Kaliningrad

Bezienswaardigheden - Rusland




inleiding


Sinds het uiteenvallen van de Sovjet-Unie is het historische regio Oost-Pruisen wat tot 1945 deel was van Duitsland, een exclave van Rusland, ingeklemd tussen Polen en Litouwen. Kaliningrad, het vroegere Konigsberg, is de hoofdstad en is gelegen aan de Oostzee en aan de monding van de rivier de Pregolia (Pregel).

 

In de Duitstalige wereld wordt de stad nog overwegend Königsberg genoemd. In de omgangstaal is de gerussificeerde vorm Kjonigsberg. In de discussie over de toekomstige naam van de stad heeft dit veel aanhang omdat deze ook door de overwegend Russische bevolking geaccepteerd wordt. 

 

De uit rood bakstenen opgebouwde kathedraal is het symbool van de stad en staat in het oude centrum van de Pruisische stad. Andere bezienswaardigheden zijn het opnieuw opgetrokken Fischdorf dat als Pruisische nalatenschap moet dienen, het bunkermuseum en de vele stadspoorten en forten in en rond de stad.

 

Het nieuwe centrum is op zich ook de moeite waard met drukke en brede winkelstraten, grote schaduwrijke parken en moderne warenhuiscomplexen. Tenslotte kun je in de buitenwijken soms nog het verleden ruiken en de niet opgeblazen Pruisische gebouwen vinden.


highlights


Het oude centrum:

Het vroegere dichtbebouwde stadscentrum van voor WW2 bestaat nu uit parken en brede straten. Op de plek van het voormalige Slot van Koningsbergen staat nu in de jaren zestig gebouwde Huis van de Sovjets.

 

Hoewel het massief gebouwde Stadtschloss technisch nog wel voor herstel geschikt was, het gebouw was weliswaar uitgebrand en had geen dak meer maar de massieve muren stonden nog redelijk intact overeind, werden deze muren in 1957 als symbool van Pruisische macht met dynamiet opgeblazen.

 

Er zijn wel plannen om het oude kasteel terug te laten keren. Even verderop staat het oude beursgebouw van de stad.    

 

Kneiphof

Op het Kneiphof staat de uit rode baksteen opgetrokken “Dom van Koningsbergen”, het enige gebouw van de oude stadsbebouwing dat de Russische autoriteiten als ruïne lieten staan, en dat na 1990 met Duits geld werd gerestaureerd. De kerk stammend uit het jaar 1333 wordt tegenwoordig als cultuurcentrum gebruikt.

 

In het museum (200R entree) kun je de houten “Wallenrodt” bibliotheek bekijken en o.a. het dodenmasker van filosoof Immanuel Kant. Binnenin bevinden zich twee kleine gebedsruimtes en achter de Dom bevindt zich het graf van Kant. 

 

Je kunt via de “honingbrug”, de oudste van de stad naar het bijna Disney-achtige Fischdorf wandelen. Aan beide zijden van de rivier is getracht de Pruisische  nalatenschap nieuw leven in te blazen. Houten fel gekleurde gebouwen, een oude witte vuurtoren en de “Jubilee” voetbrug doen je terugdenken aan oude tijden. 

 

Er zijn twee wijken waar je nog de Pruisische stijl woningen in hun oude glorie kunt bezichtigen. In Maraunenhof zijn vele gebouwen opgeknapt en gerenoveerd terwijl in de wijk Amalienau (Kutuzova straat) je nog iets van authensiteit kunt bespeuren.


Het nieuwe centrum e.a.: 

Het tegenwoordige stadscentrum bevindt zich in het noordwesten van de oude stad aan Plosjtsjad Pobedy. Aan het plein bevindt zich een theater, het Station Kaliningrad Severny, het stadsbestuur, vele bedrijven en de Russisch-orthodoxe Christus de Verlosserkathedraal.

 

Even verderop ligt de brede, drukke Mira boulevard. Hier kun je volop winkelen en er zijn talloze restaurants en hotels gevestigd. Ook de dierentuin is hier gelegen. Andere interessante gebouwen in het oude centrum zijn o.a. het “World Ocean” museum en het bunkermuseum (zie musea).   

 

Het barnsteenmuseum is gelegen in de attractieve Dohna toren, een oud bastion dat als onderdeel van de stad’s oude defensieve ring geld. Kaliningrad heeft een keur aan nog aanwezige stadspoorten en andere defensieve forten en muren.

 

De Koningspoort is de bekendste poort van de stad maar andere zijn o.a. de de Wrangeltoren, Brandenburgsepoort, Sackheimpoort, Friedrichsburgpoort, Rossgärtnerpoort en de Friedländpoort.

 

Er zijn 13 poorten in totaal.  

 

Vesting Konigsberg

Er zijn rond de stad niet minder dan 15 forten gebouwd als buitenste defensieve ring. Allen zijn gebouwd tussen 1872 en 1892 en allen zijn zwaar op de proef gesteld bij de verdediging van de stad tijdens de laatste maanden van WW2 toen het als “vesting Konigsberg” bekend stond. Fort V "Friedrich Wilhelm III" werd tijdens de slag om Königsberg door een tweehonderd man tellend Duits garnizoen verdedigd.

 

Het garnizoen capituleerde op 8 april 1945, na 16 uur lang hevig verzet te hebben. Vijftien Sovjet soldaten kregen voor deze actie de titel "Held van de Sovjet-Unie' toegereikt. Er staat tegenwoordig een permanente expositie van Wo2 gerelateerde oorlogstuig tegenover het fort. Ook is er een gedenkteken voor de Russische soldaten helden die het fort ingenomen hebben.

 

Het fort zelf is een ruïne met een brede gracht, een stenen – en aarden muur en is niet te betreden. Er zouden nog volledig intacte loopgraven en artillerie vuurposities te zien zijn.



Svetlogorsk: 

De stad Svetlogorsk, gelegen op het “Samlandse” schiereiland werd voor eerst genoemd in 1258 en door de Duitse Orde veroverd. In de vroege 19de eeuw werd Rauschen een modieuze badplaats voor Duitse vakantiegangers. Op 24 juni 1820 werd het officieel erkend als een kuuroord.

 

Tijdens zijn bezoek in 1840 aan Rauschen werd door koning Willem IV van Pruisen bevolen om de zeekade te verfraaien. De komst van een spoorwegverbinding met Koningsbergen (nu Kaliningrad) in 1900 gaf het toerisme een duw in de rug. In 1945 werd Rauschen veroverd door de Sovjet-Unie terwijl het bijna onaangetast door de oorlog kwam.

 

Het werd een deel van de Oblast Kaliningrad en werd in 1946 hernoemd naar Svetlogorsk. Thans is het een zomerbadplaats met een strand, vele kuurbaden, clubs en attracties. Maar misschien het hoogtepunt zijn een aantal prachtige exemplaren van oude Pruisische gebouwen. Een ander bezienswaardigheid is de “Jugendstil” watertoren.


>> Lees hier over de protserige villa's van Jurmala in Letland



geschiedenis - kaliningrad


De oorspronkelijke bewoners van de streek waren Baltische stammen als de Pruzzen (Pruisen), die met andere regionale stammen etnisch samenhingen met de Litouwers.

 

Pruisen, verdeeld in West- en Oost-Pruisen, werd sinds ca. 1220 het land van de Duitse Orde. In een aantal veldtochten werden de Pruzzen met geweld onderworpen door de ridders, die daarna het land bestuurlijk inrichtten op een voor de tijd zeer moderne wijze.

 

Zij stichtten een dicht netwerk van tientallen burchten, legden daarbij versterkte stadjes aan en bevolkten deze met immigranten uit het westen van het Duitse Rijk waaronder ook de toenmalige Nederlanden begrepen moeten worden.

 

Op het platteland werden honderden dorpen ingericht en eveneens bevolkt met migranten uit het westen van Duitsland en uit de Nederlanden. Dit maakte deel uit van de zogenaamde Oostkolonisatie. In de 17de eeuw waren beide bevolkingsgroepen zodanig vermengd geraakt dat een nieuwe spreektaal in algemeen gebruik gekomen was: Nederpruisisch. 

 

De Duitse orde

Koningsbergen werd gesticht als een burcht van de ridders van de Duitse Orde op de plek van het Oud-Pruisische dorpje Twangste in januari 1255. De burcht werd vernoemd naar koning Ottokar II van Bohemen, die een bondgenoot in de onderneming was. Voor die tijd was de regio sinds Romeinse tijden bekend vanwege de winst van amber.

 

Verschillende vestigingen groeiden samen in de 13e eeuw en mensen begonnen de aaneengegroeide gemeenschap Koningsbergen te noemen. In 1368 trad de stad toe tot het Hanzeverbond.

 

Na de secularisering van de Duitse Orde in de begintijd van de reformatie werd de stad in 1525 residentie van het hertogdom Pruisen, de eerste protestante Europese staat. De Duitse Orde moest bij de Vrede van Thorn (1466) de Poolse koning als leenheer erkennen.. In januari 1701 werd in de Koningsberger domkerk Frederik I tot eerste koning in Pruisen gekroond, wat Koningsbergen enkele decennia lang de status van hoofdstad van het nieuwe Koninkrijk Pruisen verleende. 

 

Tussen 1740 en 1763 werd Königsberg geografisch centrum in verschillende oorlogen tussen Pruisen, Polen en Rusland en van 1758 tot 1763 was het door Russische troepen bezet. In 1772 kwam, onder koning Frederik II de Grote, ook West-Pruisen onder Pruisisch gezag.

 

Deze nieuwe aanwinsten kregen in 1773 officieel de naam West-Pruisen een naam die zij al in de middeleeuwen hadden bezeten toen dit gebied nog onder de Duitse Orde behoorde. Oost- en West-Pruisen waren van 1824 tot 1829 in personele unie en van 1829 tot 1878 in reële unie als provincie Pruisen verenigd. Sinds 1871 maakte de provincie deel uit van het in dat jaar opgerichte Duitse Keizerrijk. 

 

Tijd van Napoleon: 

In 1806 werd het Koninkrijk Pruisen door Napoleon verslagen. In het verlengde hiervan trok zijn leger in 1807 Oost-Pruisen binnen en leverde twee veldslagen bij Preußisch Eylau en Friedland. In deze veldslagen werd het land gebrandschat en vielen aan beide zijden tezamen zo'n honderdduizend soldaten. Kort daarop sloot Napoleon in de stad Tilsit vrede met de koning van Pruisen en de tsaar van Rusland, de zogenaamde Vrede van Tilsit. Bij die gelegenheid probeerde Koningin Louise van Pruisen de Franse keizer in een gesprek tot mildere vredesvoorwaarden te bewegen, zonder resultaat.

 

Oost-Pruisen was in deze laatste fase van Napoleons heerschappij, met het oog op de invasie van Rusland, de verzamelplaats van honderdduizenden soldaten van de Grande Armée die het land van zijn welvaart beroofden en berooid achterlieten. Zoals een eeuw daarvoor braken weer hongersnoden en epidemieën uit waaraan opnieuw een aanzienlijk deel van de bevolking ten offer viel.

 

Centrum van Pruisen

Opnieuw was minstens een halve eeuw nodig om het bevolkings- en welvaartspeil van vóór de eeuwwisseling te herstellen. In de nadagen van het Napoleontische keizerrijk was Koningsbergen het bestuurlijke en geestelijke centrum van Pruisen. 

 

Vanaf toen zou Pruisen een belangrijke macht in Europa worden welke na 1815 vrijwel de gehele Noord-Europese Laagvlakte van Rusland tot aan de Nederlandse grens zou beheersen. De liberale hoofdstad Königsberg groeide in de eerste helft van de 19de eeuw uit tot de tweede stad van Pruisen, na Berlijn. Haar economische basis lag in de transithandel vanuit Rusland en Polen.



WWI en daarna: 

WW1 bracht opnieuw oorlog in het land. Russische legers vielen in augustus 1914 binnen en veroverden het gehele oosten en zuiden. De nederlaag in de Slag bij Tannenberg drong ze na een maand terug, maar ze probeerden het – tevergeefs – nog twee maal.

 

In die periode sneuvelden er 100 duizend Russische soldaten en vielen er 10 duizend burgerslachtoffers, een moesten half miljoen mensen vluchten, werden 40 duizend gebouwen geheel of ten dele verwoest, werden 40 stadjes en 1.900 dorpen platgebrand en verdween alle vee naar Rusland.

 

Herhaaldelijk had de bevolking in de oorlogsjaren sindsdien te lijden aan gebrek aan voedsel en na de Duitse nederlaag werden in de hoofdstad Königsberg communistische arbeidersraden geïnstalleerd waartegen de 'Gutsbesitzer' op het platteland zich bewapenden.

 

Na WW1 moest het verslagen Duitsland een flink stuk van zijn oostelijke gebieden afstaan aan het heropgerichte Polen, zoals geheel West-Pruisen. Oost-Pruisen met als hoofdstad Koningsbergen, bleef Duits, maar was nu door de Poolse Corridor gescheiden van de rest van het land.

 

Aangezet door de vijandige Poolse politiek, die erop uit was de tot enclave gedegradeerde provincie te isoleren en eventueel uiteindelijk te annexeren, werd vanuit Berlijn met omvangrijke subsidies voorkomen dat de economie in zou storten en de bewoners zouden wegtrekken. Toch kreeg de economie van Oost-Pruisen het tijdens de crisisjaren nog meer dan in de rest van Duitsland te verduren.

 

Hitler's partij

De inwoners van Oost-Pruisen stemden mede daarom al vroeg in meerderheid op Hitlers partij en maakten van hun provincie een van de eerste bolwerken van de nazi's, hoewel een liberale gezindheid in Koningsbergen zich nog wel enige tijd kon handhaven. Na de Duitse nederlaag moest het land conform het Verdrag van Versailles (1919) verschillende gebieden afstaan. 

 

Gedurende het grootste deel van WW2 lag de stad te ver van de frontlinies om door geallieerde bommenwerpers bereikt te worden maar in augustus 1944 werd de historische binnenstad toch uiteindelijk grotendeels verwoest door Brits-Amerikaanse bombardementen.

 

Adolf Hitler riep de stad in de laatste oorlogsmaanden uit tot vestingstad die tot elke prijs verdedigd moest worden door de inwoners. Maar de meesten van de 370.000 inwoners bleven tegen wil en dank in de stad, omdat de nazi's iedere voor-evacuatie verboden hadden; op overtreding stond de doodstraf.

 

De meeste burgers van Koningsbergen ontvluchtten in de laatste maanden van de winter van 1944-1945, toen de nazi's hun ijzeren greep op de bevolking vrijwel verloren hadden, de stad in westelijke richting naar de kust of de nabije havenstad Pillau, waar velen door de Duitse marine over de Oostzee zijn geëvacueerd. Wetende dat ieder gewonnen uur het leven van duizenden wanhopige vrouwen, bejaarden en kinderen redde, vocht de Duitse Wehrmacht tegen zijn oppermachtige Sovjet-tegenstander.

 

Annexatie volgt: 

Niettemin kwamen vele vluchtelingen door Russisch (vliegtuig)vuur of door de strenge vorst om het leven. Ook verscheidene met tienduizenden vluchtelingen afgeladen schepen werden op de Oostzee getorpedeerd door Russische duikboten. Op 6 april 1945 zette het Rode Leger het eindoffensief tegen de stad in, waarna op 9 april de capitulatie volgde. Bij de verovering door de Sovjets waren er nog 150.000 Duitse inwoners in de stad.

 

Van de resterende bevolking kwam in de jaren 1945-1947 het overgrote deel, ongeveer 130.000 mensen, om door honger, ziektes en Russische wraakacties. Het noordelijk deel van Oost-Pruisen met Koningsbergen werd vlak na verovering geannexeerd door de Sovjet-Unie. De resterende Duitse bevolking werd in de naoorlogse periode naar het huidige Duitsland gedeporteerd. De laatste Duitsers vertrokken, op enkele uitzonderingen na, in de jaren vijftig van de 20e eeuw.  

 

In 1946 werd de stad omgedoopt in Kaliningrad, naar Michail Ivanovitsj Kalinin, de kort tevoren overleden president van de Sovjet-Unie en een bondgenoot van Stalin. Na de verdrijving van de Duitse bewoners werd de stad en omgeving herbevolkt door vooral Russen en kleinere groepen van meest Wit-Russen en Oekraïners. Na de oorlog volgde een snelle wederopbouw, naar Sovjet-Russisch model. Hierbij werd het oude Duitse stratenpatroon grotendeels losgelaten en werd de bijna volledig verwoeste binnenstad deels herbouwd met grote, grauw-betonnen flatgebouwen.

 

Gesloten stad

De stad werd van groot strategisch militair belang als steunpunt voor de Sovjetmacht, vooral voor de marine, met onder andere de marinebasis in Baltisk, het vroegere Pillau. Kaliningrad was vele jaren een zogenaamde gesloten stad,. De enclave had een voornamelijk militair-strategische betekenis en het ommeland werd dan ook sterk verwaarloosd. Pas in 1991 ging de stad weer open, en konden ook de Duitsers haar voor het eerst na ongeveer 45 jaar weer bezoeken.

 

Opmerkelijk is dat er sinds ongeveer 1991 een toegenomen aanwezigheid van 'Duitsers' in de stad en omgeving is. Na de Duitse hereniging mochten alle Volksduitsers, uit Oost-Europa die aantoonbaar Duitse voorouders hebben naar Duitsland emigreren/vluchten. Er was zelfs even sprake van een onafhankelijke vierde Baltische staat. Er werd olie voor de kust gevonden en de regio kreeg ook een  “boost” vanwege de herkomst van Poetin’s ex-vrouw.  

 

Heden: 

In de Bondsrepubliek Duitsland ontstonden verenigingen van vluchtelingen uit Oost-Pruisen en andere vroegere Duitse gebieden. Deze probeerden de annexatie van hun woongebieden als onrechtmatig op de politieke agenda te houden. In 1970 deed de Bondsrepubliek Duitsland voorwaardelijk, in 1990 na de hereniging van Duitsland definitief, afstand van aanspraken op Oost-Pruisen en de andere gebiedsdelen. In 2006 werd begonnen met de bouw van een nieuw toeristisch centrum in de stad, Fischdorf. 

 

Deze nieuwe stadswijk met Duitse naam werd gebouwd in oude Pruisische stijl. Hotels en restaurants hebben een Duitse naam. Begin november 2008 raakte via president Dmitri Medvedev bekend dat Rusland geavanceerde Iskander-raketten gaat stationeren in Kaliningrad als tegengewicht voor het geplande Amerikaanse raketschild op Pools en Tsjechisch grondgebied.


>> Lees hier de gehele slag in Oost-Pruisen tijdens WW2



kaliningrad - tips & advies (2016)


De luchthaven heet Chrabrovo en ligt op zo’n 24 km ten noorden van het stadscentrum. Kaliningrad heeft twee treinstations te weten; “Severny” (noorden) en de iets grotere “Yuzhny” (zuiden) waar de meeste internationale vanuit vertrekken en aankomen. Het busstation is direct naast het zuidelijk gelegen “Yuzhny” treinstation gelegen.

 

Kaliningrad – Svetlogorsk: bus 118 vanaf busstation, elke 20 minuten, 87R. In Svetlogorsk is geen busstation – het eindpunt is voor het treinstation.

 

Kaliningrad – Olsztyn (POLEN): er zijn twee busmaatschappijen die richting Polen gaan (de meeste gaan richting Gdsank) te weten “Ecolines’ en “Kenigauto” (eigen kantoor bij busstation). Ecolines rijdt 3x per week een buslijn om 12:30 – aankomst 17:40 in Olstzyn. Prijs is 640R.


  • Naam : Festung Königsberg - Bunkermuseum Kaliningrad

Adres : Universiteitskaya 2a

Prijs : 150R

Tijd : 10:00 – 16:00 (maandag gesloten)

 

Inhoud:

Deze bunker diende tijdens de Slag om Königsberg als ondergrondse commandopost en hoofdkwartier van de hoog aangeschreven Duitse generaal Otto von Lasch. Dit was tevens de plek waar de capitulatie van de stad werd getekend. Tegenwoordig kan men hier diorama's en fotomateriaal van de slag bezichtigen.

 

De bunker is 42 meter lang, 15 meter breed en 7 meter diep gelegen. Er zijn 21 kamers waarvan er 17 gebruikt werden door de staf van het hoofdkwartier.



Naast de dierentuin zit eetcafé “Vienna” met een leuk terras en bar binnen. Personeel is vriendelijk en ze hebben een internationaal menu. Het bier is wel wat aan de dure kant (wit en donker).


  • Naam : Hostel Oh my Kant

Adres : Jablaka straat 34

Prijs : 350R (slaapzaal)

Tel.nr. : 8 (4012) 5257 66

Website: http//ohmykant.ru

 

Inhoud:

Het hostel ligt in het westen van de stad niet ver van de wijk “Amalienhof”. Met marshrutka 63 (bij Karl Marxstr eruit vlakbij het oorlogsmonument en daarachter kerk) ben je in 15 minuten in het centrum. Het hostel is eigenlijk een grote villa met een ruime openbare ruimte beneden inclusief keuken, biertafel en zitstoelen.

 

Er zijn twee slaapzaalkamers en een double. Boven en beneden is een wc en douche. WIFI is gratis net als thee en koffie. Het is wel een nadeel dat je constant met het hostelmeisje zit opgescheept.



zie ook:





meer links:


Gdansk

POLEN

Het voormalige Danzig heeft een zeer roerig verleden maar is ook gewoonweg een mooie stad. 

Klaipeda

LITOUWEN

Klaipėda (het voormalige Duitse Memel) de belangrijkste havenstad van het land.