Auschwitz

Geschiedenis (achtergrond) - Polen


In September 1939 had nazi-Duitsland Polen veroverd tijdens operatie Weiss en direct volgde een golf van terreur over het land om de belangrijkste opponenten op te pakken. Gevangenissen stroomden vol en de Duitse leiding besloot al snel kampen op te zetten zoals ze ook in het moederland hadden gedaan.

 

Al in April 1940 had Reichsführer-SS Heinrich Himmler na diverse terreininspecties opdracht gegeven nabij Auschwitz (Oswiecim), in het zuiden van Polen, tot de bouw van een concentratiekamp over te gaan.

 

Er waren goede trein- en wegverbindingen aanwezig, het land was onvruchtbaar en er was voldoende water, kalk, zout, kolen en andere grondstoffen aanwezig. Achttien gebouwen van de oude, deels ommuurde Poolse legerkazerne zouden als barak gebruikt worden waaronder een ziekenhuis en gevangenis.


Het begin (1940) – Auswitsch I (stammlager)


Op 5 mei 1940 werd Rudolf Höss aangesteld als kampcommandant. Het eerste gevangenentransport met dertig Duitse criminelen arriveerde twee weken later. Zij moesten samen met driehonderd Joden uit de stad het kamp opknappen. Vijftien SS'ers werden meegestuurd als bewakers.

 

Er werden wachttorens gebouwd en er werd prikkeldraad geplaatst. Buiten het kamp lagen twee gebouwen voor de kampstaf en een crematorium dat in een van de buitenwereld afgeschermde oude munitiebunker was ingericht.

 

Op 14 juni 1940, toen het kamp was opgeknapt, kwam het eerste officiële gevangenentransport met ongeveer 720 Poolse politieke gevangenen aan in Auschwitz. In het eerste jaar werd het kamp gestaag uitgebreid met hulp van de gevangenen. Binnen een straal van vijf kilometer werden alle bewoners verdreven. De bouwmaterialen uit de verlaten woningen werden gebruikt voor bouw van barakken in het kamp.

 

Op 31 december 1940 bedroeg het aantal gevangenen bijna 8000. Door de harde arbeidsomstandigheden, het weinige eten, de wreedheid van de SS en de slechte hygiëne was het sterftecijfer onder de gevangenen zeer hoog. Velen gevangenen werden geëxecuteerd bij het minste gering.


>> Lees hier m'n ervaring in Madjanek (Lublin) concentratiekamp 



uitbreiding (1941)


Op 1 maart 1941 hadden een delegatie van IG Farben en Himmler een bespreking en bezichtiging in Auschwitz. Op 7 april datzelfde jaar nam in Katowice de bouw van de Bunafabriek een aanvang. Deze fabriek vormde samen met andere fabrieken van IG Farben het latere Auschwitz III-Monowitz. Himmler gaf Höss de opdracht om de capaciteit van Auschwitz I uit te breiden tot 30 000.

 

Auschwitz I was aanvankelijk bedoeld om Poolse politieke tegenstanders, verzetsmensen en intellectuelen in onder te brengen. Later werden er Russische krijgsgevangenen en Duitse criminelen ondergebracht in dit kamp, en nog later ook Jehova's getuigen, "asociale elementen" zoals landlopers en prostituees, homoseksuelen en Joden.

 

Zyklon B

Er werd in Duitsland geëxperimenteerd met vergassing van gevangenen omdat het mentaal niet strookte met de SS om deze erbarmelijke acties te doen uitvoeren. Eind juli 1941 werden ongeveer 570 gevangenen uit Auschwitz naar Schloss Sonnenstein in Pirna gebracht, waar ze door middel van koolstofmonoxide werden vergast. Toen “Zyklon B” (desinfecterend middel) werd “uitgevonden” om de vergassingen mee uit te voeren, werd een oude munitiebunker omgebouwd tot een gaskamer met crematorium.

 

De eerste en enige gaskamer van Auschwitz I bleef "slechts" tot mei 1942 in gebruik omdat de capaciteit nog steeds niet voldoende was en omdat alles naar het nieuwe kamp ging – Birkenau. Het crematorium bleef tot eind juli 1943 in gebruik waarna het omgebouwd werd tot een luchtafweerbunker voor de SS. Men vermoedt dat in de gaskamer van Auschwitz I in totaal 60 000 personen zijn omgekomen.


>> Lees m'n ervaring in Schloss Sonnenstein in Pirna, Duitsland. 


de blokken van auschwitz I


Naarmate de tijd vorderde en de uitbreiding van Auschwitz I en het ontstaan van Auschwitz II-Birkenau en Auschwitz III-Monowitz een feit was, werd het belang van Auschwitz I kleiner. Het administratief hoofdkwartier bevond zich echter wel in het Stammlager maar deze werd vooral gebruikt om gevangenen die dienst deden in fabrieken in Auschwitz III-Monowitz of op andere plaatsen arbeid moesten verrichten in onder te brengen.

 

Als "toegangsprijs" moesten de gevangenen in blok 26 hun persoonlijke bezittingen inleveren. De gevangenen werden gedoucht, geschoren, gefotografeerd en geregistreerd. Vanaf 1942 werd bij de meeste gevangenen op de linker onderarm hun registratienummer getatoeëerd. Ze kregen klompen en een gestreepte outfit, waarop men door een merkteken kon zien tot welke groep gevangenen ze behoorden.

 

Experimenten en Josef Mengele

Net als in andere kampen werden ook in Auschwitz experimenten op gevangenen uitgevoerd. Josef Mengele was de beruchtste SS-arts. Hij voerde experimenten uit met tweelingen, omdat hij inzicht wilde krijgen in de rol van de genetische aanleg in de ontwikkeling en het gedrag van de mensen. In blok 11 was de kampgevangenis gelegen. Om mensen extra streng te straffen bevatte dit blok in de kelder naast “gewone” cellen ook verhongerstellen en sta- cellen met een vloeroppervlak van ongeveer een vierkante meter. In een dergelijke cel werden gevangenen met vier personen opgesloten.

 

Overdag moesten zij zo'n 11 uur werken om de rest van de tijd weer opgesloten te worden, soms wel 12 dagen achter elkaar. Tussen het kampziekenhuis (blok 10) en de kampgevangenis (blok 11) was een gesloten binnenplaats ingericht voor martelingen en executies. Ook werd er vanaf juni 1943 op verzoek van Himmler in blok 24a een bordeel gevestigd, het “Lagerbordell. Meer dan zestig Duitse, Poolse en Oekraïense vrouwen werden uit het vrouwenkamp van Birkenau gehaald om hier te werken.

 

Het bleef tot enkele dagen voor de evacuatie bestaan.


de bouw van auschwitz II - birkenau


In Oktober 1941 werd een plan geïntroduceerd voor een nieuw kamp op 3 kilometer van Auswitsch I. De nazi's evacueerden de plaatselijke bevolking van het dorpje Brzezinka, waarna de huizen werden gesloopt om in de bouwmaterialen voor de eerste gebouwen te voorzien. Russische krijgsgevangenen zouden in de herfst van 1941 een kamp bouwen van 2,5 bij 2 kilometer groot die ruimte zou bieden aan 100.000. Er werden meerdere sectoren gemaakt, die weer werden verdeeld in velden. Deze velden waren, net als het gehele kamp, afgezet met prikkeldraad dat onder stroom stond.

 

Het kamp zou eerst dienen als krijgsgevangenkamp maar de plannen veranderde toen het een rol kreeg in de Endlosung. Omdat het hoofddoel nu massavernietiging was geworden, werd er geen stromend water aangelegd en expres veel te weinig slaapplekken. De vernietigingscapaciteit van de eerste gaskamers en grotere verbrandingsovens van Auswitsch I was in de ogen van de nazi's niet voldoende.

 

Daarom werden er in Birkenau twee leegstaande boerderijen tot vier gaskamers omgebouwd met bijbehorende crematoria. De twee bunkers, ook wel het “rode” en “witte” huis genoemd konden per keer wel 1500 personen “verwerken”; de lichamen werden begraven in grote kuilen nabij de gaskamers.


de opening van birkenau


Auswitsch II, oftewel Birkenau werd begin 1942 officieel geopend en in Maart werden de eerste mensen vergast. Overal werden nu in Polen vernietigingskampen gebouwd en Auschwitz zou pas in de zomer van dat jaar een sleutelrol gaan vervullen. Toen in de zomer de begraven lijken begonnen te ontbinden werd besloten deze weer op te graven en dus meer crematoria te bouwen voor verbranding.

 

In Augustus 1942 werd begonnen met crematorium II en III, terwijl de bouw van nummer IV en zelfs V in November begon. Naast de grote vernietigingscapaciteit ontstond er in Auschwitz ook een steeds groter "woongedeelte". De vrouwen uit het Stammlager waren in augustus 1942 al overgebracht naar het nieuwe Frauenlager in Auschwitz II met zo;n 40 000 vrouwen.

 

Het zigeunerkamp

Begin 1943 werd besloten om ook de zigeuners naar kampen te sturen en Auschwitz werd als eindbestemming aangewezen. Er werd een “zigeunerkamp” gebouwd. De deportaties van zowel de Sinti als de Roma begon in februari 1943 en ging door tot juli 1944. Er werden in totaal ongeveer 23 000 zigeuners naar Auschwitz gedeporteerd – er stierven er 20 000.

 

Met de nieuwe crematoria, waarvan de eerste in de lente van 1943 klaar waren, was het kamp klaar voor de grote toestroom van Joden dat jaar. Auschwitz groeide uit tot het centrum van de Holocaust met een capaciteit van zo’n 5000 mensen per dag. Bij vrijwel elk transport werden selecties toegepast: ongeveer tien tot dertig procent kon door dwangarbeid de gaskamers ontlopen. Bij aankomst liepen de gevangenen vanaf station Auschwitz naar het kamp.

 

De plek waar de meeste slachtoffers tot die tijd aankwamen ligt dicht tegen het verderop gelegen hoofdspoor, en staat bekend als de Judenrampe.


>> Lees hier over het concentratiekamp Mauthausen in Oostenrijk. 


het ultieme jaar - 1944


In 1944 werd het vernietigingsproces nog grootschaliger uitgevoerd terwijl de nazi’s op alle fronten werden teruggedrongen. Hitler vermoedde dat Hongarije met de Geallieerden wilde onderhandelen en greep in. In Maart bezetten de Duitsers het land met als voordeel dat nu ook de Hongaarse Joden vermoord konden worden. Er werden perrons en rails aangelegd tot in “Birkenau” zelf om de grote toestroom efficiënt te “behandelen”.

 

De SS bewaking strekte tot 4500 mannelijke en vrouwelijke bewakers en het Sondercommando had nu 9000 medewerkers. Tot half Augustus zou de moordmachine op volle toeren draaien – meer dan de helft van de Hongaarse Joden werd d.m.v. “Aktion Hoss” (genoemd naar de kampcommandant) zo’n 440.000 werd direct vermoord bij aankomst in Auswitsch.

 

Aktion Hoss

Er was ook tumult omdat de “aanwas” van nieuwe Joden na deze monsteractie in Hongarije mogelijk de laatste zou zijn; de overgebleven Joden voelde dat ook hun einde naderde en er werd in oktober een overhaaste opstand georganiseerd om in ieder geval de crematoria op te blazen. Het doel werd helaas maar voor een zeer klein deel bereikt – een van de vijf crematoria werd vernietigd; omdat de arbeidscommando's allen waren uitgerukt en niets meekregen van de situatie in het kamp had de opstand geen kans van slagen.

 

Bovendien hadden de gevangenen die zich in het kamp bevonden geen schijn van kans op klaarlichte dag te ontsnappen. De SS kreeg de situatie snel onder controle en de gevangenen die trachtten te ontsnappen werden allen geëxecuteerd. Tijdens de oorlogsjaren werden zo’n 700 individuele ontsnappingspogingen gerapporteerd – de helft slaagde, de gepakten stierven veelal de hongerdood in een cel.



de evacuatie en bevrijding


In November 1944 werd gestopt met de vernietiging van de Joden en werden de meeste leden van de “Sondercommando’s die nog in leven waren vermoord. Een crematorium inclusief gaskamers zou open blijven terwijl de andere buiten gebruik werden gesteld. Eind 1944 werden ook de putten met lijken en as geruimd. Tevens werden niet-noodzakelijke documenten en lijsten over de gevangenen en massamoord vernietigd.

 

In diezelfde periode werden zo veel mogelijk materialen, variërend van hout en bakstenen tot gestolen sieraden van de gevangenen uit het kamp verwijderd. De evacuatie van Auschwitz kwam ook in het tweede deel van 1944 op gang. De bekendste dodenmars vond plaats in januari 1945, toen de Sovjettroepen de grens met Polen waren overgestoken. Negen dagen voordat de Sovjets in Auschwitz aankwamen, begeleide de SS 60.000 gevangenen uit het kamp.

 

Dodenmarsen

Tijdens de mars naar Loslau (60 km verderop) wamen meer dan 15.000 mensen om het leven; velen door de kou (bij -20 graden), anderen werden door de SS doodgeschoten. Aangekomen in Loslau werden ze in goederenwagons gezet en overgebracht naar kampen dieper in het Derde Rijk. Een kleine 9.000 zieken bleven met enkele SS-eenheden in het kamp en werden vermoord terwijl een paar honderd anderen om het leven kwam door kou en voedselgebrek.

 

Het overgrote deel van de SS'ers verliet het kamp op 20 en 21 januari. Er bleven enkele kleine eenheden achter in het kamp om de gevangenen in bedwang te houden en te elimineren. Diverse gevangenen maakten van de verwarde situatie gebruik en ontsnapten uit het kamp.

 

Op 27 januari 1945 trokken de eerste troepen van het Rode Leger het kamp binnen en vonden ongeveer 7500 uitgeputte en doodzieke gevangenen.


slachtoffers en berechting


Toen het Rode leger eind 1944 oprukte, werd de omvangrijke administratie door de Duitsers in Auschwitz verbrand. Het staat echter vast dat nergens in de Tweede Wereldoorlog zoveel mensen werden vermoord als in Auschwitz.

 

De schattingen lopen echter uiteen van 800.000 tot vijf miljoen. Veel historici houden het op ongeveer 1,3 miljoen mensen die naar Auschwitz gedeporteerd zijn onder wie circa 1,1 miljoen Joden, 140.000 Polen, 23.000 zigeuners, 15.000 Russische krijgsgevangenen en ruim 25.000 slachtoffers van andere etniciteit waaronder bijna 60.000 Nederlanders.

 

Van de 1,3 miljoen gedeporteerden overleefden ongeveer 1,1 miljoen Auschwitz niet. Het aantal overlevenden van Auschwitz wordt geschat op 200.000 waaronder 900 Nederlanders. Hierbij zijn gevangenen die vanuit Auschwitz naar andere kampen gedeporteerd werden wel meegerekend, ook als die in of op weg naar die kampen om het leven kwamen.

 

De drie kampcommandanten van Auschwitz van 1940 tot 1945 respectievelijk Hoss, Liebehenschel en Baer zouden allen berecht worden. Hoss werd 2 weken na z’n proces in 1947 naast het crematorium opgehangen. Liebehenschel werd tijdens het Auschwitz proces ter dood veroordeeld terwijl Baer pas in 1960 werd opgespoord en gearresteerd in Hamburg – hij overleed drie jaar na z’n arrestatie.


>> Lees hier de gehele GESCHIEDENIS van Polen



films


"Playing for Time" - (1980; 7,8)

Fania Fenelon wordt tijdens de Tweede Wereldoorlog overgebracht naar het concentratiekamp Auschwitz.

 

Hier wordt ze deel van een groep vrouwelijke muzikanten die gevangenen zijn in het concentratiekamp, maar niet gedood worden in ruil voor het spelen van muziek voor de Nazi's. Deze verwachten van hen dat ze dagelijks spelen als virtuozen, ondanks hun honger en ellende.



"Grey Zone" - (2001; 7,1)

Het verhaal van Dr. Miklos Nyiszli die in dienst was bij Dr. Mengele, bekend als de 'Engel des doods', en van de Joodse gevangenen van het 'Sonderkommando', die verplicht waren te werken in het crematorium van Auschwitz.

 

Hun traumatische ervaringen verplaatsten hun morele besef naar een soort grijze zone.



zie ook: