Geschiedenis (achtergrond) - Frankrijk

"aanval op frankrijk" (1914)


inleiding


De dubbelmonarchie Oostenrijk-Hongarije was eind Juli 1914 Servië aangevallen waardoor een domino effect ontstond door het cluster van bondgenootschappen in Europa.

 

Duitsland verbonden aan de dubbelmonarchie voelde zich verplicht z’n bondgenoot te helpen en had het plan om eerst de Fransen te vernietigen om daarna z’n legers over te brengen naar het oosten en dan Rusland te verslaan.

 

Het machtige Russische leger was groot maar log en voordat deze allen gemobiliseerd waren moest Frankrijk al verslagen zijn. De Duitsers hadden het sterkste landleger ter wereld en wilde d.m.v. een sikkelbeweging door neutraal België heentrekken om dan de Fransen te omsingelen.

 

Door allerlei oorzaken strandde de Duitse opmars bij de Marne en zou deze in een jarenlange loopgravenoorlog, die liep van de Zwitserse grens tot het Kanaal eindigen, die pas in 1918 ten einde kwam. 



Duitsland valt aan (operatie “Aufmarsch II”)


Op 1 Augustus, vier dagen na de aanval van bondgenoot Oostenrijk-Hongarije viel Duitsland het neutrale Luxemburg binnen. Duitsland verklaart op 3 Augustus de oorlog aan Frankrijk en vraagt dezelfde dag aan het neutrale België om het land te gebruiken om Frankrijk aan te vallen.

 

Dit om de zware Franse landsverdediging bij de Duitse grens te omzeilen. De volgende dag overschrijden Duitse troepen volgens het “Von Schlieffen” plan haar landsgrenzen omdat België z’n poot stijf houdt. Terwijl de Duitse politiek ervan uitging dat Engeland neutraal zou blijven breekt Duitsland z’n belofte om een neutraal land aan te vallen en verklaart de oorlog aan Duitsland na een kort ultimatum. De Entente (Frankrijk en Engeland) schieten direct België te hulp.

 

Twee grote Duitse legers stormen België binnen – zo’n 80% van alle Duitse soldaten. Op 6 Augustus stuitten zij derhalve op zeer hardnekkig verzet bij de forten van Luik. Het kost hen 10 kostbare dagen om eindelijk door te breken en de tijd begon te dringen – het plan hield in dat Frankrijk binnen 42 dagen onder de voet zou worden gelopen en dat de Duitse troepen direct naar het Oostfront gebracht zouden kunnen worden.

 

Een dag later zouden de Fransen hun verwachte (en gehoopte) aanval doen op Mulhouse. De sikkelvormige opmars van de Duitsers door België en Noord-Frankrijk leek aanvankelijk redelijk volgens plan te verlopen terwijl “plan XVII” van de Fransen totaal vastloopt. 

 

“Plan XVII”

Na de nederlaag van het Franse leger gedurende de Frans-Pruisische oorlog van 1870-1871 ,waarbij het land de provincies Elzas en Lotharingen verloor, was Frankrijk gebrand op eerherstel. Ondanks het feit dat aartsrivaal Duitsland een grotere bevolkingsaantal had en het sterkste landleger ter wereld werd een plan gesmeed om de vernedering goed te maken.

 

Het plan gemaakt door Ferdinand Foch zou bekend komen te staan als het “XVII” plan. Het omhelsde een invasie van Duitsland en/of België terwijl Rusland tegelijkertijd Oost-Pruisen zou aanvallen. Vier Franse legers zouden optrekken aan beide kanten van Metz en Thionville (waardoor er nog maar eén leger was om heel Noord-Frankrijk te verdedigen).

 

De Fransen waren er echter van overtuigd dat Duitsland niet via Belgie op zou trekken gezien de kans groot was dat dan ook Engeland betrokken zou raken.

 

De Franse aanval

Toen de oorlog in 1914 uitbrak, was de uitvoer van Plan XVII een totaal fiasco. De Duitse verdediging van Elzas-Lotharingen was vele malen beter dan de Fransen verwacht hadden. Tussen 7 en 10 Augustus vallen de Fransen Mulhouse aan, gevolgd door gevechten in Lotharingen, de Ardennen (o.a. Dinant), Charleroi en Bergen.

 

Massa's infanterie rukten op tot de Duitse loopgraven, waar ze echter werden neergeschoten met mitrailleurs. Met hun felblauw-felrode uniformen vormden zij levende schietschijven. Na een paar weken waren de Fransen terug op hun beginposities, terwijl de Duitsers zonder noemenswaardige tegenstand door heel België en Noord-Frankrijk hadden kunnen trekken en inmiddels Parijs bedreigden.

 

De Fransen trekken zich terug tussen de Maas en de Marne, om zich te verschansen op de versterkingen van Verdun. De Franse (en deels Britse) aanvallen in Noordoost Frankrijk, België en Luxemburg zou men later de “Slag der Grenzen” gaan noemen.

 

De Duitse bevelhebber “Moltke” evalueert de nieuwe strategische situatie en verandert het initiële plan drastisch met desastreuze gevolgen; hij stuurt Duitse troepen naar Parijs, maar ook naar de Elzas als versterking voor een nieuwe aanval. Hij stuurt ook nog twee korpsen naar het oostfront (Oost-Pruisen) omdat het Duitse front daar veel sneller dreigt in te storten.

 

Tenslotte laat hij andere eenheden de Belgische steden “Maubeuge” en “Antwerpen” belegeren terwijl die volgens het “Von Schlieffenplan” links hadden moeten laten liggen. Resultaat is dat hij ten eerste te weinig soldaten heeft, hij kan Parijs en het Franse leger in de Elzas niet meer omsingelen en Verdun zal dusdanig versterkt worden. Daarbij zijn de Duitse aanvoerlijnen veel te lang geworden en dreigen flankaanvallen.

 

De Fransen en Engelsen trekken nu op een breed front terug terwijl er ook Geallieerde soldaten tussen de Duitse oprukkende legers zitten. Ondanks dit rukt het Duitse leger op tot aan de rivier de Marne, waar de Fransen zich hebben teruggetrokken na hun verlies in Luxemburg en België. 


De slag aan de Marne


Op 6 September begon de slag aan de Marne die bekend is komen te staan als de “miraculeuze” slag waar Franse soldaten door taxi’s uit Parijs naar het front gebracht zouden zijn. Er was een flink gat ontstaan tussen de beide Duitse legers, iets waar de Geallieerden grif gebruik van maakten.

 

Door de gebrekkige communicatie mogelijkheden in die tijd wist “Von Moltke” weinig van de feitelijke situatie en ook tussen de legers onderling was weinig tot geen communicatie mogelijk. Zes Franse legers en het BEF waren inmiddels in de strijd gewikkeld terwijl een Duits leger al was teruggetrokken over de rivier de “Aisne”. Von Molkte ging zelf naar het front om van de netelige situatie op de hoogte gesteld te worden.

 

Het beeld dat hem geschetst werd, vooral door Von Bülow, was dat van een te zeer verspreid geraakt leger, dat het risico liep doorsneden te worden, met het gevaar van een omsingeling van een of meer van de Duitse legers. Met name het gat tussen het Eerste en Tweede Duitse leger werd gevuld door de Britse en Franse troepen. Von Bülow besloot, tot op zekere hoogte op eigen gezag, tot terugtrekking van zijn Tweede leger.

 

Het Eerste en derde leger waren daardoor genoodzaakt zich eveneens terug te trekken. De nerveuze Duitse Generale Staf besloot op 11 september het gehele westelijke deel van het front te laten terugtrekken op “Chemin des Dames” tot op de rivier de Aisne.


Gevolgen


Door de uitkomst van de Slag bij de Marne werd een snelle Duitse overwinning onmogelijk. Aan beiden zijden waren zo’n 2,5 miljoen militairen betrokken waarvan zo’n half miljoen sneuvelden. Maar door logistieke problemen aan de Geallieerde zijde konden de Franse troepen hun succesvolle tegenaanval niet volledig uitbuiten.

 

De Duitse troepen slaagden erin zich in te graven, wat het begin vormde van de loopgravenoorlog. Het front groeide door omtrekkende bewegingen van beide partijen naar het westen tot de kust. Van een bewegende oorlog in 1914 werd het een uitputtingsslag aan beiden zijden die de wereld nog nooit had meegemaakt.

 

Het gehele westelijke front zou uitgroeien naar een gigantisch stelsel van loopgraven van de Zwitserse grens naar de Noordzeekust in België waar miljoenen doden en gewonden zouden vallen. De eerste wereldoorlog was nog maar net begonnen. 



films


"1917" - (2020; 8,5)

Op het hoogtepunt van WW1 krijgen twee jonge, Britse soldaten een schijnbaar onmogelijke missie toegewezen.

 

In een race tegen de klok moeten ze vijandelijk gebied oversteken om een boodschap over te brengen. Deze boodschap is bepalend in het stoppen van een dodelijke aanval op honderden soldaten, waaronder de broer van Blake.



"Joyeux Noel" - (2005, 7,7)

Waargebeurd verhaal, zich afspelend aan het front in de winter van 1914 waar WW1 woedde.

 

Wanneer de Kerst aanbreekt gebeurt er echter iets volkomen onverwachts. Op die nacht gebeurt het ondenkbare, wanneer soldaten de wapens neerleggen en elkaar benaderen om Kerst te vieren. Ze worden hiervoor later zwaar bestraft. 



zie ook: