ALGEMENE INFORMATIE - Griekenland

* Bijgewerkt t/m 2016 - wijzigingen voorbehouden


  • Klimaat
  • Geografie
  • Inwoners
  • Natuur
  • Dieren
  • Steden
  • Staat
  • Religie
  • Sport
  • Eten & Drinken

klimaat


Het klimaat van Griekenland wordt beïnvloed door de geleding van het land, het verloop van de gebergten tussen de oost- en westkant, het reliëf en de nabijheid van de zee. De kuststreken vertonen in het algemeen typisch mediterrane klimaatstrekken, nl. een hete droge zomer en een zachte, neerslagrijke winter. Daar deze neerslag meest door westelijke winden wordt aangevoerd, krijgt de westkant van Griekenland daarvan veel meer dan de oostkant. In het noordwesten in het Pindosgebergte valt jaarlijks gemiddeld 1800 mm neerslag. In Athene daarentegen valt ca. 400 mm per jaar. Er bestaan ook grote neerslagverschillen tussen de Ionische eilanden ten westen van het vasteland en de eilanden in het uiterste oosten van de Egeïsche Zee. In de door bergen omgeven vlakten van Macedonië en Thessalië in het binnenland gaat de continentale invloed duidelijk meespreken, hetgeen tot uitdrukking komt in de lagere wintertemperaturen en in een grotere spreiding van de neerslag over het gehele jaar. Gewoonlijk valt de neerslag in heftige buien en is daardoor beperkt tot een gering aantal dagen. De jaarlijkse hoeveelheden vertonen grote schommelingen. De zomers zijn er heet en droog. Sneeuw komt 's winters vooral voor op de bergtoppen van meer dan 1000 meter en in Thessalië. Athene heeft gemiddeld zes dagen per jaar sneeuwval. 

 

Griekenland heeft het warmste klimaat van alle Zuid-Europese landen met minstens 300 zonnedagen per jaar. In augustus kan de temperatuur tot tegen de 40°C oplopen en voelt het vaak zeer onaangenaam aan in combinatie met de luchtvervuiling. Over het algemeen zijn januari en februari de koudste maanden, juli en augustus de droogste, november en december de natste. De Etesische wind ontstaat in de zomer boven de Egeïsche Zee. Het is een harde wind die over de Griekse eilanden waait met een kracht van 7 of 8 Beaufort. In Turkije staat deze wind bekend als Meltemi.


geografie


Griekenland grenst in het noorden (van west naar oost) aan Albanië, Macedonië, Bulgarije en Turkije. Voor het overige is het vasteland van Griekenland omgeven door de Middellandse Zee (in het zuiden), de Ionische Zee (in het westen) en de Egeïsche Zee (in het oosten). De grootste eilanden zijn Kreta, Euboea, Lesbos en Rodos. 

 

Griekenland is ongeveer 4x groter dan Nederland.


inwoners


Van alle inwoners van Griekenland is ca. 95% daadwerkelijk van de Griekse nationaliteit. Belangrijke minderheden vormen Slavo-Macedoniërs, Turken in voornamelijk Thracië, en (illegale) Albanezen. Kleine minderheden als Aromoenen of Vlachen in Epirus, Armeniërs, Pomaken en Roma of zigeuners zijn als zodanig niet meer te herkennen doordat ze bijna volledig in de samenleving opgenomen zijn. In Thracië wonen ca. 130.000 moslims waarvan de meerderheid zich als Turks beschouwt en ze maken ongeveer 30% van de totale bevolking uit. Ze zijn zeer ongelijk over het gebied verdeeld; zo ligt het district Evros het dichtst bij Turkije en bestaat de bevolking maar voor 7% uit Turken. In het district Xanthi ligt dit percentage op 30% en in Rodopi op 55%. De rest van de bevolking zijn Griekse Pomaken, die ook over de grens met Bulgarije wonen. De Aromoenen of Vlachen leven in het centrale gedeelte van Pindos. Hun dialect vertoont veel verwantschap met het Roemeens. Vóór de Tweede Wereldoorlog leefden er ca. 80.000 joden in Griekenland; op dit moment telt de sefardische gemeenschap in Thessaloniki nog zo'n 1000 leden en in Athene leven nog ca. 3000 Romaniotische joden. 

 

Op de Cycladeneilanden Syros en Tinos wonen afstammelingen van Venetiaanse kolonisten die nog steeds een katholieke gemeenschap vormen van ca. 10.000 mensen. In Thracië leeft nog een gedeelte van de Roma geïsoleerd van de Griekse bevolking. Veel andere zigeuners zijn volledig geassimileerd in de bevolking en men schat dat er in totaal nog 150.00 zigeuners in Griekenland leven. De zogenaamde Slavo-Macedoniërs wonen in het noordwesten van de provincie Macedonië en hun aantal ligt rond de 40.000. De trek naar de grote steden Thessaloniki en vooral de hoofdstad Athene is nog altijd groot en o.a. daardoor woont ca. 65% van de totale bevolking in de steden. Griekenland is ook een echt emigratieland,. In de loop der jaren zijn ca. 3,5 miljoen Grieken in het buitenland gaan wonen. De meeste Grieken emigreerden naar West-Europa, de Verenigde Staten, Zuid-Afrika en naar Australië. Deze emigratiegolf voltrok zich vooral in de jaren zestig en begin jaren zeventig. Eind jaren zeventig nam de emigratie sterk af. De laatste jaren groeit het aantal in Griekenland verblijvende illegalen dramatisch, naar schatting meer dan 600.000 in 1999. Meer dan de helft hiervan is afkomstig uit Albanië, de rest komt vooral uit andere Oost-Europese landen.


natuur


De kust van het vasteland is bijna 4000 kilometer lang; de kusten van alle eilanden meegerekend komt het totale aantal kustkilometers op ca. 15.000, na Noorwegen de langste kustlijn van Europa. Op veel plaatsen dringt de zee diep het land binnen, zodat er weinig streken zijn die meer dan zo'n 100 kilometer van de kust zijn verwijderd. Bijna 18% van het landoppervlak wordt ingenomen door ruim 2000 vaak ver uit elkaar liggende eilanden en rotspunten, waarvan er maar ca. 150 bewoond worden, eenvoudig omdat ze te klein zijn. Vaak zijn de eilandjes privé-bezit van bijvoorbeeld steenrijke reders. De Griekse eilanden liggen verspreid over de Ionoische en Egeïsche Zee. Bekende Ionische eilanden zijn Korfoe of Kérkira, Lefkas, Kefalonia en Zakynthios. De Egeïsche eilanden zijn in de meerderheid en enkele bekende eilanden zijn Samothráki, Límnos, Lesbos, de Sporaden, de Cycladen, Rhodos en Samos. 

 

Het vasteland van Griekenland bestaat voor 80% uit bergen en heuvels. De hoogste berg is de heilige mythologische berg Olympus in midden-Griekenland met 2917 meter. Andere hoge bergen zijn de Pindos (2637 meter), de Gramnos (2520 meter), de Parnassos (2457 meter) en de Taigetos (2404 meter). Langs de Adriatische kust van het Balkanschiereiland lopen de Dinarische Alpen. In het noordwesten van Griekenland loopt dit gebergte over in het, vooral uit kalksteen, zandsteen en kleisteen bestaande Pindosgebergte, dat weer wordt voortgezet in het Taigetosgebergte van de Peloponnesos en de eilandenboog van Kreta, Karpathos en Rhodos. Het zijn allemaal jonge gebergten die sterk verbrokkeld zijn en daardoor gekenmerkt worden door vele diepe baaien en bekkenlandschappen. De bekendste baai is de 127 kilometer lange Golf van Korinthe. Deze Golf scheidt het schiereiland van het vasteland. Vlakke gebieden liggen met name in Macadonië en Thessalië, waar dan ook landbouw en veeteelt mogelijk is. De vlakten worden doorsneden door rivieren, waarvan die in het noorden het meeste water hebben. De rivieren van Griekenland zijn voor de binnenscheepvaart van geen enkele betekenis als gevolg van de grote droogte; ook veel grote rivieren liggen 's zomers droog. Veel kleine rivieren hebben alleen 's winters water na hevige stortbuien. De grootste meren van het land liggen in het noorden, o.a. Ioánnina, Kastoriás en Préspa.


dieren (fauna)


De fauna van Griekenland telt naast een beperkt aantal zoogdieren tientallen soorten reptielen waaronder de Griekse landschildpad (zie schildpadden), de hardoen en de Europese kameleon, circa 400 vogelsoorten en vele duizenden insectensoorten waaronder tientallen vlinders en duizenden vliegen en wespen (in brede zin, hierbij inbegrepen de bijen). Voor vogelliefhebbers zijn de grote meren in het noordwesten bij de grenzen van Albanië en het land Macedonië een bekende plaats, evenals de Maritsa-delta (Evrosdelta) helemaal in het Noordoosten. Ook diverse eilanden hebben hun speciale soorten zoals Eleonora's valk op Lesbos, Chios en Kreta; op dat laatste eiland komt de laatste tientallen jaren ook weer veel de vale gier voor. Door het gebrek aan bossen zijn er maar weinig grote zoogdieren. Het edelhert komt bijna niet meer voor; nog wel de ree en de gems, en verder wat wilde geiten op enkele eilanden en het wilde zwijn. In het noordwesten komen nog wolven voor, de jakhals is algemener. Ook wilde kat, steenmarter, otter, das en wezel worden nog aangetroffen, evenals, langs de kust, de De monniksrob wordt in deze regio echter met uitsterven bedreigd. Konijnen komen in Griekenland bijna niet voor, hazen daarentegen zijn vrij algemeen. In het noorden komt de vrij zeldzame siesel, een soort eekhoorn, voor. 

 

Het aantal vogelsoorten in Griekenland bedraagt ca. 400, mede doordat Griekenland op een migratieroute ligt. In de bergen zijn steen-, slangen-, en dwergarenden, gieren en kleinere roofvogels te zien. Van de 39 in Europa voorkomende roofvogelsoorten zijn er maar liefst 36 gezien in Dadia-woud ten noorden van de Evros-delta bij de Turkse grens; o.a. de vale gier, de aasgier, de balkansperwer en de in Europa zeer zeldzame monniksgier. Op een eiland als Lesbos komt de zeldzame Eleonora's valk voor. Algemeen voorkomende vogels zijn uilen, waaronder de oehoe, ijsvogel, hop, wielewaal, specht, bijeneter en scharrelaar. In rivierdelta's of "wetlands" leven veel waad- en watervogels als aalscholvers, ibissen, lepelaars, tureluurs, zeldzame kroeskoppelikanen bij de Prespa-meren tegen de Albanese grens, ooievaars en flamingo's. Griekenland is ook een veel gebruikte tussenstop voor trekvogels die op weg zijn naar met name Noord-Afrika. Met name Kreta ligt op een ideale positie tussen Afrika en het Europese vasteland. Er zijn drie nationale parken die in totaal ca. 52.000 ha groot zijn en op enkele eilanden liggen wat natuurreservaten. De staat van onderhoud van deze gebieden laat nogal te wensen over.


steden


De vijf grootste steden van Griekenland zijn:   

  1. Groot Athene *         3.100.000 inwoners
  2. Thessaloniki                950.000 inwoners
  3. Patras                          300.000 inwoners
  4. Larissa                         270.000 inwoners
  5. Iraklion                        265.000 inwoners 

* = hoofdstad


staat


De grondwet dateert van 1975 waarna er in 1986 belangrijke amendementen werden doorgevoerd. De wetgevende macht ligt bij het parlement (de ‘Vouli’), dat uit één kamer bestaat en waarvan de 300 leden eens in de vier jaar volgens een ‘versterkt recht van evenredige verkiezing’ gekozen worden. Het systeem begunstigt de sterkste partij om een voor regeren voldoende meerderheid te bereiken, wat echter een tweepartijensysteem in de hand werkt. Staatshoofd is de president, die door het parlement (een twee derde meerderheid is vereist) voor een periode van vijf jaar gekozen wordt en één keer herkiesbaar is. De president benoemt en ontslaat de premier. Ook het parlement mag hij ontbinden en in noodtoestanden kan hij wetten per decreet uitvaardigen. Zijn functie is verder grotendeels ceremonieel, hij heeft als staatshoofd geen uitvoerende macht. Deze macht ligt bij de Raad van ministers die daarover verantwoording aflegt aan het parlement Er bestaat algemeen kiesrecht voor alle Grieken vanaf 18 jaar. Na de militaire dictatuur viel een volksstemming over de terugkeer van de monarchie in het nadeel van ex-koning Constantijn nadelig uit.


religie


Ca. 98% van de Griekse bevolking is lid van de Grieks-orthodoxe Kerk, die ontstond na de grote scheuring in 1054 toen de patriarchen uit het Oosten het leergezag van de paus niet langer erkenden. De Grieks-orthodoxe staatskerk is sinds 1833 onafhankelijk van het primaat van de patriarch van Istanbul (vroeger Constantinopel). De Grieks-orthodoxe kerk kent een aantal verschillen ten opzichte van de westerse christelijke kerken. Zo dienen voor de grondslag van de leer alleen de bijbel, de kerkvaders en de uitspraken van de oecumenische concilies. Verder richten de Griekse geestelijken zich vooral op de liturgie en op gebed en meditatie. Op sociaal gebied is de Oosterse kerk lang niet zo actief als in het westen. Wel zijn de overheid en de kerk veel nauwer verbonden. De overheid subsidieert de Kerk en de Kerk op haar beurt volgt de politiek op de voet. De grootste religieuze minderheid zijn de moslims, de Turkse Grieken. De meeste moslims wonen in Thracië, waar dan ook veel moskeeën te vinden zijn. Het aantal joden is na de Tweede Wereldoorlog drastisch verminderd. Zo woonden er in het noordelijke Thessaloniki in 1941 meer dan 60.000 joden; tegenwoordig nog maar ca. 1100. De ca. 40.000 katholieken wonen voornamelijk op de Griekse eilanden.


(nationale) sport


Iedereen weet dat Griekenland het geboorteland is van de Olympische Spelen die het in 2004 weer groots heeft georganiseerd.  

 

Voetbal is bij verre de meest populaire sport in Griekenland. Het land heeft een prima traditie in succesvolle jeugdteams. In de rijke voetbalgeschiedenis van het land overwon het land twee keer de WK kwalificatie en begon aan het WK in 1994 en 2010. Beide keren werd Griekenland in de eerste ronde uitgeschakeld. Tijdens de Europese kampioenschappen was het land meer gelukkig; in 1980 en in 2008 werd het eveneens in de eerste ronde uitgeschakeld. In 2004 werd Griekenland uit het niets Europees kampioen toen het Portugal in eigen huis met 1-0 versloeg  – een van de grootste voetbalmirakels ooit. In 2012 behaalde Griekenland de kwartfinale. Olympiacos is de meest succesvolle Griekse voetbalclub gevolgd bij de teams “Panathinaikos” en “AEK Athene”. Helaas heeft geen enkele club nog een prijs gewonnen; “Panathinakos” werd verslagen in de EC I finale in 1971 tegen Feyenoord. Ook haalde de club twee keer de halve finale. “Olympiacos” en “AEK Athene” behaalden maximaal de kwartfinale in de Champions League en de laatste behaalde een keer de halve finale in de UEFA cup.  

 

Ándere populaire sporten zijn basketball, tennis, golf, zeilen en watersporten.


eten & drinken


De Griekse keuken een typische mediterrane keuken en vertoont gelijkenissen met de keukens van de Balkan, Italië, Turkije en het Midden-Oosten. Om hun eten te bereiden gebruiken de Grieken typische eigen ingrediënten, zoals olijfolie, kaas, aubergine, courgette en yoghurt. Veel desserts bevatten noten en/of honing. Andere producten zijn kruiden en groenten, granen, wijn, vis en diverse vleessoorten, waaronder pluimvee, konijn, lams- en varkensvlees. Andere typische ingrediënten zijn kaas, aubergine, courgette en yoghurt.  

 

In het buitenland staat de Griekse keuken met name bekend om een aantal gerechten zoals Moussaka, Giros en Souvlaki. Als u op vakantie bent in Griekenland zult u echter al gauw ontdekken dat de Griekse keuken veel meer te bieden heeft. De Griekse keuken is de oudste keuken van Europa, al meer dan 25 eeuwen oud. In de loop der tijd werd koken een echte kunst en de eerste chef-koks stonden in hoog aanzien. Zowel de Romeinen als de Byzantijnen hadden veel waardering voor de Griekse leefwijze en zo werden veel recepten uit de Oude Helleense keuken overgenomen en verbreid van de Donau tot Klein Azië. Er is een grote verscheidenheid aan gerechten en iedere regio heeft zijn eigen specialiteiten. Versheid staat bij alle gerechten voorop en dit maakt de Griekse keuken tot één van de gezondste keukens in de wereld. In de meeste restaurants kunt u van 's middags tot 's avonds laat eten. De authentieke Griekse restaurants onderscheiden zich vaak door hun eenvoud. Betalen is een verhaal op zich. Als Grieken in gezelschap eten wordt de totale rekening door één persoon betaald. 'Apart betalen' is hier vrijwel onbekend en voor de Grieken een teken van krenterigheid.  

 

Hier vind je alle authentieke Griekse recepten zoals Griekse yoghurt met honing, Moussaka, Gyros, Souvlaki, Suzuki, rijstsoep, Choriatiki, Spanakopita, Saganaki met mosselen, Tzatziki, Dolmades en Baklava. Bekende mezes (bijgerechten) zijn gemarineerde olijven, Kaaspasteitjes, Keftedakia, Dolmades en Patatas gianne.


leer ook: