt is licht, de lunch is de belangrijkste maaltijd van de dag en ‘s avonds worden de lunchrestjes opgegeten. Het ontbijt in Albanië bestaat voornamelijk uit een omelet, brood en wat jam. Veel mensen drinken bij het ontbijt een bak koffie of thee. De lunch en het avondeten worden gevormd door een vleesgerecht (zoals musaka), met een Griekse salade, waar fetakaas in zit. Peper, tomaat en wortels worden veelal ingemaakt tot gelei. Ook eet men vaak de Okra.  Een heerlijk dessert is de Albanese yoghurt, kos. En toe is er ook vaak zoet, met noten, honing en siroop. 

 

DRINKEN:

Het nationaal drankje is raki, een sapje van druiven of pruimen. Een ander populair drankje is Bosa, dat gemaakt is op basis van mais en tarwe. Ook is er wijn. Naast wijn en raki is bier in Albanië een courante en populaire alcoholische drank. Het land kent een aantal eigen biermerken en brouwerijen. De bekendste Albanese bieren zijn Birra Tirana en Birra Korça van de gelijknamige brouwerij in het zuidoostelijke Korçë. Birra Tirana is tegenwoordig het populairste bier van het land, en verschijnt naast als lager ook als een iets donkerder, "rood" bier, Birra Tirana Kuqalashe. Birra Korça werd in 1928 opgericht en is Albaniës oudste brouwerij. Benevens pils en ale produceert ze Korça Pils e Zezë, het enige zwarte bier van Zuidoost-Europa. Andere grotere bieren in Albanië zijn Birra Kaon en Stela uit Tirana en Birra Norga uit de havenstad Vlorë. De verschillende Stelabieren worden gebrouwen door Stefani & Co, dat ook het kleinere pilsmerk Çek Pilsener op de markt brengt. Kleinere merken zijn onder meer Birra Lissus uit het dorpje Ishull i Lezhës bij Lezhë in het noordwesten en Birra Puka uit Pukë in het bergachtige noorden van Albanië.


zie ook: