Het Sloveense Bevrijdingsfront (Partizanen)

Geschiedenis (achtergrond) - Slovenie


inleiding


Toen nazi Duitsland tezamen met bondgenoten Italië, Bulgarije en Hongarije op 7 April 1941 voormalige Joegoslavië binnenviel kreeg het weinig tegenstand. Belgrado werd gebombardeerd en het Joegoslavische leger, ondermand en slecht bewapend lag binnen 10 dagen knock out op de grond.

 

Naast bovenstaande redenen was het een feit dat vele Joegoslaven de Duitsers zagen als bevrijders – vooral mensen in Slovenië en Kroatië die het toch al gehad hadden met de oppermachtige Serven in hun land mistten de overtuiging om zich 100% tegen de Duitse inval te mannen.



het verzet


Natuurlijk was er verzet tegen de Hongaarse, Italiaanse, Bulgaarse en Duitse bezetters alsmede de Kroaten die een eigen “puppet’ staat mochten inrichten. In het begin viel deze uiteen in een monarchistisch Cetniks (vooral Servisch) verzet en een links communistisch Partizanen verzet.

 

De Joegoslavische partizanen, officieel het Volksbevrijdingsleger en Partizanen Detachementen van Joegoslavië was een communistische organisatie van partizanen in Joegoslavië tijdens de Tweede Wereldoorlog.

 

Ze streden van 1941 tot 1945 tegen het fascisme van de bezettingslanden nazi-Duitsland en fascistisch Italië, de Kroatische Ustašabeweging, de Sloveense Domobranci (MVAC) en later ook tegen de Servische nationalistisch-monarchistische Četniks.

 

Deze laatsten werden nog enige tijd met wapenleveranties gesteund door de geallieerden, totdat bekend werd dat deze ook wel gemene zaak maakten met de Duitsers. Daarop besloten de geallieerden de communistische partizanen te steunen.

 

Tot de Joegoslavische partizanen behoorden strijders uit alle Joegoslavische deelrepublieken en ook strijders uit de Sloveense bevolkingsgroep in Karinthië. Ze stonden onder leiding van Josip Broz Tito, beter bekend als Tito, die later tijdens een groot deel van de 20e eeuw de leider van Joegoslavië zou worden.


>> De Duitse aanval in 1941 op Joegoslavië. 


Sloveense Bevrijdingsfront (OF)


Partizanen uit de deelrepubliek noemden zich voor de Duitse aanval op de Sovjet Unie (21 juni 1941) de “Anti Imperaliastisch Front” – daarna noemden zij zichzelf “het Sloveens Bevrijdingsfront” en werd op 27 April 1941 opgericht ten huizen van Josip Vidmar te Ljubljana.

 

De organisatie had als belangrijkste speerpunt het door Slovenen bewoonde bezette gebieden in Joegoslavië, Hongarije en Italië. Initiatiefnemer tot de oprichting van het bevrijdingsfront was in eerste instantie de Communistische Partij van Slovenië, daarnaast echter ook christendemocraten (de fractie van Janez Krek), de Sokol-organisatie en een deel van de links en liberaal georiënteerde intelligentsia.

 

Tijdens de eerste bijeenkomst werd tot de opname van de gewapende strijd en de vorming van het Sloveense partizanenleger besloten.

 

Programma:

  • Uitgangspunt voor de bevrijding en vereniging van alle Slovenen is de gewapende strijd tegen de bezetter;
  • Na de bevrijding grijpt het OF de macht in heel Slovenië en voert de volksdemocratie in;
  • Na de bevrijding zal het Sloveense volk zelfstandig bepalen welke bestuur orde in het "Verenigde Slovenië" zal gelden;
  • Het volksleger bestaat uit de Sloveense partizanen eenheden van het bevrijdingsfront en de "Volksverdediging" (die zich tot de politieke afdeling in het bevrijdingsfront ontwikkelde).

 

Het kleine Slovenië was tegen wil en dank in een speciale situatie beland in Europa; het land was namelijk opgedeeld en zou als het aan de bezetters lag binnenkort niet meer bestaan als land en als identiteit; Italië ging als tekeer om zoveel mogelijk Slovenen te vermoorden zodat het land geassimileerd zou worden alsmede de Duitsers die hetzelfde deden.

 

Er stond dus heel wat op het spel voor de nationale Slovenen die zich met hand en tand gingen verdedigen in een strijd tegen de As-landen en hun bondgenoten. Het Sloveense Bevrijdingsfront bestond in het begin meer uit niet communisten en moest, zo concludeerde het opperbevel van Tito meer onder communistisch centraal gezag komen te staan.

 

Wel zou het onafhankelijk (in samenwerking met) het nationale partizanen leger samen vechten.


>> Lees over de Fascistische Ustasa beweging uit Kroatië. 


“OF” en z’n koerswijziging


Op 28 februari 1943 nam het OF de Dolomietenverklaring (genoemd naar de Sloveense Dolomieten bij Horjul) aan, waarin de Communistische Partij het monopolie op de besluitvorming binnen het OF werd toegekend met de belofte dat het pluralisme in de beweging na de oorlog zou worden hersteld.

 

De OF organiseerde in 1943 de Assemblee van Kočevje, een Sloveense volksvertegenwoordiging in oorlogstijd, die besloot tot aansluiting bij de Anti-Fascistische Raad voor de Nationale Bevrijding van Joegoslavië (AVNOJ).

 

De aansluiting vond plaats onder benadrukking van de Sloveense autonomie in een nieuw op te richten Joegoslavië, waarin Slovenië over met name een eigen munteenheid en eigen leger zou beschikken.

 

De communistische partij in Primorska, het voormalige Oostenrijkse kroonland Küstenland dat sinds 1918 deel van Italië was, sloot in 1936 een samenwerkingspact met de in 1924 opgerichte Sloveense nationalistische verzetsorganisatie TIGR. Het Sloveense Bevrijdingsfront beschikte gedurende de bezettingstijd over een aantal ondergrondse instellingen: een eigen theater, verschillende hospitalen, kranten, tijdschriften een radioprogramma en orkesten.

 

Op de in 1943 gehouden Geallieerde conferentie in Teheran (Iran) werd besloten, toen bekend was geworden dat de “Cetniks” veelvuldig collaboreerde met de nazi’s, vanaf nu de communistische “Partizanen” te steunen. De nieuwe Joegoslavische regering zou o.l.v. Tito bestaan uit een mix van leden van de voormalige regering in ballingschap en nieuwe communistische leden uit de AVNOJ.

 

Of de staat weer als monarchie zou verder gaan of als republiek, en wat de status van Koning Peter II zou worden zou na de oorlog verder worden bekeken.


>> Het HQ van de partizanen Base 20 kun je nu bezoeken. 



misdaden


De Duitsers en de Italianen zagen tijdens de bezetting in 1941-1945 de partizanen als bandieten jegens wie niet het oorlogsrecht in acht hoefde te worden genomen. 

 

De Partizanen en hun rol werden in de tijd na de oorlog gemythologiseerd en vertegenwoordigden een groot deel van de vanzelfsprekendheid van het socialistische Joegoslavië:

- het benadrukken van de gezamenlijke strijd tegen met name de Duitse en Italiaanse bezetters vormde onder president Tito een belangrijk element van de staatsideologie, waarin omwille van bevordering van de bratstvo i jedinstvo (broederschap en eenheid) de onderlinge nationale en etnische twisten en daarbij gepleegde misdaden werden verdoezeld (zie ook genocide en etnische zuivering).

 

Overal in de voormalige Joegoslavische federatie zijn gedenkstenen en andere -tekens te vinden uit de periode onder Tito (tot 1980).

 

Daarop wordt steevast wel gememoreerd aan de strijd tegen de bezetters en de door deze jegens de bevolking gepleegde misdaden (waaronder vooral ter afschrikking dienende represailles voor sabotage en andere verzetsacties door het in grote aantallen executeren van gegijzelde burgers; zie ook onder Kragujevac) terwijl echter geheel en al voorbijgegaan wordt aan het onwelgevallig feit van die verdeeldheid onder de Joegoslaven en de wederzijds door partizanen gepleegde schendingen van het oorlogsrecht.

 

Het meest verzwegen, werden de verdrijving van de Donau-Zwaben en Volks Duitsers (zie ook Verdrijving van Duitsers na de Tweede Wereldoorlog, Hongaarse en Italiaanse minderheden) en de misdaden die de Joegoslavische partizanen tijdens de Tweede Wereldoorlog begingen, zoals de executies van Volks Duitsers en ook van Serviërs, Kroaten en Slovenen, onder meer bij het incident dat bekend werd onder het Bloedbad van Bleiburg.

 

Dit duistere hoofdstuk van de veelal geromantiseerde partizanen-geschiedenis was een taboe gedurende de Socialistische Federale Republiek van Joegoslavië en later, als gevolg, creëerde het een reactie in de vorm van nationalistische propaganda, waarvan de invloed merkbaar bleef tot in de Oorlogen in Joegoslavië in de jaren '90 van de 20e eeuw.


ZIE ook: