Reisverhalen - Nicaragua

san carlos



aankomst in San carlos


Ik kom na een uur of vier bussen op het redelijk overzichtelijke busstation van San Carlos aan, een stad die de Spanjaarden hebben gesticht nadat zij na een paar jaar zoeken de juiste doorgang van de Caribische zee naar het meer van Nicaragua hadden gevonden.

 

Ik wandel langs afgeladen winkeltjes en stalletjes vol fruit en weet dat ik richting het havenfront ga maar waar precies, geen idee. Als ik een leuk houten hostel zie met een groot houten balkon met wat schommelstoelen en bloemen loop ik naar binnen.

 

De vrouw spreekt wat Duits (ze heeft daar een paar jaar gewoond) en ze laat mij twee kamers zien. Het zijn geen juweeltjes maar voor een nacht kan ik hier wel blijven, denk ik. Ik ding af en krijg de goede kamer voor de prijs van de minder goede, die geen ramen heeft en naast de wc/douche gevestigd is.

 

Eerst maar ‘ns een douche nemen ook al is dat een “bucket”; ze vertelt dat er alleen ’s morgens water uit de kraan komt dus het water wordt elke dag ververst – gooi dus even water door de wc als je geweest bent en gaarne geen zeep in de grote waterton gooien. Ze zegt dat ik ook een duik in de rivier kan nemen, maar ik heb net het verhaal over de “bull sharks” gelezen in mijn reisgids en ik bedank.

 

Na een opfrisbeurt loop ik door het stadje wat eigenlijk tegen een heuvel is aangebouwd. Het havenfront wat eigenlijk nu de boulevard is is een beetje te netjes voor deze stad en Nicaragua. Het is een park met drie ronde stenen gebouwtjes waar winkeltjes en snacktenten in gevestigd zijn. Gelukkig is het informatiecentrum gesloten. Dat klopt tenminste. Er staan wat speelattributen en ik aanschouw hier de brede rivier die ik morgen opga.


het spaanse fort


Het stadje is wat saai en mist de “foute” sfeer van Bluefields, een stad waar ik spijt van heb dat ik niet wat langer ben gebleven. Het is hier weer Spaans wat de klok slaat en ook heb ik twee casino’s gezien het is gewoon te netjes.

 

Ik loop langs het perfect opgezette centrale park waar een heel groot gekleurd klimrek voor kinderen is gebouwd. Rondom zijn geen terrasjes wat je had kunnen verwachten en wat ook had moeten gebeuren maar wat saaie winkels.

 

Uitkijktorens

Achter het gigantische glimmende klimrek hebben ze de trappen naar het oude Spaanse fort ook in alle kleuren van de regenboog geschilderd – het is geen gezicht.

 

De ingang van het fort met twee stenen trappen aan weerszijden staan er nog maar van het eigenlijke fort is weinig meer over. Er is een delegatie van iets aanwezig en de kantoren zitten stampvol met mensen in pak. Het zal wel belangrijk zijn. Op de vier hoekpunten van het oude fort hebben ze uitkijktorentjes gebouwd maar vanwege de begroeiing en bebouwing is het mooiste uitzicht geblokkeerd, ook al wordt duidelijk waarom de Spanjaarden deze plek hadden uitgezocht om de piraten hiervandaan in de gaten te houden en Granada nu echt te beschermen (iets wat niet gelukt is).

 

Net als ik wil vertrekken vind ik 100 C$ op het stenen paadje en steek het snel in mijn zak. Die rijkelui zullen het niet missen. Je hoeft hier niets te betalen en ik wandel eigenlijk na een kwartiertje alweer naar het busstation waar het echt druk is en ga zitten aan een van de tafels waar eten wordt geserveerd. Er is “comida corriente” wat inhoudt dat er een vast gerecht is – kip, rijst en wat salade. Je zou denken zo dicht bij het water dat het hier niet zo heet is, maar niets is minder waar – het is vochtig, heet en benauwd.



Country met reggae


Na het eten wandel ik naar het nabijgelegen kantoor waar boten vertrekken richting San Juan de Nicaragua (iets wat ik nu ga skippen, want dat is veel te ver en er is niet zo heel veel te zien en te beleven) en El Castillo. Er gaan snelle en langzame boten en ik schrijf alle informatie op om morgen de bekende en beruchte rivier (een geschil met buurland Costa Rica heeft niet zo lang geleden zelfs in Den Haag gelegen – Nicaragua heeft gewonnen) op te varen.

 

Boven het casino zit een bar gevestigd waar harde muziek vandaan komt en ik besluit de grote houten trap op te klimmen en even te kijken. Er staat hier een briesje en ook al is de muziek niet wat ik prefereer, ik besluit toch een ijskoud biertje te bestellen (20 C$$).

 

Cowboy-overhemden

Mannen met stoere cowboyoverhemden (die belachelijk duur zijn heb ik vernomen), laarzen aan en getooid met cowboyhoed zitten te bieren en zingen mee met de galmende, pafferige, trieste bijna Mexicaanse Mariachi muziek die ik hier eerder heb gehoord. Het is misschien wel een mix tussen country en Mariachi wat ze hier graag beluisteren. Jongens behangen met horloges, riemen, mobiele telefoons en zonnebrillen komen binnen en af en toe een jong jongetje met een houten bankje die dient om je schoenen te poetsen.

 

Na drie bier is het tijd om te gaan en ik maak nog een rondje door het wat saaie stadje, dat is wel duidelijk. Er is wel een “Eskimo” winkel en ik bestel een heerlijk ijsje (15 C$). Terug in het hostel nestel ik mijzelf op het balkon in de schommelstoel en aanschouw het leven vanaf hier tot de zon ondergaat.

Aggregaat en stroom

Het stroom ligt eraf en ik besluit even een rondje door het stadje te lopen. Het is druk op de boulevard waar het te donker is voor voetbal en vele mensen op de muren zitten, genietend van het briesje wat hier waait. Alleen de twee dure hotels (met uitzicht op de rivier) hebben een aggregaat en hebben dus elektra.

 

In de hoop dat ik toch nog een leuke bar vind wandel ik tegen beter in nog een keer door het stadje maar vind niets anders dan wat zwerfhonden die een afvalzak open trekken en heel veel mensen die op stoeltjes voor hun huis zitten.

 

Bebidas bar

Waar  ook het licht brand is de Bebidas bar – een nieuw verschijnsel schijnt hier in Nicaragua – een keten van vruchtensappen dranken (en yoghurt, honing etc.) die vrij prijzig zijn maar worden gemaakt met vers fruit en soms met melk. Ik bestel er eentje en ik moet zeggen; hij smaakt heerlijk. De bar die er vanmiddag nog goed uitzag (aan de rivier) is nu gesloten en ik beland weer in de bar bij het busstation.

 

Het is een avond vol kerels  wederom staat Jose Jose op die ik vanmiddag al heb gehoord. Na een biertje keer ik terug naar het hostel en nadat de TL buis in mijn kamer is vervangen heb ik licht en de ventilator doet het ook. Ik werk mijn dagboek bij en lees nog wat. Het licht hoef ik niet uit te doen, want het stroom ligt er weer af. Welterusten Nicaragua!  



tips & advies (2013)


  • Naam : Hostal San Carlos

Prijs : 150 C$ single kamer (excl. wc en douche)

 

Inhoud:

Een leuk houten hostal waar boven zo’n 6 kamers te huur zijn. Degene bij het raam (aan de voorkant) zijn wat duurder (eigenlijk 200 c$) maar omdat er niemand anders was kon ik hier voor 150 C$ in. De kamer is niet fantastisch maar het bed is redelijk en het licht en de ventilator werken (als er stroom is natuurlijk).

 

De eigenaresse spreekt wat Duits en is vriendelijk te noemen. Het is wel van hout dus als het vol zit zal je zeker de buren horen lopen als ze naar de wc en douche gaan die aan het begin van de gang zit.

 

Alleen ’s morgens water dus je moet een emmer water gebruiken als je naar de wc bent gegaan en je hebt een “emmer” douche. Voordeel is dat je aan de voorkant een groot houten balkon tot je beschikking hebt met zicht op de drukke winkelstraat en er staan wat schommelstoelen.

 

Er hangen prachtige bloemenbakken buiten en het is vlakbij het busstation en de haventjes waar boten over de rivier San Juan gaan, waar het hostel ook aan gevestigd is. Ook de boulevard is op een steenworp afstand en je hoeft niet te klimmen (of dalen).


zie ook:




meer links:


Otavalo

ECUADOR

Twee uur bussen ten noorden van Quito ligt dit (inheemse) marktstadje vlakbij de Andes bergen.