Bezienswaardigheden - VS

mount rushmore




inleiding


Verscholen in de Black Hills in het westen van de staat South Dakota liggen een van lands meest bekende maar ook de meest controversiële monumenten. Mount Rushmore is veruit de belangrijkste toeristische trekpleister van de staat. Jaarlijks reizen meer dan 2 miljoen bezoekers naar het herdenkingsmonument dat bestaat uit vier voormalige presidentenhoofden.

 

Het monument herdenkt de geboorte, groei en ontwikkeling van de Verenigde Staten. Niet ver van deze vaak bekritiseerde nationale trots is het grootste uitgehakte stenen beeld van de wereld te bewonderen – het beeld van de indianenkrijger Crazy Horse.

 

De black hills herbergen een keur aan wilde dieren zoals de elk, bizon, poema en coyote en je kunt hier heerlijk hiken, fietsen en talloze andere activiteiten ontplooien. 


highlights


Mount Rushmore:

In 1923 werd voor het eerst het idee ontplooit van het uithakken van regionale helden uit het graniet in de staat “South-Dakota”.

 

Dit idee werd decennia later in aangepaste vorm werkelijkheid en tegenwoordig kunnen we genieten van vier 18 meter hoge portretten van vier Amerikaanse presidenten te weten; George Washington, Thomas Jefferson, Theodore Roosevelt en Abraham Lincoln. 

 

Zoals zovele Amerikaanse monumenten en parken komt ook het monument voor in (strip)boeken, films en TV series. Zo wordt het monument gebruikt als de bloedstollende slotscène van Alfred Hitchcocks film “North by Northwest” uit 1959 maar hebben de presidentshoofden ook een prominente functie in een Donald Duck strip. 

 

De beste tijd om de “hoofden” te bezoeken en bewonderen is in de ochtend. Dan is de lichtval het mooist. In de avond wordt een lichtshow gehouden en daarna worden de beelden nog een paar uur verlicht.

 

Informatiecentrum als startpunt

Begin je bezoek aan het informatiecentrum waar je informatie kunt krijgen over de geschiedenis en bouw van het monument maar ook over de regio (Black Hills en Badlands), de aanwezige dieren en wellicht accommodatie.

 

Je kunt nu over de zogenaamde Presidential Trail met de vlaggenparade naar het monument toelopen en vanaf The Grand Terrace het prachtige panorama zien van de “presidentshoofden” en het “Amfitheater”. Als je nu de trappen naar beneden neemt kun je een kijkje neme in het “Lincoln Borglum” museum waar je o.a. een 13 minuut durende film over het project kunt bekijken. 

 

Tenslotte is het aan je stand verplicht even te gaan kijken naar de Sculptor’s Studio waar je de displays kunt zien van het monument van de bouwer. Natuurlijk kun je ook een hapje en drankje halen of souvenirs kopen in het Concession-building. 


Crazy Horse monument: 

De “Lakota” indianen begonnen uit woede over het “Rushmore” monument zo'n dertig kilometer ten westen verderop aan een eigen Memorial voor Crazy Horse.

 

Ze gaven de opdracht aan de kunstenaar Korczak Ziolkowski, een assistent van Borglum bij het maken van “Rushmore”. Hij kon er alleen af en toe aan werken als er geld was. De Amerikaanse overheid en die van Zuid-Dakota hebben nooit een cent bijgedragen, alles moet uit particuliere giften komen.

 

In 1948 begon het werk. Zijn taak is na zijn dood in 1982 overgenomen door zijn kinderen. Indertijd was het de bedoeling, dat de kop van 27 meter met de opgeheven arm van 80 meter het grootste standbeeld ter wereld zouden opleveren.

 

Entree is 11 dollars per persoon of 28 dollar per auto of camper inclusief inzittenden. 


Black Hills: 

Onderdeel van de “Black Hills” is het “Custer State Park” met z’n populaire “Wildlife Loop” (“Iron Mountain Road”). Grote kans is dat je hier groepen herten, bizon (van de 1300 in totaal), of de grote hoorn schaap tegenkomt. Ook kun je adelaars, ratelslangen, de geherintroduceerde zwartvoet-bunzing, bobcat, coyote en/of de illustere poema tegenkomen.

 

Ook onderdeel van de “Black Hills’ zijn de o.a. de “Wind- en “Jewel Cave” die beiden hun eigen bezoekerscentra hebben. 



geschiedenis


De “Sioux” indianen:  

Sioux is een verzamelnaam voor de Lakota, de Nakota en de Dakota indianen die voorkomen in de VS en Canada. Historici beschouwen deze naam als een Anglo-Franse verbastering van een naam die een buurvolk hen gaven.

 

De eerste ontmoeting tussen twee Fransen en leden van de Sioux indianen stamt uit het jaar 1659 toen deze in de staat Minnesota woonden, vooral van de landbouw. In die tijd drongen de nabij wonende Ojibwe indianen steeds verder door naar het westen, op zoek naar meer bont voor de bonthandel.

 

De Fransen, die belang hadden bij stabiliteit in de regio, bewerkstelligden een verbond tussen de Dakota en de Ojibwe, dat van 1679 tot 1736 standhield. Omstreeks 1730 verkregen de Lakota paarden en hun oude cultuur begon plaats te maken voor een typische prairie-cultuur, met een nomadische leefstijl waarin de bizonjacht centraal stond. Zij trokken steeds verder naar het westen, overschreden omstreeks 1750 voor het eerst de Missouri en bereikte in 1776 de Black Hills. 

 

De Dakota-Chippewa oorlog

Intussen kwam in het oosten een einde aan de periode van vrede tussen Ojibwe en Dakota, nadat een groep Dakota in 1736 een aantal Fransen had gedood.

 

Er volgde een lange serie conflicten tussen Dakota en Ojibwe, de “Dakota-Chippewa War”, die tot in de jaren 1860 zou voortduren. In de loop van de 18e eeuw verloren de Dakota hun land in Wisconsin en het noorden van Minnesota en werden teruggedreven naar het zuidwesten van Minnesota.

 

In zowel 1805 als 1837 verkochten de Dakota land aan de VS. In 1851 verkochten ze een groot deel van hun gebied aan de VS in ruil voor geld en goederen en een reservaat aan de Minnesotarivier. De VS kwamen hun beloften echter slechts gedeeltelijk na, wat leidde tot de Dakota-oorlog van 1862. Die oorlog eindigde in een nederlaag voor de Dakota. Hun reservaten werden afgeschaft en ze werden verdreven naar Zuid-Dakota en Nebraska.

 

Meer conflicten volgden

In de Oorlog van Red Cloud (1866-1868) bevochten de Lakota de VS om controle over het westelijke Powder Rivergebied, De Lakota en hun bondgenoten wonnen de oorlog en ondertekenden met de VS het Verdrag van Fort Laramie (1868). In dit verdrag werd een groot reservaat (het Grote Siouxreservaat) gecreëerd voor de Lakota.

 

Deze situatie zou echter slechts korte tijd duren, tot de Grote Siouxoorlog van 1876 (1876-1877), waarin de Lakota en hun bondgenoten vochten voor het behoud van de Black Hills. Op deze voor de indianen heilige grond was goud gevonden, en het gebied werd overspoeld met goudzoekers.

 

Hoewel de indianen in de Slag bij de Little Bighorn een grote overwinning behaalden, verloren ze de oorlog. In deze slag werd generaal Custer met z’n 200 soldaten afgeslacht door zo’n 4000 indianen. Hun land werd geannexeerd en ze werden gedwongen zich in reservaten te vestigen. In de decennia daarna werden deze reservaten steeds verder verkleind.

 

Sitting Bull 

Op 15 december 1890 werd Sitting Bull, lid van de stam van de Hunkpapa-Sioux en een belangrijk indiaans leider uit de Grote Siouxoorlog, bij Fort Yates doodgeschoten. Op 29 december 1890 vond het bloedbad van Wounded Knee plaats (in het zuiden van Zuid-Dakota).

 

Tachtig jaar na het Bloedbad van Wounded Knee was er de "bezetting van Wounded Knee" (1970), toen - in het kader van of geïnspireerd door de Amerikaanse burgerrechtenbeweging - ook activisten van de Amerikaanse inheemse volken om aandacht voor hun cultuur en rechten vroegen. Sinds april 2016 houden inheemse groepen uit geheel de VS, waaronder de Sioux/Oyate, protestacties tegen de aanleg van de Dakota Access Pipeline.

 

Bij het protestkamp "Oceti Sakowin" bij het Standing Rock Reservaat kwam het dit jaar verschillende keren tot gewelddadige confrontaties met de oproerpolitie.

 

De Verenigde Naties veroordeelden later het daarbij gebruikte excessieve politiegeweld.



De zes grootvaders

De berg Mount Rushmore stond bij de inheemse Lakota aanvankelijk bekend als “Six Grandfathers”. Voor hen hadden de berg en het gebied eromheen een belangrijke spirituele betekenis. Nadat in 1874 goud werd gevonden in de Black Hills, ontstond er in deze regio een goudkoorts. 

 

De Amerikaans-indiaanse oorlogen zorgden ervoor dat het gebied onder controle kwam van de Verenigde Staten. Tijdens een expeditie in 1885 werd de berg vernoemd naar Charles Rushmore, een prominente advocaat uit New York.

Om het toerisme en de economie in South Dakota te stimuleren, vatte Doane Robinson in 1923 het idee op om in de Black Hills een aantal kolossaal grote portretbeelden te laten uithakken. Aanvankelijk dacht hij herbij aan beelden van grote figuren uit de geschiedenis van de staat South Dakota, zoals Buffalo Bill en Red Cloud, een befaamd indianenleider.

 

Een nationaal karakter

Hij benaderde beeldhouwer “Borglum” en met de senator van de staat. Deze was enthousiast over het plan, maar overtuigde Robinson dat het voor de financiering beter zou zijn wanneer het op te richten monument een meer nationaal karakter zou krijgen. Als aanvankelijke locatie voor het project werden enkele spitsvormige granieten rotsen aangewezen, bekend als The Needles, in het noorden van de Black Hills.

 

Dit plan werd door Borglum echter verworpen, omdat hij zich realiseerde dat de kwaliteit van het geërodeerde graniet te pover was om er sculpturen van te maken. Bovendien zouden de rotsen te dun zijn om de sculpturen te kunnen ondersteunen.

  

Een geschiktere locatie werd 120 kilometer zuidelijker gevonden in Mount Rushmore, dat veel stabieler en gemakkelijker bewerkbaar was. Ook het feit dat deze bergwand naar het zuidoosten gericht was, en zo een maximum aan zonlicht zou verkrijgen, werd gezien als een groot voordeel.

 

Na lange onderhandelingen met het Amerikaans Congres en met president Calvin Coolidge, kreeg Borglum in 1927 toestemming om met de klus te beginnen. Het monument moest een symbool zijn voor de eerste 130 jaren van het bestaan van de Verenigde Staten. Borglum koos vier Amerikaanse presidenten uit, wier portretten uit de granieten rotsen moesten worden gehakt.

 

Selectie van presidenten

De presidenten werden geselecteerd op basis van hun verdiensten in het behoud van de republiek en de uitbreiding van het grondgebied. George Washington en Abraham Lincoln, destijds de twee populairste presidenten uit de geschiedenis, werden als eersten gekozen, gevolgd door Thomas Jefferson vanwege de Louisiana Purchase in 1803. 

 

Tenslotte werd op aandringen van toenmalig president Coolidge ook Theodore Roosevelt geselecteerd; Coolidge vond dat er op zijn minst twee Republikeinen vertegenwoordigd moesten zijn in het monument, en minstens één Democraat. Een ander argument voor Roosevelt was zijn inzet voor de National Park Service.

 

Vanaf 4 oktober 1927 begonnen de werkzaamheden. Borglum kreeg hulp van vierhonderd arbeiders (voornamelijk kompels, beeldhouwers en bergbeklimmers) om de vier sculpturen te vervaardigen. Dit gebeurde met dynamiet, drilboren en beitels.

 

Er werd in totaal vierhonderd ton graniet van de berg verwijderd. Toch duurde het werk langer dan voorzien, een rechtstreeks gevolg van de stagnerende economie tijdens de Grote Depressie. Pas in 1934, zeven jaar na de start van de werken, werd het eerste portret onthuld, dat van George Washington.

 

De onthulling

Een grote Amerikaanse vlag werd voor de onthulling over het hoofd van Washington geplaatst, een symbolische handeling die bij de andere drie sculpturen zou worden herhaald. Na Washington werd er hard gewerkt aan het beeld van Thomas Jefferson. Deze moest (uit het oogpunt van de toeschouwer) aan de linkerkant van Washington komen, maar Borglum moest al gauw concluderen dat de rots op die plaats niet geschikt was. De werkzaamheden die al gepleegd waren aan Jefferson werden opgeblazen en men begon opnieuw, ditmaal rechts van Washington.

 

Deze tweede sculptuur kwam gereed in 1936. Vervolgens begon men aan het beeld van Abraham Lincoln. Dit portret werd, vanwege Lincolns baard, als de grootste uitdaging gezien. Het werd geheel rechts op de rots geplaatst en ingewijd op 17 september 1937, exact 150 jaar na de ondertekening van de Amerikaanse grondwet.

 

Bij het laatste beeld, dat van Theodore Roosevelt, ontstond een probleem. Het moest tussen de hoofden van Jefferson en Lincoln verschijnen, maar de arbeiders konden hier geen geschikt stuk rots vinden. 

 

Borglum moest hierdoor een diepere kloof in de berg slaan om Roosevelt alsnog te kunnen portretteren. Dit karwei eindigde op 2 juni 1939. Tijdens de uitvoering van het project werd er ook veel werk geïnvesteerd in de infrastructuur rond Mount Rushmore. Elektriciteit en water werden aangelegd en een bezoekerscentrum verrees.

 

In 1937 gingen in het Amerikaans Congres stemmen op om een portret van Susan B. Anthony toe te voegen aan het monument, maar dit plan werd om financiële redenen afgekeurd. 

 

In de voetsporen van

Borglum zelf overleed in een ziekenhuis in 1941 en z’n zoon Lincoln nam het werk over. Op 31 oktober van hetzelfde jaar werd het monument voltooid verklaard en werden alle werkzaamheden stilgelegd. Het uiteindelijke monument week op veel punten af van Borglums originele ontwerp.

 

Aanvankelijk had men van elk van de vier presidenten de volledige busten willen uithakken, maar door tijdsdruk en geldgebrek bleef het slechts bij de gezichten. Ook wilde hij de Hall of Records aanleggen; zijn bedoeling was om in deze zaal, verscholen in Mount Rushmore achter het gezicht van Abraham Lincoln, de oorspronkelijke Onafhankelijkheidsverklaring van de VS op te bergen.

 

Achthonderd treden moesten naar de ingang van de zaal leiden. In 1938 begon Borglum aan het uithakken van de Hall of Records, maar een combinatie van onverwacht hard graniet, de dreigende oorlog in Europa en het gebrek aan financiële middelen deden het plan de das om. Bij het overlijden van Borglum was men slechts 21 meter gevorderd in wat de toegangsweg naar de zaal had moeten worden. De zaal werd nooit voltooid.

 

Wel werd in 1998 een kluis in de granieten rots geplaatst met daarin zestien porseleinen documenten, waaronder de Grondwet, de Bill of Rights, de Onafhankelijkheidsverklaring en de biografieën van de vier geportretteerde presidenten. 

 

Deze plek is niet openbaar toegankelijk. Mount Rushmore is controversieel onder de Amerikaanse indianen. In 1971 leidden leden van het American Indian Movement een bezetting van het monument, en noemden het "Mount Crazy Horse". In 1998 werd na een jarenlange renovatie een nieuw bezoekerscentrum geopend, alsmede de Presidential trail. 



tips & advies (2018)


Het meest nabije vliegveld is dat van “Rapid City”. Zo’n 10 miles ten zuidoosten van de stad gelegen met dezelfde naam.

 

Openbaar vervoer (zowel per bus noch per spoor) is nagenoeg niet aanwezig en je zult je eigen vervoer moeten regelen. 


Er zijn talloze RV parks en campgrounds in en rond de Black Hills”. Wij hebben wel een drietal prijzige maar zeer uitgeruste “KOA-campings”. Maar wat je ook kunt doen is een kaart van de regio halen bij o.a. het bezoekerscentrum van “Jewel Cave National Monument” (gelegen aan Highway 16).

 

Hierop staan talloze plekken waar je gratis mag kamperen met je RV in de regio. Hiervan hebben wij gebruik gemaakt en hebben op een doodlopende weg gestaan nabij het kleine plaatsje “Keystone”.

 

’s Morgens was het nog 10 mile voordat wij bij het parkeerterrein van “Mount Rushmore” aankwamen.  


Je betaalt geen entree voor een bezoek aan “Mount Rushmore” maar betaalt wel 10 dollar voor het parkeren van je auto. Aangezien je nagenoeg niet lopend naar de site kan komen betaal je alsnog een soort van entreegeld voor je bezoek.

 

De Nationale Parkenpas is niet geldig hier.

 

Vanaf het parkeerterrein is het een korte wandeling naar de site. 



zie ook:



meer links:


Mt Nemrut

TURKIJE

Nemrut Dagi is een verzameling stenen hoofden wat het graf is van Antiochus I in Anatolië.

San Augustin

COLOMBIA

Een eeuwenoude indianenstam bouwde deze stenen en staan nu in een archeologisch park tezamen.