GESCHIEDENIS - Oekraïne



het ontstaan van de OEKRAÏNE


De eerste bewoners van Oekraïne leefden voornamelijk aan de kust van de Zwarte Zee en de Zee van Azov, in het bijzonder op de Krim, en aan de oevers van de grote rivieren. Opgravingen hebben het bestaan van de Tripoljecultuur tussen 4500 v.Chr. en 3000 v.Chr. aangetoond.

 

Het is niet zeker waar de eerste Oekraïners vandaan komen; wel is aangetoond dat zij deel uitmaakten van de Slavische volkeren en rond de 6e eeuw, toen de Slaven uiteenvielen in oost, zuid en west, de Oekraïners bij de Vroege Oostelijke Slaven hoorden.

 

Het woongebied van de vroege Oekraïners bevond zich ruwweg tussen de Dnjestr en de Don en Donets. Rond 800 v.Chr. kwamen de Scythen vanuit het oosten (de steppen van Centraal Azië) binnenvallen en vestigden zich in de steppen grenzend aan de Zwarte Zee.

 

De Slaven legden voorzichtige contacten met de Griekse koloniën op de Krim en er ontstond handel tussen de Grieken en de Scythen. De eersten handelden in olijfolie, wijn en textiel en de laatsten in vee, huiden, bont, hout, bijenwas, honing en graan.

 

Rond 200 v.Chr. kwamen de Sarmaten vanuit Azië en vestigden zich in het zuiden. Het Romeinse Rijk nam in die tijd ook de Griekse koloniën in. De Germaanse Goten veroverden Oekraïne rond 300, waar zij het dan reeds gevestigde christendom overnamen. De Oost-Goten beheersten voornamelijk de Krim en de kustgebieden ten westen van de Dnjepr tot de Donau. In 376 vielen de Hunnen het leefgebied van de Oost-Goten binnen en verdreven hen westwaarts, waar zij uiteindelijk het Romeinse Rijk ten val zouden brengen.

 

Rond 451 hadden de Zwarte Hunnen onder leiding van Attila de Hun de meeste Slavische stammen overwonnen, maar kregen ook de eerste tegenslag te verduren tegen de Romeinse generaal Flavius Aetius. Na deze nederlaag nam de macht van het te uitgestrekte rijk van de Zwarte Hunnen snel af en rond 500 hadden deze zich teruggetrokken tot bij de benedenloop van de Don en de Wolga. Een aantal overgebleven Goten vestigden zich op de Krim, wat tot in de 16e eeuw terug te zien was in het Krim-Gotisch.

 

De Germanen trokken vervolgens naar het westen en de Slaven trokken in hun gebieden en vestigden zich tot aan de Elbe en bedreigden aan de Donau het Byzantijnse Keizerrijk. Deze Slaven hielden zich bezig met landbouw, jagen en vallen zetten, vissen, bijenhouden en nomadische veeteelt.



Kiev’s Rus en de grote verdeling


In de 9e-13e eeuw was in gedeelten van het huidige Oekraïne, Wit-Rusland en Rusland het Kievse Rijk gevestigd, opgericht door de Varjagen uit Scandinavië (Vikingen), die onder andere handel dreven op Constantinopel.

 

Het Rijk van Kiev (ook vaak Rus' genoemd) raakte langzamerhand versnipperd over verschillende vorstendommen en het huidige Oekraïense grondgebied viel vanaf 1237 ten prooi aan invallen van Mongolen, die in 1240 Kiev veroverden. 

 

Dit betekende ook het uiteenvallen van de Oost-Slaven als één volk in drie nieuwe volkeren: De Oekraïners in het zuiden, de Russen in het oosten en noordoosten en de Wit-Russen in het noordwesten. Tegenwoordig is er een historische eerstrijd tussen de drie volken gaande over wie de eigenlijke erfgenamen zijn van het glorierijke Kievse Rijk.

 

Door de tijd werden de Mongoolse leiders vervangen door Tartaarse leiders die zich, toen de Oosterse wind was gaan liggen, verdeelden in kleinere provincies (khanaten). De Tartaren van de Krim zou een khanaat worden van het in 1475 ontstane Ottomaanse Turkse Rijk dat vanuit Constantinopel (Istanbul) geregeerd werd.

 

Tot diep in de 18e eeuw zouden zij in het binnenland van de Oekraïne aanvallen uitvoeren en slaven verzamelen. Dit zou veranderen toen in 1783 de Russen de Krim zouden veroveren en de Krimtartaren werden onderdrukt.

 

Grote bloei

Het in 1199 ontstane Koninkrijk Galicië-Wolynië werd de staatkundige opvolger van het Rijk van Kiev. Tussen de 12e en 14e eeuw kende het een tijdperk van grote bloei, maar in 1349 werd het door Polen ingelijfd. In de 13e-14e eeuw wist het Groothertogdom Litouwen steeds meer voormalige Russische vorstendommen ten westen van de Dnjepr onder zijn gezag te verenigen. In 1362 werd ook Kiev ingenomen.

 

Litouwen fuseerde in 1569 met Polen door het Pools-Litouws Gemenebest te vormen. Het Gemenebest kwam in 1654 in oorlog met Rusland over Oekraïne en Wit-Rusland, toen de Oekraïense leider, Bohdan Chmelnytsky,

 

Oekraïne onder bescherming van de Russische tsaar Aleksej wilde plaatsen (Pools-Russische Oorlog (1654-1667). In 1667 sloten de strijdende partijen het Bestand van Androesjovo; de gebieden ten oosten van de Dnjepr werden een onderdeel van Rusland, bij de Eeuwige Vrede van 1686 werd dit tenslotte bevestigd. In dit uitgestrekte gebied, ook wel Linkeroever-Oekraïne genoemd, werd het Kozakhetmanaat opgericht dat een zekere mate van zelfbestuur kende onder de soevereiniteit van de Russische keizer.

 

Onder de keizerlijke invloed wer­d oostelijk Oekraïne geleidelijk gerussificeerd; daarvoor was het een open steppe gebied geweest waar de Kozakken op paarden leefden maar ook gevaarlijke grote aanvallen hebben uitgevoerd op de Turken tot in Bulgarije en op de Tartaren op de Krim. 



onder invloed van rusland


De Krim en andere kustgebieden aan de Zwarte Zee vormden van de 15e eeuw het Kanaat van de Krim, dat uiteindelijk 1783 eveneens door Rusland werd ingelijfd. De gebieden ten westen van de Dnjepr bleven Pools en ondergingen een westerse invloed tot de Poolse delingen: Galicië en Lodomerië kwamen in 1772 onder Habsburg, de andere gebieden, Kiev inbegrepen, werden Russisch in 1793-'95.

 

In deze periode werden de grondslagen gelegd voor de nu nog bestaande verschillen tussen het westen en het oosten. Rusland zou nooit zo groot, machtig en rijk zijn geworden als ze Oekraïne niet hadden ingelijfd bij hun steeds groter wordende Russische Rijk. Op deze manier kregen zij toegang tot de Zwarte Zee en alle natuurlijke hulpbronnen die de Oekraïne te bieden had. 

 

Tijdens de Russische Burgeroorlog (25 oktober 1917 tot oktober 1922) streden de Russische Bolsjewieken (later het Rode Leger genoemd), die op 25 oktober 1917 de macht hadden gegrepen, tegen Russische groepen die zich verzetten tegen deze Bolsjewiekse machtsovername, gezamenlijk aangeduid als de Witte Legers.

 

Daarnaast maakten vele door Rusland overheerste volken van de omstandigheden gebruik om, al of niet langs militaire weg, hun onafhankelijkheid na te streven; daaronder ook de Polen en de Oekraïners. Daarnaast mengden diverse buitenlandse machten zich in de strijd, waaronder het Duitse Rijk.

 

In deze wreed uitgevochten oorlog die uitgevoerd werd door Roden (Bolsjewieken), Witten, Polen, Oekrainers Gealllieerden maar ook door autonome vechtende Kozakken legers, viel het voorheen Russische gedeelte van huidig Oekraïne eerst onder gezag van de zich autonoom en later onafhankelijk noemende Volksrepubliek Oekraïne, die overigens in 1918 wel weer een half jaar onder Duits gezag stond, onder de naam Oekraïense Staat.

 

Verdeling van het land

Enige tijd hadden de Russische Witten dit deel van Oekraïne in handen. Kiev zou in 18 maanden 14 keer van handen wisselen. De verdragen van Versailles (1919) en ook in het verdrag van Riga in 1921 werd Westelijk Oekraine onderverdeeld tussen Polen, Roemenie en Tsjecho-Slowakije terwijl het Oosten in de handen van de zegevierende Russische Roden zou vallen.

 

In 1922 zou Oekraine als Oekraïense Socialistische Sovjetrepubliek tot de Sovjet toetreden. Dit zou het tot 1991 onderdeel blijven van de Sovjet-Unie, onderbroken door Duitse bezetting tussen 1941 en 1944. Het was na Rusland zelf de meest machtige staat van het nieuwe Sovjet rijk maar misschien wel daardoor, als het kleine broertje van bovenaf alles opgelegd.

 

Tijdens het bewind van Stalin (1922-1953) onderging dit deel van Oekraïne een krachtige industriële ontwikkeling. De gedwongen collectivisering van landbouwbedrijven leidde evenwel tot de holodomor-hongersnood van 1932-33 waardoor een vijfde deel van de boerenbevolking (5 tot 10 miljoen mensen) het leven liet. Ook werden duizenden naar goelag ’s gestuurd en werden politieke dissidenten zonder pardon terecht gesteld.

 

Het zuidwestelijke deel van huidig Oekraïne echter, ongeveer 250 x 250 km rond Lviv en Chernivtsi, dat tot 1772 Pools was geweest en sindsdien deel van Oostenrijk-Hongarije, scheidde zich daar op 18 oktober 1918 van af en verklaarde zich de onafhankelijke West-Oekraïense Volksrepubliek. Polen, dat zichzelf rond 1918 ook onafhankelijk verklaarde, nam op 21 november 1918 de stad Lviv, grotendeels door Polen bewoond, in. In 1919 kreeg Polen deze hele regio vrijwel onder controle door de Pools-Russische oorlog.

 

Tot september 1939 bleef dit gebied weer Pools. Noordwest-Oekraïne dat tot 1795 Pools was geweest en sindsdien Russisch, viel tussen december 1918 en mei 1919 eveneens onder Poolse controle. Ook dit gebied bleef tot 1939 Pools.


ww2


De Russen en nazi’s zouden in 1939 het beruchte “Molotov-Ribbentroppact” sluiten om Polen en de rest van Oost Europa op te delen. Op 17 september 1939 bezette de Sovjet-Unie het destijds Poolse deel van Oekraïne, dus de westelijke strook van ongeveer 270 x 400 km zoals afgesproken.

 

Twee jaar later, in juni 1941, viel Duitsland de Sovjet-Unie binnen, veroverde praktisch geheel huidig Oekraïne, uitgezonderd een gebied ten noordoosten van Kiev rond Tsjernihiv en Soemy, en plaatste dit samen met stukken Polen en het huidige Wit-Rusland onder het Rijkscommissariaat Oekraïne. Overig Oekraïne kreeg een Russisch militair bestuur. Het zuidelijke gedeelte werd door de As bondgenoot Roemenië ingenomen.

 

De Duitse bezetters gingen bij hun machtsovername over tot grootschalige Jodenvervolging en het ronselen van ‘Ostarbeiter’. Oekraïne verloor toen een zesde deel van de bevolking. Echter, een aanzienlijk gedeelte van de bevolking collaboreerde vrijwillig met de Duitsers. De Nationalisten namen zelfs actief deel aan de Jodenvervolging in Oekraïne.

 

Verder werden er relatief veel Oekraïners ingezet als Hiwi (Hilfswilliger) bij de Wehrmacht of als bewaker in een concentratie- of vernietigingskamp bij een van de SS-Totenkopfverbände. Daarbij gingen zij zo ver over de landsgrenzen dat er zelfs een compagnie Oekraïners diende in het SS-Wachbataillon 'Nordwest' in Nederland.

 

Nationalisme, onderdrukking door de Sovjetregering, antisemitisme en de mogelijkheid om te ontsnappen aan de slechte levensomstandigheden waren de grootste motivaties om te collaboreren met de Duitsers. Desondanks vochten twee miljoen Oekraïners mee in het Rode leger. Tenslotte was er een grote groep Oekraïense partizanen die vochten in het “UPA” leger voor onafhankelijkheid. Zij vochten tegen nazi’s als Russen. 




1944-1991: deel van Sovjet-Unie


Tussen februari 1943 en oktober 1944 verdreef de Sovjet-Unie de Duitsers uit geheel huidig Oekraïne en herstelde de Oekraïense Socialistische Sovjetrepubliek, nu echter inclusief het tot 1939 Poolse deel van Oekraïne. 

 

Duizenden collaborerende Oekraïners werden wederom naar kampen in het Oosten van Rusland gestuurd. Ook werd de gehele bevolking van de Krimtartaren in 1944 gedeporteerd naar Centraal Azië. Omdat Rusland zoveel van de oorlog tegen de nazi’s op zich had gekregen konden de Amerikaanse president “Roosevelt” en de Britse premier “Churchill” weinig doen om Oekraïne te helpen tijdens de “Yalta” conferentie in Januari 1945 op de Krim.

 

De partizanen van de Oekraïne zouden tot diep in de jaren 50 voor een onafhankelijk land blijven vechten, vooral in de Karpaten bergen. Een regering in ballingschap onder leiding van een ex partizaan (“Stepan Bandera”) zou in München in 1959 neergeschoten worden.

 

Na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde Oekraïne zich tot een van de belangrijkste en meest welvarende socialistische Sovjetrepublieken (SSR's) van de Sovjet-Unie. In 1954, tijdens het bewind van Chroesjtsjov, werden het schiereiland de Krim van de Russische SFSR en de Boedzjak van de Moldavische SSR als cadeautje overgeheveld naar Oekraïne. Iets wat in de toekomst gigantische problemen zou opleveren. De wereld van de nieuwe Russische technologie werd op z’n kop gezet in April 1986 toen een reactor ontplofte bij een kerncentrale ten noorden van Kiev in Tsjernobyl.

 

Het was niet alleen dat Oekraïners werden gedood, vergiftigd of voor jaren onder de straling moesten leven – het was de poging tot stilhouden van de Russen die de bewoners van Oekraïne waarschijnlijk beseffen dat zij onafhankelijk wilden zijn. Het begon met opstanden in het Westen – 1988 Lviv met daarbij ondersteunend de kerk. In 1990 werden demonstraties en hongerstakingen georganiseerd tot ver in Kiev. 


Onafhankelijk Oekraïne en de Oranjerevolutie


Na de staatsgreep in Moskou riep het Oekraïense parlement op 24 augustus 1991 de onafhankelijkheid uit, los van de Sovjet-Unie. Op 1 december stemde een overweldigende meerderheid van de Oekraïners bij een volksraadpleging voor deze afscheiding. Op 25 december werd de onafhankelijkheid officieel en erkend door de internationale gemeenschap.

 

Oekraïne tekende met Rusland een contract waardoor de Russische vloot de haven van Sebastopol huurt tot 2017. De kwestie ligt erg gevoelig voor beide landen, aangezien de Oekraïners liever geen Russische (oorlogs)schepen in de haven zien liggen, maar Rusland de haven hard nodig heeft omdat het zelf weinig 'warme havens' heeft.

 

Leonid Kravtsjoek was president van 1991 tot 1994, Leonid Koetsjma daarna van 1994 tot 2004. Hun belangrijkste taken waren het aanpakken van de economische teruggang, die rond 2000 uiteindelijk overwonnen werd. Daarnaast zou Oekraïne het derde meest corrupte land ter wereld zijn.

 

De jonge staat kampt al sinds haar ontstaan met een oost-west machtsstrijd, met als inzet de betrekkingen tussen het Westen en Rusland. In 2004 kwam dit uiteindelijk voor het eerst duidelijk naar boven bij de presidentsverkiezingen, toen Leonid Koetsjma liet weten zich niet nogmaals verkiesbaar te stellen. In het Oekraïense parlement kwam het soms tot knokpartijen van politici onderling. Na de presidentsverkiezingen van 2004, waarbij de toenmalige regeringspartij van Janoekovytsj massaal gefraudeerd bleek te hebben, ontstonden er grote opstanden onder de pro-Europese Oekraïners die uiteindelijk de Oranjerevolutie zouden gaan heten.

 

Na grote demonstraties in Kiev en betwisting van de geldigheid van de stemming vanuit het buitenland werden er nieuwe verkiezingen gehouden waarin Viktor Joesjtsjenko won.  In maart 2005 werd Joelija Tymosjenko tot premier benoemd, maar reeds in september werd ze door president Joesjtsjenko ontslagen, en opgevolgd door Joeri Jechanoerov, partijgenoot van Joesjtsjenko.



Oekraïne wankelt


In november/december 2004 ontstond er in Oekraïne een grote politieke crisis door onenigheid over de uitslag van de presidentsverkiezingen van 21 november. Volgens de oppositie onder leiding van de prowesterse Joesjtsjenko was er gesjoemeld met de uitslagen in het voordeel van de Russisch-gezinde premier Janoekovitsj. Ook internationale waarnemers constateerden massaal fraude. 

 

Op 1 december zegde het parlement van Oekraïne het vertrouwen in de regering op.

 

Op 4 december verklaarde het hooggerechtshof de verkiezingen van 21 november ongeldig en bepaalde dat er nieuwe presidentsverkiezingen moesten komen. De herverkiezingen werden op 26 december 2004 gehouden en gewonnen door de prowesterse Joesjtsjenko met een verschil van 8 procentpunten.

 

Janoekovitsj beschuldigde op zijn beurt oud-premier Joesjtsjenko weer van fraude tijdens de verkiezingen en diende meerdere klachten in bij het hooggerechtshof.


Een andere kwestie in de binnenlandse politiek is die van de ‘oligarchen’ (rijke zakenlieden, die in feite de opvolgers zijn van de vroegere communistische ‘nomenklatura’). Er bestaan uitgebreide regionale politieke clanstructuren, waarin het bedrijfsleven ingrijpt in de politiek. Zo beheersen de oligarchen de media. Zij steunden Koetsjma’s regering en domineren nog altijd een (groot) deel van het parlement en van de regionale gouverneurs. Hierdoor heeft Joesjtsjenko geen stabiele meerderheid in het parlement. Een laatste probleem is de wijdverbreide corruptie. Joesjtsjenko heeft beloofd hier een einde aan te maken. Tot op heden lijkt hier weinig progressie te zijn gemaakt.
 

 

In december 2007 koos het parlement van Oekraïne Joelia Timosjenko tot premier. Timosjenko kreeg 226 stemmen, de kleinst mogelijke meerderheid in het parlement. Hoewel Joesjtsjenko en Timosjenko na de door hen aangevoerde Oranjerevolutie doorlopend met elkaar in de clinch lagen, hebben zij na de laatste verkiezingen een coalitie gesloten. In oktober 2008 ontbind Joesjtsjenko het parlement om de weg vrij te maken voor verkiezingen, maar in december van dat jaar besluiten Joesjtsjenko en Timosjenko hun meningsverschillen opzij te zetten de coalitie weer nieuw leven in te blazen. In januari 2009 besluit Rusland alle gastoevoer aan de Oekraïne te beëindigen.

 

Eind januari lossen Rusland en Oekraïne hun meningsverschil op en sluiten een tienjarig contract af. In april 2009 besluit het parlement dat er nieuwe presidentsverkiezingen komen. In februari 2010 wordt Janoekovytsj uitgeroepen tot winnaar van de verkiezing, Timosjenko erkent de uitslag niet. In maart 2010 treed Timosjenko af na een motie van wantrouwen. Mykola Azarov, de bondgenoot van Janoekovytsj wordt de nieuwe premier. In oktober 2011 wordt Timosjenko veroordeeld tot celstraf wegens vermeend machtsmisbruik.

 

In oktober 2012 zijn de eerste parlementsverkiezingen sinds het aantreden van Janoekovytsj, zijn partij wint de verkiezingen. Ondertussen speelt de verhouding van Oekraïne tot Rusland en de Europese Unie een grote rol. Er zijn begin 2014 massaprotesten tegen de regering. De betogers willen toenadering zoeken tot de Europese Unie, terwijl de regering steun zoekt bij Rusland. In februari 2014 wordt Janoekovytsj afgezet en komt Timosjenko vrij. Turchynov wordt aangewezen als interim premier. Er is sprake van nieuwe presidentsverkiezingen in het voorjaar. 


De Krimcrisis opstanden in Oost Oekraïne


In maart 2014 is de situatie erg onrustig, Rusland stuurt militairen naar de Krim en houdt strategische plekken bezet. Diplomatieke crisis ontstaat tussen Rusland enerzijds en Oekraïne gesteund door de VS en het VK anderzijds.

 

Veel bewoners van de Krim zijn pro-Russisch en het schiereiland is van groot belang voor de Russen aangezien daar de zwarte zeevloot ligt. De meeste Krim-Tataren (ca. 12% van de Krimbevolking) zijn echter tegen Russisch ingrijpen en steunen de nieuwe machthebbers in Kiev.

 

In navolging van de gebeurtenissen op de Krim begonnen er in 2014 ook in het oosten van Oekraïne pro-Russische opstanden. Na een referendum gehouden op de Krim kiest het overgrote deel van de bevolking bij aansluiting bij Rusland en ondanks protesten uit de hele wereld annexeert Rusland het schiereiland per direct.

 

Sinds de annexatie vinden er op de Krim op grote schaal landonteigeningen en andersoortige confiscaties plaats, die niet zelden als 'nationalisaties' worden aangeduid. 

 

MH17

Op 17 juli 2014 is een Boeing 777-200ER van Malaysia Airlines met vluchtnummer MH17 neergestort bij het Oost-Oekraïense dorp Hrabove in de oblast Donetsk, nadat het geraakt was door een luchtdoelraket.

 

Het lijnvliegtuig was op weg van Amsterdam Schiphol naar Kuala Lumpur. Aan boord waren 298 mensen, 283 passagiers en 15 bemanningsleden. 193 inzittenden hadden de Nederlandse nationaliteit. Er waren geen overlevenden.

 

Het onderzoek van de crashsite en het bergen van lichamen en persoonlijke bezittingen verliep moeizaam. De brokstukken lagen verspreid over een grote oppervlakte, in een conflictgebied waar pro-Russische separatisten en het Oekraïense leger gewapend strijd leverden. De oorzaak van de crash is onderzocht door de Onderzoeksraad voor Veiligheid, die concludeerde dat het vliegtuig op 10 kilometer hoogte neergehaald is door een raket van het type Boek. De VN-Veiligheidsraad was unaniem in zijn oordeel dat het vliegtuig was neergehaald (zonder een oorzaak of schuldige partij aan te wijzen).

 

Begin 2020 begon in het Justitieel Complex Schiphol het strafproces over de ramp. Er zijn vier verdachten en de strafeis is levenslang voor elk. Van hen was tot nu toe niemand aanwezig, ook niet via een videoverbinding. Oleg Poelatov liet zich als enige vertegenwoordigen door advocaten. Om zoveel mogelijk aan de klachten van nabestaanden tegemoet te komen, besloot de Nederlandse regering om Rusland voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens te dagen.

 

Naar aanleiding hiervan weigerde Rusland in oktober 2020 om nog verder met Nederland en Australië over het neerhalen van vlucht MH17 te praten.

Pro-Russische separatisten bezetten vanaf 2014 in de Oekraïense stad Donetsk en andere steden in het uiterste oosten van het land regeringsgebouwen. Een vermeend referendum zou ervoor pleiten dat de oblast onafhankelijkheid zou nastreven.

 

Aan het einde van dat jaar winnen de pro-westerse partijen de parlementsverkiezingen. Arseny Yatseniuk wordt de nieuwe premier. In 2015 en 2016 blijven er spanningen in Oost-Oekraïne tussen pro-Russische rebellen en het regeringsleger. In 2017 wordt het associatieverdrag met de EU ondertekend. Ook wordt besloten dat de VS Oekraïne gaan ondersteunen met wapenleveranties.

 

In mei 2019 wint de televisiekomiek Volodymyr Zelensky de tweede ronde van de presidentsverkiezingen met een verpletterende overwinning op zittend president Petro Poroshenko, hij stelt Oleksiy Honcharuk als premier aan. In oktober 2019 raakt Oekraïne verwikkeld in een Amerikaanse impeachment-ruzie over beschuldigingen dat president Trump probeert druk uit te oefenen op het land over het onderzoeken van zijn democratische presidentsrivaal Joe Biden.

 

President Zelensky benoemt de voormalige zakenman Denys Shmyhal in maart 2020 tot eerste minister met een mandaat om de industriële heropleving te stimuleren en de belastingopbrengsten te verbeteren.

 

Eind 2021 en begin 2022 trekt Rusland een grote troepenmacht samen aan de grens met Oekraïne. Ook worden er in Wit-Rusland Russische militairen gepositioneerd. Er bestaat het gevaar van een invasie. Het westen dreigt met zware sancties. 


zie ook: