Trans Mongolië Express

Reisverhalen - Rusland



inleiding


Na een paar dagen in Sint Petersburg en Moskou te hebben vertoefd is vandaag de dag dat ik waarschijnlijk de bekendste en tevens langste treinreis ter wereld ga maken; de Trans Mongolië expres. Als ik op het station aankom mag ik het perron nog niet op; achter hoge ijzeren hekken liggen torenhoge balen goederen opgeslagen in hele grote witte juten zakken.

 

Een rilling gaat door m’n lijf als ik opeens op de display zie verschijnen dat de hekken open gaan; ik stap een beetje huiverig trein nummer 6 in richting Beijing, China.

 

Het volkslied speelt als ik langs de lange trein wandel en kijk naar de passagiers die op een gekleurd kleedje staan te wachten voor elke wagon.


vertrek uit moskou


In een rijtje staan voor de desbetreffende wagon. Er ligt zelfs een kleedje voor elke deur valt mij op als ik bij m’n wagon aankom. Er staan wat Westerlingen maar ook Russen en Aziaten in de rij.

 

Als eerste kom ik in m’n coupe aan en m’n eerste reactie is; wat is het ongelooflijk klein allemaal? Moet ik hier een paar dagen met wildvreemden leven?

 

Je kan amper staan tussen de bedden in. Boven de hal is een plek voor je grote tas en deze “klink” ik vast aan een ijzeren reling zodat niemand deze kan pakken. M’n kleine tas leg ik op m’n bed (onder) en haal wat benodigde spullen eruit. Ik loop weer terug naar de hal waar een fleurig gekleurd tapijt ligt – het lijkt de Oriënt Express wel als ik m’n buik in moet houden omdat mensen langs mij heen lopen naar hun eigen coupe. 

 

Even later maak ik kennis met m’n andere passagiers; een Engels jong stel en een Mongoolse jongen die gebrekkig Engels spreekt.

 

Het duurt nog uren voordat we eindelijk vertrekken en we hebben de tijd om even bij te praten en uit te checken waar alles is; de wc is aan het einde van de gang en er staat een grote ketel aldaar waar heet water in zit – hier kun je dus koffie, thee en noedels maken als je wilt.

 

Wagon-dame

Even later maken we kennis met de “vaste” wagon dame die alles schoon houdt en ook ene oogje in het zeil houdt. De trein schokt het station uit en rijdt door de buitenwijken van Moskou. Even later worden onze kaartjes opgehaald en in een mooi boek met schuifjes gestopt. Deze krijg je weer als je uitstapt geeft het vrouwtje aan.

 

Het is inmiddels donker geworden en al bijna tijd om te gaan slapen. Zo’n twee uur nadat we zijn vertrokken, 180 km van Moskou, stoppen we bij onze eerste halte – “Vladimir” – in de Middeleeuwen een van Russische hoofdsteden. Maar zo te zien is van de oude grandeur weinig over – ik zie grote fabriekspijpen en verlaten industrieterreinen. Toch schijnt de stad een van de mooiste van Europa te zijn geweest en staat de stad op de UNESCO werelderfgoedlijst. 

 

Hiervandaan is het mogelijk om naar het prachtige “gouden ring” stadje “Soezdal” te gaan wat samen met Vladimir hoofdstad was. Ik leg m’n hoofd weer neer en probeer te slapen terwijl de trein weer in beweging komt en oostwaarts rijdt.


>> Lees ook m'n reisverhaal jaren later over Soezdal, gouden ring stad



op weg naar de oeral


We zijn vannacht door de vijfde grootste stad van Rusland gereden – Nizhny Novgorod wat letterlijk “lage nieuwe stad” betekent. Vierhonderd kilometer hebben we er reeds opzitten en ik vraag mij af wanneer we voor de eerste keer onze horloges moeten verzetten.

 

Nizhny Novgorod

De stad “Nizhny Novgorod” ligt op de grens tussen de rivieren de “Wolga” en de “Oka” en is gesticht in 1221. Prachtig gelegen is het “oude” Kremlin van de stad dat strategisch “boven” deze belangrijke waterwegen ligt. Ook was het een belangrijke grenspost van het Russische rijk en het werd al snel een knooppunt van handelswegen.

 

In de jaren 1930 kreeg Nizjni Novgorod de status van een zogenaamde gesloten stad, die door buitenlanders niet bezocht mocht worden. Reden hiervoor was de er gevestigde wapenindustrie, waar atoomonderzeeërs, gevechtsvliegtuigen, tanks en dergelijke werden geproduceerd. Ook werd door Stalin de stad omgedoopt tot “Gorki” naar de beroemde (Sovjet)schrijver die hier geboren werd.  

 

Voor toeristen is vooral het kremlin van Nizjni Novgorod belangrijk, maar ook de oude binnenstad, het park "Het Nizjni Novogorodse Zwitserland" ten zuiden van de binnenstad en "Strelka" (de Pijl), een uitzichtpunt aan de monding van de Oka in de Wolga, zijn bezienswaardig. Daarnaast zijn er diverse bezienswaardige gebouwen en dan vooral kerken, kathedralen en kloosters.



Opeens staat de trein stil en we kijken uit het raampje; veel mensen met kleine stalletjes maar ook met draagbare houten planken vol spullen lopen over het perron. Het blijkt dat we in de stad “Kirov”, vernoemd naar de vermoorde politicus in de vorige eeuw, zijn aangekomen en we springen ons bed uit. Geen tijd om op te frissen of wat dan ook en omdat het Engelse meisje binnen blijft kunnen wij snel het perron op rennen om wat hoognodige (goedkope) spullen in te slaan.

 

Het is toch enigszins chaotisch op het perron met straathonden, verkopers en mensen die de trein in- en uitgaan met en zonder koffers. Ik koop wat bakjes noedels en wat snacks voordat ik veilig terug ben bij de trein – je weet nooit of deze zomaar wegrijdt. Terug in de trein rijdt deze even later de stad weer uit. Er staat een kleine rij met andere mensen voor de wc (waar een klein waterreservoir in zit) en ik wacht rustig m’n beurt af terwijl ik in de hal naar buiten kijk.

 

Ik raak aan de praat met een meisje uit Frankrijk en een jong stel uit Zweden. Zij schijnen een coupe verder te zitten tussen vele coupés met Russen in. Onze wagon is gemengd met wat toeristen en lokale mensen. Het landschap is plat, steppe met hier en daar een dorp of stad met heel veel bos.

 

Treinwagon als thuis

Ik merk nu wat voor dagen het gaan worden; het is hangen op de gang, kijkend uit het raam naar het langs schietende landschap of babbelend met andere mensen uit de wagon of trein. Maar je kunt natuurlijk ook muziek luisteren op bed of een boek lezen.

 

Tussendoor lees ik m’n lijstje door met steden en landen die ik nog ga bezoeken deze trip. ’s Middags luisteren we naar het verhaal van onze Mongoolse coupe-genoot en dit is schokkend en interessant.

 

De jongen heeft een zeer Mongools uiterlijk met hoge jukbeenderen en een paars-rode gloed op z’n wangen van de felle zon die op de vlaktes van z’n moederland schijnt. In zeer gebrekkig Engels vertelt hij dat hij zichzelf Engels heeft aangeleerd en laat ons een mini woordenboekje zien. Elke dag een paar woorden. Hij vraagt dan aan toeristen of ze hem kunnen verbeteren of iets anders kan leren. Verbaasd kijken we hem aan – kan dat wel? En wat doet hij in de trein dan vragen we ons af?

 

Alsof hij onze gedachten kan lezen vertelt hij dat hij goederen inkoopt in Moskou en deze verkoopt in Mongolië en in het oosten van Rusland. Stom eigenlijk want wij verwachtten juist het tegenovergestelde. Dat verklaart waarom hij zoveel spullen mee heeft. Hij leeft dus in de trein en heeft geen huis of thuis, merken wij op. Dat klopt vertelt de jongen rustig – hij woont en leeft in de trein. Zodra hij terug is in Mongolië verkoopt hij daar de spullen en dan hup terug in de trein. Ongelooflijk.

 

Het is al avond als we de grote industriestad “Perm” inrijden – een stad die ik ken van het herbouwen van vele Russische fabrieken tijdens WWII die tanks produceerden. Eigenlijk heb ik niets meer nodig en draai het raampje open om te kijken wat er allemaal gebeurt op het drukke en chaotische perron. Op de klok op het perron zie ik dat we onze horloges met twee uur moeten verzetten – heel vreemd maar ook wel leuk om in een land de tijd te verzetten.

 

Perm

Perm ligt aan weerszijden van de rivier de Kama, even ten westen van de Oeral op ongeveer 1100 km van Moskou. Het is een belangrijke industriestad en binnenhaven en is de enige stad ter wereld waarnaar een geologisch tijdperk is genoemd. Voor toeristen zijn er talloze musea en operagebouwen in de stad alsmede een fameuze ijs grot nabij en een heus goelag-kamp.

 

In de 13e en 14e eeuw stichtten bonthandelaren en missionarissen uit Novgorod en Moskou de eerste Russische nederzettingen in het gebied Groot-Perm; een  gebied dat toen nog bewoond werd door Oeralische volkeren. In de 15e en 16e eeuw kwamen boeren uit Moskovië naar de regio en streek ook de tsaristische ambtenarij er neer; de Oeral werd geïntroduceerd als nieuwe oostgrens van Europa.

 

Tijdens de Russische Burgeroorlog werd Perm een belangrijk doelwit voor beide zijden, vanwege de belangrijke munitiefabrieken die er gevestigd waren.

 

In de jaren 1930 groeide Perm verder als industrieel centrum en werden er scheeps- vliegtuig- en chemische fabrieken gebouwd. Het beroemde boek over “Dr. Zhivago” zou zijn gebaseerd op deze grote industriestad die overigens van 1940 tot 1957 “Molotov” heette naar de Sovjet-Russische premier en minister van Buitenlandse Zaken.



immense leegte


Als ik ’s morgens wakker wordt kijk ik hoopvol uit het raampje; het landschap is alweer plat – we hebben het Oeralgebergte en z’n hoofdstad “Jekaterineburg” helemaal gemist omdat we daar ’s nachts doorheen zijn gereisd.

 

’s Morgens vraag ik mij af of het niet verstandig was geweest m’n reis iets te verlengen zodat ik op sommige plekken uit had kunnen stappen. Maar da’s nu te laat, ik zal in een keer doorreizen naar “Ulan Bator” in Mongolië en daar pas uitstappen.

 

De Oeral en Jekaterineburg

Het Oeralgebergte loopt ruwweg van “Nova Zembla” in de Noordelijke ijszee tot aan de steppes in Kazachstan en het noordelijke deel van de scheiding vormt tussen Europa en Azië. De breedte varieert tussen de 40 en 150 kilometer. De hoogste top is met 1894 meter de berg Narodnaja ("Volksberg") in het noorden. Het gebergte is sterk geërodeerd en is rijk aan delfstoffen waaronder ijzer, zilver, koper, uranium maar ook edelstenen.

 

De Oeral werd voor de komst van de Russen bewoond door inheemse volkeren In de Tweede Wereldoorlog werden in opdracht van Stalin zo’n 700 complete fabrieken vanuit Europees Rusland naar de Oeral verplaatst om ze uit handen van het oprukkende Duitse leger te houden. Deze fabrieken bleven veelal achter in de Oeral en maakten het tot het tweede industriegebied van Rusland.

 

Nucleaire ramp

In 1957 gebeurde in Kysjtym de grootste kernramp uit de Russische geschiedenis in het Majakcomplex. Hierdoor en door andere rampen en industriële vervuiling raakten grote gebieden vervuild. Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie stortte de industrie in als gevolg van de negatieve gevolgen van de perestrojkahervormingen. De vervuiling en uitstoot wordt sinds de jaren '90 met buitenlandse hulp aangepakt en is sindsdien verbeterd. In de Oeral bevinden zich nog steeds een aantal gesloten steden waar bijvoorbeeld plutoniumopwerkingsfabrieken en andere vormen van defensie- en atoombedrijven zich bevinden.

 

Jekaterinenburg (gesticht door Catherina de Grote) is de op vier na grootste stad van Rusland en is een belangrijke industriestad en verkeersknooppunt aan de oostflank van de Oeral. De stad staat vooral bekend om de plek waar de moord op de laatste tsaar plaats vond en waar oud president “Boris Jeltsin” macht groeide. Gelegen aan de oevers van de “Iset” rivier ligt de stad op 50 km van de grens met Europa, aan de oostflank van de Oeral. 

 

Vanuit Moskou gezien zo’n 1650 km westwaarts vormt de stad de "poort tot Siberië".

 

Het uitzicht is eentonig – vlaktes met bos en landbouwgrond met af en toe kleine Siberische houten huisjes die een klein dorpje vormen. Het lijken wel poppenhuisjes; rook komt uit de schoorsteen, kleine tuintjes met houten hekjes. Alle huisjes zijn gelijkvloers met een puntdak en ze zijn allen alleenstaand.

 

Opeens staat de trein stil – iedereen kijkt direct naar buiten of we wellicht op een perron zijn aangekomen maar niets is minder waard. We staan in een bos en je hebt zin om uit te stappen wat link is – de trein gaat zonder notitie weer rijden en je wilt hier niet achterblijven in dit “no-ones” land. De trein schokt zich weer voorwaarts en we schudden heen en weer door het Siberische land heen. 

 

Tyumen-stop

Vooral bij de verbindingstukken is het even oppassen want hier kijk je zo door op de rails die eronder ligt.

 

We stoppen bij de stad “Tyumen” wat het eerste fort blijkt geweest te zijn in Siberië nadat de Russen de Tartaren aldaar hadden verslagen; ik weet alleen dat het lichaam van “Lenin” hiernaartoe is gebracht in 1941 toen de Duitsers aan de poorten van Moskou rammelden.

 

We rijden inmiddels over de onmetelijke Barabinskaja-steppe, waar tot aan de horizon slechts gras te zien is. We kiezen er vanavond voor om met een klein groepje in de restauratiewagen te eten. Natuurlijk is het wat duurder maar ziek van de noedels willen we een echt bord voor onze neus en een keuzemenu al is er niet veel te kiezen. Meer als de helft van de gerechten is niet verkrijgbaar. Met z’n vieren bestellen we een maaltijd en nemen een heerlijk koud biertje erbij. 

 

’s Avonds horen we “Joanna”, het Franse meisje zelfs trachten Mongools te spreken met de dames van de trein. Het verblijf in zo’n trein een paar dagen doet je denken aan een schoolkamp o.i.d. – verplicht spreken met elkaar is afgelopen en terwijl de een een boek leest, zitten de anderen te kletsen terwijl iemand zich probeert op te frissen, naar buiten staat te turen of muziek luistert.

 

Het is al laat als we de grote stad “Omsk” aandoen waar we ons horloge weer een uur mogen verzetten.



dag 4: krasnoyarsk - tayshet


Heel vroeg in de morgen schijnen we door “Novosibirsk te zijn gereden. De in 1893 gestichte stad Novosibirsk is de derde stad van Rusland en de het belangrijkste industriële centrum van Siberië. Gelegen aan de rivier de Ob staat de stad bekend om z’n uitgaansleven – voor de rest schijnt er weinig te beleven te zijn.

 

Na deze grote stad voert de trein ons door uitgestrekte berkenbossen, opgevrolijkt door de witte obelisk bij kilometerpaal 3932, die aangeeft dat je op weg van Moskou naar Beijing precies halverwege bent. Vooral de hutten van het dorpje Minino rond kilometerpaal 4070 zijn schilderachtig.

 

Krasnojarsk

De stad Krasnojarsk werd in juli 1628 gesticht als fort gebouwd bij de samenvloeiing van de rivieren Katsja en Jenisej, om de grens te beschermen tegen aanvallen van de Tataren. Later zorgden de ontdekking van goud en de komst van de trans-Siberische spoorlijn voor verdere groei.

 

In de 19e eeuw was de stad het centrum van de Siberische kozakken. In de stalinistische periode was Krasnojarsk een belangrijk Goelag-centrum zoals het in tsaristische tijden al als ballingsoord had gefungeerd. Tijdens WWII werd ook hier een aantal fabrieken uit het westen van het land naar de regio verplaatst. Omdat de stad zo diep in Rusland ligt is het wellicht het centrum van de nucleaire wetenschap geworden.

 

Krasnojarsk-26 en Krasnojarsk-45 zijn twee dorpjes gebouwd rondom geheime complexen waar kernwapens geproduceerd werden. Onlangs heeft de stad een flinke opknapbeurt gekregen; historische gebouwen zijn gerestaureerd, trottoirs zijn herbestraat en vele pleinen zijn opgeluisterd met fonteinen. Een stad die i.t.t. grote delen van Siberië heuvels heeft en bebost.

 

Vlak na de stop in Krasnojarsk, steekt de trein de brede Jenisej over. Daarna volgt een heuvelachtig gebied met vele bruggen. We komen aan in de stad Tayset dat eind 19e eeuw werd gesticht om als voorraadpunt langs de Trans Siberie rails te dienen.

 

Tussen de jaren 30 en 50 zou de stad uitgroeien als het centrum voor goelag-arbeiderskampen gevolgd door krijgsgevangenkampen bevolkt door Japanners (van het Kwantung leger) en nazi’s. Na 1955 waren de meeste krijgsgevangenen gerepatrieerd. We komen bij een grote stad aan wat Irkoetsk blijkt te zijn. Hier zullen een behoorlijk aantal reizigers eruit gaan.

 

Ik moet door maar neem wel afscheid van twee van m’n medereizigers helaas.

 

Irkoetsk en het Baikal meer

Ooit floreerde hier de goudkoorts – nu is Irkoetsk het grootste economische, culturele en verzorgende centrum van Oost-Siberië. De stad werd in 1652 gesticht als garnizoensstad door de kozakken en nog geen 30 jaar later reeds had ze zich ontwikkeld tot het centrum van de Russische handel met China en Mongolië.

 

De oude stad is relatief ruim aangelegd en telt nog tal van historische, meestal in hout opgetrokken, panden. Vanwege deze historische allure wordt Irkoetsk ook wel "Het Parijs van Siberië" genoemd.

 

Het kristalheldere water van het Baikalmeer is het diepste en het grootste zoetwaterreservoir ter wereld dat door zo’n 300 rivieren worden gevoed. Het is zo groot als België en wordt grotendeels omringd door rotsachtige oevers met bos. Sinds 1996 staat het meer op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO. Het meer is rijk aan flora en fauna en herbergt unieke diersoorten als de baikalrob (een zoetwater-zeehond).

 

Het meer is in de winter volledig bevroren en al is het mogelijk het meer over te steken, het gevaar van onderkoeling is daarbij groot. De Olympische vlam werd op 29 september 2013 in Olympia ontstoken en werd o.a. meegenomen naar de bodem van het Baikalmeer dat ruim 1600 meter diep is.

 

Opeens verschijnt het gigantisch grote Baikal meer in beeld en verzetten we de klok weer ‘ns een uurtje naar voren. Uren en uren lijkt het te duren dat we langs het immense meer rijden.

 

We komen aan bij het plaatsje “Oelan Oede” waar de strategische splitsing is; hier zal de Trans Siberië express oostwaarts rijden richting Vladivostok waar wij zuidwaarts gaan richting de grens met Mongolië.

 

We hebben vanaf Moskou nu 5500 km afgelegd. Ook Oelan Oede is gesticht vanwege de handel tussen China en Mongolië enerzijds en Rusland anderzijds en is een opvallend groene stad. Onze trein kruipt verder naar de grens met Mongolië, Naushki, waar we ’s avonds aankomen. Hier rijdt de hele trein een gigantische remise in waar de hele trein met mensen en spullen erin wordt overgezet op een andere onderlaag.

 

Dit omdat de Russen bang waren voor een Oosterse inval. Het duurt zeker een uur of wat alvorens we Mongolië inrijden waar we ’s morgens zouden aankomen in de hoofdstad van het land, Ulan Bator.



ZIE OOK:





meer links:


Ulan Bator

MONGOLIE

De Gandan Hiid, een Tibetaans klooster in de hoofdstad van Mongolië; Ulan Bator. 

Alausi

ECUADOR

Vanuit Alausi kun je een prachtige treinrit maken naar El Nariz Del Diablo in Ecuador.