Achtergrondinformatie - Vietnam

de tunnels van "cu chi"


Het tunnelcomplex van Củ Chi is een immens netwerk van ondergrondse tunnels in het district dat dezelfde naam draagt en was uitermate belangrijk voor de communisten tijdens de Franse koloniale oorlog en later de Amerikaanse- of Vietnamoorlog.

 

Op het hoogtepunt was het complex niet minder groot dan ruim 250 kilometer en strekte zich uit van het toenmalige Saigon tot de Cambodjaanse grens.

 

Omdat het leger van Zuid Vietnam van de Amerikaanse geholpen regering begon te bezwijken in de regio en gevaarlijk dicht bij de hoofdstad Saigon (Zuid-Vietnam) lag besloot de Verenigde Staten in te grijpen en grondtroepen te sturen naar Vietnam om verdere escalatie te doen voorkomen.



Frans indo-china


Na het beëindigen van Wereldoorlog twee werd Vietnam weer een kolonie van Frankrijk: Frans Indochina. Tegenstanders van het Franse regime, de communistische Vietminh-strijders, gingen van start met het graven van een tunnelcomplex ten noordwesten van de hoofdstad Saigon.

 

De grond was van harde rode aarde; perfect voor het graven van ondergrondse stellingen. Tijdens de oorlog met de Fransen werden de tunnels hoofdzakelijk gebruikt voor de communicatie tussen dorpen en het ontwijken van Franse eenheden die door het gebied trokken.

 

Na de slag bij “Dien Bien Phu”, die de nederlaag en het vertrek van de Franse troepen inluidde, werden deze tunnels door de communistische strijders uit Noord-Vietnam onderhouden met het oog op de nakende strijd met Zuid-Vietnam.

 

Toen de strijd dichterbij kwam in het begin van de jaren 60 werden zij wederom uitgebreid en geperfectioneerd. Het gebied werd strategisch gezien steeds belangrijker voor de communisten die de hele regio overnamen.

 

Vanuit “Cu Chi” werden ook infiltranten voor informatie en sabotage Saigon ingestuurd.


de beveiligde zones


In het begin van 1963 werd toenmalig president van Zuid Vietnam i.s.m. de Amerikanen het beveiligde “enclave” programma of plan gelanceerd voor voorstanders van het regime die in “communistisch” gebied waren kwamen te wonen.

 

Op deze manier werd (zo was het idee) communistische infiltratie voorkomen en konden de mensen veilig leven. Rond deze zones werden defensieve fortificaties gebouwd met vele rijen scherpe bamboepunten. Een van de eerste dorpen in het programma was “Ben Cat district”, ironisch gesitueerd naast “Cu Chi”. Binnen een paar maanden hadden de Vietcong het eerste beveiligde dorp “bevrijd”. 

 

In 1965, toen Amerika massaal tussenbeide kwam in het conflict tussen de Noord - en Zuid-Vietnamezen, gaf Ho Chi Minh, de opdracht om het bestaande tunnelcomplex wederom fors uit te breiden en er een toevluchtsoord voor de communistische rebellen uit het zuiden, de Vietcong, en voor het Noord-Vietnamese leger van te maken. De Vietcong werd gedurende dat jaar steeds sterker en hield zelfs een overwinningsparade in “Cu Chi” stad.

 

Daar de kans dat het Zuid-Vietnamese leger totaal vernietigd dreigde te worden in de regio “Cu Chi” zou de Amerikaanse doen besluiten (inclusief president Johnson) grondtroepen in te zetten. Maart 1965 zette de eerste Amerikaanse soldaten voet op Vietnamese bodem. De verdere uitbreiding van de tunnels ging ondertussen “gewoon” door.


amerikaanse grondtroepen


Het zwaartepunt van het tunnelnetwerk lag in het district Cu Chi en het strekte zich uit over minstens 300 km van ondergrondse gangen. Vanwege deze dreiging zo dicht bij Saigon (ongeveer 35 km) besloten de Amerikanen als een van de eerste acties een militair kamp in het gebied te realiseren; “Du Dong”, niet wetende dat zij dit “boven” op de tunnels zetten.

 

De tunnels lieten de communistische strijders toe de strijd aan te gaan met de Amerikaanse soldaten en dan weer in het niets te verdwijnen, vaak tot grote verbazing van de Amerikanen. Maandenlang zouden zij tevergeefs naar schuilplaatsen zoeken van de sluipschutters die ’s nachts hun tenten beschoten.

 

Na enkele operaties begonnen de Amerikaanse commandanten het bestaan en het belang van de tunnels langzaam in te zien.



de tunnels


Het voornaamste doel was naast het nabije aanwezigheid van Saigon en het sturen van de eerder genoemde infiltranten (informatie en/of sabotage) was coördinatie en communicatie tussen de afgesloten Vietcong enclaves. 

 

In 1968 diende de tunnels als voornaamste basis voor het ontwikkelen en uitvoeren van de plannen voor het grote “Tet” offensief wat de oorlog zou doen kantelen.  

 

Als de stand van het grondwater het toeliet werden verschillende niveaus gegraven, vaak met elkaar verbonden door deuren die met boobytraps waren beveiligd. Er waren drie niveaus. Het laagste niveau diende vooral als vluchtroute. De gangen waren smal, volgden dikwijls een zigzag patroon en hadden vaak bochten ter bescherming tegen explosies.

 

Regelmatig werd er ook een doorgang in U-vorm gebruikt die vol water stond om de verspreiding van gifgassen tegen te gaan in de tunnels (waterslot). De tunnels waren bezaaid met allerlei valkuilen om ongewenste indringers te verjagen: granaten, scherpe bamboestokken, giftige slangen, valse doorgangen die leidden naar een tot de tanden bewapende guerrillastrijder.


indeling en levensomstandigheden


Er waren ondergrondse werkruimtes waar niet ontplofte Amerikaanse munitie werd omgebouwd tot boobytraps (wapenfabriekjes), hospitalen met operatiezaal, slaap- en eetruimtes, vergaderzalen (alias commandocentra), wapen- en voedselopslagplaatsen, keukens en zelfs theaters waar door de strijders poëzie werd voorgedragen of toneel werd gespeel.  

 

De levensomstandigheden voor de guerrillastrijders in de tunnels waren ongelooflijk hard. De lucht om te ademen was er slecht, ondanks de ventilatieschachten die naar de oppervlakte waren gegraven. Voedsel was vaak ontoereikend en het bedierf snel in de slechte omstandigheden.

 

Het krioelde in de tunnels van ongedierte, vleermuizen, slangen, mieren, muggen, spinnen, schorpioenen en parasieten en dat leidde vaak tot irritaties van de huid bij de ondergrondse strijders. Velen hadden ook last van een ernstig tekort aan vitamines en aan zonlicht.

 

De tunnelstrijders brachten bijna steeds de dag ondergronds door om 's nachts hun schuilplaatsen te verlaten en strijd te gaan voeren. Een derde van de mensen in de tunnel zou overleven; van degene die nog leven worden de meeste geplaagd door nachtmerries en erger.


de amerikaanse tegenstoot


Toen de Amerikanen en hun bondgenoten steeds meer tot de conclusie kwamen dat als ze Saigon wilden pacifiëren eerst het gebied, wat bekend zou worden als de “ijzeren driehoek”, te neutraliseren. Duizenden Amerikaanse en Australische troepen werden in “Dong Du” gestationeerd en zouden hiervandaan “search and destroy” missies uitvoeren in de vorm van grote militaire operaties.

 

De soldaten ontdekten steeds meer en meer toegangen tot het complex, vaak door het gebruik van rookgranaten die in een tunneltoegang werden gegooid. De gekleurde rook verspreidde zich in een deel van de tunnel en kwam soms in de buurt terug boven de grond waardoor een nieuwe toegang kon worden gevonden.

 

Pogingen werden ondernomen om de tunnels op te blazen met explosieven, maar dit had niet veel succes wegens van de hardheid van de ondergrond en door de vele bochten in de tunnels die het effect van explosies minimaliseerden. Bovendien herstelde de Vietcong de vernietigde tunnels snel. Het was allemaal niet genoeg om de dreiging die de tunnels gaven te doen afnemen terwijl vele Amerikanen gedood of verwond werden door boobytraps of vijandelijk vuur.

 

Er moest meer gebeuren om de VC te doen “uitroken”. 


DRACONISCHE MAATREGELEN


De Amerikanen stuurden afgerichte honden in de tunnel om de guerrilla’s eruit te jagen maar de VC was hen alweer een stap voor.

 

Peper werd gebruikt om de beesten te desoriënteren, de guerrilla’s gingen Amerikaanse zeep gebruiken en er werden gebruikte Amerikaanse uniformen gebruikt om de honden af te leiden. 

 

Ook werden talloze honden gedood door de communistische strijders of door de talrijke boobytraps die in de tunnels aangebracht waren. De trainers van de honden wilden de beesten de tunnels niet meer insturen. 

 

De Amerikaanse genie heeft meermaals getracht een tunnel te vullen met traangas om zo de Vietcong aan de oppervlakte te krijgen. Dit was echter weinig succesvol omdat de tunnels meestal uitgerust waren met doorgangen die konden worden afgesloten en met watersloten die de verspreiding van gas ondergronds tegengingen. 

 

Het gebied werd als “vrije aanval zone” uitgeroepen; er was weinig voor nodig om hier iemand neer te knallen. Ook werd ’s nachts zonder reden Amerikaanse artillerie afgeschoten en losten Amerikaanse bommenwerpers op hun weg terug naar hun basis hier hun laatste bommen.

 

Cu Chi zou de zwaarst gebombardeerde streek van Vietnam worden. Om de bescherming van de tunnels en de toevoer aan wapens en voorraden te doen afnemen werden rijstvelden vernietigd, dorpen verzet naar strategische locaties en daarna vernield en grote stukken weelderige jungle plat gebuldozerd.

 

Ook werd ontbladeringsmiddel en napalm gebruikt om het groen weg te nemen en de ingangen van de tunnels bloot te leggen en werd vuur gesticht. Dit laatste zou door het klimaat alleen maar felle buien teweeg brengen die het vuur doofde. Tenslotte stuurden de Amerikaanse commandanten gewone soldaten de tunnels in om op de Vietcong te jagen. Deze soldaten waren meestal niet gemotiveerd om hun leven op het spel te zetten door in de smalle donkere tunnels te klauteren.

 

Zij hadden dan ook de neiging snel weer naar boven te komen met de melding dat de tunnel nergens naartoe leidde. Het werd dus snel duidelijk dat, indien men daadwerkelijk de strijd met de communisten in de tunnels wilde aangaan, er een beroep op een uitzonderlijk soort vrijwilligers zou moeten worden gedaan: de tunnelratten.



tunnelratten


De tunnelratten waren allemaal vrijwilligers, zij waren dus in tegenstelling tot de gewone GI wel gemotiveerd voor hun taak. Velen onder hen waren van Mexicaanse of Puerto Ricaanse afkomst, hun kleine en tengere lichaamsbouw was een voordeel in de smalle tunnels. 

 

De tunnelratten waren hoog aangeschreven bij de andere troepen omdat ze getuigden van uitzonderlijke moed. Zij gingen immers de strijd met de vijand één-tegen-één aan in de duistere claustrofobische wereld van de met boobytraps gevulde tunnels, enkel gewapend met een pistool, een mes en een zaklamp.

 

In de smalle tunnels was er immers geen ruimte om met een machinegeweer rond te kruipen. Sommige tunnelratten communiceerden met de buitenwereld via een telefoon of walkietalkie, maar de meesten verkozen te opereren in totale stilte om het minste geluid te kunnen opvangen.  

 

Door de beperkte ruimte hadden de tunnelratten een hekel aan de grote mondingsvlam van hun .45 ACP pistolen, die hen vaak ook tijdelijk doof maakten, en het was niet ongebruikelijk dat ze ieder ander vuistvuurwapen gebruikten dat ze tegenkwamen. De Sovjetpistolen waarmee de vijand bewapend was waren favoriet, maar zeer zeldzaam. Soldaten lieten vaak vanuit thuis pistolen of revolvers opsturen. Onder de favorieten waren de Duitse Luger en de Walther pistolen, beide 9 mm.

 

Veel van deze wapens waren door Amerikaanse soldaten mee naar huis genomen na de Tweede Wereldoorlog. Anderen ruilden hun wapens voor revolvers van andere soldaten. Velen gebruikten een geïmproviseerde geluidsdemper op hun pistolen om het geluid verder te reduceren. De tunnelratten werden meestal per helikopter aangevoerd als de gewone troepen een tunneltoegang hadden ontdekt.

 

Zij kropen dan in het tunnelcomplex op zoek naar communisten en documenten die mogelijk nuttige informatie konden bevatten. De tunnelratten hadden hun eigen regels en codes en zij deinsden er niet voor terug tegen orders in te gaan om deze codes te respecteren. De camaraderie tussen deze mannen was zo groot dat ze nooit een dode collega achterlieten in een tunnel, zelfs niet met het gevaar voor hun eigen leven.

 

Een bekende uitspraak zou worden: “tunnelratten waren de kleinste kerels met de grootste ballen”.


het laatste redmiddel


Het tunnelcomplex van Cu Chi werd pas echt schade toegebracht toen de Amerikaanse luchtmacht massaal het gebied begon de bombarderen met B-52 Stratofortress vliegtuigen in 1969. De bommentapijten die door de B-52’s boven het gebied werden uitgeworpen woelden de grond om en brachten zo delen van het tunnelcomplex aan de oppervlakte terwijl andere stukken instortten onder de hevige bommenregen.

 

Niet alleen de tunnels werden vernield, alles en iedereen die in en rond de tunnels woonden zou het niet overleven. Maar helaas voor de Zuid-Vietnamese regering en Amerikanen was het kwaad al geschiet; Cu Chi had dubbel en dwars z’n waarde bewezen.


tegenwoordig


Op het eerste gezicht zie je niets als je het gebied ingaat; de bevolking is verdriedubbeld sinds de oorlog, het groen tiert weelderig en de tunnels zijn nu een toeristische attractie.

 

Tientallen guerrillastrijders van de VC dorpen zijn na de oorlog gedecoreerd voor hun “verzet” en vele dorpen in het district uitgeroepen tot “heroïsch”. Vergeet niet dat duizenden mensen (Vietnamezen en Amerikanen) zijn omgekomen boven en onder de grond in het gebied van “Cu Chi”.

 

De aarde en water van de regio zijn nog steeds herstellende van de duizenden vaten chemische ontbladeringsmiddel (napalm en agent orange) die de Amerikanen hier hebben gebruikt en het gewas groeit lang niet zo snel en groot als elders. Op vele plekken liggen nog onontplofte granaten, mijnen en bommen.  Vandaag de dag is een deel van het tunnelcomplex omgebouwd tot museum.

 

Men heeft wel de gangen vergroot en verbreed om de bezoekers toe te laten makkelijker te kunnen bewegen. De rest van het tunnelcomplex wordt niet langer gebruikt als het niet al is ingestort.


film


"Tour of Duty" - (1987; 8,4) - tv serie

De serie volgt een groep nieuwe soldaten tijdens hun eerste 'Tour of Duty' tijdens de Vietnamoorlog.

 

Onder leiding van de zeer ervaren Sergeant Anderson en de nieuwe Luitenant Goldman maken ze kennis met de verschrikkingen die een oorlog met zich meebrengt.



zie ook: