Achtergrondinformatie - Vietnam

"slag bij dien bien phu" (1954)


Na WWII wilde Frankrijk de touwtjes weer in handen nemen in hun “oude” kolonie “IndoChina” waarvan Vietnam een deel was. De communist “Ho Chi Minh” had in de oorlog met z’n “Vietminh” tegen zowel de Koloniserende Fransen als de Japanse bezetter gevochten en was deels bevoorraad door de Amerikanen.

 

In 1945 tijdens de chaos na de oorlog riep “Ho” de onafhankelijkheid van Vietnam uit maar dit liep even anders. Er heerste complete chaos in het land en zelfs “Ho” vond het beter om de Fransen eerst de rust te herstellen om dan na vijf jaar te vertrekken.

 

Maar de relatie tussen de “Vietminh” vertroebelde al snel en al in 1946 vluchtte “Ho” met z’n strijders de bergen in en begon een guerrilla oorlog tegen de Fransen – de zogenaamde “Viet-Franco” oorlog. 


de aanleiding


In oktober 1953 kreeg de Chinese inlichtingendienst in Frankrijk een kopie van het Franse strategische plan voor Indochina, het Plan-Navarre, in handen. De belangrijkste Chinese militaire adviseur in Vietnam, overhandigde het vervolgens aan Hồ Chí Minh persoonlijk.

 

Aan de hand van deze belangrijke informatiebron konden de communisten het besluit nemen tot de veldslag bij Điện Biên Phủ. De Fransen stuurden in het begin van 1954 niet minder dan 12 bataljons soldaten naar DBP voor versterking.

 

Opperbevelhebber van IndoChina generaal Henri “Navarre” was bang was dat de Vietminh de grens met Laos zou oversteken en “Luang Prabang” zou aanvallen en wilde de “Muong Thanh” vallei extra bewaken.

 

Een perfecte mogelijkheid voor de Vietminh de Fransen een vernietigende nederlaag toe te brengen daar waar ze het niet verwachtten. Tenslotte was daar de conferentie van “Geneve” die op 9 Mei dat jaar plaats zou vinden. Een van de belangrijkste onderwerpen was de ontstane situatie in “IndoChina”.

 

Beide partijen (Frankrijk en de Vietminh”) wilde zo goed mogelijk voor de dag komen en zoveel mogelijk kaarten in hun achterzak hebben.


de omsingeling en de aanval


Het kostte de “Vietminh” maanden om de strijd voor te bereiden; het landschap rond de stad bestaat vooral uit hoge bergen, jungle, kolkende rivieren en diepe valleien. Uiteindelijk wisten de communisten de Fransen totaal te omsingelen met zwaar materiaal en een troepenmacht van 33 bataljons.

 

De “Vietminh” had in de regio 5x zoveel soldaten als de Fransen waarvan een derde etnisch Vietnamees was. De zware Vietnamese artillerie was zorgvuldig gecamoufleerd in de kloven van grotten en valleien zodat deze niet zichtbaar maar ook nagenoeg niet te vernietigen was uit de lucht en/of door Franse artillerie.  Ook werden er vele loopgraven gegraven om constante druk op de Fransen te kunnen zetten.

 

De aanval van de Vietnamezen begon in de avond van 13 maart 1954 en ook deze was zorgvuldig voorbereid. Het offensief begon met artillerievuur op specifieke doelen. Een daarvan, stelling Beatrice, viel al na enkele uren. Aan beide zijden vielen veel slachtoffers. De Franse artillerie chef commandant “Pirot” pleegde zelfmoord toen de communistische bommen op de Franse stellingen vielen; hij had gezegd dat het nooit mogelijk zou zijn om zware artillerie door de jungle heen te slepen.

 

Toen dit realiteit werd kon de Fransman het niet meer aan.



de patstelling


Naarmate de dagen vorderden werd het landen en opstijgen van vliegtuigen en helikopters steeds moeilijker door de aanhoudende artilleriebeschietingen op het vliegveld. Er werd een massale aanval gedaan op de Franse stellingen maar die eindigde in een massa slachting bij de Vietnamezen. De “Vietminh” generaal “Giap” greep terug op massale artillerie beschietingen vanuit de omringende bergen.  

 

Vanaf 23 maart werden er bijna geen vluchten meer uitgevoerd omdat te veel vliegtuigen en helikopters waren beschadigd of neergehaald. Ten slotte werd op 28 maart nog geprobeerd een laatste medische evacuatie uit te voeren met een vliegtuig. Dit vliegtuig wist wel te landen in Điện Biên Phủ, maar kon wegens beschadiging niet meer opstijgen.

 

Op 2 April werden er om die reden parachutisten gedropt in de enclave. Deze kwamen neer onder vijandelijk vuur en liepen daardoor het risico te sneuvelen nog voordat ze de grond raakten. De ondergrondse veldhospitalen puilden uit van gewonde Franse en Vietnamese soldaten. Noodzakelijke operaties moesten worden uitgevoerd onder primitieve omstandigheden.

 

Op 6 april besloot Generaal Giap de frontale aanvallen te verminderen wegens de grote verliezen, het was effectiever te strijden vanuit de inmiddels in grote mate aangelegde loopgraven. De Fransen werden door de loopgraven gedwongen hun linies steeds dichter naar elkaar te brengen waardoor het door Fransen bezette gebied kleiner werd.


de franse tegenstoot


De Amerikanen hadden aangeboden om de Vietnamese stellingen te bombarderen met o.a. tactische atoombommen. De Fransen hadden dit aanbod afgewezen. Tussen 9 tot 11 april arriveerden er nogmaals versterkingen voor de Fransen (in totaal zes bataljons). Deze parachutisten van het Vreemdelingenlegioen maakten het mogelijk om een tegenaanval in te zetten om te trachten de perimeter te vergroten.

 

Eind april zette de regentijd in en loopgraven en bunkers begaven het door de modderstromen. De soldaten konden zich niet meer verschuilen in de bossen op de hellingen. Dit was hét moment voor de Fransen om de overwinning naar zich toe te trekken. Het lukte ze echter niet. Wegens het slechte weer en bergachtige terrein kon het afweergeschut dat uit het 350 kilometer verderop gelegen Hanoi moest komen niet aangevoerd worden.

 

Ook werden de parachute worpen minder succesvol. Veel afworpen kwamen terecht op het grondgebied van de Vietnamezen. Dit werd veroorzaakt door het vele afweergeschut. De Vietnamezen bereidden nu hun eindoffensief voor. De Franse strategie was vol te houden tot er een akkoord zou worden gesloten in Genève.


het einde van de strijd nadert


Wegens de heldere lucht besloten de Fransen om een massale luchtaanval uit te voeren. De Vietnamezen hadden hun afweergeschut met opzet nog niet gebruikt waardoor de Fransen niet op de hoogte waren van de locatie van het geschut. Laat in de middag werd iedereen opgeschrikt: overal volgden explosies van ongekende kracht.

 

De Vietnamezen vuurden nu met al hun wapens. Điện Biên Phủ was een grote wolk van rook. Bunkers begaven het en loopgraven stortten in. De Fransen konden zich niet meer hergroeperen om een tegenaanval in te zetten. Alle overgebleven bunkers lagen vol met gewonden. Veel anderen waren krijgsgevangen genomen door de Vietnamezen.

 

Toch stuurde Generaal René Cogny een bericht naar Generaal de Castries dat er absoluut niet zou worden overgegeven. De gevechten bleven doorgaan tot 17.00 uur die zevende Mei van 1954. Terwijl al het materiaal werd vernietigd stuurde de commandopost een laatste bericht naar Hanoi: ‘We blazen alles op. Vaarwel’. Een paar minuten later viel de Vietminh de post binnen.

 

Een rode vlag van de Vietminh werd boven op het commandocentrum geplaatst. De Franse stad “Điện Biên Phủ” was gevallen.



de laatste strohalm


Het gevecht was echter nog niet over. Zes kilometer naar het zuiden was het gevecht bij de stelling Isabelle nog steeds bezig. Luitenant-kolonel André Lalande plande een vlucht met de overgebleven troepen.

 

Deze actie vond plaats in de nacht van 7 op 8 mei. Bijna alle troepen werden onderschept tijdens de vlucht. Slechts een enkeling wist door de Vietnamese linies te komen en na weken in de vijandelijke jungle Frans grondgebied te bereiken.

 

Op 8 mei om 1 uur in de nacht, stopte ook de stelling Isabelle met vuren. Na een 57 dagen durende omsingeling was de strijd verloren. Zo’n 13.000 Franse soldaten waren dood, gewond of gevangen genomen. Aan Communistische zijde was dit het dubbele. Het gevolg was dat het Franse moraal in Zuid-Oost-Azië totaal was ingestort.

 

Tijdens de conferentie in Geneve gaf Frankrijk te kennen zich terug te trekken uit Vietnam. De Koloniale tijd in IndoChina was voorbij.


zie ook: