Reisverhalen - Tsjechië

"kutna hora"



inleiding


Kutná Hora werd in de 12e eeuw gesticht als mijnbouwnederzetting, vanwege de rijke zilvervoorraden die hier voorhanden waren. Het zilver wat gevonden werd door de monniken werd onder hun religieuze huizen (“kutte”) verstopt vandaar de naam Kuttenberg.

 

De stad groeide erg snel en bij het begin van de Hussitische Oorlogen in 1419 was Kutná Hora na Praag de belangrijkste stad van Bohemen. Het werd zelfs de meest geliefde stad van verschillende Boheemse Koningen.

 

De stad bleef wedijveren om de macht met de huidige hoofdstad op economisch, cultureel en politiek gebied tot aan het einde van de 16e eeuw toen de mijnen waren uitgeput. Het Boheemse rijk was toen al overgenomen door de Habsburgse dynastie.

 

Het historische centrum van de oude zilverstad staat met haar monumenten sinds 1995 op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO en is een veel bezochte toeristenbestemming. De stad telt vandaag de dag zo’n 25.000 inwoners. De belangrijkste bezienswaardigheden van “Kutna Hora” zijn het ossuarium van Sedlec (de beenderenkerk), het Italiaanse Hof (Vlassk'y dvur), de St. Barbarakathedraal en de St. Jacobs of St. Janskerk.

 

Deze toren is een beetje scheefgezakt door een ingestorte mijn eronder. Verdere bezienswaardigheden zijn het Jezuïetencollege, Hrádek, diverse historische huizen (waaronder het stenen huis) en de stenen fontein.


Op weg naar Kutna Hora


Op het centraal station van Praag wandel ik het “reiscentrum” in om informatie in te winnen voor m’n dagtrip naar “Kutna Hora”. Ik heb wel een informatie A4-tje maar nu al blijkt dat er veel meer treinen gaan naar de toeristische stad. Je moet wel overstappen in “Kolin”. Ze wijst naar een balie verderop waar ik een retourticket koop en vraag op welk perron ik moet zijn.

 

Irritant genoeg weten ze dat in Tsjechië pas op het laatste moment. Vandaar die hordes mensen voor het grote displaybord verderop. Ook ik schaar mijzelf onder de kijkenden op het bord en pas 10 minuten voordat m’n trein zou vertrekken komt m’n platformnummer erop te staan.

 

Zonder goede zolen glijd ik door de gangen van het treinstation heen omdat ik –natuurlijk- bij het verste perron (nummer 6) moet zijn. Ruim een half uur later moet ik overstappen en omdat ik maar vier minuten heb is het ook hier wederom een stressmoment; een paar minuten later zit ik uitpuffend in de juiste trein. Als de controleur langskomt (en die komt ook echt in Tsjechië) vraag ik nog ‘ns hoe dat zit met die treinstations in “Kutna Hora” want er schijnen er twee te zijn.

 

De man begint te blozen (spreekt geen woord Engels) en wijst nog ‘ns op m’n kaartje waarop staat “Kutna Hora h.zn”. Blijkbaar is dat het centrale station. Tien minuten later stap ik uit nog niet helemaal gerust. Als ik door de gangen van het treinstation wordt het allemaal duidelijk; het centrum is zo’n 4 km verderop en daar ligt ook het “stadstreinstation”. Doorgaande treinen doen dit station (alleen) aan in de buitenwijk “Sedlec”.



De beenderenkapel


M’n eerste bestemming moet (zo staat op m’n papiertje) vlakbij liggen en dit kan ik lopende wijs doen. Ik volg de borden centrum, zie de knoeperd van “onze“ lieve vrouwe kerk” en ga daar rechtsaf. Nu loop ik rechtstreeks op de een van de grootste maar ook merkwaardigste sites van Tsjechië aan ook al zie je dat niet van de buitenkant.

 

Het is een klein kerkje, wat nu helaas in de steigers staat, een lage stenen muur waarachter een kleine begraafplaats is. Ik wandel onder een stenen poort door, langs wat graven en ga dan de “beenderen kerk  of “Kostnice Sedlec Ossurary” in.

 

Bij een kleine balie kun je verschillende tickets kopen – voor alleen deze kerk maar ook voor vele combi tickets. Ik besluit alleen dit te doen (ik heb genoeg kerken gezien) en zie de eerste beenderen al hangen.

 

In een nis achter mij staat een grote vaas (tenminste daar moet ik direct aan denken) gemaakt van schedels en beenderen. Het is luguber, kunst en raadselachtig en ik weet niet goed wat te denken.

 

Eromheen een haag van menselijke schedels en botten zoals de albekende “piraten” symbolen. Boven de stenen trap die naar beneden de kelder inleidt hangt zo te zien het “wapen” van de familie die hier heeft gewoond – natuurlijk met beenderen van bekkens, armen, benen en hoofden. Ik wandel naar beneden terwijl een Japanse tourgroep vertrekt. In het midden voor het altaar staan vier houten rekken in een driehoeks vorm waarop een rij verticaal neergezette schedels opstaan als versiering. 

 

Golgotha, heilige grond

Ook in deze kelder is het kruisteken in de bouw zeer herkenbaar – in de hoeken van de kelderkerk staat een ijzeren hek met stijlen – hierachter een hele berg aan beenderen maar zoals ik lees op m’n uitgereikte informatieblad categorisch neergezet en neergelegd. Hier moeten in totaal zo’n 40 tot 70 duizend botten van mensen liggen waarvan vele de ornamenten van deze kerk innemen.  

 

Ik lees verder dat de geschiedenis eigenlijk is begonnen met een handje aarde van de heilige berg “Golgotha” waar Jezus gekruisigd zou zijn. Deze werd uitgestrooid op het begraafplaatsje rond de kerk.

 

Daarop nam de belangstelling om hier begraven te worden hand over hand toe. Mensen kwamen van heinde en ver om juist hier begraven te worden. Uitbreiding was daar zeker toen de pest uitbrak en daarop de oorlog met de “Hussiten”. Jaren later werd er besloten een kerk te bouwen op de begraafplaats en velen graven moesten gedolven worden.

 

De begraafplaats werd nog verder verkleind en de beenderen werden tijdelijk opgeslagen in de kelder van de kerk. Toen het kerkje eigendom werd van een familie in de 19de eeuw werd een kunstenaar gevraagd iets “moois” te maken van al die botten met dit als resultaat. En de zogenaamde kunstenaar heeft er geen gras over laten groeien; boven de genoemde driehoeken hangt het klapstuk van de kelder; een enorme kandelier helemaal gemaakt van botten en beenderen.

 

Het altaar met het kruis van Christus, een paar kaarsjes en twee schilderijen aan weerskanten. Niemand is geïnteresseerd – iedereen staat zich te vergapen aan de slierten met botten en schedels. Ziekelijk makend, indrukwekkend en uniek dat zijn woorden die in mij bovenkomen. Ik sjok nog even over de begraafplaats en neem een kijkje in het kapelletje boven in de kerk maar ik heb genoeg gezien en wandel terug naar de weg. Daar is een informatiecentrum en ik besluit een kaart van de stad te vragen omdat m’n kopietje van het hostel nou niet echt toereikend is. 

 

Ik besluit na het ophalen van de kaart de laatste 2 km naar het centrum van de stad te gaan lopen.



Hotel California


Het kan inderdaad niet missen concludeer ik als ik het centrum inwandel – ik kijk nog even op een groot informatiebord met de belangrijkste bezienswaardigheden van de stad en besluit een flauw rondje te wandelen om dan terug te komen bij het treinstation.

 

Ik wandel de eerste straat in en constateer dat alle winkels gesloten zijn.

 

Natuurlijk weet ik dat het zondag is maar had van zo’n toeristisch stadje toch wel verwacht dat er iets open zou zijn. Misschien om die reden is er bijna niemand op straat wat de schoonheid alleen maar goed doet. Natuurlijk heeft de stad wel wat weg van steden zoals “Telc” en “Tabor” maar vooral de architectuur is divers en prachtig te noemen.

 

Het doet mij denken aan “Art Nouveau” met verschillende kleuren en vormen. Ik loop langs een wit huis met een boogdak in het midden; de ramen zijn gedecoreerd met licht grijze versiersels. Via een zacht roze-crème kleurige kerk sta ik voor een grijs oud gebouw.

 

Je kunt nog aan de oude letters zien dat het vroeger een hotel is geweest. Nu zijn de ramen dichtgemetseld wat het geheel nog specialer maakt.

.

Gotham City

Twee kleine kale bomen staan voor het gebouw wat mij aan “Gotham City” doet denken, de gedoemde stad waar “Batman” opereert. Bij het dak is nog een decoratie van een man die een paard onder controle probeert te houden.

 

Ernaast is wederom een prachtig “Art Nouveau” gebouw met twee beelden aan hoeks kanten van het middenraam. Ik zie hiervandaan de pestpilaar en de grote kerk maar loop terug.

 

Op dit pleintje is een hele rits aan fleurig gekleurde huisjes gebouwd zoals je vaker ziet in Tsjechië. Maar hoe vaak je het ook ziet het blijft een prachtig gezicht.

 

Het “stenen” huis is een mix tussen het grijze “hotel” gebouw waar ik net voor heb gestaan en het prachtige gedecoreerde crème-huis wat ernaast te zien was. Hier heel veel Christelijke beelden want ik denk dat het een kerk was of nog steeds is – maar het ziet eruit qua grootte en vorm als een gewoon huis wat zeer rijkelijk versierd is. 

 

Aan het einde van de straat staat midden op een kruispunt de “stenen fontein”. Het is een 3 of 4 meter hoge stenen muur in een cirkel gebouwd met een aantal waterkraantjes eraan. De binnenkant moet opzeker vol met water zitten maar zien doe je het niet. Vreemd genoeg zit er ook een groene deur in die het water nooit zou kunnen tegen houden. Helaas is het nu gesloten want dan moet er een put inzitten o.i.d. waarvan het water omhoog gepompt wordt



Het Jezuïeten-college


Ik kom bij het “Jezuiten” college aan, een groot gebouw wat ook gemakkelijk in Wenen of Boedapest zou kunnen staan. Er staan ui-vormige koepels op, zoals een Oost-Europese kerk en is in zachte kleuren geverfd.

 

Naast de ingang van het college is de keien weg naar de kathedraal die je al ziet liggen. Prachtig. De weg erheen lijkt op die van de “Karelsbrug” in Praag en is gezegend met stenen beelden aan de kant van waar de vallei is.

 

Het is zoals een koningsweg en ik hang even over het stenen muurtje heen zodat ik zicht heb over het dal. Een prachtig panorama over het Tsjechische landschap – hier kun je de “St.Jacobs” kerk goed zien maar ook de treinbaan met z’n spoorbrug en de huisjes in het “Kutna Hora” dal en een kabbelend beekje.

 

Hier moet ook ergens het treinstation van de stad zijn maar zien doe ik het niet. Tussen de afgrond en de weg is een kleine strook groen die gebruikt wordt voor wijnranken. Uiteindelijk kom je uit op een klein pleintje zodat je de prachtige “St. barbara” kerk in volle glorie kan zien. Hier is het wel druk met toeristen en tourgroepen. Je kunt helemaal om de kerk heen lopen maar aangezien ik geen ticket heb kan ik niet naar binnen.

 

Om die reden wandel ik eromheen en geniet van de vogeltjes die hier vliegen en een eenzame eekhoorn op zoek naar voedsel. Langs het ravijn kun je ook een heuvel zien aan de overkant die prachtig zou zijn om te (wild)kamperen. 

 

Terug naar huis

Nog beter zou het zijn als de kerk ’s avonds verlicht wordt maar zeker weten doe ik het niet. Je ziet hiervandaan ook goed dat het centrum ook op een heuvel is gebouwd. 

 

Ik wandel terug over de keitjes richting het centrum en ook hier weer prachtige oude houten in verschillende kleuren geverfde huizen in een gemoedelijke sfeer. Oude kleine steegjes met keitjes en antieke lantaarnpalen. Een ontzettende blauwe poort en een geel achtig kasteeltje – echte juweeltjes verborgen in achterafstraatjes.

 

Het is nu echt tijd om terug te gaan en ik loop het centrum uit op zoek naar het treinstation. Daar aangekomen is het altijd fijn in centraal en Oost-Europa om ook echt daadwerkelijk iemand achter het loket te zien zitten.

 

Minder leuk is om te horen dat ik hier 45 minuten moet wachten voor een trein naar het centraal station. In die tijd kan ik mooi even m’n broodjes eten die ik nog over heb. Ik haal een kop koffie uit het automaat en alhoewel ik de hele wachtruimte bekrummel met broodkruimels is het wel fijn om iets in m’n maag te hebben. 

 

Uiteindelijk komt er en klein treintje aanrijden die de paar kilometer aflegt naar het hoofdstation. Ook daar moet ik nog ruim een half uur wachten tot deze mij naar “Kolin” brengt. Daarvandaan stap ik over op de trein naar Praag.



tips & advies (2015)


Praag – Kutna Hora: er gaan alleen treinen naar Kutna Hora. Deze gaan vanaf het centraal station en gaan elke 2 uur (08:00, 10:00 etc.) ook op zondag. De rit duurt iets meer dan een uur. Kosten: 210 Czk voor een retour.

 

Er zijn twee treinstations in KH – de ene heet “mesto” en is in de stad zelf – de ander ligt op zo’n 3 a 4 km afstand in de buitenwijk “Sedlec”. Er rijden kleine treintjes tussen deze twee stations.

 

Als je een dagtrip maakt kun je wellicht het beste uitstappen bij het centraal station van “Kutna Hora”. Hiervandaan is het ongeveer een kilometer wandelen (gewoonweg de bordjes “centrum” volgen) naar de beenderen kapel (deze ligt aan de rechterkant van de zeer grote “Onze lieve vrouwen kerk”) die je niet kunt missen.

 

Als je terug bent op deze route weer de bordjes “centrum” volgen tot je het centrum hebt bekeken met al z’n moois. Hier kun je op een treintje stappen terug naar het centraal station.


BESTEDINGSTIJD:

Ik zou zeker (inclusief reis- en wachttijd op de trein) een dag uittrekken mocht je een dagtrip vanuit Praag maken. Dan kun je rustig op je gemak alles bekijken, lunchen in “Kutna Hora” en op je gemak terug. Openbaar vervoer gaat ongeveer om de twee uur dus de kans dat je moet wachten is groot.

 

Daarnaast is er voldoende te zien en doen in de stad om je een halve dag bezig te houden.

 

TIPS:

Plan je reis naar “Kutna Hora” en terug i.v.m. de reistijd. Op zondag zijn de meeste winkels (dit geld niet voor restaurants etc.) gesloten.



zie ook:




meer links:


Dresden

DUITSLAND

Dresden is vooral bekend vanwege het Geallieerde bombardement waarbij de hele stad werd vernield. 

Salzburg

OOSTENRIJK

Vanaf het plateau van het Hohensalzburg kasteel heb je een prachtig zicht op de stad.