ALGEMENE INFORMATIE - Slovenie

* Bijgewerkt t/m 2014 - wijzigingen voorbehouden


  • Klimaat
  • Geografie
  • Inwoners
  • Natuur
  • Dieren
  • Steden
  • Staat
  • Religie
  • Sport
  • Eten & Drinken

KLIMAAT


Behalve aan de Adriatische kust kent Slovenië een Midden-Europees, zwak continentaal klimaat. Een smalle strook aan de kust heeft een mediterraan klimaat met warme zomers en relatief milde winters. Mild is het ‘s winters zeker niet als de gevreesde sterke noordoostenwind, de “burja” waait. In de rest van het land heerst een continentaal klimaat met milde tot hete zomers en, met name in de bergen, koude winters. De meeste neerslag valt in het bergachtige noordwesten (in de winter meestal in de vorm van sneeuw), de minste in het oosten van het land. De meeste regen valt in de maanden oktober en november, maar ook in mei en juni kan er nog veel neerslag vallen. Januari en februari zijn de droogste maanden. De temperaturen kunnen in het binnenland variëren van -20°C in de winter voor de bergachtige gebieden tot 35°C in de zomer in de oostelijk gelegen vlakten en valleien. De gemiddelde temperatuur voor heel Slovenië is 21°C in augustus en -2°C in januari. Aan de kust is de gemiddelde julitemperatuur 24°C.


GEOGRAFIE


In het noorden grenst Slovenië aan Oostenrijk (dit is de waterscheiding van de bergkam van de Karawanken die deel uitmaken van de Alpen) terwijl in het Westen Italië en de Adriatische Zee liggen. Kroatië ligt in het zuiden en Hongarije in het noordoosten.

 

Slovenië is ongeveer half zo groot als Nederland.


INWONERS


Slovenië is etnisch gezien het meest homogene land van de opvolgerstaten van Joegoslavië; zo’n 83% is Sloveens (afkomstig van de Slaven die in de 5e eeuw n.C. het gebied binnen kwamen). De andere 17% wordt grotendeels gevormd door vele moslims die uit de buurlanden komen – Serven, Kroaten, Bosniërs en Albanezen. Onder hen bevinden zich vele mensen die ontheemd werden na de Joegoslavië oorlogen – zij hebben geen nationaliteit omdat zij bang zijn dat Slovenië hun geen staatsburgerschap zou geven. De meesten worden gediscrimineerd door de Sloveense bevolking. Verder woont er een kleine Hongaarse en Italiaanse groep mensen in Slovenië. Tenslotte zijn daar de Roma’s – officieel is hun aantal niet groter dan 4000 personen – officies wonen er tussen de 7000 en 10.000 zigeuners in het land. Van oudsher wonen er vele Slovenen buiten het land. De meeste daarvan in Italië (Fruli), Oostenrijk (Karinthie en Stiermarken) en in Hongarije. Ook in de Verenigde Staten, Canada, Argentinië (veelal na WWII) en Australië woont een aanzienlijke Sloveense gemeenschap. Een grote groep kwam in de 15e eeuw naar Nederland maar ook in 1931 als gevolg van de opkomst van de mijnen in Limburg.


natuur


De helft van Slovenië is bebost en het land kan gezien worden als bijna geheel heuvelachtig met bergen. Het bevat, ondanks het relatief kleine oppervlak, een veelvoud aan verschillende landschappen. Momenteel is ongeveer een kwart in gebruik voor landbouw. Je kunt Slovenië eigenlijk in vier gebieden onderverdelen: in het noorden liggen de Karawanken, Kamnische Alpen en in het noordwesten de Julische Alpen. In de Julische Alpen ligt in het Triglav Nationaal Park de gelijknamige berg Triglav (letterlijk: de drie toppen), die met 2864 m de hoogste berg van het land is. Hier ontspringen ook de Koritnica, Soča en Sava. De Sava behoort met de Mura en de Drava tot de belangrijkste Sloveense rivieren. In de Julische Alpen ligt ook het grootste meer van Slovenië, het 25 km² omvattende Meer van Bohinj. Het tweede topografische gebied is het oosten; deze is overwegend vlak, overgaand in de Pannonische laagvlakte van Hongarije. In het zuidwesten en zuiden overheersen middelgebergtes en heuvellandschappen, die overgaan in de Dinarische Alpen. Hier is sprake van een Karst landschap met de kenmerkende periodieke meren (bijvoorbeeld in Cerknica) en vele onderaardse grotten. Tenslotte is het in uiterste zuidwesten bij de haven- en badplaats Portorož verloopt een 47 km lange kustlijn die bijna Mediterraan aandoet. Zo’n 12% van het land wordt beschermd door nationale parken. Helaas is luchtvervuiling nog steeds een groot probleem in het land – sinds een paar jaar wordt hieraan flink gewerkt en zijn er wetten (en belastingen) ingevoerd.


fauna


Het kleine Slovenië staat niet bekend als het land om dieren te spotten terwijl het toch een veelvoud aan soorten herbergt; zo’n 1500 verschillende soorten. Bekende verschijningen zijn gems, steenbok, marmot, haas, konijn, sneeuwhoen, patrijs en fazant. Minder zichtbaar zijn de vos, wezel en de das. Maar gezien de vele verschillende landschappen en de vele bossen komen hier ook de bruine beer, de wolf en de lynx voor. Er wordt zelfs gezegd dat Slovenië de grootste groep bruine beren van Europa heeft – zo’n 500 stuks in totaal. Zij komen vooral voor in het zuidelijke “Kocevski Rog” en de groep groeit jaarlijks met 15%. Andere dieren zijn de relmuis of zevenslaper (een kruising tussen een eekhoorn en een muis). Voor de Slovenen is dit een lekkernij (zie eten en drinken). Bijzonder zijn de zeldzame grotegel en de blinde, witte tot bleekroze “Proteus anguinus” (menselijke vis), een grotsalamander die uniek is voor Slovenië en alleen in het Karstgebied voorkomt. Dit diertje is niet verwant aan andere amfibieën en kan jaren zonder voedsel. In 1990 werd er ook een zwarte variant ontdekt. Op het platteland kun je de “karst” schaapherdershond tegenkomen (maar kijk uit). Veel voorkomend zijn vogels als reiger, steenarend, hop, scharrelaar, korhoen, en trekvogels als wilde gans en wilde eend. De ooievaar broedt van maart tot september en komt vooral in de Pomurje voor. Tenslotte zijn er de wereldberoemde stoeterij van Lipica waar sinds 1580 de lippizaner paarden gefokt. De lippizaner was aanvankelijk een kruising tussen Andalusische paarden en een lokaal ras. Een aantal eeuwen later werd dit nieuwe ras gekruist met witte Arabieren, waardoor de bekende witte schimmels ontstonden. Jagen is nog steeds “big” business in Slovenië – vooral Italianen komen de grens over om hier hun “hobby” uit te oefenen.


steden


De vijf grootste steden van het land zijn:

  1. Ljubljana *         278.000 inwoners (* = hoofdstad)
  2. Maribor                88.000 inwoners
  3. Celja                     37.000 inwoners
  4. Kranj                      35.000 inwoners
  5. Koper                    25.000 inwoners

staat


Slovenië is een republiek met een president, een regeringsleider en een parlement. De huidige president is “Borut Pahor” die in 2012 is gekozen voor een termijn van 5 jaar. Hij kan slechts twee termijnen dienen en is tevens opperbevelhebber van het leger. Sinds 2013 (de voormalige regering had een motie van wantrouwen voor haar kiezen gekregen) is “Alenka Bratusek” regeringsleider (of premier) van het land en daarmee de eerste vrouwelijke kandidaat. Zij is gekozen voor 4 jaar.


religie


Van oudsher is Slovenië een Katholiek land – momenteel is zo’n 60% van de bevolking Katholiek en dit getal is tanende. Bijna 35% zegt aan te geven wel te geloven maar niet in een bestaand geloof. Hier zitten ook de echte atheïsten bij. 2,5 % van de Slovenen is moslim en nog ‘ns zo’n aantal is aangesloten tot de Oosters-Orthodoxe kerken. Minder dan een procent is Protestant (vooral in het Oosten van het land). Joden hebben sinds de 15e eeuw een zeer kleine rol gespeeld in Slovenië – toen al werden zij verdreven van het land.


sport


De nationale sport in Slovenië is skiën maar voetbal wordt met de dag (en omdat Slovenië het redelijk goed doet) populairder. Andere populaire sporten in het land zijn basketbal, volleybal en ijshockey. In 2000 kwalificeerde het nieuwe land Slovenië zich verrassend voor de eindronde voetbal in Europa (EK in Nederland/België). Alleen Spanje was toen te sterk maar het land zou in de eerste ronde sneuvelen. Vooral de wedstrijd tegen Joegoslavië (3-3) was legendarisch. Zahovitch zou uitgroeien tot een van de beste spelers van het toernooi. Twee jaar later zou Slovenië zich opnieuw kwalificeren – nu voor het WK. Helaas haalde het geen enkel punt. In 2010 kwalificeerde Slovenië zich opnieuw – knap tegen Guus Hiddink’s Rusland maar zou wederom de eerste ronde niet overleven (ze wonnen wel tegen Algerije en gelijk tegen de USA). De generatie van trainer “Katanec” en sterspeler “Zahovic” wordt nog steeds als “gouden” betiteld. Na de onafhankelijkheid van Slovenië was het aanvankelijk voetbalclub “Olimpija Ljubljana” de dominante club van het land maar dit veranderd in 1997. Maribor werd zeven keer op rij landskampioen. Ze kwalificeerde zich voor de “Champions League” en schakelden o.a. Racing Genk (België) en Olympique Lyon (Frankrijk) uit. In de eerste ronde van de UEFA Cup in 1997/1998 hield Maribor AJAX op 1-1. In eigen huis (“Arena”) schakelden de Amsterdammers een tandje bij en werd het 9-1. Andere kanshebbers voor de nationale titel zijn “Domzale’ en “Hit Gorica” (Nova Gorica).


eten & drinken


Vanwege de grote verscheidenheid aan mensen en invloeden heeft klein Slovenië een gigantische schat aan verschillende stijlen van koken en recepten. Zo zijn er de Oostenrijkse invloeden (schnitzel, worsten en biefstuk) maar ook Italiaanse (pizza’s en pasta’s) maar ook Hongaarse gerechten – goulash en mixed grill. Natuurlijk zijn er ook echte Sloveense gerechten; over het algemeen kun je zeggen dat de nationale keuken “simpel”, behoorlijk vettig en vleesig is en rechttoe rechtaan – uitzonderingen daar gelaten. In veel gerechten is kaas, vlees en spek verwerkt. Alles is zoals verwacht afhankelijk waar je je in het land bevindt – aan de kust is een veelvoud aan vis te vinden, terwijl het oosten niet verrassend door Hongaarse invloeden wordt overspoeld. Het dessert is een zeer belangrijke aangelegenheid en hier wordt veel tijd aan besteed. Vegetariërs komen in restaurants minder makkelijk aan hun trekken, al verschilt dat wel per regio en per restaurant. Van oudsher worden er veel meelgerechten bereid zoals boekweit en havergruten. Slovenen eten zelden of nooit een “groot” ontbijt. Soms alleen een kop koffie en een klein broodje, soms niets en dan wordt er een soort van brunch gegeten. Indien dat gebeurt wordt er op lunchtijd (onze lunchtijd rond het middaguur) weinig tot niets gegeten en wordt er een late lunch (wat de belangrijkste maaltijd van de dag is) gegeten. 's Avonds wordt er vaak alleen wat stukken vlees, salade en kaas neergezet.

 

Opmerkelijke en bekende gerechten:

  • Zlikrofi : gevulde pasta
  • Prekmurska Gibanica : een zoete strudel gevuld met appels, rozijnen, maanzaad en walnoten
  • Ajvar : Pikante paprika-tomatenmousse
  • Gobova juha : Roomsoep met bospaddestoelen
  • Pravi Vojaski Pasulj : een soort van rats, kuch en bonen (wordt met brood geserveerd)
  • Krompirjeva juha : aardappelsoep
  • Obara : een hutspot vaak van kalf of kip
  • Potica : gebak met vulling van noten, kaas of kruiden’

 

Tenslotte moet de lekkernij “Polh” worden genoemd – dit kleine beestje wat een kruising is tussen een eekhoorn en een das is een lekkernij in Slovenië. Paardenvlees mag daar ook toe worden gerekend. Het is een hele karwei in Slovenie om uit te zoeken waar je wat te eten kunt krijgen en hoe dit in z’n werk gaat – er is namelijk een reeks aan verschillende soorten eterijen te vinden. Zo kun je een restaurant hebben waar je een menu krijgt en waar je door een kelner bediend wordt. Maar er zijn ook restaurants met een vaste maaltijd, een buffet of waar je het eten ophaalt bij de toonbank. Daarnaast zijn er fast-food ketens (vaak snacks maar ook kebab shops) en drinkholen waar je alleen een snelle hap kunt krijgen. Tenslotte zijn er een soort van ijssalons en broodjeszaken waar soms alleen deftige dure broodjes te vinden zijn. Ook kun je in een zuivelwinkel terecht komen (waar alleen yoghurt en melk te vinden is) of een eetcafé.

 

Drinken:

De nationale drank van Slovenië is perenbrandewijn. Mineraal water is het meest gedronken drankje in Slovenië maar daarnaast is er natuurlijk ook koffie (dat meestal op z’n Italiaans wordt gedronken) en thee verkrijgbaar. Dat laatste drankje is vaak van kruiden, bessen, bloesems en bladeren gemaakt. Koffie kan ook op z’n Turks worden genuttigd. De regio rond Ptuj en Maribor, in het noordoosten van het land, staat bekend als dé wijnstreek van Slovenië. De streek brengt meerdere zeer smaakvolle wijnen voort. Slovenië is een opkomend wijnland al werd de eerste al in de 5e eeuw v.C. geproduceerd in het land dat wij nu Slovenië noemen, door de toen daar wondende Kelten. De wijngaarden liggen in het oosten en westen van het land. Er wordt jaarlijks ongeveer 1 miljoen hectoliter wijn geproduceerd. Slechts 5% wordt uitgevoerd, de rest wordt door de Slovenen zelf geconsumeerd. Een aantal bekende goede rode wijnen zijn: “sauvignon Barrique, “Refosk” en “Merlot Barrique” terwijl witte kunnen zijn: “Beli Pinot”, Briski Tokaj” en “Zlata Rebula”. Slovenen drinken hun wijn meestal thuis of bij een bord eten. Zelden zie je mensen in een café of pub een fles wijn bestellen. D.mv. een wijnroute kun je een idee krijgen wat wijn betekent voor het land.

 

Een andere populaire alcoholische drank is bier (pivo). Er zijn twee grote merken – “Lasko” uit het gelijknamige dorp en “Union” uit de hoofdstad Ljubljana. Beiden hebben een hele reeks aan verschillende soorten – donker, licht en met andere smaakjes. Tenslotte zijn daar de zwaardere alcoholische dranken zoals “zganje” een sterke “brandy” (vruchten brandewijn) die gemaakt wordt aan een veelvoud aan vruchten. Zoals de eerder genoemde peren brandewijn worden ook bessen, appels gebruikt. Deze worden thuis of in stokerijen gestookt. Een speciale is het “medeno zganje” die gefabriceerd wordt met vruchten en een vleugje honing. Er zijn ook schnapps verkrijgbaar die de Slovenen “spicka’ noemen.


lees meer: