Tours - Nepal

annapurna-circuit



Naam

Vergunning nodig

Entree

Aantal km

Aantal dagen           

Aantal uren lopen

:Annapurna circuit

: JA

: 2000 Rs (nationaal park)(2004)

: plus/ minus 340

: plus/ minus 13

: plus/ minus 80



inleiding


De Annapurna trekking wordt gezien als een van de beste en mooiste trekkings in de wereld met een diversiteit aan prachtige lokale natuur, rivieren, flora, fauna en heel veel besneeuwde bergpieken. Maar ook een mix aan bergstammen die in kleine traditionele Nepalese dorpjes wonen. Deze werd geopend in 1977 voor buitenlandse wandelaars.

 

Omdat je een behoorlijk hoogteverschil overbrugt aan verschillende zijden van de vallei is het ook een van de meest populaire wandelingen wereldwijd. Je komt door vier verschillende regio’s te weten; Lamjung, Manag, Mustang en Myagdi met al z’n eigen eigenschappen. Lamjung en Myagdi liggen wat lager en worden gekenmerkt door z’n Hindoeïstische inslag, groene subtropische valleien en landbouwgrond gebouwd op terrassen.

 

Manang en Mustang liggen wat hoger en zijn voornamelijk “Tibetaans – Boeddhistisch”. Dit zijn Gurung mensen en trots op hun cultuur en nalatenschap. Mensen uit de “Mustang” regio zijn gelinieerd aan Tibet en dit gedeelte was ook ooit Tibetaans land. Het is een van de laatste plekken op de wereld waar je nog de Bonpo religie kunt onderscheiden. 

 

Een van de kenmerken van de Annapurna trekking was het feit dat er geen wegen waren en dat je -mocht er iets gebeuren- je OF met ezel geëvacueerd moest worden OF -als het echt serieus was- met helikopter. De laatste jaren zijn er discussies over het wel of niet aanleggen van een autoweg (wel of niet geplaveid) rond het parcours. Dit zou de charme, identiteit en daardoor populariteit van de klassieke trekking behoorlijk schaden lijkt de mening van velen.


Beste periode


De beste periode om te wandelen is van Oktober tot Mei; de droge periode. De slechtste periode is Juni tot September – de regenperiode. Oktober en November zijn het allerbest omdat het lucht droog en schoon is, het zicht perfect en het klimaat niet te heet maar ook niet te koud.

 

Maar als je van “wilde’ bloemen houdt is wellicht Maart en April beter aan jou besteed.


Wat mee te nemen?


Neem in ieder geval een kleine stevige (reis)rugzak mee; een fleece trui met muts, capuchon en een zonnebril. Zonnecrème, windjacket, medicijnen (vooral tegen hoogteziekte, paracetamol, maagpillen, zaklantaarn, verband, pleisters etc), een afritsbroek, thermo-ondergoed, een paar stel goede (wandel)sokken, goede bergschoenen, iets van mueslirepen, geld, plattegrond, kopie paspoort, kopie zorgverzekering, telefoonnummers en (mobiele telefoon).



wat te doen?


  • Natuurlijk moet je een goede reis- en zorgverzekering hebben voordat je gaat trekken.
  • Zoek een hostel in Pokhara waar je je grote tas (met je spullen die je niet wilt meenemen op de trekking (veilig) kunt achterlaten en waar je als je terugkomt nog minstens een nacht wilt blijven. Dan is het zaak om te kijken of je al je spullen mee hebt die mee moeten (en uitprobeert) en wellicht nog wat eten o.i.d. koopt. Dan zul je naar het “ACAP” kantoor moeten gaan waar je een vergunning krijgt en waar een fax naar je ambassade wordt gestuurd met daarin de periode dat je welke “trekking” gaat doen en wat aanvullende vragen. Hier kun je ook je vragen stellen hoe je naar het beginpunt van de trekking komt en hoe terug. 
  • Neem ’s morgens een lekker bord “brinta” pap; het is warm, goedkoop en het vult je tot de middag.

waar rekening mee te houden?


Nepal is een derdewereld land dus verwacht geen vijf sterrenhotel met zwembad, mooi restaurant met een ellenlang menu, prachtige kamer met heet water, perfecte douche en ga zo maar door.

 

Elektriciteitsstoringen, dingen uitverkocht op de menukaart, douches die niet (goed) werken, verstopte (hurk) wc’s, niet allemaal even schoon, WIFI wat niet (goed) werkt etc.

 

Ook is het belangrijk dat je acclimatiseert; dit is geen wandeling door het park – je zult ongeveer 6 a 7 uur per dag door hoog gelegen terrein lopen met wind, regen, zon en door riviertjes, over rotsen in onbekend terrein en met een behoorlijke tas op je rug. Je kunt op het begin van de tour en het einde behoorlijk doorlopen maar doe het rustig aan op de hoger gelegen stukken.

 

Tenslotte is er (nog) geen autoweg dus geen openbaar vervoer. De trekking duurt zo’n 10 a 14 dagen (licht eraan hoe snel je wandelt) dus je zult een redelijke goede conditie moeten hebben, niet snel ziek zijn, flexibel en je zult dus die dagen moeten blijven. Het zal minstens een paar dagen zijn voordat je terug bent (of je moet een hele dure helikopter inroepen).


opties en kosten


Natuurlijk kun je een gids, dragers en een ezel huren. In principe kun je dit allemaal achterwege laten. Je kunt eigenlijk niet verdwalen – er lopen genoeg andere “Westerse” toeristen op de trail, er staan voldoende bordjes en er zijn talloze dorpjes (vooral in de lagere gedeelte) met mensen die exact weten waar je heen wilt.

 

Je krijgt een kaartje mee van de ACAP en met een beetje eigen huiswerk (uit bv je reisgids) kom je echt heel ver. Je kunt vaak in hostels in Pokhara je grote tas achterlaten of in ieder geval het grootste deel van je inhoud zodat je “licht” wandelt.

 

Talloze eetgelegenheden zijn er onderweg naast het feit dat er ook een groot aantal hostels en andere overnachtingsmogelijkheden zijn – een slaapzak, tent en dat soort zaken zijn echt overbodig. Meestal is er elektriciteit, WIFI en stromend water in de hostels aanwezig. Ook spreken de meeste mensen (vooral mensen in de hostels) Engels en vaak ook nog een andere taal. De meeste mensen lopen tegen de klok in vanwege de steilheid van bergen als je het andersom doet.

 

Koop in Pokhara waterzuiveringspillen; niet alleen heel goed voor je portemonnee maar ook voor het milieu. Je kunt 50 pillen voor 500 Rs kopen. Zoals gezegd kun je overal een overnachtingsmogelijkheid vinden en zijn er ook veel opties om ergens te eten. De overnachtingen zijn relatief goedkoop maar de hosteleigenaar gaat er wel vanuit dat je zowel diner als ontbijt in z’n lodge nuttigt.

 

Dat is waar diegene z’n geld mee verdient – eten en drinken. Houd er rekening mee dat het duurder wordt naarmate je “hoger” komt – dit omdat het eten en drinken hiernaartoe vervoerd moet worden. Drinken is relatief prijzig. Er wordt soms geld gevraagd voor het opladen van mobiel of laptop; ook betaal je vaak voor internet (WIFI). Indien je geen geldige vergunning (van ACAP) bij hebt en je wilt toch de reserve in, betaal je dubbel (4000R).



tips


  • Als je getraind hebt kun je de route ook met de klok mee wandelen zodat je veel minder toeristen tegenkomt (de meeste lopen tegen de klok in);
  • Je kunt de “gewone” route (van 6 a 7 uur per dag) skippen en je eigen route opstellen zodat je op andere plekken slaapt waar de meeste mensen slapen;
  • Ga niet in het eerste hostel slapen wat je tegenkomt; deze zit meestal vol, is duurder dan de rest en krijgt (omdat ze genoeg klandizie hebben) niet veel meer doen dan van wat hun wordt gevraagd – wandel naar een meer afgelegen gedeelte en je krijgt naast gastvrijheid een perfect plek voor goed geld aangeboden;

Nog meer advies:

  • Bestel geen “dhal bat” als dit niet hoeft – dit zul je dagelijks eten als je “hoger” komt omdat dat bijna het enige is wat op het menu staat;
  • Neem geen hele reisgids mee maar alleen een kopie van je map en aantekeningen;
  • Blijf een paar dagen in Pokhara, maak een paar wandelingen door de bergen en acclimatiseer voordat je de “echte” bergen ingaat;
  • Soms laten hosteleigenaren je flink betalen voor het opladen van elektrische dingen zoals je mobieltje, laptop etc.
  • Zorg ervoor dat je weet wat te doen als je ziek wordt of bent (hoogteziekte);

Let ook op onderstaande zaken:

  • Probeer ‘ns yakvlees te eten i.p.v. dal bhat – beetje droog maar erg voedzaam;
  • Het is natuurlijk gezelliger (en veiliger) als je met meerdere mensen wandelt; zorg er wel voor dat je mensen opzoekt die op hetzelfde niveau wandelen als jij;
  • Koop zoveel mogelijk repen (en dat soort droge spullen) in Pokhara (en dus niet op de trail waar het een stuk prijziger is allemaal);
  • Probeer de trekking niet af te raffelen want dat zou echt zonde zijn – neem je tijd en geniet (het zou ook gevaarlijk zijn voor je gezondheid);

Tenslotte: 

  • Doe wat huiswerk voordat je weggaat (maak o.a de route zodat je niet voor verrassingen kom te staan);
  • Probeer “thuis” al je spullen minstens een keertje (het zal de eerste keer niet zijn als iets stuk of niet helemaal goed werkt);
  • Er zijn vaak “elektriciteits-storingen”  dus reken niet 100% op elke dag een optie tot stroom of oplaadmogelijkheden;
  • Als er een groep paarden/ ezels of dragers voorbijkomt blijf altijd aan de “binnen” kant staan.

Inhoud - circuit:


DAG 1: Besisahar – Bahudanda

07:15 bus Pokhara – Besisahar;

11:30 aankomst in Besisahar; checkpoint

  • Besisahar (820 mtr) : to Khudi : 7km = 120 minuten
  • Khudi (790 mtr) : to Bhulbhule : 2 km = 30 minuten
  • Bhulbhule (840 mtr) : to Ngadi : 4 km = 75 minuten
  • Ngadi (890 mtr) : to Bahundanda : 4 km = 105 minuten

Nadat de weg iets naar beneden is gegaan neemt deze een licht hellende helling (“Marsyangdi Khola”) naar “Khudi”. Dit is de eerste van een aantal “Gurung” dorpjes (waar veel Ghurka soldaten werden gerekruteerd) die je passeert.

 

Het uitzicht is hier fantastisch over de omringende bergen. Nu stijg je naar 840 meter (Bhulbhule) en moet je je inschrijven bij een “ACAP” checkpoint aangezien je nu echt het “nationale reserve” ingaat. Je wandelt nu via het dorpje “Lampata” (1135 mtr) naar Bahundanda dat op 1310 meter hoogte ligt.

 

Dit is een goede plek om als eerste nacht te verblijven. Er zijn een behoorlijk aantal overnachtingsmogelijkheden en een aantal winkeltjes.


DAG 2: Bahudanda - Tal:

  • Bahudanda (1310 mtr)   : to Ghermu : 5 km = 90 minuten
  • Ghermu (1130 mtr)        : to Jagat : 3 km = 90 minuten
  • Jagat (1300 mtr)             : to Chamce : 4 km = 60 minuten
  • Chamce (1385 mtr)         : to Tal : 5 km = 150 minuten

Aan het begin van dag 2 ga je vanuit Bahudanda direct behoorlijk steil naar beneden richting het dorpje “Lili Bhir”. Hier wandel je in open terrein met soms een steil gedeelte. Ghermu is gelegen in een open vallei en heeft een grote waterval. Syange is je volgende stop op 1080 meter hoogte; hier ga je de rivier de “Marsyangdi Khola” over, over een ophaalbrug.

 

Je blijft de rivier volgen en komt uit in het dorpje Jagat. Een geschikte plek om te lunchen maar het is een smerig dorp dat ooit faam maakte als tolpunt van de Tibetaanse zouthandel. Eerst wandel je een stuk naar beneden voordat je door het bos naar Chamce klimt. Daarvandaan klim je verder naar Tal dat op 1700 meter ligt.

 

Tal is het eerste dorp in de “Manang” regio. Het is een goede lek om te verblijven, gelegen in een open vallei bij een natuurlijke ingedamde sectie van de rivier.


DAG 3: Tal – Latamarang:

 

·         Tal (1700 mtr)  to Karte                   : 4 km =    90 minuten

·         Karte (1870 mtr)  to Dharapani       : 2 km =    60 minuten

·         Dharapani (1900 mtr) to Bagarchap: 2 km =    60 minuten

·         Bagarchap (2160 mtr): to Danagyj  : 2 km =    45 minuten

·         Danagyu (2200 mtr) : Latamarang  : 1,5 km = 60 minuten

 

Nadat je Tal hebt verlaten wandel je dwars door de vallei om vervolgens een stenen trap op te gaan die leidt naar wederom een brug die je over de “Marsyangdi” rivier brengt op 1850 meter hoogte. Deze route brengt je in “Dharapani” (1920 mtr) wat op zich een prima plek is om te overnachten – het heeft een prachtig panorama. Je komt binnen onder een typische Tibetaanse poort door.

 

Het volgende dorp is “Bagarchap” op 2160 meter hoogte; het dorp bestaat uit stenen huisjes met platte daken in typische Tibetaanse stijl gebouwd. In 1995 was hier een verschrikkelijke aardverschuiving die het hele dorp verwoestte. Je kunt hier prima lunchen.

 

De route vanaf hier ligt vol rotsen en is ruig te noemen; deze klimt via Danagyu waar je verschillende routes kunt nemen. Een daarvan klimt naar Lattemarang op 2440 meter hoogte.



DAG 4: Lattemarang -  Pisang:

 

·         Lattemarang (2440 mtr)      : to Koto        : 5,5 km          = 120 minuten

·         Koto (2640 mtr)                   : to Chame    :    2 km          =   45 minuten

·         Chame (2170 mtr)               : to Bhratang :    7 km          = 120 minuten

·         Bhratang (2850 mtr)            : to Dhukur P:    6 km          =   90 minuten

·         Dhukur Pokhari (3240 mtr)  : to Pisang    : 1,5 km          =   90 minuten

 

Van Lattemarang waar je je al op ruim 2400 meter begeeft klim je verder door een naaldbomenbos naar Koto wat nog ruim 200 meter hoger ligt. Koto is een rustig, relaxed, klein en schoon dorpje met o.a. een Tibetaans klooster. Hier heb je zicht op de eerste besneeuwde bergpieken van Annapurna II.

 

Chaotisch “Chame” is je volgende stop en de belangrijkste stad van het “Manang” district; hier vind je behoorlijk wat overnachtingsmogelijkheden, een bank een postkantoor. Er zijn ook wat heetwaterbronnen nabij. Bij de entree van de stad vind je een authentiek Tibetaans “mani” – een muur met gebedswielen. Je kruist nu wederom de “Marsyangdi Khola” river om door bosrijk gebied gelegen in een diepe smalle vallei de machtige rotsen van “Paungda Danda” te zien ontstaan door een gletsjer.

 

Het is nog wel even klimmen via “Dhukur Pokhari” naar het hoog (ruim 3000 meter) gelegen Pisang wat voldoende overnachtingsmogelijkheden heeft. Let op: er is een hoog gelegen Pisang en een lager gelegen deel – er zit ongeveer 100 tot 150 meter hoogteverschil tussen.


DAG 5: Pisang – Manang:

·         Pisang (3240 mtr): to Humde           : 7 km = 120 minuten

·         Humde (3450 mtr) : to Bhraga          : 6 km = 105 minuten

·         Bhraga (3450 mtr) : Manang            : 2km =   30 minuten

 

Vanuit Pisang zijn er eveneens twee verschillende soorten paden die bij “Mungji” weer samenkomen. Als je Pisang verlaat krijg je al snel in de gaten dat dit het droge “Manang” district is waar de moessonregens niet komen. Hier kun je je eerste yaks zien, de bergkoe.

 

Het is een behoorlijke wandeling van Pisang via Humde naar Bhraga, wat een leuke bijna verscholen dorp is. Van Bhraga is het nog een half uurtje wandelen naar het leuke “Manang” waar veel mensen een dag blijven om te acclimatiseren (je bent nu 3500 meter grens overgegaan) en rond te hangen. Het heeft een aantal leuke hostels, voldoende winkeltjes en je kunt hier verschillende dagtrips nemen om de “trekking” even op te breken.

 

Een daarvan (waarvan je overigens kunt genieten van een afstand) is de prachtige “Gangapurna” gletsjer.


DAG 6: Manang – Letdar

 

·         Manang (3540 mtr): to Yak Kharka   : 9 km = 180 minuten 

·         Yak Kharka (4050 mtr): to Letdar      : 1 km =   60 minuten

 

Vanuit Manang gaat het steil omhoog; je komt eerst in het gehucht “Tengi” waar je de “Marsyangdi” vallei verlaat en de “Jarsang Khola” vallei ingaat. De vegetatie wordt steeds minder, het aantal dorpjes ook en uiteindelijk kom je in Yak Kharka aan. Dit dorp heeft ongeveer drie hostels en je kunt hier lunchen.

 

Daarvandaan is het nog een klein stukje (maar wel een uur wandelen) in Letdar op meer dan 4000 meter hoogte. Wellicht is het verstandig om ook hier (op ruim 4000 meter) te acclimatiseren. Ook is het een goed plan om water te koken hier.



DAG 7: Letdar – “High Camp”: 

·         Letdar ( 4200 mtr)                      : to Thorang Phedi  : 5 km = 150 minuten 

·         Thorang Phedi (4450 mtr)        : to “High Camp”      : 1 km =   60 minuten

 

Als je Letdar verlaat ga je de rivier over op ruim 4300 meter en je klimt verder naar 4420 meter – dit is de “Thorang Phedi”. Er staan hier twee hotels. Het is hiervandaan nog een uurtje naar wat ze “high camp” noemen; het stuk is behoorlijk steil.

 

“High camp” heeft verschillende overnachtings-mogelijkheden en fantastische vergezichten. Je kunt hier beter overnachten dan de top over te gaan omdat het nog een heel stuk is naar een volgende stop.


DAG 8: “High Camp” – Muktinath: 

·         “High Camp” (4850 mtr): to “Thorung Pass” : 5 km = 135 minuten 

·         “Thorung Pass” (5416 mtr): to Charabu       : 6 km = 165 minuten 

·         Charabu (4230 mtr): to Muktinath                 : 4 km =   75 minuten 

 

Het is verstandig om op 05:00 op te staan en vroeg te gaan vertrekken. Vertrek niet om 03:00 want het kan te koud zijn waardoor je teveel afkoelt. Vraag wel even wat de situatie op de pas is want er kan sneeuw en ijs liggen en het kan zo zijn dat je de pas niet over kan of uren bezig bent.

 

Hier geen bomen en struiken meer en een hoop wind; het is behoorlijk steil maar je kunt niet verdwalen en is regelmatig. Boven heb je een adembenemend panorama uitzicht over de Annapurna bergen tot de uitgestrekte dorre en ruige “Kali Gandaki” vallei. Het is vanaf de top zo’n 1500 meter dalen tot je uitkomt in Muktinath. Halverwege zit een heel leuk (eet)café waar je heerlijk in het zonnetje kunt zitten en genieten van het uitzicht.

 

In “Muktinath” heb je weer echt het gevoel terug te zijn in de bewoonde wereld; je kunt hier o.a. een mountainbike huren om een van de meest avontuurlijke trips de berg af te maken.


DAG 9: Muktinath – Jomson: 

·         Muktinath (3800 mtr)     : to Jharkot               : 1 km =   60 minuten 

·         Jharkot (3550 mtr)         : to Khinga               : 3 km =   45 minuten 

·         Khinga (3355 mtr)          : to Kagbeni             : 6 km = 105 minuten 

·         Kagbeni (2800 mtr)       : to Eklebhatti           : 2 km =   60 minuten 

·         Eklebhatti (2740 mtr)     : to Jomson              : 7 km    120 minuten 

 

Muktinath is een pelgrimsoord voor zowel Boeddhisten als Hindoeisten en je kunt o.a. een bezoek brengen aan de Boeddhistische “gompa” maar ook aan de Hindoeïstische “Vishnu” tempel van “Jiwala Mayi”. Hindoes komen hier voor de 104 heilige watertuiten terwijl de Boeddhisten voor de eeuwige vlam (door het natuurlijke gas wat hier uit de grond komt) komen. Vanuit hier kun je overigens weer twee verschillende paden nemen.

 

Het lage pad wat redelijk gelijk naar beneden gaat maar wat niet al te best is brengt je in ongeveer een uurtje in Jharkot. Onderweg kom je hier waarschijnlijk verschillende soorten Tibetaanse handelaren tegen en/of “sadhus” (heilige mannen). Het gaat verder omlaag via Kingha vrichting Kagbeni door een prachtig bijna semi-woestijnachtig landschap. Je kunt het leuke kleine stadje van Kagbeni al van ver zien liggen.

 

De wind kan hier verschrikkelijk waaien; desalniettemin blijven veel mensen minstens een dagje in Kagbeni dat bijna Europees Middeleeuws aandoet. Niet ver zijn de vlaktes van het legendarische “Mustang” gebied. Het laatste Tibetaanse stadje wat je aandoet (voordat je komt in Thakali gebied) is Eklai Bhatti wat midden in de winderige vallei ligt. Hier kun je o.a. lunchen.

 

Hiervandaan is het nog zo’n 2,5 uur naar Jomson wat de grote belangrijke commerciële stad is in de regio. Het heeft een ziekenhuis, winkels, een bank, busstation, een vliegveld en een “ACAP” kantoor. De meeste hostels zijn gelegen aan de andere kant van de rivier (richting vliegveld).



DAG 10: Jomson – Kalopani: 

·         Jomson (2720 mtr)        : to Marpha              : 6 km =   90 minuten 

·         Marpha (2670 mtr)         : to Tukuche             : 6 km =   90 minuten 

·         Tukuche (2590 mtr)       : to Kobang              : 4 km =   60 minuten

·         Kobang (2640 mtr)        : to Larjung               : 1 km =   60 minuten 

·         Larjung (2550 mtr)         : to Kokhethanti       : 3 km =   60 minuten 

·         Kokhethanti (2525 mtr): to Kalopani/ Lete   : 3 km =   60 minuten 

 

Het drukke Jomson verlatend kom je over een kleine heuvel richting Marpha. Deze stad staat bekend om z’n heerlijke boomgaarden met appels en walnoten. Je kunt hier ook de appelbrandewijn kopen bij de brouwerij, luxe overnachten en een klooster bezoeken.

 

Nog steeds licht dalend veranderd het landschap en klimaat geleidelijk van winderig en kaal naar meer groen en lekkerder. Je komt uit bij Tukuche, ooit een zeer belangrijk strategisch handelscentrum voor Tibetaanse producten. Het is nog steeds het belangrijkste “Thakali” dorp maar gemoedelijk genoeg.

 

De Thakali worden gekenmerkt door een goed gevoel voor handel drijven en zijn vaak eigenaar van een winkel of hostel – niet alleen hier maar ook in Kathmandu en Pokhara.

Het is een uur wandelen voordat je bij “Khobang” uitkomt te herkennen aan de “gompa” boven de stad. Je kunt in Larjung prima lunchen en is een aardige vestiging met kleine smalle laantjes en tunneltjes tussen de huizen. Als je op weg gaat naar Kokethanti wandel je in de “Kali Gandaki” vallei met een brede rivierbedding.

 

Deze vallei ligt tussen de Annapurna I en Dhaulagiri berg in en is een van de diepste kloven ter wereld. Het is alleen 38 meter breed en er stroomt op 2200 meter de rivier doorheen.

 

Ook kun je hier walnoot- en appelboomgaarden treffen. Nog 3 km verder (een uur wandelen) kom je uit in Kalopani, een goede plek om te overnachten. Je kunt hier van het prachtige uitzicht genieten.


DAG 11: Kalopani – Tatopani:  

·         Kalopani (2535 mtr)       : to Ghasa                : 7 km =   150 minuten 

·         Ghasa (2010 mtr)          : to Kopochepani     : 4 km =     90 minuten 

·         Kopochepani (1480 mtr): to Rupsechahara   : 2 km =    45 minuten 

·         Rupsechahara (1500 m): to Dana                 : 3 km =     60 minuten 

·         Dana (1400 mtr)             : to Tatopani           : 4 km =     90 minuten 

 

Kalopani ligt zo’n 100 meter hoger dan Lete maar wordt vaak als een en dezelfde plek beschouwt. Je zult eerst naar Lete terugmoeten voordat je richting Ghasa kunt gaan wat op zo’n 7 km afstand ligt. Het is hier steil naar beneden door een bos; Ghasa is het laatste Thakali plaatsje dat je tegenkomt.

 

Je gaat nu een aantal keren de rivier over en weer terug, o.a. over een hangbrug. Je daalt nu honderden meters via Kopochepani naar Rupsechahara door een nauwe steil gedeelte van de “Kali Gandaki” vallei. Het landschap vertoont vlakbij Dana voor het eerst korenvelden; in Dana kun je ook lunchen. Je bent vandaag al heel wat meters gedaald maar zult nog 200 meter dalen richting Tatopani waar je kunt overnachten.

 

Je wandelt o.a. langs delen waar landverschuivingen hebben plaatsgevonden. Het is ook mogelijk kortere trekkings vanuit Pokhara te doen en hier te blijven overnachten.

 

Er is een politiepost en er zijn heetwaterbronnen (tato betekent letterlijk “heet”); Tatopani was voor de zware moessonregens van de laat jaren 80 een belangrijke handelspost; de stad wordt langzaam weer opgebouwd. Het staat bekend om z’n goede eten.


DAG 12: Tatopani – Ghorepani:  

·         Tatopani (1200 mtrr)     : to Ghara                 : 5 km =   135 minuten 

·         Ghara (1700 mtr)           : to Sikha                 : 6 km =     60 minuten 

·         Sikha (1935 mtr)            : to Chitre                : 1 km =   105 minuten 

·         Chitre (2350 mtr)           : to Ghorepani         : 2 km =     75 minuten

Opmerkelijk genoeg ga je weer flink klimmen vandaag; eerst van Tatopani naar Ghara niet minder dan 500 meter in 5 km. Uiteindelijk kom je uit in de vrij grote stad Sikha uit op 1935 meter waar je prima kunt lunchen, winkelen en overnachten.

 

Na Sikha wandel je langs talloze terras landbouwgronden met o.a. koren tot je uiteindelijk in Chitre uitkomt. Je bent inmiddels weer ver boven de 2000 meter grens. Het is nu nog 2 km (o.a. een uur en een kwartier) klimmen naar Ghorepani waar je kunt overnachten.  

 

Het is een goede mogelijkheid om vanaf Ghorepani naar “Poon” heuvel te wandelen. Het is 3 km en neemt ongeveer anderhalf uur in beslag – de top van “Poon” ligt op 3210 meter. Houd er rekening mee dat vooral in de vroege morgen deze klim behoorlijk druk is vanwege z’n populariteit. Het uitzicht is ongekend.

 

Je kunt deze ook vanaf de andere (alsof je naar het stadje Chomrong gaat) wandelen; het zicht schijnt hier beter te zijn en veel minder mensen.


DAG 13: Ghorepani – Hille: 

·         Ghorepani (2870 mtr)   : to Ulleri                   : 2 km =  60 minuten 

·         Ulleri (2010 mtr)             : to Tikhedhunga     : 2 km =  60 minuten 

·         Tikhedhunga (1500 mtr): to Hille                   : 1 km  = 30 minuten 

 

Vanaf Ghorepani gaat het pad snel naar beneden; eerst 2 km naar Ulleri dat een “Magar” dorp is. Daarna via verschillende stenen trappen naar Tikhedhunga dat op 1500 meter hoogte ligt. Je kunt zowel in Tikedhunga als in Hille (dat een half uurtje verderop ligt) prima overnachten.


DAG 14: Hille – Nayapul (Pokhara):

 

·         Hille (1500 mtr)              : to Birethanti           : 4 km =  75 minuten 

·         Birethanti (1025 mtr)     : to Nayapul              : 1 km =  30 minuten 

 

Vanaf Hille gaat het wederom behoorlijk dalen. Het is ongeveer 4 a 5 km lopen tot je in het behoorlijke grote dorp “Birethani  uitkomt. Je moet nog een half uurtje dalen voordat je bij Nayapul uitkomt.

 

Nayapul (1070 mtr) is het eindstation van de Annapurna (of deel “Jomson” trekking) en hier kun je een bus of taxi terugnemen naar Pokhara (er gaat om 11:00 een bus die ongeveer 2 uur aankomt in Pokhara).



zie ook:




meer links:


Inca trail

PERU

Tijdens de Inca-trail sliepen we in tenten op grote hoogte in de Andes bergen op weg naar Machu Pichu. 

Torre Del Paine NP

CHILI

Het hoogtepunt van de meerdaagse hike in het Torre Del Paine NP in Chili zijn de drie torens.