Slovensky Raj nationaal park

Reisverhalen - Slowakije



aankomst in dedinky


Onderweg zie ik “Roma’ huizen voorbij schieten, vergane stationnetjes en heel veel groen met bergen, kolkende rivieren, verlaten fabrieken en veel bos. Dit zijn de “lage Tatra’s” in de Westelijke Karpaten die we parallel voorbijrijden.

 

Het is tien over twaalf als we bij halte Dedinky aankomen – het is omdat we weten dat we rond deze tijd het station bereiken anders hadden we de naam nooit zien staan op een verlaten stationsgebouw.

 

Er is niemand aanwezig en we stappen uit met een ander meisje. Voor de zekerheid vragen we of dit het goede station is en ze wijst naar een lief dorpje aan het andere kant van het meer met een grijze kerktoren. Erachter zijn hoge bergen in nevelen gehuld.

 

Zij wordt opgehaald met een auto terwijl we stiekem hopen meegenomen te worden. De auto rijdt over een weg verder weg terwijl de brug nemen die ons sneller op de weg brengt naar het dorpje. Het heeft eventjes geregend in de trein maar gelukkig is het droog.

 

We worden opgewacht door een aantal honden die achter hekken ons toeblaffen maar voor de rest is het een dood dorpje – er is niemand die we iets kunnen vragen.

 

Eerst is er het verlaten terrein wat dienst doet als gratis camping en dan op het pleintje wat het centrum van het dorp moet zijn mist het belangrijkste bordje – deze die leidt naar het informatiecentrum. We hebben trek en er zijn een aantal pensions, hotels en een restaurantje waar we vragen voor informatie. 


inkopen doen


Een krullenbol in het restaurant spreekt een beetje Engels en geeft aan dat we hier alleen pizza kunnen kopen en dat een winkeltje (hij wijst op een pand wat voor de helft is afgebouwd met houten panelen) vanmiddag open gaat.

 

Als we doorvragen en doorkrijgen dat de man al een behoorlijke slok op heeft belt hij z’n vriendin die nuchter klinkt en behoorlijk Engels spreekt.

 

Zij legt dat zij een kaart van het gebied heeft en dat we gewoonweg even langs moeten komen. Een beetje op onze hoede hobbelen we achter de dronken man aan en belanden in een pension waar we kennis maken met een aantal gasten die hier het weekend komen vissen. We krijgen een aantal brochures onder onze neus geschoven en een kaart van het park.

 

We lezen dat het Het nationaal park is onderdeel van het Slowaaks Ertsgebergte. Direct maken ze duidelijk dat je niet in het park moet slapen (later zouden we lezen dat het park op de hoogste niveau staat van bedreiging en dus extra gecontroleerd wordt) – een boete zou 2000 euro bedragen. Hij geeft ons na wat heen- en weer gevraag wat namen op van plekken die we kunnen bezoeken en dan wordt duidelijk dat we gratis hier onze spullen kunnen dumpen. We beginnen direct met het overhevelen van spullen.

 

Nogmaals wordt ons gezegd dat we zeker niet in het park moeten gaan slapen en we maken duidelijk dat we dat totaal niet van plan zijn. We keren terug naar de pizzeria en bestellen wat te eten. Dan sjokken we naar het winkeltje wat dienst doet als lokaal café en inderdaad er staan wat planken gevuld met proviand. We vergeten brood te halen en kopen alleen een anderhalve liter vruchtenwijnfles (1,10 euro). We gaan op pad. 


spoedoverleg in de regen


Ik heb een behoorlijk stuk van de kaart die we hebben gekregen afgescheurd en ga voornamelijk af op de namen die ik heb opgeschreven.

 

Via de weg die we eerder hebben bewandeld is het de bedoeling om eerst naar het nabijgelegen dorpje Biele Vody te wandelen. Het eerste gedeelte is over de weg waarna we boven de weg op een bospad de flanken van de heuvel opgaan.

 

Het regent weer en ik pak m’n paraplu aangezien m’n regenjas niet voorziet in deze buien. We zien beneden in de vallei het dorpje liggen wat we eerst zouden aandoen maar we zien geen “markeringen” meer van een pad. We gaan terug, lopen het dorp in wat we vanaf boven gezien (Palamanska) en wandelen langs de weg het hele dorp door.

 

Kijkend op de kaart en al wandelend door de regen komen we erachter dat we helemaal omlopen wat behoorlijk balen is aangezien het heel dorp ons met onze natte pakken voorbij hebben zien lopen. Wel moet ik zeggen dat ik er een stuk “relaxter” bijloop nu ik toch zo’n 10 a 12 kilo heb achtergelaten in het pension. Pete draagt de wijn en z’n tas is bijna net zo groot als ervoor.

 

Daar waar het echte wandelpad begint (en we dus eindelijk een aantal borden zien met namen erop die ons bekend voorkomen) nemen we plaats onder een houten afdakje – het lijkt erop alsof we terug zijn op onze houten schoolbanken toen we klein waren – en zetten onze tassen even droog erachter neer. We hebben al 1,5 uur gelopen en al een uur verprutst en hebben alleen op de weg gelopen.

 

We discussiëren even wat te doen – gaan we door (ook vanwege het zeer slechte weer) of gaan we hier al een plekje zoeken voor de nacht. Dit zou wellicht ook de plek moeten zijn waar je in de zomer entree moet betalen maar we hebben er niemand over gehoord en ik zou ook niet weten waar te betalen. 



de ladders van het paradijs


Als we beiden van mening zijn dat we door moeten pakken we onze tassen op en lopen naar de vallei waar een waterval naar beneden zou moeten vallen.

 

Dit is Zejmarska Roklia. Bruine bladeren die verschrikkelijk glad zijn op het pad, misschien nog wel gladdere stenen en een modderig geheel wat naar boven leidt. Het giet nog steeds en het wordt steiler en steiler terwijl het kolkende beekje steeds wijder wordt.

 

We moeten uitkijken dat we niet uitglijden want dat zou weleens het einde kunnen betekenen van deze trip. Ondanks de regen is het een prachtige stuk natuur en opeens zien we een zwarte met gele salamander op ons pad. Het beestje probeert via de gladden rotsen omhoog te klimmen maar valt elke keer terug.

 

Ook zien we een aantal blauwe slakken op onze weg. Dan begint de ellende maar ook het plezier pas echt. We moeten een smalle maar behoorlijke steile ladder opklimmen. Meerder ladders volgen – sommige liggen bijna plat zodat je als een kikker met je tas op je rug moet klimmen terwijl andere horizontaal staan.

 

We hebben een houten ladder beklommen en op plaatsen staan ijzeren paaltjes langs de kant om je aan vaste te houden. We kijken naar beneden terwijl het zweet uit m’n voorhoofd gutst – voordelen zijn dat we helemaal alleen zijn – nadeel is dat het eigenlijk levensgevaarlijk is om hier via deze zeer gladde trappen naar  boven te klauteren.

 

De rotsen aan de zijkanten zijn spekglad en we glibberen via de trappen naar het plateau wat boven de kleine waterval van een aantal meters ligt. 


een nat pak


Hiervandaan wandelen we een stuk het bos in wat prachtig in bruinen en groene nevelen gehuld is en waar de regen nog steeds naar beneden klettert – hier zouden we een plek voor de nacht moeten vinden. We wandelen nog een stuk door en we lopen langs een vallei waar we wellicht wel een plekje kunnen vinden.

 

Nog een stukje verder en opeens zien we aan de linkerhand een groot gebouw – rook komt uit de schoorsteen en er staat een jeep geparkeerd – da’s even balen – lopen we zo ver in het “Paradijselijke” park waar lynxen en wolven leven en dan dit.

 

We zijn moe, hebben genoeg van het weer en besluiten hier rechtsaf het bos in te wandelen. Nadat we een plekje gevonden hebben zien we beneden in de vallei een pad lopen en we besluiten toch nog even verder te wandelen. Hier onder de natte naaldbomen besluiten we tussen een groot aantal omgevallen bomen onze tenten zo’n 50 meter uitelkaar te zetten en kamp op te slaan.

 

Eerst staan we nog even te twijfelen wat te doen – we hebben geen water en durven dit niet meer te halen uit de waterval voor het geval we een “ranger” tegenkomen en eten zou sowieso al moeilijk zijn met deze continue vallende regen die maar niet wil stoppen. We drinken thee en ik voel m’n jas zwaarder en zwaarder worden van de regen. Ook m’n broek (inclusief camera) en m’n tas (m’n regencover is lang niet zo goed als ik wel gedacht had) zijn doorweekt. 


het berentouw


Het is tegen achten als we het touw alvast ophangen waaraan we straks onze “etenstassen” hangen aangezien het park bekend staat om z’n bruine beren. Het is tijd om onze tenten op te zetten en we weten dat dat een natte bedoening gaat worden. We snakken terug naar de koude dagen van het begin van de trip en beginnen aan het karwei.

 

M’n handen doen zeer van de kou en zijn blauw van de regen maar dit moet even snel gebeuren. Desalniettemin is de tent nat en dat zal er, als het zo doorgaat niet beter op worden. Wat gaan we doen? Onze wijn drinken afzonderlijk in de tent of gaan we in de regen zitten op onze plek en hopen op een droge periode?

 

We kiezen het laatste en nemen plaats, als het nu echt donker wordt op onze stronken in het prachtige bos. De anderhalve liter wijn gaat leeg en m’n jas is inmiddels 6 kilo zwaarder geworden. M’n ellenbogen kun je uitknijpen en ik voel m’n voeten in m’n natte schoenen sokken koud worden van de natheid.

 

Het is aardedonker in het bos en ik hoop niet de mensen die in dat grote gebouw zitten onze lantaarns zien als ik probeer mijzelf in de tent om te kleden naar nachtkleding. Ik voel de natheid als ik m’n liner en slaapzak inga en ik hoop maar niet dat het een koude nacht wordt en/of bezoek krijgen van de beer. 



geen nachtelijke visite


Ik heb een beroerde nacht gehad; om 1 uur werd ik al wakker van de verschrikkelijke regen die op m’n tentzeil neerklettert; soms lijkt het erop alsof alle beren van het hele park om m’n tent verzameld zijn en het is fris – stukken van m’n buitentent zijn op m’n binnen tent gevallen en er komt af en toe een druppel op m’n neus terecht die al behoorlijk koud is. Ik kruip steeds verder m’n slaapzak in maar moet eigenlijk plassen.

 

De rest van de nacht slaap ik in gedeelten en als het licht wordt ga ik eruit, om wederom te plassen en te zien dat het hele bos gehuld is in nevelen. Ik weet nog te herinneren dat het vanochtend rond vier uur even gestopt is met regen (nadat het begonnen is om 1300 gisteren) en daarna is het weer begonnen.

 

Het is vermoedelijk de natste nacht ooit. Ik weet niet helemaal wat te doen; zal ik direct m’n tas oppakken, m’n tent of wachten tot de regen stopt en/of als Pete wakker wordt. Ik ruim een beetje op en kijk of de etenszakken die we opgehaald hebben gisterenavond voordat we zijn gaan slapen er nog hangen en ook m’n deotasje met twee repen erin die ik verderop in het bos aan een tak heb gehangen.

 

Alles hangt er nog en we hebben dus geen visite gehad gisterenavond of vannacht. Ook Pete is wakker geworden en we weten allebei dat het geen enkele nut heeft om te wachten tot de regen stopt en/of onze tent droog wordt – we pakken deze op en proberen zo droog mogelijk onze grote tas in te pakken. Tot mijn grote spijt is m’n jas, tent en tas met alles wat erin zit (op wat kleding na en m’n slaapzak) behoorlijk nat geworden.

 

Nu is het de kunst om zonder gezien te worden terug te keren op het pad. 


veilig terug


We wandelen richting het grote gebouw wat we gisteren gezien hebben – hier kunnen we onze troep kwijt in de prullenbak en ’ns kijken wat onze route gaat worden vanaf hier. Het is een groot open terrein en in het grote gebouw wat dienst doet als restaurant en waarschijnlijk ook als hotel o.i.d. is alles nog donker.

 

Kijkend op de kaart moet dit Geravy zijn. In de verte horen we de koekoek als we zien dat we de “groene” pijlen moeten volgen om bij Prednyn heuvel willen komen. Bij een open plek in de verte een vos zien zitten bij een poel water. Heel zachtjes lopen we dichterbij en als we twintig meter verderop weer stilstaan kijkt hij onze kant op zonder te weten wat te doen.

 

Deze drinkt water en gaat z’n eigen gang weer totdat we verder lopen en hij het bos in rent. We besluiten terug te lopen naar het hotel aangezien we daar een optie zagen om terug te keren naar “Dedinky” en hopelijk via een route die we nog niet hebben gelopen. Ik hang m’n inmiddels 10 kg wegende jas aan de andere stoel en we zetten onze tas vlakbij de kachel om alwat te drogen.

 

De koffie is niet echt lekker, de broodjes met worst wel en het fijnste is om even te zitten in een ruimte waar het niet regent. Het pad terug naar Dedinky is naar beneden en ligt vol met glibberige rotsen en gaat behoorlijk naar beneden.


slovensky raj / dedinky - tips & advies (2014)


Er is geen busstation in Dedinky, alleen bushaltes. Een treinstation ligt aan de andere kant van de rivier. Er rijdt dagelijks een trein tussen “Bansky Bystrica naar Kosice die hier stopt. 

 

Dedinky – Levoca: er gaat een bus van de bushalte vlakbij Dedinky naar Spisska Nova Mes waar je kunt overstappen op een connectie-bus richting “Levoca”. 

 

Wij zijn gearriveerd met de trein (vanuit Banska Bystrica) en het station ligt aan de andere kant van het meer. Als je uitstapt en op het perron staat is “Dedinky” het dorpje wat je ziet met de hoge (kerk)toren. Het is ongeveer een 15 tot 30 minuten wandelen.

 

De bushalte derhalve ligt gedeeltelijk op dezelfde route vanaf het dorp Dedinky gezien. Alleen moet je niet de brug over maar doorlopen tot de kruising. Daar is een bushalte aan de andere kant van het water ook al kun je ook bij het treinstation opstappen. 


Veel keuze is er niet maar er zit een redelijke pizzeria/restaurant op het pleintje in het centrum van “Dedinky”. 


Naam                    : Penzion Duha

Adres                    : Dedinky 33

Prijs                       : 16 euro  (double or triple)

Website                : www.penzionduha.sk

 

Inhoud:

Dit pension naast de kerk ziet er schoon en zeer verzorgd uit – de eigenaren (stel) woont beneden terwijl boven 5 kamers zijn. De prijs is goed en de grote keuken met twee eettafels is voldoende gevuld met alles wat je nodig mocht hebben.

 

De eigenaresse Miriam spreekt vloeiend Engels en er zijn voldoende boeken en brochures over het park om je dagen bezig te houden. Daarnaast zijn er een aantal wc’s en douches en is er WIFI. In onze kamer stonden drie bedden (twee tegen elkaar aan), twee kasten, een TV en een raam met uitzicht over het grote meer.

 

De geiser in de douches zijn zo klein dat de douches niet al te best zijn. 



zie ook:




meer links:


Verkhovyna

OEKRAINE

De prachtige natuur van de Oekraïense Karpaten; bossen, bergen, meren en rivieren. 

Hoge Tatra bergen

POLEN

Vanuit Pools Zakopane kun je grootse hikes maken door de Hoge Tatra bergen