Bezienswaardigheden - Nederland

veenhuizen




inleiding


Aan het begin van de 19e eeuw vindt in de toenmalige Verenigde Nederlanden een grootschalig maatschappelijk experiment plaats. Doel: een einde maken aan de armoede. De Maatschappij van Weldadigheid koopt vanaf 1818 grote, onontgonnen stukken land op. Daar worden in zeven jaar tijd zeven Koloniën van Weldadigheid opgericht: vijf in de Noordelijke Nederlanden en  twee in de Zuidelijke Nederlanden, wat nu de Belgische Kempen zijn.

 

Uit het hele land worden grote aantallen mensen en families in armoede ernaartoe gestuurd: om aan landbouw te doen, school te lopen en discipline aan te leren. Landlopers, bedelaars en ook weeskinderen worden gedwongen opgenomen. Dit zou Veenhuizen worden, de enige waar je gedwongen naartoe werd gestuurd. De Koloniën kregen veel internationale belangstelling.

 

Met de werkeloosheidsuitkeringen werd de huidige verzorgingsstaat opgericht en werden de kolonies overbodig. En de gestichten werden geleidelijk in gebruik genomen als gevangenissen waar er nog enkele van over zijn waaronder die in Veenhuizen die tegenwoordig de Penitentiaire Inrichting Veenhuizen wordt genoemd. In Veenhuizen vind je overigens nog veel sporen van de voormalige Maatschappij van Weldadigheid.

 

Rechte lanen, statige panden, een klein Soestdijk en meer dan 100 andere rijksmonumenten. Breng zeker een bezoek aan het Nationaal Gevangenismuseum. In juli 2021 werd deze unieke waarde internationaal erkend en werden de Koloniën van Weldadigheid ingeschreven op de UNESCO Werelderfgoedlijst.


highlights


Veenhuizen:

Het dorp Veenhuizen bestaat uit verschillende verspreid van elkaar gelegen onderdelen en telt ongeveer 1.265 inwoners, inclusief een wisselend aantal langgestraften.

 

In 1823 veranderde het aanzien van het dorp volledig toen er drie grote gestichten voor weeskinderen werden gebouwd. Veenhuizen was één van de zeven Kolonién van Weldadigheid en de grootste onvrije kolonie. Gezinnen, wezen, bedelaars en landlopers verbleven hier onder 24-uurs bewaking.

 

Nadat de moderne verzorgingsstaat kwam, met werkloosheidsuitkeringen en gezondheidszorg voor iedereen, was armoedebestrijding met het systeem van landbouwkoloniën niet langer nodig. Van de drie gestichten is het Tweede Gesticht bewaard gebleven. Het Eerste Gesticht heeft plaatsgemaakt voor een gevangenisgebouw, het Derde Gesticht raakte in verval en is rond 1925 afgebroken en omgezet in landbouwgrond.

 

De contouren van het Derde Gesticht worden door middel van bloemenstroken aangegeven. Ongeveer een miljoen Nederlanders hebben 1 of meer criminele voorouders in Veenhuizen zitten waaronder Andre Kuipers, Ruud Lubbers, Philip Freriks, Albert Verlinde en Willeke Alberti.

 

De Koloniën van Weldadigheid leverden een zeer typisch landschap op dat tweehonderd jaar na hun ontstaan nog altijd herkenbaar is. Dat is het resultaat van een doelgerichte ontginning door de mens. Ook belangrijke onderdelen van twee eeuwen bebouwing bleven bewaard. Nog altijd vervullen de voormalige Koloniën sociale, justitiële en welzijnsfuncties, en doen mensen er aan land- en bosbouw.

 

Erfgoed: 

Sinds enkele decennia erkennen wij als samenleving meer en meer de waarde van de Koloniën als erfgoed. In Veenhuizen vind je nog veel sporen van de Maatschappij van Weldadigheid. Rechte lanen, statige panden, een klein Soestdijk en meer dan 100 andere rijksmonumenten. waaronder de elektriciteitscentrale, het oude hospitaal en het Tweede Gesticht. Een van de hoogtepunten aan een bezoek aan Veenhuizen is die aan het nationaal gevangenismuseum. 

 

De begraafplaats van Veenhuizen wordt wel cynisch het Vierde gesticht genoemd. Het kerkhof ligt ver buiten het dorp en de gestichten, maar was voor beide bedoeld. Het is nagenoeg vierkant en is in vieren verdeeld. Een deel was bedoeld voor het dorp, een deel voor het personeel en een deel voor de gevangenen. De laatste groep werd tot 1875 anoniem begraven — de graven zijn nauwelijks als zodanig te herkennen. In Veenhuizen bevindt zich overigens ook het munitiecomplex Veenhuizen van het Ministerie van Defensie.

 

Dit munitiecomplex is een van de grootste in Europa.


De Penitentiaire Inrichting: 

Een deel van de voormalige gestichten zijn nog immer in gebruik als gevangenis. Dit kwam omdat na 1953 er geen nieuwe kolonisten meer naar Veenhuizen werden gestuurd. En de gestichten werden geleidelijk in gebruik genomen als gevangenissen.

 

Momenteel zijn er zo’n 1000 gedetineerden verdeeld over drie locaties te weten Esserheem, Norgerhaven en Klein Bankenbosch. Naast “gewone” misdadigers zaten hier tussen 1945 en 1953 ook vanwege hun oorlogsverleden veroordeelde Nederlanders en Duitsers.

 

Na 2014 hebben hier ook asielzoekers gezeten. In de jaren zeventig van de twintigste eeuw werden Norgerhaven en Esserheem omgebouwd tot bewaarplaats voor zwaargestraften.

 

In Norgerhaven en de Rode Pannen (zie onder) werden beruchte gedetineerden in bewaring gesteld zoals de Drie van Breda, Klaas Bruinsma, Heineken-ontvoerder Cor van Hout, Ferdi E., de moordenaar van Gerrit Jan Heijn, enkele kapers van de “Punt” en zigeunerkoning Koko Petalo. 


Gevangenismuseum:

Door particulier initiatief werd in 1975 het eerste Gevangenismuseum geopend in Veenhuizen. De oprichter, was vanaf 1949 werkzaam geweest bij justitie in Veenhuizen en had een verzameling aangelegd van allerlei zaken die te maken hadden met de Veenhuizer geschiedenis.

 

In 2005 werd het Nationaal Gevangenismuseum gevestigd in het volledig gerenoveerde voormalige Tweede Gesticht. Met de verhuizing is de focus van het Gevangenismuseum verbreed van de geschiedenis van alleen het gevangenisdorp tot de hele geschiedenis van misdaad en straf in Nederland vanaf 1600 tot nu. 

 

Het Gevangenismuseum verzorgd sinds 2012 rondleidingen in De Rode Pannen, een voormalige gevangenis, zolang de gevangenis leeg staat. Ook is het complex gebruikt voor het maken van opnamen voor de televisieserie Overspel, de film Pietje Bell 2 De jacht op de Tsarenkroon en de YouTubeserie Het Jachtseizoen.

 

De Rode Pannen: 

De Rode Pannen was een strafgevangenis met een extra streng regime. Het is een bakstenen gebouw met rode dakpannen, gebouwd in 1939-1940. Het heeft 46 cellen, waarvan 6 voor tweepersoonsgebruik. De gevangenis beschikt over speciale strafcellen met een afzonderlijke luchtkooi en een recreatieruimte (voorheen luchtruimten). Tot 31 maart 2008 werd het gebruikt voor gevangenen die in andere gevangenissen niet of zeer moeilijk te handhaven waren.

 

Door een speciale aanpak te hanteren en met speciaal getrainde bewaarders probeerde men hier de vaak zeer agressieve gevangenen her op te voeden. Na een verblijf van gemiddeld drie tot vier weken zorgde het merendeel van de gedetineerden er voor om niet meer terug te hoeven. Onder de gevangenen die hier verbleven waren 'meesterkraker' Aage Meinesz en Willem Holleeder.



geschiedenis


Veenhuizen vormde oorspronkelijk een veenontginningsdorp dat reeds wordt genoemd in 1381. Vanaf 1818 bouwde de Maatschappij van Weldadigheid enkele kolonies voor arme gezinnen en wezen in het zuidwesten van Drenthe en in het noordwesten van Overijssel: Frederiksoord, Willemsoord en Wilhelminaoord.

 

In 1823 veranderde het aanzien van het dorp Veenhuizen volledig toen er drie grote gestichten voor weeskinderen werden gebouwd.

 

De Maatschappij van Weldadigheid wilde de armen door middel van arbeid op het land en in de vervening heropvoeden. Het aantal beschikbare plekken voor wezen kon niet worden gevuld waarna besloten werd een gesticht her te bestemmen voor bedelaars en landlopers. Ieder gebouw leverde onderdak aan gemiddeld 1200 verpleegden. Ze werden ondergebracht in slaapzalen van 80 mensen, die overdag werden omgebouwd tot werk- en eetzalen. 

 

In 1843 werden de gestichten voor de wezen gesloten. Van 1845 tot 1886 werden in Veenhuizen ook gerepatrieerden uit Nederlands-Indië opgevangen die besmet waren met lepra. In 1859 werden de bedelaarsgestichten Veenhuizen en Ommerschans overgenomen door de rijksoverheid. Voor het personeel werd er een klein dorp gebouwd, om de inrichtingen heen.

 

In 1890 werd Ommerschans gesloten. Veenhuizen is als gevangenis blijven bestaan.  Justitie bouwde rond 1900 vervolgens twee nieuwe gevangenissen, Norgerhaven en Esserheem. In de jaren zeventig van de twintigste eeuw werden deze omgebouwd tot bewaarplaats voor zwaargestraften.

 

Het museum gaat open: 

In 1975 werd het eerste gevangenismuseum geopend en zes later ging Veenhuizen pas echt open – toen werd het vrij toegankelijk. Daarvoor mochten – naast de gevangenen - alleen het gevangenispersoneel en hun gezin het dorp in. Wie met pensioen ging of een baan buiten Veenhuizen vond, moest verhuizen. De kenmerkende gebouwen in Veenhuizen worden tegenwoordig meer en meer bewoond door burgers die niets van doen hebben met justitie.

 

Veel bewaarders woningen en enkele andere gebouwen zijn inmiddels verkocht, maar een groot deel van Veenhuizen is tot op heden eigendom van de Staat  In de periode 2004 - 2008 kreeg Norgerhaven een nieuw onderkomen. Het oude werkgesticht Norgerhaven is omgebouwd tot kantorencomplex voor Justitie. In 2005 werd het Nationaal Gevangenismuseum gevestigd in het volledig gerenoveerde voormalige Tweede Gesticht.


>>> Lees meer over de gehele GESCHIEDENIS van Nederland. 



tips & advies (2021)


  • Naam : Gevangenismuseum Veenhuizen

Adres : Oude Gracht 1

Prijs    : euro 11.50 (Boevenbus: € 3,00, Gevangenis de Rode Pannen: € 2,50)

Tijd      : 10:00 – 17:00 (maandag gesloten)

 

Inhoud:

Het Nationaal Gevangenismuseum is gevestigd in een voormalig werkgesticht in Veenhuizen. Om precies te zijn in het Tweede gesticht. Het museum informeert op interactieve wijze over de omgang met misdaad en straf in Nederland vanaf 1600 tot vandaag de dag. Ook wordt aandacht besteed aan de geschiedenis van Veenhuizen als gevangenisdorp. Het Gevangenismuseum heeft naast verschillende interactieve opstellingen, bijvoorbeeld een moderne gevangenispoort, ook veel historische objecten zoals een pijnbank, hand- en voetboeien, een dwangbuis, enzovoort.

 

Er zijn cellen en celdeuren uit verschillende perioden, een voorbeeld van een luchtplaats, en mobiel erfgoed, zoals arrestantenwagens. In 2007 is het Gevangenismuseum uitgeroepen tot beste historisch museum van Nederland. Met een originele 'boevenbus' worden rondritten verzorgd.

 

Soms zijn ook bezichtigingen mogelijk van de naast het museum gelegen (leegstaande) gevangenis De Rode Pannen, en van de voormalige elektriciteitscentrale Veenhuizen. Rond het museum liggen andere bezienswaardigheden, zoals het hospitaalcomplex, de voormalige stoomspinnerij en de kerkelijke en andere gebouwen langs de Kolonievaart.


Bij Bierbrouwerij Maallust en Hotel Restaurant Bitter en Zoet neem je plek op het terras of schuif je aan voor een lunch of diner. Het zit vlakbij het parkeerterrein.

 

Voor een ambachtelijk gebrouwen biertje of een heel speciaal culinair erfgoed diner. Deco Loge zit zeer dichtbij de entree van de gevangenis en heeft een laagdrempelig karakter. Je kunt er een Drentse wafel (met slagroom eten) maar ze hebben ook koffie en thee. Aanrader. 


Rondleiding Norgerhaven:

Zeker een aanrader is een rondleiding door oud-medewerkers die vertellen over de roemruchte geschiedenis en het veranderende regime van de afgelopen decennia. Over gedetineerden die eigenhandig een zwembad op het binnenterrein bouwden. Of de jaarlijkse open dag voor familieleden van gedetineerden.

 

De gevangenis had zelfs een eigen voetbalteam dat meedeed met de KNVB competitie; alleen thuiswedstrijden en in een steeds wisselende samenstelling.

 

Bekende artiesten als Lee Towers gaven er Bajesconcerten.' In het zomerseizoen rijden er dagelijks drie Boevenbussen per uur naar Norgerhaven. De rondrit duurt een half uur en kost 2 euro per persoon. Start en kaartverkoop in het Gevangenismuseum.

 

Voor fiets- en wandelliefhebbers zijn er verschillende routes die je langs alle bijzondere plekjes leiden.



zie ook: