Galati

Reisverhalen - Roemenië



inleiding


Het is m’n bedoeling vandaag om van de Donau Delta in Roemenië naar Lac Rosa te reizen met openbaar vervoer. Ik ben met een Duits meisje en we hebben samen geslapen in een kamer in Crisan midden in de delta.

 

We zitten nu op de boot terug naar Tulcea om daar op te splitsen en de bus te nemen verder Roemenië in.


De Delta uit


Het is al vrij druk op de kade in Crisan en het blijkt dat veel mensen teruggaan vanochtend naar Tulcea. We kopen een kaartje bij een vrouw die in een houten hokje zit dat net naast de betonnen veranda staat waar de boot aanmeert.

 

Het gaatje is superklein en je moet eerst ‘ns goed kijken of er wel iemand inzit en of zij niet bezig is met iets anders. Na het kaartje nemen we plaats op een stenen muurtje, kijken naar de zwerfhond die ligt te rollebollen in de prut en zien exact op tijd (8:25) de boot aankomen; de Banat.

 

We persen ons de boot op omdat deze al behoorlijk vol zit en vinden nog net twee plekjes op een bankje op de eerste verdieping. Veel families waar ik het eerste blikje bier hoor openen. Anderen zitten verveeld te kaarten, een computerspelletje te spelen of te dammen. Katy ligt half weg te dommelen als ‘ns goed naar dit jaren 70 decor zit te kijken; donkerbruine houten wanden, tafels en leren stoeltjes, een paar spiegels, gordijntjes voor de ramen en boord plafonds.

 

Er zijn aan beide zijden twee klapdeuren aanwezig, ook van bruin hout. Natuurlijk als we aankomen gaat de hele bups naar het bus ticket loket om kaartjes te kopen – ook wij en het is een gevecht hier. Mensen duwen en trekken, grote tassen en koffers die in de weg staan en wij die de taal niet rijk zijn. Ik koop een kaartje naar de industriestad Galati. Voordat de bus gaat kopen we snel nog wat Covrigi als lunch.

 

We nemen afscheid en om 12:00 rijdt m’n minibusje tjokvol weg van de havenstad.


De machtige Donau over


Kijkend op m’n kaart in de bus zie ik dat hier heel vlakbij de grens met “Oekraïne” moet zijn alsmede de Donau rivier. We kronkelen langs meren, rollende heuvels en zigzaggen door het landschap heen waar in de verte grote bossen te zien zijn.

 

Na twee uur tuffen stoppen we voor de machtige Donau rivier – aan deze zijde liggen mensen te zonnen op de kleine grindstrandjes terwijl aan de overkant op de oever “Galati” is gebouwd.

 

Ik koop een kaartje (1,50 Lei) en ben net te laat om de ferry op te gaan die voor de kant ligt. Terwijl de wind hier behoorlijk waait zie ik deze in een grote lus naar de overkant varen terwijl z’n broer hetzelfde doet naar ons toe.

 

Er gaat wel behoorlijk veel tijd verloren en zoveel is hier niet te zien – aan de overzijde zien we naast de appartementenblokken van de stad, een lange TV antenne en grote hijskranen staan die zo te zien in het verleden vracht van boten hebben gelost. 

 

Aan de andere kant

Zo’n drie kwartier later kom ik aan de overzijde van de Donau aan en wandel tezamen met de auto’s en busjes die zich op dezelfde ferry bevonden de oever op.

 

Op zoek ben ik naar een pinmachine, een hotel (om te vragen naar goedkope accommodatie), een informatiecentrum of wellicht een reisbureau – geen kans, het is zaterdagmiddag en de meeste winkels zijn al gesloten. Dan ontmoet ik een man die van wanten weet – hij kent een hotel wat tegen de “Donau” rivier ligt.

 

Onderweg veel straathonden en een paar zigeuners die affances maken – ik weet dat je daar voor moet oppassen anders heb je straks de hele familie op je dak. Na weer een paar straten vind ik een prachtige villa (Villa Belvedere) die uitzicht bied over de rivier – dit is veel te duur, dat weet ik nu al. Toch stap ik naar binnen en vind een heel lief meisje bij de receptie die ook nog ‘ns goed Engels spreekt. 

 

De prijzen zijn inderdaad te duur maar zij gaat zoeken op internet en vind na verloop van tijd iets voor me – het heet “Das Hotel” en ligt achter het bus- en treinstation en de markt. Beetje jammer dat er geen adres bijstaat, alleen een postcode; en ook de naam is niet echt pakkend en speciaal. Is het Duits?



Das Hotel


Ik loop terug naar de brede weg en wordt met een trolleybus naar het bus en -treinstation gebracht. Het terrein erbij en ervoor zien er niet uit – een groot vervallen gebied met veel oude troep en verderop een paar appartementenblokken – ook de reis door de woonwijk met de bus was afschuwelijk – veel straathonden, mensen die in afvalbakken liepen te poeren en oude meuk.

 

Het treinstation van binnen ziet er dan opeens keurig uit – een display, winkeltjes en een paar loketten. Bij het “planetarium-busstationnetje” vraag ik naar bussen voor morgen. Ik pak m’n tas weer op en wandel richting industrieterrein met het kaartje wat ik op internet heb gezien in het hotel eerder op m’n netvlies.

 

Het moet hier ergens achter liggen. Grote fabrieksterreinen, opgebroken straten en daarachter een zeer armoedige woonwijk – volgens mij is het hier niet.

 

In de opengebroken gedeelten ligt afval en het stikt er van de zwerfhonden. Ik moet het vinden voordat het donker wordt want dan wordt het gevaarlijk hier. Eindelijk vind ik iemand die het weet – maar het is nog wel een stukje lopen zegt het meisje.

 

Dat heb ik geweten – eerst een heel recht stuk langs een witte stenen muur die hier en daar is afgebroken – erachter liggen oude treinrails met een aantal wagons erop die nog uit de oorlog komen zo te zien. Alles is begroeid en het moet een walhalla zijn voor honden en ander gespuis.

 

Eindelijk gevonden - als ik het pad oploop, veel stemmen en als ik binnen kom hoor ik wat ik niet wil horen van de vrouw achter de receptie – ze zit vol. Vol?


Een bruiloftsfeestje


Met een diepe zucht zegt ze sorry en vraagt of ik even op “haar’ stoel wil zitten achter de balie. Ook zij zoekt op internet maar vind niets. Dan vraag ik naar verloop van tijd of ik misschien in de tuin m’n tent kan opzetten. 

 

Dat is niet zo’n goed idee met al die honden en vreemde figuren – ze praat met een aantal mannen die zijn binnengekomen en zegt dan dat het niet veel is maar dat ik achter de mannen moet aanlopen. We lopen door een steegje naast het gebouw een groot leeg parkeerterrein op waar een aantal honden op mij afkomen.

 

Het is goed volk en we lopen een beveiligheidshokje in waar een bankbed staat – een bank die gebruikt wordt als bed. De oudere van de twee wijst op de bank en zegt dat ik hier kan slapen vannacht. Ik vind het allang prima al moet ik wel even navragen bij de vrouw of dit wel helemaal veilig is.

 

Ik maak duidelijk dat ik wat wil eten en nadat ik wat belangrijke zaken uit m’n tas heb gehaald loopt een van de mannen met mij mee terug naar het hotel. De vrouw durft het bijna niet te vragen maar ik zeg dat ik heel blij ben met deze slaapplaats.

 

Ik wandel met de andere man mee over de brede weg heen richting de groente grootmarkt waar ik eerder al langs ben gelopen. Tussen twee grote loodsen in schijnt een leuk restaurantje te zitten die ik anders nooit gevonden had. Ernaast zit zelfs een klein winkeltje. Een bord schnitzel, patat en wat salade en ik voel mij alweer een stuk beter. Volgens mij ben ik de eerste buitenlander die ooit voet heeft gezet in dit restaurant want ik ben de hit van de dag. Ik ga terug naar het hotel waar ik de vrouw even alleen spreek.

 

De bedrijfskantine

Ja, het is zeer veilig – de ene man is bewaker van het parkeerterrein en de ander van het hotel. Beiden werken vannacht en je bent dus de enige die daar slaapt. Ik zou graag een biertje willen drinken en achterin het hotel is een ruime die wat wegheeft van een bedrijfskantine. Er zijn een aantal tafels aan elkaar geschoven en deze staat vol met cake, chips, drank en volle asbakken. Ik kan plaats nemen aan de kop aan de andere kant en ik open m’n notebook. De mensen bieden mij cake aan die speciaal voor feestdagen gemaakt wordt (cozonac), palinka en chips. 

 

Er wordt een bruiloft hier gevierd vandaar – en dat moet ook de reden zijn waarom alles volgeboekt is.


Parkeerbeheer


Als het buiten al donker is sluit ik m’n pc en loop met een andere bewaker van het hotel terug naar m’n keet. Er staat een vrachtwagen op het terrein en de chauffeur komt mij bekend voor – is dat niet de man die ik net in het restaurant heb gezien?

 

De oude bewaker wil even praten en bied mij een stuk watermeloen aan die hij snijd op het gammele bureau in de keet. Er hangt een poster van een sexy dame die inmiddels wat vergeeld en verkleurd is en wat andere krantenknipsels.

 

Het is hier snikheet en er vliegen veel muggen in het rond maar ik ben al blij dat ik ergens m’n hoofd kan neerleggen. Ik vraag de man waarom er zoveel bewaking rondloopt hier? Hij wijst naar rechts, naar de grens met Moldavië – bandito’s Moldava zegt ie. Het is nog geen tien uur als ik m’n bed opzoek – trek mijn schoenen uit, maak een kussentje en knoop wat dingen aan elkaar. Ook zet ik de wekker en omdat het licht van de parkeerplaats naar binnen schijnt, heb ik geen zaklamp nodig.

 

Natuurlijk slaap ik niet direct in – de honden slaan om de zoveel minuten aan, er komen een aantal trucks door het grote hek om hier “betaald’ te mogen parkeren (zelfs zij willen dus betaald en beveiligd parkeren blijkbaar hier). De deur staat open en ik hoor buiten het grootste hondenkoor ooit gehoord.


Een Hondenkoor


Ik ben natuurlijk al een paar keer wakker geworden in m’n keet – het is inmiddels licht en minstens drie trucks moeten vannacht mij gewekt hebben. Grote lichten over het parkeerterrein, het ijzeren zware hek open en dicht en zelfs iemand die begon te toeteren. En natuurlijk de honden. Maar het laatste gedeelte van de nacht heb ik toch een paar uurtjes gepakt.

 

De oude bewaker komt met een lach binnen en ik lieg als ik zeg dat ik perfect geslapen heb. Desalniettemin ben ik hem zeer dankbaar. Ik trek m’n schoenen aan, pak m’n tas en geef hem ondanks mijn nog dikkere hand en arm (van de wespenprik van gisterenmorgen) een ferme hand.

 

Even later zit ik in de bus naar “Bicaz”.



zie ook:



meer links:


Banska Bystrica

SLOWAKIJE

Banska Bystrica staat vooral bekend vanwege het opstandingsmuseum (de opstand in WW2). 

Ruse

BULGARIJE

Ruse is een stad in het noorden van Bulgarije op de grens (rivier de Donau) met Roemenië.