Reisverhalen - Tsjechië

"Theresienstadt"



inleiding


Ik ben vanochtend vroeg opgestaan in m’n slaapzaal in Praag want het plan is een dagtrip te maken naar het concentratiekamp “Theresienstadt” dat zo’n uurtje buiten Praag moet liggen. Het enige wat ik weet van dit kamp is dat het een model- of propaganda kamp is geweest maar daar blijft het ook bij.

 

De hoogste tijd dus om zelf ‘ns te gaan kijken. Eerst moet ik met de tram naar een bushalte in een buitenwijk om daar over te stappen op een lokale bus naar het stadje “Terezin”. Eerst wat saaie rollende heuvels en dan zie ik het kleine fort (zoals dat genoemd wordt); ik twijfel hier eruit te gaan maar de buschauffeur maant mij te blijven zitten.

 

We rijden onder een andere stenen poort door en op een groot plein stap ik uit. Dit moet “Theresienstadt” zijn.


Vestingstad “Terezin”


Het plein waar gras groeit en wat bomen staan maar voor de rest uitermate karig en kaal is ingedeeld wordt omsloten door gebouwen waarin t.t.v. WWII Joden hebben gezeten – dit gedeelte van de stad MOET Theresienstadt getto geweest zijn.

 

Toen ik de stad binnenreed zag ik de fortmuren al en de zigzagvesting die mij natuurlijk wel bekend is. Eerder heb ik dit gezien in het Groningse Bourtange of de vestingstad Naarden.

 

Jammer genoeg zijn deze stadjes van bovenaf nog veel indrukwekkender dan van de grond. Ik wandel direct naar de vestingmuren toe om erachter te komen dat de gebouwen verwaarloosd zijn – een groot terrein met stenen en beton is afgezet voor auto’s en als ik daarnaartoe loop zie ik dat bijna alle ramen van dit prachtige Barokke pand kapot zijn en dat er veel afval en puin op het terrein ligt. Mag ik hier wel komen vraag ik mij af?  

 

Ik loop verder naar de vestingmuren en klim erop om te zien waar ik ben. Het is allemaal bagger en tussen de muren in (er zijn er namelijk meerdere) is een bedrijf bevestigd met paarden, kippen, geiten en ik zie wat trailers en auto’s staan. Ik strompel weer naar beneden en besluit de muur te volgen tot de weg waar de muur eind 19e eeuw is weggehaald voor verbreding van de weg. 

 

Oude vestingmuren

Aan de andere kant klim ik weer naar boven, nu over de stenen trap om wederom in de prut te eindigen. Ik neem aan, zo te zien, dat ze in de toekomst een mooi pad willen neerleggen hier zodat je een prachtige wandeling over de vestingmuren van deze oude stad kunt maken.

 

Je krijgt hier wel een idee hoe het eruit heeft moeten zien met al die rode baksteenmuren.

 

Terug op de straat merk ik dat de stad deels bewoond is en deels verwaarloosd – onduidelijk is of er bedrijven in die gigantisch grote panden zitten, duidelijk is wel dat er bedrijven zitten in de oude barakken die in de muren gevestigd zijn – veelal garages en autobedrijven waarbij sommige een groot hek hebben gezet.

 

Crematorium

Ik ben nu helemaal aan de andere kant van de vestiging aangekomen waar wederom een poort is verbreed voor het verkeer – hier hebben barakken gestaan waar nazi’s in hebben gezeten die veel spullen hebben afgenomen van gevangenen die hier aankwamen met de trein – je kunt zelfs nog stukken treinrails hier zien liggen. Er zijn plaquettes neergezet  en er staat een heel romantisch pensionnetje en een bord waarop “crematorium” staat geschreven.

 

Ik loop langs de verschillende vestingmuren, waartussen kleine kanaaltjes gegraven zijn en soms een grote houten poort in een muur. Langs een parkeerplaats en dan een groot open veld met kleine betonnen of marmeren plaatjes waarop de namen en data staan aangegeven van de overledenen. Een groot geel pand (wat gesloten is) en een aantal Joodse gedenktekens. Aan de zijkant van de muren staan nog een aantal oude “grafzerken”. 

 

Het is hier heerlijk rustig en ik loop een rondje met het waterige zonnetje op m’n rug.



De kleine vesting – de gevangenis


Terug tussen de muren van de vesting loop ik naar de “Magdeburg” barakken – een groot pand waar de “Joodse” regering vanuit opereerde. Hier koop ik een gecombineerde ticket voor alle bezienswaardigheden en wandel naar de eerste verdieping voor vier exposities; eentje over het leven in een barak, muziek, theater en schrijven in de getto van “Theresienstadt”.

 

Nog eens kijk ik naar de panden buiten en kan mij maar niet losmaken van het feit dat in dit getto wat overvol zat tijdens de oorlog gewoonweg weer mensen wonen. Ik wandel door een van de twee waterpoorten door en kom uit op een pad langs de rivier die mij naar de brug brengt en naar de andere zijde waar het nog zo’n 500 meter is naar de kleine vesting – daar waar de beruchte Gestapo gevangenis in zat.

Voordat je bij de beruchte zwart-wit geblokte poort aankomt is daar het nationale begraafplaats waar mensen uit de massagraven herbegraven zijn. Momenteel staat er een groot kruis en een Davidster. De muren van de kleine vesting zien er geslepen en gerenoveerd uit en je mag direct bij aankomst je ticket laten zien.

 

De befaamde poort

Door de poort aan de rechterkant de vrouwen-binnenplaats met talloze individuele gevangenissen en massa gevangenis en dan direct de SS kantine wat nu restaurant is. Ik loop even door en skip de route aangezien er net een grote club schoolkinderen die kant uitgaat.

 

Even verderop ook aan de rechterkant een groot gebouw wat voor administratie neem ik aan ook door de SS in gebruik was is nu ingericht als museum en ik besluit daar eerst een kijkje te nemen. Buiten aangekomen zie ik een andere ingang die nu geblokt is en dan een ander poortje waarbij ik op een klein binnenplaatsje aankom met wat gedenktekens, bloemen en kaarsjes. Ik neem aan dat dit een soort executieplek was ook omdat er in de ruimte naast de binnenplaats een plaats is voor gebed en stilte.

 

Dan kom ik op een grote binnenplaats waar aan beide zijden barakken zijn gebouwd en het einde in een sterpunt eindigt. Ik lees dat deze plek werd gekozen om martelingen, executies en ophangingen te verrichten zodat iedereen het kon zien en het kon dienen als afschrikmiddel.

 

Aan de ene zijde zijn er individuele hokken die als gevangenis dienen – aan de andere zijde grotere ruimtes met houten stapelbedden, een klein gaskacheltje, een houten hokje dat als wc moest dienen en een wastafel. In het midden van deze ruimtes staan een aantal houten tafels en banken.



Drie kruizen


Ik ga terug naar de open ruimte in het midden van de vesting en wandel dan richting bioscoop. In de ruimte naast de eigenlijke bioscoop staan nu wat stoeltjes en ik krijg in het Nederlands een stuk film te zien over het kamp. Na een kwartiertje wandel ik aan de andere kant de vestiging uit en kom uit op de plek tussen de muren waar executies plaats hebben gevonden.

 

Er ligt een bloemenkrans en op de plek waarvandaan geschoten werd (tenminste dat neem ik aan) zijn drie kruizen gebouwd van beton – hier is een afdakje overheen geplaatst. Hier begint ook in een stuk muur een lange gang van wel 500 meter die de nazi’s niet hebben gebruikt maar die dienst deed om vijandige soldaten op afstand te houden.

 

Een soort ringvestingwerk – ik ben blij dat er lichten branden en er af en toe een kleine spleet licht naar binnen komt.

Tenslotte kom ik uit bij een grote keet, zo lijkt het die dienst deed als lijken opbergzaal. Een lugubere bedoening waar ik snel weer uitwandel. Ik loop het fort weer in en hier zijn de meeste “bezienswaardigheden”, als je het zo mag noemen, te zien. Dit is het mannenblok en je kunt naast de namen van de gebouwen een goed beeld krijgen hoe het hier eruit zag.

 

Er zijn douche- en wasruimtes, individuele en gezamenlijke cellen, isolatiecellen, administratiekantoren, garages en werkplaatsen. Bij het souvenirhuisje koop ik een boekje over het kamp en een mapje en loop terug naar de grote vesting waar ik langs het huis van de commandant (wat op het plein is gebouwd) loop richting gettomuseum.

 

Het museum is gevestigd in een oude school waar toen de nazi’s hier waren deze werd gebruikt voor jongens tussen de 10 en 15 jaar. Hier had ik eigenlijk moeten beginnen vanochtend vroeg – ik ben eigenlijk al helemaal uitge-ghettoed en wandel door het professionele pand heen en bedank de vriendelijke mevrouw. Het enige waar ik nog echt even naar kijk zijn de aandoenlijke tekeningen aan de muur gemaakt tijdens de oorlog.  

 

Het is tijd om terug te gaan en ik sta een beetje “vertwijfeld” bij de bushalte die midden op het terrein aanwezig is. Ook in de bus zit ik een beetje voor mij uit te staren – blij dat ik ben geweest of had ik dit zo moeten laten. Pas ’s avonds als ik weer tussen het “toeristengewoel” wandel in het centrum komt het gevoel dat het goed was als eerbetoon hier heen te gaan.



tips & advies (2014)


Praag – Terezin: met tram 12 kun je naar het station “Nadrazi Hoelsovice” (24 CZK) waar ongeveer elk uur een bus vertrekt (1 uur durend) naar de stad Terezin. Eerst zul je helemaal naar de andere kant van het metrostation moeten lopen waar een bus stationnetje is.

 

Bij platform 7 rijden bussen (ongeveer 1x per uur) naar de stad Terezin. Kosten 88 CZK enkeltje. Je stapt op het grote plein van de getto uit.


zie ook:




meer links:


Flossenburg

DUITSLAND

De gaskamers van Flossenburg; het concentratiekamp op de grens van Duitsland en Tsjechië. 

Gross RoBen

POLEN

Bij de voormalige Duitse stad Breslau in Silezië bouwden de nazi's Gross RoBen concentratiekamp.