Aanval op Polen (Fall Weiss) - 1939

achtergrondinformatie - Polen


inleiding


Na WWI werd een gedeelte van Duitsland aan Polen toegewezen volgens het verdrag van Versailles in 1919. Polen kreeg via de Corridor een toegang tot de zee bij de havenstad Gdynia. Ingeklemd tussen deze Corridor en de Duitse exclave Oost-Pruisen lag de stad Danzig (het huidige Gdansk), die als Vrije Stad Danzig tot onafhankelijke stadstaat was uitgeroepen.

 

Deze stond wel onder toezicht van de Volkenbond en de stad had geen echte leider. Veel Duitsers leefden in het gebied dat was afgestaan aan Polen, zoals een stuk van Oost-Pruisen en de stad Danzig.

 

Hitler was in 1933 aan de macht gekomen; hij wilde het vermeende onrecht dat de Duitsers was aangedaan met de overgave in de Eerste Wereldoorlog en de represaillemaatregelen uit de Vrede van Versailles ongedaan maken. De Duitsers hadden op dat moment de demilitarisatie van het Rijnland naast zich neergelegd, het Saarland ingenomen, de Anschluss van Oostenrijk, Sudetenland en Tsjechië bewerkstelligd en waren nu militaire voorbereidingen aan het treffen voor een Poolse campagne.

 

Dit was 4 jaar nadat hij zelf een non-agressie pact met de Polen had gesloten om de oostgrens te beveiligen en eerst z’n binnenlandse politiek veilig te stellen. Na de herbewapening werd de druk geleidelijk opgevoerd.


het molotov-ribbentrop pact


Vanaf maart 1939, toen het land een aanbod van Hitler voor veel nauwere samenwerking onder Duitse leiding afwees, had Duitsland echter de druk op Polen steeds verder opgevoerd.

 

De eisen werden steeds zwaarder: eerst eiste men de aanleg van een snel- en spoorweg op Poolse kosten door de Corridor, later eiste men het hele gebied inclusief Danzig op. Polen wilde het gebied dat tot 1919 van Duitsland was geweest echter niet aan Duitsland teruggeven.

 

Polen werd hierin door Engels-Franse garanties gesteund en gaf geen krimp. Bovendien had Polen, op dat moment geregeerd door een militaire dictatuur, op papier één van de sterkste legers van Europa. Hitler wilde Polen gebruiken als een gebied voor zijn Lebensraum-ideeën en vreesde dat Polen een pact zou sluiten met Rusland en Duitsland zou aanvallen.

 

Daar sloot Hitler zelf op 23 augustus 1939 met Stalin’s Sovjet-Unie het Molotov-Ribbentroppact dat een non-agressieverdrag was waarin de twee landen afspraken elkaar niet aan te vallen, en dat ook niet te doen als een van beide door een derde land zou worden aangevallen. Onderdeel van het pact was de opdeling van Polen tussen Duitsland en de Sovjet-Unie.


>> Lees hier de achtergrondinformatie m.b.t. de persoon Josef Stalin


Het Gleiwitz incident en het Duitse plan


In de nacht van 31 augustus op 1 september vond het laatste van de 21 valse incidenten plaats in de grensstreek tussen nazi-Duitsland en Polen. Deze incidenten behoorden tot Operatie Himmler. Het doel hiervan was de wereld wijs te maken dat Polen Duitsland had aangevallen. Gesuggereerd werd dat Poolse soldaten enkele grensgebouwen hadden bezet en een radiostation hadden overvallen. 

 

De dode 'Poolse soldaten' die vielen te zien waren gedode gevangenen van concentratiekampen in Duitsland.

 

Er werd bewust een verkeerd beeld van de incidenten weergeven; het leek net of Polen werkelijk Duitsland was binnengevallen. De zaak kreeg internationale bekendheid. Na de incidenten verklaarde Hitler Polen de oorlog en zette hiermee Fall Weiss, de invasie van Polen en het begin van WW2, in gang.

 

Duitse eenheden zouden Polen binnenvallen uit drie richtingen:

  • De belangrijkste aanval was vanuit Duitsland via het vasteland van de West-Poolse grens;
  • De tweede route kwam vanuit het noorden, vanaf de exclave van Oost-Pruisen;
  • De derde aanval kwam door Duitse en Slowaakse eenheden van het grondgebied van Slowakije.

Alle aanvallen gingen direct naar Warschau, terwijl het belangrijkste Poolse leger moest worden omsingeld en vernietigd ten westen van de Weichsel. Hitler maakte duidelijk aan z’n troepen en generaals dat het een vernietigingsslag zou worden waarbij alles geoorloofd was. De bedoeling van de Duitsers was om de luchtmacht zo snel mogelijk uit te schakelen omdat de Poolse luchtmacht klein maar vrij sterk was. Hierdoor moesten ze verrassingsaanvallen uitvoeren op Poolse vliegvelden.

 

Het voordeel voor de Duitsers was dat de meeste vliegvelden en vliegtuigen zich dicht bij de Duitse grens bevonden en dat ze makkelijker uit te schakelen waren. De hoofdstad Warchau zou vanaf de aanval op 1 September constant gebombardeerd worden om de druk op te oefenen.



troepen sterktes


Op technologisch niveau hadden de Duitsers een duidelijke voorsprong: Duitsland kon viermaal zoveel pantservoertuigen en achtmaal zoveel tanks in inzetten. Vaak wordt hiervan echter een karikatuur gemaakt waarbij men het beeld schetst van Poolse cavalerie die met getrokken sabel of lansen charges uitvoert tegen tanks.

 

In werkelijkheid was de cavalerie deels gemoderniseerd tot gepantserde cavalerie (dus met tanks), en deels omgezet naar mobiele infanterie, waar het paard als vervoermiddel diende om snel op het slagveld te geraken.

 

Een aantal kleinere Duitse infanterie-eenheden werd echter wel door wanhopige ouderwetse cavaleriecharges half onder de voet gelopen toen sommige Poolse eskadrons liever ten onder gingen in een zelfmoordaanval volgens de oude tradities uitgevoerd, dan zich over te geven. Polen produceerde zelf tanks en tankettes en had er ook een aantal aangekocht van Engeland en Frankrijk.

 

Bijna alle Duitse tanks waren erg licht, van het type Panzerkampfwagen I en II en eenvoudig uit te schakelen door Poolse antitankkanonnen.



de slag begint


Op 1 September 1939 trekken Duitse troepen Pools grondgebied in en vallen Duitse vliegtuigen de Poolse steden, infrastructuur en vliegvelden aan. Na de inval van Polen door Duitsland reageerde de internationale gemeenschap verdeeld. Italië was een bondgenoot van Duitsland maar was toch bang voor de kracht van het offensief en de gevolgen ervan.

 

Op 2 september deed Mussolini een voorstel voor een conferentie zoals in München. Duitsland, Engeland, Frankrijk en Italië zouden deelnemen. Mussolini was bang in een oorlog verzeild te raken, en wilde graag nog een paar jaar vrede. Het mocht niet baten: het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk eisten onmiddellijke terugtrekking. Toch zette Duitsland de campagne door, en de volgende dag, 3 september, verklaarden Engeland en Frankrijk Duitsland de oorlog.

 

Dit was een enorme tegenvaller voor Hitler en voor de Duitse generale staf. Hitler was er vast van overtuigd geweest dat ook ditmaal de Entente zou inbinden. Göring zou gereageerd hebben: "Als we deze oorlog verliezen, moge God ons genadig zijn!".

 

Ondanks het feit dat de Poolse vliegtuigen verspreid waren over verschillende (geheime) vliegvelden werd deze in de eerste week van de oorlog nagenoeg uitgeschakeld door de superioriteit en hoeveelheid Duitse vliegtuigen. De rest week uit naar het buitenland. Ook de Duitse invasie over de grond verliep voorspoedig. In de eerste dagen gelukte het het Duitse leger om in het noorden door de Corridor op te rukken naar Oost-Pruisen en Danzig te bezetten. Het Poolse leger verliet de gebieden Silezië, Pommeren en Groot-Polen al vrij snel.

 

De verbinding met Oost-Pruisen

Hiermee werd een verbinding tussen Oost-Pruisen en Duitsland gemaakt. De Polen hadden de Duitsers niet willen provoceren en waren veel (te) laat met het optrekken van verdedigingswerken begonnen. Het belangrijkste Poolse leger hield zich op in “Posen” (het huidige Poznan) om zelf een verrassingsaanval richting Berlijn uit te voeren. Dit plan had alleen kans van slagen als het Duitse offensief zou vastlopen. Toen dit niet gebeurde viel de Poolse aanvalsmacht de linkerflank van de Duitse hoofdmacht aan. Dit vertraagde de Duitse operaties enkele dagen totdat alle krachten waren verbruikt.

 

Onmiddellijk na het begin van de strijd braken er etnische onlusten uit. Volksduitsers hielpen in sommige gevallen de Wehrmacht, terwijl in het oosten de Polen hun woede koelden op de daar aanwezige Duitse minderheid. De moordpartij bij “Bromberg” was daarentegen koren op de molen van de SS en z’n moordorganisatie.

 

Operatie Tannenberg werd in werking gesteld en zorgde ervoor de speciale eenheden van de SS (de Einsatzgruppen van Heydrich) direct het veroverde gebied “zuiverden” van de Poolse elite, communisten, vrijmetselaars, Joden en andere groepen die de nazi’s kwijt wilden. De Duitse legerleiding protesteerde en er werd (op papier) besloten dat het “neutraliseren” van Polen pas zou beginnen bij de invoering van een civiel bestuur.


>> Lees hier meer over de eerste Duitse oorlogs-actie van WW2 in Danzig


de Geallieerde reactie


Terwijl de “Entente” nazi-Duitsland de oorlog had verklaard waren beide landen totaal niet klaar voor een oorlog. Pas op 7 september openden de Fransen het Saaroffensief. Dat vorderde erg langzaam door de fortificaties van de Westwall en werd reeds na een week beëindigd toen de situatie van Polen toch al hopeloos bleek. Polen voelde zich verraden door de Entente omdat zij niet kwamen helpen.

 

De Duitsers gesterkt door de mislukte aanval van de Geallieerden waren inmiddels in het Poolse luchtruim heer en meester en zaaide verderf. De intensiteit van de luchtaanvallen werd opgevoerd en vooral de Duitse “stuka’s” veroorzaakte veel onrust en angst onder de civiele colonnes die overal in het land ontstonden.

 

In het zuiden voltooide de hoofdmacht de opmars vanuit Silezië en Slowakije naar Warschau. De Poolse tegenaanval door hun omgedraaide centrum vanuit Posen vertraagde echter de aanval op de hoofdstad. Echter, op 8 september was een van Walter von Reichenau's gemotoriseerde divisies in een buitenwijk van Warschau gekomen. De Duitsers waren dus in een week tijd 225 kilometer opgerukt.

 

Op 9 september werd de grootste slag in Polen gevochten nabij Kutno. Hierbij waren bij de Polen acht infanterie en vier cavalerie divisies betrokken en bij de Duitsers 12 infanterie en vijf gemotoriseerde divisies betrokken. De Polen hadden na de terugtrekking richting Warschau een tegenoffensief gepland die ze nu uitvoerden. De slag bij de Bzura, een rivier die in het hartland van Polen stroomt, duurde tot 22 september met wisselende aanvallen en tegenaanvallen.


rusland valt aan


Op 17 september 1939 overschreden dertig divisies van het Rode Leger de Poolse oostgrens. Ze rukten op naar de Curzonlijn, waarbij ze van de gedemotiveerde Poolse grenswachten en het restant van het leger weinig tegenstand ontmoetten.

 

Volgens afspraak bezetten zij het oosten van het land, "ter bescherming van de Wit-Russische en Oekraïense minderheden tegen eventuele Poolse en Duitse agressie. Voor de Duitsers was dit een zeer spannend moment: als Stalin ze zou verraden en de kant van de geallieerden kiezen was voor Duitsland de oorlog al meteen verloren. De voorraden grondstoffen, olie en munitie bevonden zich op een kritiek laag peil.

 

Angst voor Japan

Maar Stalin liet deze kans om zich vrijwel risicoloos van nazi-Duitsland te ontdoen onbenut voorbijgaan. Waarschijnlijk was Stalin bang voor een eventuele vergeldingsactie afkomstig van Japan. Japan behoorde immers tot een van de drie As-mogendheden, was een buurland van Rusland, en zou wellicht de situatie kunnen aangrijpen om een stuk van Siberië te bezetten. Anderzijds was Rusland heel blij met deze gemakkelijke gebiedsuitbreiding. In Stalins ogen betrof het slechts gebied dat Polen in de Pools-Russische Oorlog van de Sovjet-Unie had afgenomen, gebruikmakend van de zwakheid en chaos ten gevolge van de Russische burgeroorlog en Russische revolutie.

 

Het was in zijn ogen niets anders dan een correctie. Dat dit gebeurde door Polen in de rug aan te vallen deed niet ter zake, want Polen had het gebied immers destijds eveneens veroverd toen Rusland zwak was. Op dezelfde dag vluchtte de Poolse regering naar het (nog) neutrale Roemenië samen met een deel van het zuidelijke leger.


>> Lees hier ook over de Duitse aanval op Tsjechië. 



capitulatie


Door deze dolk in de rug (de enige kant waarvan de Duitsers niet waren aangevallen) zakte het Poolse verzet als een kaartenhuis in elkaar. Vijf dagen na de Russische inval was de grootste slag in Polen voorbij. De weg naar Warchau lag geheel open. Op 28 september ontmoetten de Sovjetlegers de Duitsers bij de rivieren Narew, Boeg, Wisła en San. Hoewel de Polen nog wel bescheiden overwinningen behaalden, zoals bij Szack tegen het Rode Leger, was de insluiting meer en meer een feit.

 

Eind september waren de laatste gevechtshaarden het belegerde Warschau en de vesting Modlin, de Onafhankelijke Operationele Groep 'Polesië' onder leiding van Generaal Franciszek Kleeberg die zich tot in de buurt van Lublin had teruggetrokken, en het schiereiland Hel in het noorden. Warschau en Modlin moesten zich op respectievelijk 27 en 28 september overgeven nadat de hoofdstad murw was gebeukt door luchtbombardementen. Hel volgde op 2 oktober. De Slag bij Kock zou het sluitstuk van de Poolse campagne worden.

 

In een slag die van 2 tot 6 oktober 1939 duurde probeerden de Duitsers deze laatste verzetshaard op te ruimen. Kleeberg capituleerde pas toen hij volledig verstoken bleek van voedsel en ammunitie. Polen was nu geheel bezet.


>> Lees ook over de bevrijding van Polen in 1944


na de capitulatie


Na de Poolse overgave werd de nieuwe Duits-Sovjet grens getrokken. Een deel van Polen werd bij Duitsland gevoegd, en rond Warschau werd een Generaal-Gouvernement gevormd, waar Hans Frank gouverneur werd. Duitse generaals waren niet op de hoogte van de Duits-Russische afspraak over de verdeling van Polen en moesten zich tot hun grote woede terugtrekken uit gebieden die ze hadden veroverd maar aan de Sovjet-Unie waren toegewezen.

 

Polen werd in drie stukken gehakt; een zou Duits worden (dus de Poolse inwoners – bijna 9 miljoen – moesten verdwijnen en plaats maken voor etnische Volksduiters uit Oost Europa), een ander Pools en een derde Joods. Ook werd begonnen met de uitroeiing van de Poolse elite (“AB-Aktion”). Vervolging van de andere bevolkingsgroepen werd weer geïntensiveerd.

 

Oostelijke muur

Op 25 September na overleg met Stalin werd de nieuwe landsgrens iets verlegd; de Duitsers lieten de Sovjet-Unie de vrije hand in Litouwen in ruil voor een gebied in Midden-Polen (rond Lublin). Hitler beval een nieuwe “Ostwall” langs de “Vistula” rivier om de nieuwe Duitse gebieden te beschermen.

 

Eerst werden nog veel Joden de demarcatielijn over gestuurd maar toen Stalin dreigde geen Volksduitsers meer over de grens te laten (van Sovjet Unie naar Duitsland) groeide het nieuwe Poolse gebied uit tot “dump” plaats van Joden. De Poolse regering zou na Roemenië naar Londen uitwijken en een regering in ballingschap worden. De Polen zouden opnieuw een leger vormen – eerst in Frankrijk, later in Engeland.

 

Stalin die eerst veel Polen liet vermoorden (Katyn) of als slavenarbeider gebruiken, zou later in de oorlog toestaan dat sommigen naar het westen vertrokken en daarna ook zelf een Pools leger oprichten dat de kern zou vormen van de strijdmacht van de naoorlogse volksrepubliek. Na de oorlog zou de Sovjet-Unie het grootste deel van Oost-Polen niet meer teruggeven, en Polen compenseren met een deel van Duitsland (o.a. Wroclaw).


zie ook: