Reisverhalen - Vietnam

dien bien phu (muong Phang)



werk aan de winkel


Ik zwaai de bus gedag en kijk om mij heen; langs de (grote) weg zitten een paar “Hmong” vrouwen met hun verkoopwaar voor zich uitgestald op wat zeil. Veel groenten en fruit met op de achtergrond wat houten huizen en hoge bergen. Achter mij kijk een opgebroken stuk asfaltpad met een wit paaltje waar de letters bijna zijn “afgevallen”.

 

Als ik goed kijk zie ik Muong Phang staan en daaronder het aantal kilometers: 20! Oeps. Ik sta een kwartiertje als een grote (jeep) auto de weg indraait; ik laat hem stoppen en geef hen het papiertje wat ik gisteren door het meisje van het hostel heb laten schrijven.

 

De mannen zetten mij 5 kilometer verder af en rijden naar het meer toe, terwijl zij wijzen op de grote modderpoel weg die verder gaat.

 

Zo’n 500 meter verderop zijn drie kranen bezig hopen zand te verplaatsen en ik moet wachten net als drie heren op een motorfiets. Helaas kan ik niet achterop want ze vervoeren allemaal zakken cement waarschijnlijk bedoeld voor de nieuwbakken weg die er ooit gaat komen. We staan er zo’n 20 minuten en dit is natuurlijk een van de redenen waarom hier geen bus rijdt en niemand hier komt.

 

Het zicht op het meer en omgeven is verschrikkelijk mooi. Dan mogen we erdoor en kom ik zo’n 100 meter verderop de vrachtwagens tegen waarmee het zand verplaatst wordt. Een beetje brutaal maar ik mag een stuk mee met de vrachtwagen en klim erin. Eerst wachten tot deze geladen wordt en dan gaan we. Helaas draait na een paar honderd meter de vrachtwagen het pad af om daar het zand te lozen; ik had gehoopt op in ieder geval een paar kilometer.


muong phang


Weer stap ik door de bagger als er weer zo’n dure jeep auto aankomt. Ook deze stopt en ook hier mag ik mee; het moet m’n dag zijn vandaag. Een kilometer verderop zijn ze weer aan de weg bezig en moeten we weer wachten op de kraanwagens. Dan volgt een smalle asfalt zigzagweg dwars door een Vietnamese vallei.

 

Af en toe wat huizen maar vooral veel groen; ik zie bergen, bos, een rivier en hier en daar een meertje. Buffels lopen in de rijstvelden en hier en daar een loslopende hond. Het is echt nog een heel stuk rijden en ik heb echt geen idee waar deze mensen heen gaan. 

 

Dan na een hele lange rit zie ik “Muong Phang” liggen; de auto stopt al bij het eerste huis en ik wil ook uitstappen. De andere drie wisselen van plek en vragen mij de deur weer te sluiten. We rijden door het kleine stadje, dan een heel stuk open terrein met hier en daar een houten huisje en dan eindelijk het parkeerterrein waar het hoofdkwartier moet zijn.


"hmong" met munten


Er volgt eerst een stenen trap naar een plateau waar een klein rieten hutje staat. Als ik aankom blijkt dit de wachtpost te zijn van het verder gelegen hoofdkwartier. Het pad loopt ietwat naar beneden en de bunkers staan dus niet boven op de berg – hier een prachtig zicht over de rest van de vallei – houten huizen, rijstvelden en een klein weggetje.

 

Dan opeens een klein beekje met daarvoor en achter een groepje “Hmong’ mensen met koopwaar. Ze overvallen mij een beetje en ik durf niet ‘ns een foto te nemen. Er liggen grote zilveren munten, kleding en etenswaren.

 

Ik loop door en vind m’n eerste echte groepje rieten hutten. Natuurlijk zijn het replica’s maar direct vind ik dat m’n reisgids niet helemaal zuiver is geweest; het geeft een goed beeld hoe “Giap” en z’n mannen het hier voor elkaar hadden terwijl de bommen om de oren vlogen bij de Franse commandanten. Het zijn de communicatiehutten en bijbehorende ondergrondse bunker.

 

Tussen de hutten ligt een goed aangelegd stenen pad en er staan stukken boomstronk als prullenbak – perfect gedaan.


"giap's" eigen tunnel


De houten met riet bedekte luiken staan allemaal open. Er staat opeens een groot monument waar je linksom en rechtsom kunt gaan – later zou blijken dat het hier een rondje gaat. Ik loop rechtsom en kom langs de hutten van de dagelijkse staf en de stafchef.

 

Helemaal achterin staat de hut met de keuken erin. Daarvoor een grote hut waar de partij in vergaderde. Op een betonnen fundament schijnen tenten te hebben gestaan. Er zijn hier twee tunnels in de heuvel die in het midden ligt – de een is donker en blijkt de schuilbunker te zijn van de stafchef en de ander is verlicht en blijkt door de hele tunnel naar de andere kant te gaan.

 

Het is een lange tunnel, zeker 100 tot 200 meter met in het midden een open ruimte waar twee tafels staan. Dit was de plek van Generaal Giap als er gevaar dreigde. Aan de andere kant van de tunnel is een kleine rieten hut waar hij waarschijnlijk werkte als er niets aan de hand was. Hier staan ook werk- en woonhutten voor de Chinese adviseurs alsmede een schuiltunnel.

Slag om Dien Bien Phu (1954):  

In oktober 1953 kreeg de Chinese inlichtingendienst in Frankrijk een kopie van het Franse strategische plan voor Indochina, het Plan-Navarre, in handen. De belangrijkste Chinese militaire adviseur in Vietnam, overhandigde het vervolgens aan "Ho Chi Minh" persoonlijk.

 

Aan de hand van deze belangrijke informatiebron konden de communisten het besluit nemen tot de veldslag bij Điện Biên Phủ. De Fransen stuurden in het begin van 1954 niet minder dan 12 bataljons soldaten naar DBP voor versterking.

 

Opperbevelhebber van IndoChina generaal Henri “Navarre” was bang was dat de Vietminh de grens met Laos zou oversteken en “Luang Prabang” zou aanvallen en wilde de “Muong Thanh” vallei extra bewaken.

 

Een perfecte mogelijkheid voor de Vietminh de Fransen een vernietigende nederlaag toe te brengen daar waar ze het niet verwachtten.



schoenen uit


Een meisje die hier werkt bied aan om mij naar Muong Phang te brengen waar ik geen nee op zeg. Bergmensen zijn op het veld aan het werk soms met een waterbuffel terwijl kleine kinderen zwaaien en “hello” roepen.

 

Het is hier echt prachtig en nog “echt”. Ze zet mij af daar waar ik de auto zie staan waarmee ik hier naartoe ben gekomen. Een huis is helemaal versierd en er moet hier een bruiloft zijn.

 

Het lijkt er niet op alsof er een hoop auto’s teruggaan en niemand vraagt mij wat ik hier in godsnaam doe; het dorp heeft geen (motor)taxi’s. Ik besluit te gaan lopen en ik ben nog geen 200 meter onderweg of er komt een scooter aan; ik laat hem stoppen en vraag of ik achterop kan springen.

 

Geen idee wat hij straks vraagt aan geld maar ik moet toch op de een of andere manier terug en veel verkeer is hier niet weet ik nu. We rijden toch zeker een kilometer of 5 tot 8 als de man stopt en wijst op een huis verderop van de weg gelegen. Wil hij nu precies hier eten? Ik heb natuurlijk best trek en kijk op m’n klokje. Het is half een en ik kan makkelijk een hapje mee-eten, ik besluit weer achterop te springen en we rijden nu over een zeer klein modderpaadje naar een groot huis op palen.


cung dau


Boven trek ik m’n schoenen uit, maak kennis met de twee honden en schud de handen van een paar mensen die binnen op een grote mat zitten achter een klein houten tafeltje met etenswaar erop.

 

Ik mag achter een van de tafeltjes gaan zitten en knik maar wat. Het blijkt een “Tai” familie te zijn en zo te zien komen er nog meer gasten want er staan vier tafels gedekt.

 

Ik kijk wat om mij heen en zie een TV in een donkere linnenkast staan, in de hoek een soort van gordijn met een bed erachter en in het midden van de kamer (of beter de ruimte) een hele berg met zakken met waarschijnlijk rijst. Helemaal aan de andere kant zie ik een zwarte pot op een vuurtje staan – dat moet de keuken zijn.

 

Achter mij hangt nog een heel groot gordijn gemaakt van dikke kleding – hier moeten de slaapkamers zijn neem ik aan.   

 

Meer mensen komen binnen en er wordt aanstalten gemaakt op te beginnen met eten. Een klein plastic flesje wordt gepakt en er komen kleine glaasjes tevoorschijn; iedereen pakt het glaasje op en klinkt. Dan zegt iemand “heng” en het glaasje gaat in een keer achterover.

 

Het is op zeker alcohol maar heb geen idee wat het is en waarvan het gemaakt is. Iemand zegt “cung chau” en ik schrijf de naam snel op om het later aan het meisje in het hostel te vragen. Na het achteroverslaan geeft iedereen elkaar een hand.

 

Soms gaan zitten verzitten nemen met z’n tweeën een glas waarbij een iemand waarschijnlijk iets uitspreekt over een wens waarna wederom het glas geleegd wordt. Zal dit in een zuipfeest uitdraaien? In een groen rijst blad ligt rijst en ik mag een stuk eraf halen en in m’n kommetje leggen. Ook pak ik met m’n stokjes wat andere dinge die op tafel staan waarvan ik geen idee heb wat het is.

 

 

Er ligt kleefrijst die uit een bamboe gehaald wordt, twee soorten vis in een saus en een paar groente schoteltjes waarvan ik er eentje zeker niet lekker vindt. Weer komen nieuwe mensen binnen die direct mij kant opkijken, dan beginnen te lachen. Ik stel mij zo positief en beleefd voor en als er een oudere man binnenkomt ga ik staan, geef hem een hand en buig. Ook ga ik in de kleermakerszit zitten om m’n voeten bij mij te houden – tot ik kramp krijg en m’n voeten even strek.


ROOD DOORLOPEN OGEN


De drank vloeit en ik vraag of ik een foto mag maken. Ik kijk naar de knotjes op de hoofden van de vrouwen die ingepakt zijn met een netje en afgewerkt met een grote zilveren knoop of munt.

 

Het schijnt een grote familie te zijn want meer mensen komen binnen – ik tel er nu 20! We gaan door m’n reisboek en natuurlijk wil iedereen weten waar ik vandaan kom, hoe oud ik ben en hoe lang ik wel niet ben. Er komt zelfs een weegschaal aan te pas (zo eentje die de slager gebruikt) die 83 kilo wijst – het zwaarste van allemaal.

 

Een kleine kat houd mij gezelschap want natuurlijk versta ik niemand. Ik neem nog een filmpje en het oudere vrouwtje stopt weer een stuk vis in m’n schaaltje, een droge aardappel ofzoiets samen met een paar stukken vet varkensvlees. Na wederom een paar glazen drank breek ik nog een stuk rijst af en prop deze in mijn mond. Ze wijst op de hoek van de kamer, naar het bed maar ik maak direct duidelijk dat ik straks wel terug moet/ga naar DBP. Ongemerkt kijk ik op m’n klokje en zie dat het half drie is geworden.

 

De man die mij hier gebracht heeft is lekker aan het borrelen en z’n ogen worden met de minuut roder. Ik hoop niet dat hij mij straks vergeet en ik de laatste kilometers (en dat moeten er toch zeker 12 zijn) moet lopen want dan is het donker. Opeens staat hij op en gebaart dat we gaan. We krijgen een helm mee en ik bedank de mensen hartelijk voor deze gastvrijheid.


DE LOPENDE TAS


Het is best eng op de weg want overal ligt blubber en is het asfalt afgebrokkeld en weggeslagen. Ik ben opgelucht als we de eerste kraanwagens bereiken zodat ik weet dat het nu nog zo’n 7 a 8 kilometer is naar de grote weg. Eindelijk zijn we bij de grote weg en ik pak geld uit m’n zak. Hij maakt duidelijk dat hij nog wat extra wil en wat kan ik zeggen na wat ik vandaag “gratis” heb gekregen. Ik geef het hem en sla hem op m’n schouder als bedankje.

 

De vrouwen van vanmorgen zitten nog steeds langs de weg en ik ben best aangeschoten. Ik praat over “chung dau” en over “hens” en ze vinden het prachtig. Dan komt een busje voorbij en ik houd hem aan. In de bus ligt een vrouw naast mij te slapen en ik voel opeens iets over m’n schoenen heen lopen.

 

Verschrikt kijk ik naar beneden en zie een tas lopen – ik vraag of het een “ga” (kip) is en de man voor mij draait zich om en knikt. In de bus val ik in slaap bij de vreselijke saaie muziek die opstaat en bijbehorende videoclip tot de controleur mij op m’n schouder tikt en ik direct naar m’n portemonnee grijp. Hij lacht en wijst op de deur – ik mag vandaag gratis mee.



TIPS & ADVIES (2014)


Er gaan geen bussen naar “Muong Thang” dus je zult (als je geen taxi wilt nemen) eerst de bus moeten nemen naar “Na Nhan” (15 km ten noorden van DBP) in de bus richting “Son La”.

 

Er gaan hier voldoende dus lang hoef je niet te wachten. Ik heb op de heenweg 10.000 VND betaalt en terug hoefde ik niets te betalen. De rit duurt zo’n half uurtje.


  • Naam : Tham Quan di Tich So Chi Huy Chien Dich DBP (HK van Generaal “Giap”)

Adres : Muong Phang (2 tot 3 km noordelijker)

Prijs : 15.000 VND

Tijd : 07:30 – 11:30 en van 13:30 tot 16:00

 

Inhoud:

De bunker waarover m’n reisgids sprak is misschien niet de juiste benaming van dit complex aan hutten wat gezamenlijk het hoofdkwartier was van Giap en z’n hoogste mensen. Het is een behoorlijke groot gebied waar minstens 10 tot 20 rieten hutten staan , maar ook schuilbunkers, schuilgangen en betonnen fundamenten waar ooit tenten hebben gestaan.

 

Natuurlijk zijn het replica’s maar je krijgt een goed idee hoe het hier toen geweest moet zijn. Het ziet er allemaal zeer gelikt uit wat een beetje jammer is. Het andere jammere is dat de hutten zo goed als leeg zijn en er dus geen verschil is. Er zijn geen attributen achtergebleven, er liggen geen wapens, geen tekeningen, geen foto's van die tijd en totaal geen informatiepanels over dit hoofdkwartier of over de slag die zo’n 20 kilometer verder woedde.

 

Er staan alleen borden wie in welke hut logeerde.


Je kunt in het dorp “Muong Phang” eten maar ik heb dit niet gedaan. Veel keus is niet. Ik zou een lunchpakket meenemen (ook als je geen geluk hebt met liften) en dit op de site opeten op een van de vele picknickplekjes. Een terras o.i.d. heb ik niet gezien.



Naar mijn weten is er geen plek om te overnachten in het dorp “Muong Phang” aanwezig. Er is alleen het hostel “Truc An” maar dit is 15 km bij het museum vandaan. Ik heb geen idee hoe dit hostel is of hoe het eruit ziet – het moet aan het meer liggen (Pa Khoang).

 

Als je zover bent (als je geen eigen vervoer hebt en je hebt nog tijd) zou ik teruggaan naar DBP.

 

  • Naam : Nha Nghi “Khanh Giang” (Dien Bien Phu)

Adres : So nah 2 Duong Lo van Hac – To 4 – P. Thanh Binh

Prijs : 500.000 VND voor 3 nachten (single)

Tel.nr. : 0230 3 833 899/ 0915 067 64

 

Inhoud:

Dit hostel ligt net achter het busstation maar net ver genoeg om er geen “last” van te hebben. Ook ligt het vlakbij de grote weg maar in een zijstraatje zodat je het “zware” verkeer niet voorbij hoort razen. Het is er schoon en de vrouw des huizes ziet er piekfijn uit. Ze heeft verschillende kamers in haar 3 hoog tellende hostel – een persoon kamertjes en dubbele waar je kunt genieten van een 1,5 persoon bed ieder.

 

In m’n zeer grote kamer, met balkon en uitkijkend op de straat (grote ramen) stond een grote klerenkast, tafel, stoeltjes, een ijskastje, grote wc-douche, AC, waterkoker, drinkwatervat (met kraantje), TV en er was WIFI aanwezig. Zoals altijd schone handdoeken, toiletrol, zeep en shampoo.

 

Het was ietsje duurder dan wat ik normaliter betaalde in Vietnam maar dan had ik ook een prima kamer.


BESTEDINGSTIJD:

Je kunt gemakkelijk (en dit is zonder een lunch of iets anders in de buurt) zo’n 1,5 uur rondlopen op de site als je geïnteresseerd bent. Daarbij moet ik wel aantekenen dat na een paar rieten hutten je het idee ook wel hebt en je makkelijk een paar kunt overslaan.

 

Binnen zijn de hutten eender en bevatten niet meer dan wat bamboe bedden, tafels en stoelen. Ook de ondergrondse bunkers zijn donker en allemaal hetzelfde. Je kunt er natuurlijk (en dit is zeer aan te raden) om er een dagje van te maken met een lunch maar ook een bezoek aan een Tai familie en het meer.

 

TIPS:

Eigenlijk zou je een lunchpakket mee moeten nemen naar de site van het hoofdkwartier van “Giap. Overal zijn grote stenen aangebracht die uitnodigen voor een lunch. Als je voldoende eten meeneemt kun je ook wat lokalen mensen uitnodigen om mee te eten.

 

Wat ik zou meenemen is regenkleding (paraplu en/of poncho) en misschien een iets warmere kleding dan ik mee had. Het kan nog weleens frisjes worden in de bergen hier zeker als je moe bent, het weer slecht is en het laat wordt. Water kun je overal kopen en in het dorp kun je eten. Misschien kun je een zaklamp meenemen om in alle schuilruimtes rond te neuzen.

 

Je stapt uit bij een “doods” kruispunt waar een redelijk groot bord staat met “Truc An” erop (een hostel). Er staat ook een paaltje waar “Muong Phang” op staat – 20 km – dit is het dicht bijzijndste dorp waar de bunker ligt. Er zijn geen motortaxi’s op dit kruispunt te vinden en je moet geluk hebben met een lift. De weg is smal en is deels opgebroken en asfalt is afgebrokkeld en weggevallen.

 

Veel mensen wonen niet op dit stuk. Je moet eerst 5 a 6 kilometer naar het meer “Pa Khoang” waar het hostel is te vinden. Daarna is het nog zo’n 15 km over het 4 meter brede zigzagpad naar “Muong Phang”. Daar ga je linksaf en blijft rechtdoor gaan (je ziet aan de linkerkant de afslag naar een grotere weg – geen idee waar deze naartoe leidt) – zo’n 2 a 3 km – als je aan de rechterkant een parkeerplaats ziet.

 

Hier is het museum.



zie ook:




meer links:


Reitwijn

DUITSLAND

Reitwijn ligt daar waar de laatste grote slag in Europa plaatsvond; hier was Zhukov z'n HQ.