Achtergrondinformatie - Oekraïne

de belegering van sebastopol



inleiding


De belegering van Sebastopol was de langdurige belegering van de Oekraïense stad door Duitse troepen aan het oostfront van de Tweede Wereldoorlog. Het beleg vond plaats van 30 oktober 1941 tot 4 juli 1942 tussen Duitse strijdkrachten en hun Roemeense bondgenoten enerzijds en troepen van het Rode Leger, de Zwarte Zeevloot en onderdelen van de Rode Luchtmacht anderzijds.

 

Er werd gevochten om de controle over de belangrijkste zee basis van de Russische Zwarte Zeevloot tijdens de oorlog die voor beide partijen van levensbelang was. Daarnaast wilde Hitler geen open zuidflank voor z’n oprukkende troepen richting Kaukasus


het duitse plan


De nazi’s en hun bondgenoten (o.a. Finland en Roemenië) vielen Rusland aan op 22 Juni 1941; operatie Barbarossa werd begonnen met drie Duitse legergroepen die respectievelijk het noorden van Rusland (St. Petersburg), midden (Moskou) en zuid (Oekraïne, Kiev) omhelsden.

 

Het 11e Leger, onder Von Manstein, was opgedragen om de Krim in te nemen om zo de rechterflank van Legergroep Zuid veilig te stellen tijdens zijn opmars in de Sovjet-Unie. Hitler was ook van plan om het schiereiland van Kertsj te gebruiken om zo strijdkrachten in de Kaukasus te laten landen.

 

Von Manstein, die geloofde dat het Rode Leger gedurende de Krimcampagne hardnekkige weerstand zou bieden, liet zijn aanval halt houden zodat hij meer troepen naar het front kon overplaatsen. Door een algemene vermindering van gevechten aan het Oostfront èn doordat het 51e Leger van het Rode Leger bezig was defensieve stellingen in te nemen werd dit mogelijk gemaakt.


>>> Lees hier over het beleg van ST. PETERSBURG


de russische verdediging


De verdediging van Sebastopol werd hoofdzakelijk verzorgd door de Zwarte Zeevloot en het Kustverdedigingsleger (dat vanuit Odessa per schip was overgeplaatst) onder bevel van generaal Ivan Petrov.

 

Het stadsgarnizoen telde één brigade, drie regimenten en negentien bataljons van het Korps Mariniers (ca. 23.000 man, 150 stuks veld- en kustartillerie en 82 vliegtuigen), waar generaal B.A. Borisov het bevel over voerde. 82 bunkers, 220 mitrailleurnesten, 33 km aan tankgrachten, 56 km aan prikkeldraad en 9600 mijnen werden gelegd om de verdediging te verbeteren.



De aanval op Perekop (Krim)


Hoewel het aantal Sovjettroepen op de Krim in totaal 235.600 man bedroeg, werden slechts ongeveer 30.000 in de landengte van Perekop geplaatst, die de Krim verbindt met het vasteland. Dit was een probleem voor de sovjets maar zou een groot aantal van de Sovjettroepen in staat stellen om gevangennamen te ontlopen nadat de landengte zou zijn ingenomen door de Duitsers. 

 

De lage aantallen verdedigers werden nog meer verminderd door Stalin, die erop stond dat er een aanval van het Rode Leger vanaf de landengte plaatsvond. Deze aanval mislukte, kostte de sovjets zware verliezen en onderbrak de werkzaamheden omtrent de fortificaties.

 

De landengte 

De Slag om de Krim begon op 24 september 1941, dat door de smalle en troosteloze landengte ging. Een felle worsteling van vijf dagen volgde, terwijl de sovjets een vastberaden weerstand boden in een zestien kilometer diep verdedigingssysteem. Aangezien de begindoelstellingen waren gehaald, werden Von Manstein strijdkrachten verminderd door eisen elders.

 

De tweede fase van de Krimcampagne werd op 18 oktober 1941 richting Perekop ontketend. Deze slag duurde 10 dagen en werd gekenmerkt door bittere gevechten.

 

De zes overgebleven Duitse divisies vielen nu acht infanterie en vier cavaleriedivisies aan, waarvan velen rond 16 oktober 1941 vanuit Odessa (bezet door de Roemenen) per schip waren overgebracht. Een sovjetdivisie had, zelfs op volle sterke, ongeveer evenveel troepen als een halve Duitse divisie en enkele van de verdedigende divisies waren al onderbemand door de gevechten in en rondom Odessa.

 

Het vallen van de Krim

Dankzij het terrein werd Von Manstein gedwongen om over drie smalle strookjes land een frontale aanval uit te voeren. De sovjets bezetten defensieve stellingen en ze genoten ook nog eens tank- en luchtoverwicht. Desalniettemin stortte op 28 oktober de verdediging van de sovjets in en het zag er naar uit dat de Krim zou vallen.

 

Het 11e Leger ging, ondanks zware verliezen, verder, volledig jacht makend op de terugtrekkende vijand. Von Manstein berichtte dat zo'n 100.000 Sovjettroepen werden gevangengenomen tezamen met 700 kanonnen. Sovjetbronnen beweren dat slechts 68.200 troepen werden gevangengenomen.

 

Op 16 november 1941 was de Krim zo goed als in Duitse handen met alleen nog Sebastopol onder controle van de sovjets.


>>> De GESCHIEDENIS van Oekraïne. 


De eerste aanval op Sebastopol


Op 30 oktober 1941 werd een snelle stoot richting Sebastopol gestart, die de verdediging van de stad zou moeten testen. De Duitsers vielen aan met twee infanteriedivisies en een gemotoriseerde brigade. Ze probeerden de stad te bestormen, maar werden terug gedreven. Vervolgens omsingelden de Duitsers de stad.

 

De stad werd vanuit zee versterkt, grotendeels met Russische soldaten afkomstig van het geëvacueerde Odessa. De Duitsers begonnen daarna een meer voorbereide aanval die snel uitmondde in zware gevechten.

 

Op 11 november begonnen 60.000 soldaten van de As-mogendheden met een andere aanval maar na tien dagen werden ze gedwongen met de aanval te stoppen. Alle aanvallen werden afgeslagen, onder andere omdat Von Manstein besloot om de zuidflank aan te vallen, aangezien hij er op rekende dat de fortificaties daar zwakker waren.

 

Gustav, het kanon

De Duitsers brachten ook hun grootste artilleriestuk, het “Schwerer Gustav” spoorwegkanon, naar hun linies ter voorbereiding op een andere aanval. De Wehrmacht begon een vijfdaags artilleriebombardement op de stad. Op 17 december startten zes Duitse infanteriedivisies en twee Roemeense brigades, tezamen met 1275 kanonnen en mortieren, meer dan 150 tanks en meer dan 300 vliegtuigen de tweede aanval. De datum, zo laat in het jaar, betekende dat streng winters weer de operaties van de Luftwaffe hinderde en de sovjets gebruikte dit om versterkingen per schip naar Sebastopol te sturen.

 

Op 21 december, toen de Duitsers, die door de linies waren gebroken, hun eindstoot voorbereidden, begonnen de sovjets een tegenaanval en ze dreven hen terug. Op 4 januari 1942 was elke eenheid van de As-mogendheden gestopt door tegenaanvallen van de sovjets. Kort nadat het winteroffensief van de sovjets begon, veroorzaakte dit de zogenoemde 'Wintercrisis' bij de Wehrmacht.


>>> Lees hier over Fall Blau - het 2e deel van de Duitse aanval in 1942



De Sovjetlandingen op Kertsj (1942)


Op 26 december 1941 landden Sovjettroepen op het schiereiland van Kerstsj in totaal 40.000 troepen van het Rode Leger aan land werden gezet. Deze strijdkrachten werden vlug versterkt.

 

Deze landingen waren een poging om opnieuw het initiatief op de Krim te nemen en de druk op Sebastopol te verlichten, waar Von Manstein voorbereidingen nam om ondanks het slechte weer opnieuw aan te vallen.

 

In het begin behaalden de Sovjettroepen succes waardoor ze werden aangemoedigd om naar de landengte van Perekop door te stoten. De enige strijdkrachten die de Duitsers op de Kertsj hadden waren de 46e Infanteriedivisie en een Roemeens bergregiment.

 

De Duitse generaal Von Sponeck kreeg geen toestemming om terug te trekken maar toch trokken de As-troepen zich al vechtend terug.

 

De Duitse divisie verloor het meeste van zijn zware uitrusting en de Sovjettroepen moest eerst verder oprukken voordat een front kon worden gestabiliseerd. Een serie van aanvallen en tegenaanvallen volgde, de laatste aanval van het Rode Leger werd uitgevoerd op 9 april 1942.

 

Zes divisies en 160 tanks probeerden de Duitsers terug te drijven, maar na twee dagen mislukte de aanval compleet. De Duitsers waren weer aan zet. 


Unternehmen Trappenjagd en Storfang


Op 8 mei 1942 startte het Duitse 11e Leger en de Roemenen (een derde was Roemeens) hun nieuwe aanvallen op de “Kertsj” en “Sebastopol”. Na een aantal schijnaanvallen in het noorden brak het 11e Leger in het zuiden door en het achtervolgde de vijand richting de zeestraten rondom de Kertsj.

 

De Sovjettroepen gaven zich over en 150.000 manschappen van het Rode Leger vielen in handen van de Duitsers. Nadat de Duitsers de Sovjettroepen van de Krim hadden verdreven, richtten ze hun aandacht opnieuw op Sebastopol. Eind februari 1942 werden drie van de zes superzware Karl Mörser mortieren, tezamen met veel andere 'normale' kanonnen en veldgeschut naar het front overgebracht.

 

Op 21 mei 1942 voerden de Duitsers een artillerie- en luchtbombardement uit op de stad. Op 2 juni begonnen de zwaarste beschietingen en lieten alle beschikbare toestellen van Luftflotte 4, vijf dagen lang hun bommen op hun doelen en de stad vallen voordat de hoofdaanval begon. Op 7 juni vielen de Duitsers de tweede verdedigingslinie aan.

 

De buitenste verdedigingslinies tijdens de Duitse eindaanval op Sebastopol werden op 16 juni doorbroken en deze bereikten al gauw de noordkust van de baai, terwijl sterke verzetshaarden van de Sovjettroepen op de flanken en in de achterhoede stand hielden.

 

Amfibie-landing

In de nacht van 28 op 29 juni voerde Von Manstein een amfibische landing uit die de Sapoenlinie moest omtrekken. Dit was een bijzonder kostbare operatie waarvoor de beschikbare Duitse schepen volkomen ongeschikt waren, terwijl de Duitse vliegtuigen en artillerie, ondanks al hun inspanningen, slechts weinig konden doen tegen de diepe, ondergrondse kustverdediging van de Sovjettroepen.

 

De Duitsers vielen fel aan maar de sovjetverdedigers slaagden erin om het tot de schemering vol te houden, waarna ze konden versterkt. Ondanks dit alles wisten de troepen van Von Manstein de Sapoenlinie in het noorden en zuiden te doorbreken. Ook kregen de Russen gebrek aan munitie. De sovjetbevelhebber, Petrov, beval een terugtocht naar het westen, richting Kaap Cherson, waar zijn mannen op meer voorraden konden wachten. Bij Kaap Cherson was hij van plan om voor het laatst stand te houden.

 

De uitgeputte Duitse strijdkrachten waren niet in staat om de Sovjettroepen direct te achtervolgen, zodat zij (de Sovjettroepen) tijd hadden om zich te hergroeperen. Von Manstein begon een zwaar artilleriebombardement op Sebastopol om de verdediging uit te schakelen. De verdediging was, op een bolwerk bij de kust na, echter onbezet gelaten. Petrov had, naïef als hij was, gehoopt dat hij de stad voor vernietiging zou kunnen behoeden.


>>> Lees hier over de slag om STALINGRAD



De laatste dagen van het beleg


Toen het Duitse 11e Leger de stad steeds meer naderde werd het Stalin duidelijk dat de opperbevelhebbers, partij- en administratie- ambtenaren per onderzeeër moesten worden geëvacueerd. Op 29 juni 1942 viel Sebastopol eindelijk in Duitse handen.

 

De sovjets verloren een lichte kruiser, vier torpedobootjagers, vier vrachtschepen en twee onderzeeërs.

 

De Sovjetsoldaten vochten zelfs door nadat hun bunkers en loopgraven compleet waren vernietigd door de Duitse artillerie.

 

De Duitsers dwongen hen met rook (waarvan wordt beweerd dat het giftig was) uit hun schuilplaatsen, waarna ze door tank- en artillerievuur werden belaagd. De Duitsers hadden echter nog 27 dagen nodig om de stad geheel te zuiveren van Sovjettroepen.

 

Op 4 juli 1942 viel Cherson in handen van de Duitsers en was de Krim onder controle van de Duitsers. Nadat hij het goede nieuws had gehoord belde een verrukte Hitler Von Manstein op en hij prees hem als de Veroveraar van Sebastopol. Tevens werd Von Manstein gepromoveerd tot veldmaarschalk.

 

Ondanks het feit dat Sebastopol - en daarmee de hele Krim - was ingenomen waren Sovjettroepen nog altijd tot 9 juli aanwezig in de baaien rondom het schiereiland.


gevolgen


De Russische verliezen met het verlies van Sebastopol worden geschat op 90.000 gevangengenomen en 11.000 gedood. Ondanks het Duitse succes duurde de operatie veel langer dan de Duitsers hadden voorspeld. “Fall Blau”, de opmars van Legergroep Zuid naar Stalingrad en de Kaukasus, was nog maar net begonnen.

 

Het Duitse offensief zou geen steun krijgen van het 11e Leger. Stalin bekroonde Sebastopol met de titel heldenstad van de Sovjet Unie voor z’n vastberadenheid. Slechts tien gebouwen in de stad hebben de gruwelijke bombardementen tijdens WWII overleefd. 


>>> Lees hier over de nucleaire onderzeebasis van BALAKLAVA 



zie ook: