Reisverhalen - Roemenië

"lacul rosu"



zigeuner-land


Onderweg in de bus in noordoost Roemenië zie ik het landschap waar ik bekend mee ben – glooiende heuvels met veel landbouwgrond, af en toe wat bos en we passeren soms een rivier.

 

In “Tecuci” zit de perfecte zigeunerin op een bankje – ze heeft een rode plooirok aan met glinstertjes, een gele trui met allerlei dingetjes eraan (het lijken wel kleine spiegeltjes) en een rode met groen hoofddoek om.

 

Pikzwarte paardenstaarten aan beide zijden ingepakt met rode en gele linten die ze voor haar oren draagt, grote zilveren oorbellen en zwarte ogen die helaas alles goed in de gaten houden.

 

Zonder enig oponthoud kom ik rond een uur in “Bicaz” en we stoppen op een kleine parkeerplaats. Ik vraag nog even of er hier geen station is maar die blijkt er niet te zijn. Daarnet zag ik een bord staan met m’n bestemming erop: “Lacul Rosu” en ik wandel die kant op. Er is zelfs een bushalte maar ik loop eerst even een supermarkt in want ik barst van de honger. IK koop een brood en een salamiworstje en buiten nog een stuk pizza.

 

Daar vraag ik ook even na of hier de bus komt. Ja, die komt wel, morgen… het is vandaag zondag en er rijdt geen bus. Dat meent ze toch niet?


De “Bizac” vallei


Ik peuzel nog aan m’n pizza stuk als ik eigenlijk zomaar m’n vinger opsteek – en het is ongelofelijk maar de eerste auto stopt. Het is een Roemeense man, een zakenman op weg naar z’n werk en hij wil graag z’n Engels ophalen en wist dat ik geen lokaal iemand was aan m’n uiterlijk, gedrag en spullen. Ik gooi m’n tas achterin en we gaan op weg.

 

Hij vertelt over z’n werk, z’n reizen, hobby’s en z’n vrouw en natuurlijk is hij zeer geïnteresseerd in m’n verhaal. Wat doet een wereldreiziger in dit stukje van Europa en Roemenië? Onderwijl rijden we de bergen weer in en zien rijen geparkeerde auto’s staan – dit moet de “Bicaz gorge” zijn.

 

Het is een wild stromende beek die tussen de weg en de rotswand door buldert en soms heel smal wordt. De rotswand hangt zo nu en dan helemaal over de weg heen maar m’n chauffeur heeft het druk genoeg de vele geparkeerde auto’s, souvenirstalletjes, honden en wandelende mensen te ontwijken.

 

Ik geniet met volle teugen van dit tafereel ook al ben ik blij dat ik hier geen “topic” van gemaakt heb – het is leuk om te zien maar niet echt een hoogtepunt al zal menig Roemeen (aan het aantal mensen hier te zien) het totaal met mij oneens zijn. Na ongeveer een uurtje rijden wederom vele souvenirwinkels, restaurants, cafés en het meer – maar het is helemaal niet rood? 

 

Een bootjes-parade

We zeggen gedag en ik neem een kijkje vanaf hier naar het meer dat vol ligt met bootjes met toeristen erin. Gezien de nummerborden (Roemeens, Italiaans en Hongaars) zijn hier veel buitenlanders maar dit blijkt totaal het geval niet.

 

De Italiaanse nummerplaten zijn gewoon van Roemenen die daar een auto hebben gekocht en daar werken. Ze zijn hier alleen voor de vakantie. En er wonen hier gewoonweg nog verschrikkelijk veel Hongaren.  

 

Ik wandel langs de weg terug naar waar ik een aantal hotels, pensions en een campingbord heb gezien en ga op onderzoek uit. Het eerste pension dat ik inloop is geen mens te bekennen; achter het gebouw vind ik een meisje dat in het andere gedeelte van het pension werkt – de prijs is 100 Lei en ik weet genoeg. Voor de rest weet ze weinig; niets over een ander (goedkope) plaats, niets over een bus voor morgen en niets over een informatiepunt.

 

Dat schiet weer lekker op. Ik klim een oude ijzeren trap op om daar bij een ander pension uit te komen. Hier zijn de prijzen nog hoger en ik waag m’n leven opnieuw om weer naar beneden te strompelen. Aan de overkant van de weg loopt een hellend grindpad het bos in; hier zie ik het bord camping weer en ik vraag mij af hoe de plaats eruit ziet. 

 

Op het terrein aangekomen zie ik een groot 3 sterren hotel met daarnaast een parkeerterrein; onder aan een dijk zie ik een aantal houten huisjes die wat weg hebben van onweerhuisjes. Ze staan in een halve cirkel en dat schijnt (zo denk ik nu) de camping te zijn – de “cabanas”.



Het rode zwarte meer


Omdat het alweer laat begint te worden wandel ik via een korte route door een stuk bos en langs een opblaaskussen voor kinderen richting het meer. Ik passeer een aantal bier- en souvenirtenten en kom uit bij het overvolle meer – de helft wordt gebruikt door bootjes en hier kun je bijna het water niet meer terugzien, zoveel bootjes zijn op het meer aanwezig.

 

Natuurlijk het is zondagmiddag en volgens mij ook nog nationale feestdag (houd het hier nooit op) maar dit is niet normaal.

 

De andere helft van het meer, daar waar ik de stompjes van de bomen boven het wateroppervlak zie, waarvoor ik ben gekomen, is gelukkig afgezet. Om die reden wandel ik die kant op en hier liggen hele families op kleedjes; ze slapen, picknicken, liggen te klooien met elkaar en weet ik veel meer.  

 

Als ik een stukje verder loop laat ik de grote massa achter me en kan pas goed het meer en de “vreemde” stukjes boom die boven het wateroppervlak uitkomen. Eerlijk gezegd had ik er iets meer van verwacht – een gloeiend rood meer met struiken en bomen boven het water, maar goed “this is it”. Ik blijf even staan maar moet steeds plaats maken voor stelletjes die tientallen foto’s van elkaar en met elkaar willen maken en ik besluit terug te lopen.

 

Nadat ik het verhaal over de legende heb gelezen van het ontstaan van het meer, en het echte verhaal neem ik plaats op het terras en bestel een biertje. Al drinkende voel ik de temperatuur dalen en realiseer mijzelf dat ik in de bergen ben – vandaar die dikke dekens op m’n bedje.

 

Het zal wel koud worden vannacht. Ik ben blij dat ik m’n biertje op heb, neem nog een kijkje op het plateau hierboven waar een groot aantal houten hokken die dienen als restaurant zijn ingericht en waar ook tientallen souvenirwinkeltjes zijn te vinden – vooral met Hongaarse traditionele kledij en dikke wollen spreien. In m’n hokje haal ik een jas op en rits m’n broek aan.



In m’n onweerhuisje


Terug op het terras met de WIFI haal ik m’n broodjes tevoorschijn en m’n salami en zie dat er wederom een bruiloft is hier. Trouwt iedereen hier deze dagen? Ik doe nog wat boodschappen en wandel terug naar m’n huisje waar ik de Roemeense familie overal zie zitten rond de “campement”.

 

De muziek (die lijkt op zigeunermuziek) staat hard en overal liggen lege plastic bierflessen. In het hotel maak ik gebruik van de twee kamers waar je kunt douchen en neem plaats in m’n onweerhuisje. Ik hang wat spullen voor de ramen als ik opeens nieuwe backpackers zie verschijnen.

 

Ook zij zien de “familie” en nemen plaats in het huisje naast mij. Op bed lees en schrijf ik nog wat totdat ik m’n ogen voel dichtvallen.


tips & advies (2013)


Bussen komen hier niet of nauwelijks – het beste wat je kunt doen is je duim uitsteken zoals ik heb gedaan. Gewoon de lokalen volgen die helpen je wel als ze een “auto” vinden die jou kant opgaat.


Er zijn bij het meer dan genoeg restaurants te vinden met vaak lokale gerechten. Natuurlijk is dit een toeristische attractie dus de prijzen liggen iets hoger dan elders.



  • Naam : Hotel / camping “Turisti

Adres : Jud Harghita

Prijs : 40 Lei (cabana)

Tel.nr. : 0266 380 042

 

Inhoud:

Als je van een centra kunt spreken in deze gemeenschap (gehucht) ligt dit hotel in het centrum. Niet direct naast de weg (wat positief is) maar even een stukje hellend grindpad op en daar ligt het grote modern uitziende hotel. Onder de parkeerplaats (aan een dijk) ligt een van de twee veldjes waar de “cabanas” staan. In een halve cirkel.

 

Ze hebben wat weg van houten onweerhuisjes uit de bergen. Ze hebben een puntdak en je kunt alleen in het midden rechtop staan. Er is een soort van terrasje voor gebouwd en er staan twee bedden in. Daarnaast hebben ze drie kleine raampjes en ze staan zo’n 2 meter van elkaar vandaan.

 

Douchen en naar de wc kun je in het hotel. Er liggen schone lakens en het is allemaal redelijk schoon. Als je pech hebt, krijg je lawaaierige buren die voor je deur een vuur bouwen op de vaste steenoven die er staat – heb je geluk dan slaap je als een blok hier.



zie ook:



meer links:


Jiuzhaigou NP

CHINA

In het Chinese Jiuzhaigou natuurpark zijn meren waar het groen doorgroeit onder water. 

Syri i Kaltër

ALBANIE

Het oog van Albanië; een vijver met een hele diepe bron met zeer blauw helder water.